Samenvatting - Het realisme NLK I PDF

Title Samenvatting - Het realisme NLK I
Course Nederlandse letterkunde I
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 3
File Size 130.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 38
Total Views 125

Summary

Samenvatting van het hoofdstuk realisme - Nederlandse letterkunde I...


Description

3b – Het realisme 1820-1870

Realisme 



 

Realisme is een stroming die we tot het materialisme knn rekenen (= filosofische stroming die zich richt op alles wat met de zintuigelijke waarneming te maken heeft) o Zo objectief mogelijk de empirische realiteit weergeven -> zoals schilderij o Sociale werkelijkheid weergeven (in BE is dat dan over de arbeiders) o Staat tegenover het idealisme (verbeterde weergave v/d werkelijkheid + gerichtheid op het spirituele) v/d romantiek Kunstenaar baseert zich op wetenschap en fotografie als modellen o Neutrale observator o Staat tegenover de subjectiviteit v/d romantiek Typische personages (‘fysiologieën’ = het categoriseren v. bepaalde sociale groepen) Buitenlandse auteurs: Dickens, Stendhal, Balzac als model of anti-model o Men wil niets te maken hebben met het radicaal Frans realisme (gebrek a/e verteller die oordeelt wat goed en fout is + gebrek a/ idealisering), maar juist een gematigd realisme o Zoals bij Madame Bovary, waar geen verteller is die haar handelingen veroordeelt -> hier komt kritiek op

Nederlands realisme  



Weinig extreem => kritiek op het radicale Franse realisme Gelijktijdig met romantiek -> gedeelde kenmerken o Net zoals bij de verlichting vs. de preromantiek -> verlichting lijkt een soort vertrekpunt waarop de preromantiek reageert, terwijl ze eig vaak samen voorkomen en elkaar aanvullen Gedeelde kenmerken romantiek – realisme: o Belangstelling vr het dagelijkse leven en sociale wantoestanden o Focus op de individuele mens -> poging om bepaalde sociale groepen in de SL te duiden o Idealisering: ook al is er in het realisme de kans om de realiteit weer te geven zonder ze te verbloemen, in het NL’se taalgebied blijft met idealiseren o ‘Typische’ personages

Het proza  



De streekroman (net zoals bij romantiek): verhalen die zich afspelen op het platteland en die vaak arbeiders en landbouwers als personages hebben -> vaak op een idealiserende manier De zedenroman: gaat over de normen en waarden v/d eigen tijd o Maatschapp. Verhoudingen en levensbesch.; normen en waarden (‘zeden’) v/d eigen tijd o Uitgesproken heteronome functie: moreel, religieus, politiek o Bv. Zetternam (Mynheer Luchtvelde), Loveling o Theoreticus Domien Sleeckx:  Tegen het radicale Franse realisme: onwetend, verwaand, wispelturig, overdreven  Voor een nuchter realisme dat schijndeugden v. bepaalde burgers aanvalt, maar toch fatsoenlijk en moraliserend blijft De schets: o Humor en stereotypering zijn belangrijk

o

Bv. Kneppelhout (Studenten-Typen), Bergmann (Ernest Staas)

Nicolaas Beets (Hildebrand) - Camera Obscura (1839)     



Typisch vb. v/h NL’s realisme Omvangrijke verzameling schetsen Gaat over het leven van de Nederlandse bourgeoisie Verteld door een ik-verteller, met de naam Hildebrand (=> auto-diëgetische verteller) ‘Camera obscura’ -> hij suggereert met deze titel dat hij de waarheid even goed kan weergeven als een camera o Fotografische ambities o Nogsteeds subjectie Ook weer paratekstuele zelflegitimering

‘De familie Stastok’ uit Camera Obscura 



Kenmerken van het realisme in het algemeen en het Nederlandse realisme in dit fragment o Ik-verteller -> maakt zelf ook deel uit v/d burgerij -> dus kleurt de werkelijkheid, maar draagt ook bij tot de geloofwaardigheid o Typische personages: jong – oud, rijk – arm, … o Gaat over het dagelijks leven v/d burgerij o Het subjectieve krijgt een plaats o Ook humoristisch Hoe zou je de schrijfstijl van Beets typeren? Welke rol speelt die stijl? o Langdradig -> bijna stream of consciousness o Zo gedetailleerd mogelijk, met veel bijzinnen etc.

De poëzie     



Tijdschriften en (studenten)genootschappen Humor als wapen tegen de romantiek: spotten met romantische clichés Gent: Julius Vuylsteke Utrecht: tijdschrift Braga (1842-1844), J.J.L. ten Kate Leiden: o Gerrit van de Linde, Gedichten van den Schoolmeester (1859)  Absurde inhoud, onconventionele vorm o François Haverschmidt (‘Piet Paaltjens’), Snikken en grimlachjes (1867) Poëtische subgenres o Lyrische poëzie: over persoonlijke gedachten en gevoelens o Epos: over belangrijke gebeurtenissen in de nationale geschiedenis o Pastorale poëzie o …

Potentiële examenvraag 

In het proza van de 18de en 19de eeuw speelt de paratekst een belangrijke rol. Bespreek in detail de functie(s) van de paratekst van drie prozateksten uit die periode. o Structuur + definitie paratekst + context 18 de + 19de E o Sara Burgerhart:  Kritiek op het populaire proza -> distantiëren v. romans waar ze niks mee te maken willen hebben  Publiek aanspreken  Opvoedende functie -> maagdenspiegel  Affectieve band o De Leeuw v. Vlaenderen  Voetnoten: historische info -> geloofwaardigheid stijgt  Voor- en nawoord -> politieke en nationalistische functie + verleden is een voorbeeld o Camera Obscura  Voorwoord: definitie v/h realisme...


Similar Free PDFs