Samenvatting Het urinaire stelsel PDF

Title Samenvatting Het urinaire stelsel
Course Anatomie - Fysiologie
Institution Erasmushogeschool Brussel
Pages 12
File Size 750.6 KB
File Type PDF
Total Downloads 94
Total Views 138

Summary

Samenvatting powerpoint...


Description

Anatomie – Fysiologie H 18: Het urinair stelsel 1. Organisatie van de urinewegen Functies van de urinewegen   

 

Verwijdering van organische afvalstoffen Regulering van ionenconcentratie in het plasma Regulering van bloedvolume en bloeddruk - Aanpassen vochtverlies - Afgifte cardiovasculaire hormonen Stabilisering pH bloed Behoud van nutriënten

De onderdelen van de urinewegen 1) Nier krijgt bloed van de aorta descendens 2) Urine wordt afgevoerd naar het urine kanaal naar de blaas 3) Ureter (2) is het kanaal van de nier naar de blaas 4) Uretra (1) is het kanaal van de blaas naar de uitgang

 2. De nieren Een overzicht van de anatomie van de nieren

2. De nieren

Uitwendige anatomie      

10cm lang (5,5 breed en 3 dik) 300g verwerken 1200ml bloed/min retroperitoneaal perirenaal vetweefsel tussen dorsale lichaamswand en pariëtaal peritoneum

Inwendige anatomie van de nieren 



Nefronen: - produceren urine - +/- 1 miljoen nefronen per nier Nierbekken of pyelum: - Verzamelt de urine afkomstig uit de calices

De bouw van de nier: nefron Een nefron is erg belangrijk in de nieren, de urine mondt door het nefron uit in de nierbekken en gaat via de ureter naar de blaas. De onderdelen in een nefron - Nierlichaampje (Kapsel van Bowman & Glomerulus - Lis van Henle - Proximale tubulus contortus - Distale tubulus contortus - Verzamelbuis

De bloedtoevoer naar de nieren 

Via de A. renalis

De bloedtoevoer Het bloed dat via de a. renalis in de nieren stroomt geeft alle nefronen het nodige bloed.



De bloedtoevoer naar de nieren 

In de nefronen - Afferente arteriole = Aftakking van de interlobulaire arterie - Glomerulus - Efferente arteriole - Peritubulaire capillairen - Vasa recta

De efferente arteriolen blijven dicht bij de Lis van Henle stromen

 

De bloedafvoer venulen interlobulaire venen venae arcuatae interlobaire venen venae renales



Het nefron -

de functionele basiseenheid van de nier bestaat uit 2 delen: o

Het nierlichaampje (= kapsel van Bowman + glomerulus)

o



Route die de urine volgt doorheen het nefron -

-



De nierbuis: proximale tubulus contortus, lis van Henle en distale tubulus contortus

Eerste filtering van het bloed in het nierlichaampje > urine start als filtraat Daarna stroomt het filtraat naar de nierbuis o Eerst naar de PCT: Proximale tubulus contortus o Dan naar de Lis van Henle o Tenslotte naar de DCT: Distale tubulus contortus Uiteindelijk naar de verzamelbuis

Het nefron en verzamelsysteem



Het nefron en verzamelsysteem



Onderdelen van het nierlichaampje

(= lichaampje van Malpighi) -



Proximale tubulus contortus -

-



Glomerulus = rond netwerk van onderling verbonden capillairen Kapsel van Bowman Omgeeft de glomerulus met plaveiselepitheel Afferente arteriole Bloedtoevoer naar de glomerulus Efferente arteriole Bloedafvoer uit de glomerulus

Terugresorptie van belangrijke stoffen uit het filtraat (voorurine) o Voedingsstoffen (bijv. glucose, aminozuren) o Ionen o Eiwitten o Water > t.g.v. welk proces? Geeft deze af in de omringende interstitiële vloeistof Komen in de peritubulaire capillairen en keren terug in de bloedsomloop

Lis van Henle -

Dalende tak o Permeabel voor water Stijgende tak

o

Impermeabel voor water en opgeloste stoffen

Stijgende tak > neemt actief Na+ en Cl- uit voorurine op > concentratie interstitiële vloeistof v.h. merg stijgt > water treedt uit voorurine t.h.v. dalende tak door osmose De voorurine daalt via de dalende tak, de stijgende tak zorgt ervoor dat Na en Cl uit de tak gedreven wordtosmotische druk stijgt hierdoor rond de lis van Henle waardoor er water treedst uit voorurine thv de dalende tak door osmose



Distale tubulus contortus (DCT) -



Transportactiviteiten Geeft actief stoffen af aan de urine (ionen, zuren, geneesmiddelen, ammoniak, ureum, creatinine) Actieve terugresorptie van natrium uit de urine Juxtaglomerulair complex > endocriene functie Geeft renine en erythropoëtine af Ligt aan het begin van de DCT

Verzamelbuizen -

Krijgen urine uit de nefronen Passen uiteindelijke osmotische druk van de urine aan Door terugresorptie van water Door ionentransport Komen samen in verzamelkanaaltjes Leveren urine af aan calix minor

3. Principes van urineproductie 

Doel urineproductie = -



Processen die de urinevorming beïnvloeden -



Handhaven homeostase Uitscheiding van opgeloste stoffen o Afvalstoffen uit de stofwisseling  Ureum  Creatinine  Urinezuur o Overtollige ionen

Filtratie Terugresorptie (= reabsorptie) Afscheiding (=excretie)

Filtratie in de glomerulus

De bloeddruk perst bij de glomerulus water en opgeloste deeltjes uit het bloed i.d. kapselholte. > Filtratiedruk (FD) wordt bekomen door een verschil in diameter v.d. afferente versus efferente arteriole. FD = laag nl. 10mmHg >>>> Bij BD- val stopt de filtratie De productie van voorurine in de glomerulus wordt ook glomerulaire filtratie genoemd. De glomerulaire filtratiesnelheid (GFS) is de hoeveelheid voorurine die per minuut i.d. nieren wordt gevormd (125ml/min of 180l/d) Filtratiedruk is heel laag, en drukt op de wand van de glomerulus deze zorgt voor de uitscheiding van de voorurine Mensen met een hevige val van bloeddruk, is heel slecht voor de filtratiedruk, deze druk kan daar wegvallen waardoor een grote ophoping is in de nieren van afvalstoffen



Afgifte renine -



Tubulaire terugresorptie/afgifte -

-



Lis van Henle o Neemt water en ionen uit filtraat opnieuw op o Stijgende tak pompt actief natrium- en chloride-ionen weg o Interstitiële osmotische druk trekt water uit de tubulaire vloeistof o Ureumconcentratie neemt toe bij vochtverlies

Tubulaire terugresorptie/afgifte (vervolg) -



PCT neemt 60–70% van het filtraat opnieuw op o Voedingsstoffen o Natrium, andere ionen o Water PCT geeft actief waterstofionen af > pH

Tubulaire terugresorptie/afgifte (vervolg) -



Afname in filtratiedruk (bloeddruk) start de afgifte van renine Afgegeven door juxtaglomerulair complex Renine vergroot het bloedvolume en verhoogt de bloeddruk GFS wordt weer normaal Herstelt homeostase

Distale tubulus contortus (DCT) o Maakt de laatste aanpassingen o Afscheiding of terugresorptie van ionen o Terugresorptie van natriumionen in ruil voor afgescheiden kalium- en waterstofionen o Aldosteron verhoogt de terugresorptie van natrium en het verlies van kalium

Regulering door antidiuretisch hormoon (ADH) -

Reguleert vochtverlies

o o o o 

DCT, verzamelbuis en verzamelsysteem worden permeabel voor water door ADH Water komt dan in de interstitiële vloeistof terecht en blijft in het lichaam Urine wordt geconcentreerd (weinig water, veel opgeloste stoffen) Hoe meer ADH, des te geconcentreerder de urine

De effecten van ADH op de DCT en de verzamelbuis

 Samenvatting v.d. nierfunctie Stap1: vorming van voorurine in de glomerulus Stap 2: in de PCT: terugresorptie van 60-70% H2O en bijna alle opgeloste voedingsstoffen Stap3: I.d. dalende tak van LvH verplaatst water zich naar omringende interstitiële vloeistof en zo naar haarvaten rond de buizen Stap4: stijgende tak van LvHis ondoorlaatbaar voor H2O en opgeloste deeltjes. De cellen v.d. buis pompen actief NA+ en Cl- uit de voorurine. Ureum vormt nu het grootste deel v.d. opgeloste deeltjes id voorurine. Stap5: DCT en verzamelbuizen zijn ondoorlaatbaar voor opgeloste deeltjes, maar ionen kunnen actief in of uit worden gepompt o.i.v. Aldosteron (wat de samenstelling en concentratie v.d. voorurine verder bepaalt) Stap 6: De doorlaatbaarheid voor water van DCT en verzamelbuis wordt bepaald door ADH. (veel ADH > doorlaatbaarheid voor water stijgt > minder urine > geconcentreerde urine) Stap7: de teruggeresobeerde opgeloste stoffen en water komen in vasa recta terecht.





Vasculaire regeling van de nierfunctie - Automatische regulering van filtratiedruk door veranderingen in de diameter van afferente en efferente arteriolen - Autonome regulering door activering sympathicus o Krachtige vaatvernauwing van afferente arteriolen o Lagere GFS o Ook wordt bloed naar andere organen gestuurd -

Cfr myocardinfarct/massieve bloeding/… > sympathische activatie heeft voorrang op lokale regelmechanisme >>>> CAVE nierbeschadiging!

-

De diameter van de afferente arterliolen en altijd groter dan de efferente. De nier is in staat om de diameter aan te passen. Bloeddruk zakt in het lichaam, het lichaam reageert hier op door afferente arteriolen dikker te maken en efferente fijner

De belangrijkste hormonen betrokken bij het reguleren van de nierfunctie: -

Angiotensine II Aldosteron ADH Atriaal natriuretisch peptide (ANP)

4. Transport, opslag en verwijdering 



Ureters -

Ureters (urinebuis) lopen van het nierbekken naar de urineblaas Gladde spieren in wanden vertonen peristaltiek (Er zitten spieren in die ervoor zorgen dat de urine steeds naar de blaas gevoerd kan worden)

-

Duwen urine naar blaas

Urineblaas -

Rekbare gespierde zak voor urineopslag Inwendige kenmerken omvatten o Trigonum o Hals o Interne kringspier urethra o M. detrussor  Contracties persen de urine in de urethra



De urethra -

Langer bij de man (18 - 20 cm) dan bij de vrouw (2,5 - 3cm) Externe kringspier urethra wordt gevormd door een kringvormige band van skeletspieren van de bekkenbodem Willekeurige beheersing

QUIZZZZ De bundel van his maakt deel uit van het nefron -

Fout lis van Henle

De glomerulus bevindt zich in het nierlichaampje en wordt gevormd door een kluwen en haarvaten De prostaatklier ligt vlak onder de blaas en omgeeft de ureter volledig -

Fout, hij omgeeft uretra

3 processen -

Filtratie – reabsorptie – excretie...


Similar Free PDFs