SAH H1 - samenvatting PDF

Title SAH H1 - samenvatting
Course Sociaal-agogisch handelen
Institution Hogeschool Vives
Pages 6
File Size 183.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 61
Total Views 142

Summary

samenvatting ...


Description

H1: SOCIAAL-AGOGISCH HANDELEN IS VERANDEREN 1

DEFINIËER WAT SOCIAAL-AGOGISCH HANDELEN IS + KENMERKEN

SOCIAAL HANDELEN Ons gedrag komt tot stand in relatie met de ander. Via interactie en communicatie geven mensen betekenis aan het eigen gedrag en het gedrag van de anderen. - menselijk handelen = sociaal handelen

AGOGISCH HANDELEN - een context scheppen die mensen ondersteutn of begeleidt om zincol met hun eigen situatie om te gaan.  bv door mensen enkele mogelijkheden van handelen te laten ontdekken, ervoor zorgen dat een bepaald handelingsrepertoire kan behouden blijven of geoperationaliseerd worden - Een alledaagse gebeurtenis zit vol agogische aspecten, je werkt, woont of studeert; je ontmoet mensen, maakt vrienden of hebt al eens ruzie… Agogisch handelen = professioneel beïnvloeden (niet toevallig beïnvloeden)

SOCIAAL- AGOGISCH HANDELEN       

Het gaat om mensen in verandering Het is bewust omgaan met alledaagse aspecten Het is niet toevallig beïnvloeden, maar professioneel beïnvloeden Het gaat om psychosociale verandering Handelen is meer dan gedrag stellen Het is veranderen in de gewenste richting Het is tussen komen in: o De leefsituatie van mensen o De relaties tussen mensen o De relatie tussen mensen en omgeving  Het is sociaal (= verbindingsaspecten van de mensen) en agogisch (context ter ondersteuning en het professioneel begeleiden van mensen) werken.  Een agogisch werker kan je veranderingen’ noemen.

‘een beïnvloeder’ van ‘psychosociale

KENMERKEN VAN SOCIAAL-AGOGISCH HANDELEN          

Psychosociale verandering Beroepsmatige verandering Doelgerichte beïnvloeding Veranderaar werkt systematisch Beïnvloeding vindt bewust plaats Het is een gewilde verandering De beïnvloeding wordt vrijwillig ondergaan De beïnvloeding is niet wederzijds Het gaat om (jong)volwassenen Gericht op de cliënt en zijn proces o Procesgericht veranderen o Gericht op krachten van de cliënt ipv de problemen o Sociaal-agogische kernthema’s     

Emancipatie Empowerment Participatie Integratie Preventie

KERNTHEMA’S SOCIAAL-AGOGISCH WERK EMANCIPATIE PARTICIPATIE INTEGRATIE PREVENTIE EMPOWERMENT

Streven naar gelijke rehten en zelfstandigheid Actieve deelname/ ergens aan meedoen Opnemen in de maatschappij Voorkomen Zelf kracht en macht verlenen (wordt ook als finaliteit van sociaal-agogisch handelen gezien)

2 HET BEGRIP PSYCHOSOCIALE VERANDERING EN PSYSCHOSOCIAAL FUNCTIONEREN VERDUIDELIJKEN EN ILLUSTREREN MET EEN VOORBEELD. Psychosociaal functioneren = Het functioneren in relatie met en tot anderen. Het is de wijze waarop iemand het leven leeft en beleeft. Hoe je je gedraagt tegenover anderen heeft immers alles te maken met hoe je je voelt, wat je denkt en wat je gelooft  dus met het psychische. Omgekeerd hangt je psychische ingesteldheid mede af van BV: de manier waarop je bent grootgebracht en van degenen met wie je omgaat.

Psycho Sociaal

ziel/geest Onderlinge verhoudingen van mensen

Samenvoeging tot psychosociaal, omdat het psychische niet goed te onderscheiden is van het sociale.

BIJVOORBEELD Sociaal --> psycho: in kansarmoede opgroeien --> negatieve feedback --> laag zelfbeeld Psycho --> sociaal: godsdienstig opgevoed --> bepaalde overtuigingen --> bepaald gedrag

3 DE NIVEAU’S VAN PSYSCHOSOCIAAL FUNCTIONEREN OPNOEMEN, UITLEGGEN EN ILLUSTREREN MET EEN EIGEN VOORBEELD. 3.1 Individuele dimensie = Gaat over gevoelens, houding t.o.v. mensen en dingen, persoonlijke ervaringen, gedrag, zelfbeeld, identiteit, ambitie, overtuigingen, behoeften en verlangens. 

Psychosociale veranderingen van een persoon kunnen zijn: aanvaarden dat een zoon eigen keuzes maakt, sneller kritiek uiten op collega’s, meer open staan voor problemen van klasgenoten…

3.2 Groepsdimentie Groep = een verzameling van mensen die elkaar kennen, die met elkaar omgaan en die ook herkenbaar zijn als bij elkaar horend bv: klassen, gezinnen, teams, …



Psychosociale verschijnselen: jaloezie, communicatie, vriendschap…



Psychosociale veranderingen kunnen zijn: gezin leert ruzie bespreken

3.3 Organisatiedimensie Organisatie = bestaat uit individuen en groepen, zodat ook het functioneren van de beide niveaus hierboven meespeelt. Een organisatie is meer, want een organisatie is anoniemer dan een groep. 

Grotere georganiseerde groepsverbanden: waar het er formeler aan toe gaat vb.: ziekenhuis, school, werk…



Psychosociale verschijnselen: geschreven regels, formele posities…



Psychosociale veranderingen kunnen zijn: hogeschool stelt studentenraad in.

3.4 Samenlevingsdimensie Groter samenlevingsverband = grotere anonieme verzameling mensen die een of ander gemeenschappelijk kenmerk hebben. --> niet helemaal duidelijk wie er wel en niet toe behoort + samenstelling wisselt constant. Vb. Inwoners van een stad, cultuur, leefgemeenschap, regio, vluchtelingen… 

Psychosociale veranderingen kunnen zijn: toenemend milieubewustzijn, het op gang komen van vrijwillige hulp voor bejaarden in een wijk, de scholing van vrouwen in een ontwikkelingsland… ook campagnes zoals niet roken

4 HET VERBAND LEGGEN TUSSEN DE NIVEAU’S VAN FUNCTIONEREN EN HET MICRO-MESO-MACRO NIVEAU: DIT ILLUSTREREN MET EIGEN VOORBEELDEN. MICRO MESO MACRO

= De begeleiding en hulpverlening aan individuen en kleine groepen = De begeleiding en beïnvloeding aan grotere groepen en organisaties = beïnvloeding van breed-maatschappelijke processen of grotere samenlevingsverbanden. » Samenhang zien! individuele situaties bestaan nooit op zichzelf, maar zijn ingebed in gezins-, organisatorische en maatschappelijke contexten.

5 UITLEGGEN & ILLUSTREREN DAT VERANDERING KAN BESTAAN UIT VERVANGEN, TOEVOEGEN OF BEHOUDEN. VERANDERING = het verschil tussen een nieuwe en oude situatie. Dat verschil is niet in alle gevallen gelijk van aard. Zo is er een onderscheid tussen vervangen, toevoegen en nietveranderen/behouden. NIETVERVANGEN TOEVOEGEN VERANDERN/BEHOUDEN Oude blijft bestaan, maar + Verdwijnen van iets ten Cliënt anders laten kijken iets. Toevoegen lijkt gunste van iets nieuws naar de situatie waardoor makkelijker dan vervangen. alles eigenlijk hetzelfde blijf, Vb.: achterdochtige houding alleen met nieuwe inzichten. Vb.: iemand leert geheel -> plaats maken voor een Hij staat nu wel achter de nieuwe vaardigheid aan. vertrouwde houding. oorspronkelijke situatie. Vb.: autoritaire stijl leiding -> democratische stijl leiding

Vb.: iemand kan een houding aannemen of een mening vormen t.o.v. een nieuwe zaak.

vb.: cliënt wil scheiden maar door hem heel anders naar zijn relatie te laten kijken, wil hij toch samen blijven.

6 HET ONDERSCHEID MAKEN TUSSEN INCIDENTELE EN STRUCTURELE VERANDERING. INCIDENTELE VERANDERING = Het is een eenmalige verandering. Het is een oplossing voor 1 speciaal geval of voor een beperkte tijd. Vb.: het sturen van meel ter bestrijding van de hongersnood in een land. STRUCTRELE VERANDERING = Het is een langdurige verandering, waardoor men zich steeds opnieuw kan laten aanpassen of zichzelf beter kan helpen. Vb.: Het sturen van zaaigraan naar landen met hongersnood.

 Een verandering is niet incidenteel of structureel. Het zijn graduele begrippen. Een verandering zal dus meer of minder structureel zijn.

7 VERANDERBAARHEID UITLEGGEN IN TERMEN ‘FIXED & GROWTH MINDSET’. TOON AAN WAT HET EFFECT DAARVAN IS VOOR EEN VERANDERINGSPROCES. FIXED MINDSET

GROWTH MINDSET

= Men gelooft niet of minder in de veranderbaarheid, met als gevolg dat men ook minder gauw kan of zal veranderen. --> de overtuiging dat men zelf niet of slecht moeilijk kan veranderen. = Men is in staat te leren wat men (nu nog) niet kan + ze blijken dat ook gemakkelijker te doen. --> De overtuiging dat men zelf kan veranderen.

8 DE VANZELFSPREKENDHEID VAN SITUATIES ALS VIJAND VAN VERANDERING KUNNEN UITLEGGEN EN AANWIJZEN WAT DAARBIJ DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE AGOOG IS. Verantwoordelijkheid agoog in veranderingsprocessen: Houdt zich erg bezig met veranderingsproces van cliënt Maakt de cliënt duidelijk welke keuzes hij, meer of minder, bewust kan maken. Cliënt laten inzien wat zijn verantwoordelijkheid is voor de situatie waarin hij zich bevindt. De agoog moet de cliënt helpen deze macht en deze verantwoordelijkheid op zich te laten nemen.

Verantwoordelijkheid cliënt in veranderingsprocessen: Gelooft in verandering, werkt zo goed mogelijk mee Verantwoordelijkheid opnemen, weet wat hij wil veranderen verbeteren.

9 TOELICHTEN WAT PROCESGERICHT WERKEN IS. (GERICHT OP PROCES, CLIËNT EN KRACHTEN) Agogisch werken = dat je je zeer intensief bezighoudt met het veranderingsproces van de cliënt. Er bestaat veel samenwerking en wisselwerking tussen agoog en cliënt. Het is eerder gericht op krachten van de cliënt dan op het probleem! Er wordt vooral gebruikt gemaakt van de manier waarop de cliënt zich veranderingen eigen maakt en er mee omgaat. HET IS DUS MEER ‘PROCESGERICHT’ dan ‘PRODUCTGERICHT’

10

WAT IS ER TYPISCH AAN DE SOCIAAL-AGOGISCHE WETENSCHAP?   

Sociale agogiek is een handelingswetenschap Een sociaal agoog is een allesweter Een sociaal agoog levert maatwerk



Men steunt op de wetenschappelijke drieprikkel: psychologie – sociologie – filosofie: Een agoog moet zich interdisciplinair opstellen en kennis uit diverse disciplines op een relevante wijze aan te wenden bij het begeleiden van veranderingsprocessen en mensen.

» Hier moet je het zien als THEORIE OF CHANGING (anders maken) en niet als een THOERY OF CHANGE (anders worden). Theory of change Theory of changing

Hier onderzoekt en beschrijft men hoe veranderingsprocessen verlopen. Hier onderzoekt en legt men uit hoe men in verandering processen kan ingrijpen  Het zijn dus niet zomaar groepsprocessen maar hoe men in die groepsprocessen kan begeleiden en beïnvloeden....


Similar Free PDFs