OG 8: beroepen binnen de gezondheidssector PDF

Title OG 8: beroepen binnen de gezondheidssector
Author Shelsea Schroyen
Course Verpleegkunde
Institution Hogeschool PXL
Pages 15
File Size 195.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 88
Total Views 146

Summary

Download OG 8: beroepen binnen de gezondheidssector PDF


Description

OG taak 8: verschillende beroepen in de gezondheidzorg 1. Samenvatten tekst + Moeilijk woorden  Distorsie: verstuiking/ verzwikking  Interdisciplinair: door de perspectieven van verschillende wetenschappen te combineren (samen met verpleegkundige, ergotherapeut, zorgkundige, kinésist..)  Epidemiologie: wetenschappelijke studie van het voorkomen en verspreidden van ziekten binnen verschillende populaties  Populaties: de bevolking 2. Probleemstelling formuleren + soort taak  Probleemstelling: beroepen binnen de gezondheidszorg  Soort taak: verklaringstaak 3. Probleemanalyse + brainstorming

      

Apotheker Kinésist Diëtist Verzorgende Huisarts Ergotherapeut …

4. Clustering van informatie 5. Leerdoelen

De student kent de verschillende beroepsprofielen, basiscompetenties, werksetting en domeinen van:  Huisarts  Ergotherapeut  Kinésist  Diëtist  Maatschappelijk werk  Eerstelijns psycholoog (tip kijk filmpjes � )

Apotheker: Helpt geneesmiddelen goed te gebruiken En kwaliteit leven hoog te houden Gericht behandelen Zelf metingen (farmaceutische patiëntenzorg) = zorg die je krijgt zodra je geneesmiddelen gebruikt

Doel: De student kent de verschillende beroepsprofielen, basiscompetenties, werksetting en domeinen van:  Huisarts  Ergotherapeut  Kinesist  Diëtist  Maatschappelijk werk  Eerstelijns psycholoog Huisarts a. Beroepsprofiel en basiscompetenties  Eerste contactpunt met gezondheidszorg  Iedereen, ongeacht de leeftijd met gezondheidsproblemen kan er terecht  = de 1ste lijn(= eerste contact, zoals huisarts, apotheker, kine, thuisverpleging) en kan patiënten doorverwijzen naar 2e lijn (= na doorverwijzing: ziekenhuis zoals specialist) en 3e lijn (= meer gespecialiseerde inrichting zoals een instelling of psychiatrische instelling) en zelfs de 4e lijn. ( de 0e lijn= mantelzorg)  Vertrouwensrelatie wordt opgebouwd tussen arts en patiënt tijdens consultaties  Epidemiologie (= Studie van het verband tussen de frequentie en verbreiding van bepaalde ziekten en factoren waardoor ze veroorzaakt zouden kunnen worden) in de huisartsgeneeskunde is verschillend van de in de 2de lijn ( specialisatie of ziekenhuisgeneeskunde )  Vaak geen aanwijsbare duidelijke biologische oorzaak voor een gezondheidsprobleem  Consultaties dienen soms om onterechte angst voor ernstige ziekte weg te nemen  Huisarts moet wel sporadische (= niet algemeen voorkomend, zeldzaam, zelden ) ernstige aandoeningen in een vroegtijdig stadium tijdig herkennen en op een correcte manier aanpakken  TAAK HUISARTS IS COMPLEX o Enerzijds mag hij een ernstige ziekte niet over het hoofd zien of onderschatten o Anderzijds moet hij er rekening mee houden dat veel klachten niet op pathologie (= Medische wetenschap die zich bezighoudt met ziekten in het algemeen en de diagnose en behandeling daarvan berusten en dat teveel onderzoek een gevaar voor over medicalisering inhoudt  Specifiek domein voor huisartsgeneeskunde is de zorg voor patiënten met chronische aandoeningen

   



 

Arts heeft een belangrijke rol in deze zorg  eerste consultatie is nodig voor een bepaalde verwijzing of tussenkomsten Huisarts stimuleert de autonomie van zijn patiënten en stimuleert hen om een actieve rol bij klinische beslissingen Onderhandelt in het belang van zijn patiënt wanneer zijn gezondheidsprobleem hem naar een 2de of 3de lijn voert Huisarts heeft een specifieke verantwoordelijkheid voor de gezondheid van de gemeenschap waarin hij werkt o Bij de aanpak van individuele gezondheidsproblemen houdt hij rekening met deze noden en wijst hij op eventuele gemeenschapsproblemen die deze kunnen veroorzaken In belang van gemeenschap maakt hij gebruik van beschikbare middelen door zorg te coördineren, door samen te werken met andere hulpverleners op de 1ste lijn en een goede communicatie met hulpverleners en specialisten Huisarts moet zoveel mogelijk in de eigen praktijk, bij collega’s een kosteffectief beleid promoten Soms kan er een conflict optreden tussen wensen en noden van een individuele patiënt en de belangen van de gemeenschap als geheel  huisarts moet proberen evenwicht te vinden en dit aan zijn patiënt over te brengen

b. Werksettings en werkdomeinen  Werksetting is in essentie de consultatieruimte, dit kan binnen verschillende settings  Solowerkende huisarts werkt alleen o In een groepspraktijk of equipe hebben verschillende artsen samen een praktijk in 1 gebouw  Verschillende leden van de praktijk kunnen de zorg voor een patiënt overnemen omdat zij beschikken over het medische dossier en er intercollegiaal overleg (= Met collega's bespreek je hoe je kennis in de praktijk toepast en vergelijkt dit met hoe andere collega's dit doen ) plaatsvindt  In een multidisciplinaire groepspraktijk(= met verschillende rangen samenwerken zoals kine, ergo..) werken naast huisartsen ook andere gezondheidswerkers en hulpverleners  interdisciplinaire samenwerking verloopt gemakkelijker  Huisartsen helpen soms mee in een spoedopname van het ziekenhuis voor het verzorgen van 24-uurs permanentie  Worden ook betrokken in de preventieve gezondheidszorg van Kind Gezin en in school-, arbeids- en verzekeringsgeneeskunde  artsen zijn deeltijds huisarts en deeltijds schoolarts, bedrijfsarts of spoedarts

Ergotherapeut a. Beroepsprofiel en basiscompetenties  Ergotherapie = gericht op het begeleiden van mensen met fysieke, psychische en/of sociale disfuncties, met oog op het bevorderen, terugwinnen en/of stand houden van het zo zelfstandig mogelijk functioneren in hun leef-, werk-, woonen ontspanningssituatie o Via concrete activiteiten en rekening houdend met hun draagkracht en de draaglast vanuit hun omgeving  In therapie worden doelgerichte handelingen en activiteiten aangewend en worden handeling verstorende factoren uit het milieu voorkomen, weggenomen en eventueel aangepast  Ergotherapeut gebruikt activiteiten van het dagelijks leven om zowel individuele personen als groepen te begeleiden en de levenskwaliteit van de hulpvrager te verbeteren  Specifieke doelgroepen: o Jonge mensen met ontwikkelingsproblemen o Personen met lichamelijke of psychische problemen of afwijkingen o Ouderen met chronische problematiek  Werkzaamheden ergotherapeut o De cliënt functies en vaardigheden aanleren en integreren in het dagelijks functioneren o De cliënt ondersteunen en adviseren in het exploreren van zijn mogelijkheden en/of beperkingen o Hem confronteren met zijn beperkingen o Hem alternatieven aanbieden en leren omgaan met zijn mogelijkheden en/of beperkingen o Advies geven tot zelfredzaamheid, productiviteit en ontspanning o Afwijkende houdingen, handelingen en gedrag bijsturen o Materiaal en omgeving aanpassen in functie van hun therapeutische waarde en/of uitbreiden van de mogelijkheden van de cliënt o Hulpmiddelen en aanpassingen maken en aanpassen

o Eisen formuleren waaraan mantelzorg, 1ste lijnszorg of begeleiding aan beantwoord moeten worden o Afspraken maken in verband met nazorg





Ergotherapeut evalueert of de cliënt alles toepast in de leef-, werk- en woonomgeving en Transfereert (= overbrengen ) dit naar zoveel mogelijk verschillende situaties o Evalueert de cliënt gedurende de hele behandeling of de cliënt positief of negatief interfereert met de behandeling Geeft ergonomisch advies over woon- en werksituaties in functie van voorkomen van problemen

b. Werksettings en werkdomeinen  Fysieke revalidatie o Specialisaties met accent op het bewegingsgevoel, houding en bewegingspatronen, handrevalidatie en rugschool  Psychiatrische zorg o Ergotherapeut kan zich specialiseren in · Arbeidszorg · Arbeidsrehabilitatie · Ondersteuning van vrijetijdsbesteding · Interpersoonlijke contact faciliterende (= vergemakkelijken, voorzieningen aanbieden ) therapie  Interventie bij ontwikkelingsproblematiek o Specialisaties mogelijk in: · Schrijftraining · Rekenstoornissen · Stoornissen in visuele- en ruimtelijke oriëntatie · Geheugen-en aandacht stoornissen · Denktraining · Handvaardigheden · Sensomotorische stimulatie (= een samentrekking van sensoriek en motoriek. Sensoriek wil zeggen: het opdoen van prikkels met de zintuigen, horen, ruiken, voelen, proeven en zien. Motoriek wil zeggen: het vermogen te kunnen bewegen) · Bewegingspedagogiek  Ouderenzorg of geriatrie

· Sensostimulatie ( Massage, snoezelen(= zintuigen prikkelen)) · Haptomie ( lichamelijk contact ) · Mentale stimulatie · Palliatieve zorg  Ergotherapeuten (1e, 2e en 3e lijn) kunnen als opvoeden personeel werken in een instelling van Onderwijs, Welzijn, Volksgezondheid en Justitie als medewerker in particulieren en openbare initiatieven ter bevordering van het welzijn van kinderen, jongeren, volwassen en bejaarden of als arbeidsbemiddelaar o Ook werken als adviseur voor arbeidshygiëne op · De werkplaats · Voor ergonomisch advies · Voor re-integratie (= terugkeer van arbeidsproces) van werkkrachten  Ergotherapeuten kunnen zich specialiseren in een aantal zaken zoals · Woningaanpassing · Hippotherapie (= een vorm van therapie waarbij het paard gebruikt wordt als hulpmiddel in het behandelen van kinderen en volwassenen) · Creatieve therapie · Muziek therapie · Danstherapie · Rolstoeladvies · Psychomotoriek (= de bewuste, vanuit de hersenen gestuurde beweging ) · Neurologische ontwikkelingsstimulering ( bij een CVO ) · Orthesen ( spalken ter preventie, ter ondersteuning of oefening of ter vervanging) · Relaxatietherapie

Diëtist a. Beroepsprofiel en basiscompetenties  Diëtist = een deskundige die de kennis van voedings- en dieetleer, van levensmiddelentechnologie en van levensmiddelenbeheer toepast met als doel de gezondheid te bevorderen, te behouden en te helpen herstellen  3 types diëtisten 1) Administratieve Diëtist o Verantwoordelijk voor het voedingsbeleid o Verstrekt informatie over kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de voeding of het dieet o Ontwikkelt de receptuur (= de leer van het voorschrijven van medicijnen, bereidingswijze ) o Stelt menu’s op en kan adviezen geven m.b.t de verschillende voedseldistributiesystemen o Bewaakt de sensorische, chemische en microbiologische veiligheid van het bereide voedsel en is hij verantwoordelijk voor het beheer van de voorraden 2) Klinische diëtist o Geeft op verwijzing van de behandelende arts een dieetadvies aan de cliënt o Begeleidt de opvolging van het dieetadvies en biedt de nodige ondersteuning o Eigen verantwoordelijkheid van de cliënt stimuleren o Verschillende fasen a. Verzamelen, op probleem-georiënteerde wijze, van de nodige gegevens door het raadplegen van gezondheidsmedewerkers en bestaande gegevens. Het afnemen van een voedingsanamnese en door antropometrische bepalingen (= bepalen van afmetingen van het menselijk lichaam ) b. Analyseren van deze gegevens om te komen tot het voedingsprobleem c. Opstellen van een behandelingsplan ( Cliënt wordt geïnformeerd over diagnose, mogelijke gevolgen, behandelingsmogelijkheden en doel van behandeling ) d. Uitvoering en opvolging van het behandelplan, met praktische richtlijnen voor de uitvoering van het dieetadvies

o Begeleid bij het oplossen van problemen en aan hervalpreventie 3) GVO-diëtist ( gezondheids voorlichting en opvoedings diëtist) o Betrokken bij het ontwikkelen, implementeren (= invoeren) en evalueren van de gezondheidsvoorlichting o Voornaamste doelstelling: · Bevorderen van een gezonde leefstijl en een gezonde leefomgeving  bij te dragen aan een betere levenskwaliteit voor de hele bevolking b. Werksettings en werkdomeinen

 Werkt in de gemeenschapsrestauratie ( waar er eten wordt gemaakt voor een grote groep bv: ziekenhuis) en overheidsdiensten  Werkt vooral in centra voor gezondheidsvoorlichting zoals het VIG ( Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie ) en de LOGO’s ( Lokaal Gezondheidsoverleg ) Apotheker (niet kennen) a. beroepsprofiel en werkdomein, Werksettings 

    



De apotheker doet alle handelingen die tot doel hebben de bereiding, het te koop aanbieden, de detailverkoop en de terhandstelling (= kosten voor de dienstverlening van de (online) apotheek) , zelfs indien ze kosteloos is, van geneesmiddelen Helpt geneesmiddelen goed te gebruiken en kwaliteit leven hoog te houden Gericht behandelen Zelf metingen (farmaceutische patiëntenzorg) = zorg die je krijgt zodra je geneesmiddelen gebruikt Apotheker geniet van beroepsbescherming: o Niemand mag de artsenijbereidkunde uitoefenen die niet het wettelijk diploma van apotheker bezit. Bovendien moet de apotheker zijn diploma laten viseren en ingeschreven zijn op de lijst van de Orde van Apothekers. o  vervul je deze voorwaarde niet, maakt zich dan schuldig aan onwettige uitoefening van de artsenijbereidheid (= medicamenten bereiding )

Maatschappelijk werker a. beroepsprofiel en basiscompetenties 











Focust op het optimaliseren van het psychosociaal functioneren van de mensen o Het spreekt de normale wisselwerking aan tussen de mens en de omgeving ( zoals mensen met een leefloon, mensen die bij het ocmw gaan aankloppen, mensen met probleemgezinnen, financieel achterstand…) Het beroep bevorderd o Sociale veranderingen o Probleemoplossing o Menselijke relaties o Empowerment(=in een cliëntgericht samenwerkingsverband is empowerment een proces van het instaat stelle van mensen om keuzes te maken en controle uit te oefenen en beslissingen te nemen over hun eigen leven.) o Emancipatie(= streven naar een volwaardige plaats in de maatschappij) van mensen  Doel: welzijn te verhogen Fundamenten voor sociaal werk zijn o Principes van mensenrechten o Sociale rechtvaardigheden Kerndoelstellingen zijn o Mensen TOT hun recht laten komen: actief burgerschap stimuleren (tot= de rechten die de mens heeft, tot zijn recht laten komen, iets zich laten ontplooien) o Mensen AAN hun recht laten komen: actief burgerschap stimuleren (aan= mensen tot hun recht laten komen) o Het bouwen van sociale systemen: bestaanscondities van mensen in de samenleving Sociale werkers hebben veel aandacht voor o Veelheid en verscheidenheid van levensdomeinen: werk, gezin, vrije tijd,.. o De aspecten binnen de levensdomeinen: lichamelijke, emotionele, materiële en existentiële aspecten Kerntaken o Psychosociale hulpverlening o Concrete en informatieve dienstverlening o Beleidsgericht werken o Algemene preventie en bemiddeling

b. Werksetting en werkdomeinen 

Vooral te vinden in o Het algemeen welzijnswerk: Centra Ambulant Welzijnswerk, (diensten waar je terecht kunt met vragen, waar ze u doorverwijzen of zelf helpen met bepaalde problemen) o De begeleiding van kinderen: CLB: Centra vaan Leerlingenbegeleiding o De gezondheidszorg: ziekenhuizen, psychiatrie, verslavingszorg o De zorg voor personen met een beperking o Het forensisch maatschappelijk werk: politie, gevangenis, justitiehuis o De bijzondere jeugdbijstand: zoals jongeren die in de criminaliteit dreigen te vallen



Tijdens de opleiding kan men zich oriënteren in o Het Maatschappelijk werk: hulpverlening o Sociaal-Cultureel Vormingswerk: educatie en vorming o Maatschappelijke adviezen: sociaal-juridische dienstverlening o Personeelsbeleid: in bedrijven o Sociaal Beleid: in syndicaal werk, vakbondsorganisaties, milieuverenigingen, rationeel-emotieve therapie

c. Bevoegdheden en beperkingen  



Er is nog geen Vlaamse of Belgische code voor het maatschappelijk werk Binnen het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) is een regelgeving die de taak, functie en bevoegdheid omschrijft en afbakent Geheimhoudingsplicht

Eerstelijns psycholoog a. Algemeen  

 

= een expert in het analyseren van het menselijk gedrag = een deskundige in de psychologische diagnosestelling + in het psychologisch handelen gericht op hulpverlening naar individuen, groepen of organisaties Psychisch welzijn van de hulpvrager staat centraal Een psycholoog heeft inzicht in het normaal en afwijkend psychisch gedragsmatig functioneren





Kan psychologisch onderzoeks- en begeleidingsmethodes toepassen + op een correcte manier deze info doorgeven een cliënten of collega’s Hij kan ook groepen of individuen coachen, stimuleren en begeleiden om zo te komen tot het probleemoplossend gedrag

B. Beroepsprofiel en basiscompetenties 

Competenties die neutraal staan o Psychodiagnostisch (= ziekte vaststellen op mentale basis) proces voorbereiden, uitvoeren en verwerken o Advies en informatie verstrekken als bijdrage in de psychosociale hulpverlening aan individuen en groepen o Psychologische interventiemethodes en technieken in therapeutische en agogische settings voorbereiden, uitvoeren en evolueren o Is in staat tot voorbereiding, uitvoering en evaluatie van preventiemethoden en -technieken o Moet door zelfreflectie het eigen diagnostisch en agogisch handelen afstemmen op deontologische en methodologische kwaliteitscriteria  daarvoor moet die wetenschappelijke ontwikkelingen op het vlak van psychodiagnostiek en psychologische interventiemethoden en -middelen opvolgen

c. Werksetting en werkdomeinen 

Belangrijkste werkdomeinen o Klinisch werkveld: psychiatrische ziekenhuizen, PAAZ, centra voor geestelijke gezondheidszorg o Schoolpsychologie + psychopedagogisch werkveld: leerlingenbegeleiding, zorgcoördinatie op scholen, centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning o Revalidatieveld: NOK, PSY revalidatiecentra, arbeidstrajectbegeleiding voor personen met een handicap

d. Bevoegdheid en beperkingen  

Een bachelor in de toegepaste psychologie  heeft geen titel erkende psycholoog  enkel voor masters psychologie De bachelor neemt verantwoordelijkheid af aan de coördinerende psycholoog of arts

Verzorgende: (niet kennen) a. beroepsprofiel en basiscompetenties, Werksetting en werkdomeinen



   



De persoon die specifiek is opgeleid om de verpleegkundige onder zijn/haar toezicht bij te staan inzake zorgverstrekkingen, gezondheidsopvoeding en logistiek in het kader van de door verpleegkundige gecoördineerde activiteiten binnen een gestructureerde equipe Je moet geregistreerd staan binnen de diensten van de Regering De certificaten, brevetten of diploma’s van de zorgkundige moeten vooraf worden geviseerd Geregistreerd worden als zorgkundige volgens het KB Zorgkundige mag bepaalde verpleegkundige activiteiten uitvoeren volgens de volgende voorwaarden o Zij moet zodanig opgesteld zijn dat de verpleegkundigen toezicht kunnen uitoefenen op de activiteiten van de zorgkundige o Zij moet de continuïteit en de kwaliteit van de zorg verzekeren o Zij organiseert het gezamenlijk patiënten overleg waarbij het zorgplan van de betrokken patiënt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd wordt o Zij voert een samenwerkingsprocedure in tussen de verpleegkundige en de zorgkundige die toezicht houdt op hun activiteiten o Zij krijgt een permanente opleiding  Volgens KB artikel 4 krijgt iedere zorgkundige een permanente opleiding van minstens 8 uur Het vereiste toezicht van de verpleegkundige op de activiteiten van een zorgkundige moet aan de volgende voorwaarden voldoen o De verpleegkundige ziet erop dat de zorgverstrekking, gezondheidsopvoeding en de logistieke activiteiten die de verpleegkundige aan de zorgkundige van de gestructureerde equipe heeft toevertrouwd, correct worden uitgevoerd o Toezicht van een verpleegkundige is bij de uitvoering van de activiteiten door de zorgkundige niet steeds vereist o Verpleegkundige moet bereikbaar zijn om de nodige informatie en ondersteuning te geven aan zorgkundige

Kinesist a. Beroepsprofiel en basiscompetenties  

Kinesitherapie(= 1e lijn, doorverwezen via arts) = een discipline binnen de gezondheidszorg die lichamelijke beweging en fysieke technieken aanwendt Deze beschikt over een aantal behandelingsmethoden  voor bewegingsmogelijkheid en functionele zelfstandigheid van de patiënte te ontwikkelen, bevorderen of herstellen

   


Similar Free PDFs