Samenvatting Religie, zingeving en levensbeschouwing (boek gelezen + notities tijdens de les) PDF

Title Samenvatting Religie, zingeving en levensbeschouwing (boek gelezen + notities tijdens de les)
Author toonix
Course Religie, zingeving, levensbeschouwing
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 18
File Size 404.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 48
Total Views 123

Summary

boek gelezen + notities tijdens de les. Enkel 1 deel ontbreekt omdat het in ons jaar niet werd bekeken, kan zijn dat het hierna werd toegevoegd...


Description

2021-2022

Religie, zingeving en levensbeschouwing Deel 1 



Hoofdstuk 1 : Geloof en Christendom, onderhevig aan de tijd? o Premoderniteit – moderniteit – postmoderniteit  Premoderniteit  het gehele leven (filosofie, ethiek, politiek, kunst, literatuur) werd bepaald door religieuze overtuigingen (de « Christenheid»)  Moderniteit  Structurele differentiëring: een afzonderlijk domein voor de religie  Functionele rationalisering: enkel wat rationeel verklaarbaar is waar en heeft waarde – religie is een primitief fenomeen  Postmoderniteit  ervaring van menselijke onmacht en ontoereikendheid, transcendente werkelijkheidsfactoren – religie zonder god Hoofdstuk 2 : De Bijbel, een vreemd fundament o De exegeet als outsider  De context en achtergrond van de Bijbel kan moeilijk gevat worden door ons aangezien deze hard van elkaar verschillen o De taalbarrière  Niet enkel het vertalen zelf vanuit de oudste geschriften, maar ook de vertalingen die op vertalingen werden gemaakt. Woordspelen worden ook bemoeilijkt o Een culturele en chronologische kloof  Regels en morelen van vroeger bestaan niet meer o Gegroeide geschriften  Er is geen enkele Bijbel die door 1 auteur werd geschreven, het boek is door de tijd gegroeid en passages werden er aan toegevoegd. Dit kunnen we opmerken door woordgebruik van de schrijvers.  Ze gebruiken namen van bekende mensen zodat het boek gelezen zou worden = pseudepigrafie o Een veelheid aan teksten  “De Bijbel” bestaat niet  Geen autograaf werd teruggevonden, niet voor het geheel en niet voor de aparte boeken  De Bijbel werd ook steeds in meerdere edities uitgegeven op hetzelfde moment  Het Oude Testament is het oudste volledige geschrift, afkomstig uit 1008 n.C. 1

2021-2022



De grotten van Qumran  Nieuwe Bijbelse teksten worden opgegraven op verschillende locaties rond de Dode Zee  Deze maken ons duidelijk dat er geen families bestaan rond teksten die ons naar een oertekst zouden kunnen leiden, maar dat er sinds het begin een veelvoud aan teksten bestond  E.x.: De tekst van Jeremia in de Septuaginta: 1/6 korter dan de Massoretische tekst o Heeft de vertaler deze verzen weggelaten? o 4QJerb bevestigt het bestaan van een andere kortere

tekst in het Hebreeuws  Dus dit betekent dat het niet de fout was van de vertaler, maar dat er gewoon een fundamenteel verschil was in originele teksten. de  Tussen 2 eeuw v.C to 1ste eeuw n.C. bestonden er verschillende basisteksten waarop mensen hun geloof baseerden  2 manieren om een schrift uit te geven na deze ontdekking  Diplomatieke uitgave: 1 tekst uitgeven en alle anderen in voetnoot zetten  Eclectische uitgave: Allemaal naast elkaar leggen en reconstrueren wat voor jezelf de beste tekst geweest is. Een relatie vormen tussen de verschillende teksten, maar dit is opnieuw niet 100% correct aangezien we bijna zeker zijn dat ze uit een periode komen waar de teksten op hetzelfde moment, allemaal apart zijn uitgegeven zonder onderlinge link  Men worstelt nu met de resultaten van tekstkritisch en wetenschappelijk onderzoek en anderzijds de tradities waar men niet rap vanaf stapt  Sommige delen zijn eigenlijk zo sterk deel geworden van de canon dat ze uiteindelijk niets veranderen als ze als “vals” worden verklaart o De Bijbel als heilig schrift  De bijbel bestaat al lang  Kan positief zijn in de zin dat we ons kunnen baseren op een lange traditie van mensen die al deze teksten heb onderzocht  Kan negatief zijn in de zin dat we enkel gaan parafraseren wat er al allemaal gezegd is geweest (maar dit is in feite niet zo)  De bijbel is dus van mensen, voor mensen, met een God die niet te vatten is, wat de Bijbel ook niet probeert te doen  Door ambigue vertalingen ontstaan er fouten in de vertalingen van de Bijbel die andere geloofsovertuigingen teweeg kunnen brengen 2

2021-2022



 Wat doen we hiermee? Pas vanaf 1943 toegestaan door Vaticaan om Bijbel te onderzoeken

Deel 2 Hoofdtsuk 1 



Afwijzing (is een beetje een outsider tegenover de andere twee, we gaan met deze mensen niet meer in dialoog) o Praktisch atheïsme  Geloof maakt gewoon geen deel uit van hun leven o Theoretisch geclaimd atheïsme  Agnosticisme  Niet kunnen bewijzen dat er wel een god bestaat of geen god bestaat  Irenisch atheïsme  Ze geloven niet en laten anderen gewoon doen  Polemisch atheïsme  Gaan in discussie om de andere te overtuigen  ‘Religieus’ atheïsme  Het besef van religie en het nood eraan, maar niet per se zelf in een god geloven Ontreddering en kramp o Kinderlijke naïviteit  Afbeelden van schriften worden moeilijk omdat verschillende schriften, met verschillende illustraties afgebeeld worden die op hun beurt niet altijd correct zijn  Het accepteren van alles waarbij men zich geen vragen stelt o Historisering  Presenteert alles als maakbaar en verklaarbaar om de vele verhalen overeind te kunnen houden; alles wat historisch aantoonbaar is, is rationeel plausibel  E.x: het ‘plagenverhaal’ in Exodus  Problemen  Dit overstijgt het kritische aspect van hun onderzoek, maar tracht integendeel om op een ‘moderne’ manier te redden wat er te redden valt om de bijbel koste wat kost gelijk te kunnen geven o Dit neigt dan naar Bijbelse fundamentalisme  Door deze verhalen te rationaliseren, wordt de echte interpretatie achter de verhalen verloren

3

2021-2022





Evolutie Bijbelwetenschap:  Oudere commentaren: veel aandacht voor de historiciteit  Gaandeweg: meer literaire en theologische aandacht  Recentelijk: radicale afwijzing van de historiserende tendens o Verklaringspogingen zijn niet overtuigend gekarakteriseerd o Miskennen de theologische inhoud  Auteurs van de schriften waren geen reporters die gebeurtenissen wouden opschrijven Geschiedenis van de Bijbel  Geschiedenis IN de tekst o De verhalen in de bijbel hebben soms historische waarheden zoals onwaarheden  Geschiedenis ACHTER de tekst o De context waarin de tekst ontstaan is, de omstandigheden van die periode  Geschiedenis VAN de tekst o De auteurs die eraan mee hebben gewerkt, in welke handen het is gevallen  Conclusie o Historisering maakt enkel gebruik van geschiedenis IN de tekst, dit geeft hun, tegengesteld tot geschiedenis VAN en ACHTER de tekst, geen extra informatie om de tekst beter te begrijpen

o Fundamentalisme 



Slechte betekenis  Worden als extremisten bekeken  Dult geen kritiek en gelooft wat hem verteld wordt o woordelijke onfeilbaarheid van de Bijbel o goddelijkheid van Christus o maagdelijke geboorte o lichamelijke opstanding Kenmerken  Fundamentalisme als ultieme zekerheid o Herstel van een religieus identiteit die werd beschadigt in postmoderne periode  Een gevoel dat een levensstijl verloren is gegaan en deze herstelt moet worden o Politieke inmenging slechts wanneer de ‘christelijke waarden’ op het agenda staan

4

2021-2022





o Opnieuw op zoek naar een overkoepelend zingevingssysteem Fundamentalisten als minderheid o Zichzelf zien als een minderheid die vecht tegen een onwetende meerderheid o Eenduidige leer o Discipline en sterke groepscohesie o Geen compromissen o Zelotisch separatisme  Confrontatie met de buitenwereld aangaan Apokalyptisch denken o Apokalyps (ἀ ποκάλυψις) is een boek => Openbaring van Johannes  Inhoud: Visioenen over het einde van de huidige wereld en het aanbreken van een nieuwe tijd o MAAR, Geen toekomstvoorspelling Ze kijken naar het verleden/heden en zien wat er gebeurd is, en dit toepassen op een verre toekomst.  Hierdoor zien mensen het al gebeuren en gaan ze beginnen denken dat het niet meer lang kan duren voor de visioenen zich volmaken o Socio-religieuze crises waarmee het christendom te 



maken had wordt erin beschreven:  joodse vijandigheid  interne conflicten tussen christenen  christenvervolging door Romeinen o Dus Apokalyps vertelde dat als de situaties die hierboven beschreven staan, zouden gebeuren, het einde wel nabij zou zijn, dus mensen begonnen dit geloven aangezien het ook echt aan het gebeuren was  Uiteindelijk was hij gewoon al aan het schrijven wat zich voor zijn ogen voordeed o Spanning tussen geloof in Rijk Gods dat in Jezus Christus tot ontwikkeling was gekomen en concrete sociale situatie Millennarisme/chiliasme (20ste hoofdstuk van Apokalyps) o Post-millennarisme: na (post) een periode van morele voortuitgang (dankzij het prediceren van de evangelie) gedurende duizend jaar (al dan niet letterlijk te interpreteren) zal Christus wederkeren 5

2021-2022



o Pre-millennarisme: een radicale breuk tussen de actuele wereld en het duizendjarige rijk; rampen en het duizendjarige rijk; “als het nood het hoogst is, is de redding nabij”. Op dat ogenblik zal Christus weerkeren en het duizendjarige rijk stichten. o A-millennarisme: symbolische tijdspanne tussen Christus’ aardse leven en zijn wederkomst Bijbels fundamentalisme o probleem  Fundamentalistisch ‘gebruik’ van Schrift  Ontkenning van het ‘vreemde’ karakter  Voorgekauwde en eenduidige Bijbelinterpretatie  Ontlopen persoonlijke verantwoordelijkheid  Klakkeloos en kritiekloos aanvaarden o Kenmerken  Onfeilbaarheid  De Bijbel is het woord van God en mag ten gevolge hiervan niet in twijfel genomen worden  De Bijbel is een receptenboek van oplossing voor verschillende problemen  Selectief lezen  E.x: sommige passages verbieden homoseksualiteit, dit wordt dan gebruikt om ook in het echte leven toe te passen  Voorspellingen  Bijbelse profeten hadden dubbele taak: o Als critici onthullen ze hoe en waarom Israël zich van zijn eigenheid afkeert o Als visionairs bestrijden ze de dwaalleer dat alles goed is zoals het is en zijn ze spreekbuis van Gods droom met de geschiedenis  De ‘voorspellingen’ uit het oude testament zijn door een foute vertaling van het woord profeet, die eigenlijk letterlijk “spreekbuis” betekende en niet de toekomst voorspellen  Litteralisme versus symbolische lezing  De bijbel letterlijk lezen 6

2021-2022

Soms toch figuurlijk gelezen als het hun past Uit de context halen  Naargelang het hun goed staat of niet regels volgen De Bijbel heeft altijd gelijk 



 Hoofdstuk 2 

De ontluistering overstegen: verrijking in kritische omgang o Bijbel en historiciteit  Mensen proberen aan de hand van de archeologie de historiciteit van de Bijbel te bewijzen, maar hiervoor zijn er veel tegenvoorbeelden  F.e: er bestaat geen bewijs dat Kanaän door de Israëlieten in bezit werd genomen  De Bijbelse chronologie  Mensen gaan in de Bijbel een chronologie van gebeurtenissen proberen op te stellen door gebruik te maken van relatieve data die in de Bijbel worden vermeld en archeologie die toenertijds belangrijk was o Zo is men aan een relatieve chronologie van



gebeurtenissen gekomen die niet altijd 100% juist is, maar ons wel een idee geeft van hoe het gebeurd zou zijn o Chronologie  2100 BCE: Abraham verlaat Ur  1870 BCE: Israël in Egypte  1450 BCE: De uittocht  1400 BCE: Inbezitname van het “beloofde land”  1000 BCE: opkomst monarchie: Saul, David, Salomo  931 BCE: splitsing van het rijk: Israël (N) en Judea (Z)  722 BCE: Val van Samaria  587 BCE: Val van Jerusalem  538 BCE: Einde van de ballingschap in Babylon Een fictieve absolute chronologie … • … dankzij een relatieve Mesopotamische en Egyptische chronologie…, • … Mesopotamische en Egyptische astronomen … • en enkele synchronismen met elementen uit Bijbelse verhalen

7

2021-2022

Bijbelse chronologie en historische realiteit  Twijfel aan ‘grote personages’, zoals de auteurs van Bijbelse teksten  Dus twijfel aan de historische betrouwbaarheid van Bijbelse teksten o De opkomst van de (historisch -)kritische exegese  Tot 17de eeuw: Mozes als auteur van de Pentateuch (en Jeremia van het boek Jeremia, Salomo van Hooglied…)  Zo wordt het ook in de Pentateuch beschreven o Ex 24,4: « x 24,4: « Daarop stelde Mozes alle woorden 





van de HEER op schrift » o Nu 33,2: « Op bevel van de Heer heeft Mozes de vertrekplaatsen van de etappen opgeschreven.» o Mc 12,26: « Hebt u niet in het boek van Mozes gelezen dat… » Maar geleidelijk aan worden contradicties teruggevonden, of onmogelijke gebeurtenissen  Doubletten o Twee Scheppingsverhalen (Gn 1 en Gn 2–3) o Twee decalogen (Ex 20 en Dt 5) o Twee roepingsverhalen van Mozes (Ex 3–4 en Ex 6–7)  Stijlelementen o Numeruswechsel (Dt 4,29a: « jullie » en Dt 4,29b: « jij »)  Contradicties o Eén paartje (Gn 7,15) of zeven paren (Gn 7,2) in de ark van Noach? o 40 dagen (Gn 8,6) of 150 dagen regen (Gn 8,24)? • Vocabulaire o « JaHWeH » (de HEER) of « Elohim » (God)? Sommige verhalen worden dan wel aanvaard als ethiologische verhalen  = verhalen die de afkomst van zekere gebeurtenissen probeert uit te leggen zoals bijvoorbeeld  Lot en zijn dochters o Dit is niet bedoeld als een waargebeurd verhaal, maar een verhaal die uitlegt hoe het komt da de ammonieten en Moabieten clans zijn die zich haten

8

2021-2022

niet echt gebeurd en toch waar?  De Bijbel als bron van informatie voor historische reconstructie? o Ja en nee; sommige delen kunnen we wel als waar nemen, maar we moeten kritisch blijven  De Bijbel is religieuze, gegroeide literatuur, de theologische en existentiële neerslag van een gelovige kijk op reële ervaringen van het Oude Israël o Van diachronische tot synchronische benadering 







Van historisch-literaire naar literair-historische interesse:  Eerst bekeek men de Bijbel als een beschrijving van het oude Israël  Geleidelijk aan veranderde dit naar de vraag: Hoe kwam de tekst tot stand? Van bronnenkritiek naar redactiekritiek  Eerst probeerden men om elk onderdeel van de bijbel aan één van de 5 meest oorspronkelijke documenten te hechten. Dit is later verandert. De Redacties worden benadrukt op de impact op de ordening van de teksten, maar ook in de structurele en inhoudelijk-theologische aspecten Van literair-historische naar literair-theologische belangstelling  Het recente onderzoek werkt vaak niet meer diachronisch (waarbij de tekst in zijn ontstaan en ontwikkeling centraal staat), maar synchronisch (met een focus op de eindtekst)  De ‘eindtekst’ o Het wordt nu bekeken als de tekst die in deze staat gelezen moet worden. Deze tekst is volgens deze visie, veel dichter bij het oorspronkelijke gebeuren dan eender andere bron

Deel 3 Hoofdstuk 1 

De verhouding tussen Oude en Nieuwe Testament o Inleiding  Nu wordt het Nieuwe boven het Oude Testament geplaatst, maar…  Nieuwtestamentische teksten heeft veel citaten van of allusies op het Oude Testament  De oude kerk plaatste de oude teksten voor de nieuwe teksten  Recent wordt het oude testament wel in zijn eigenheid bekeken (Vaticanum II)  Dus wat is de verhouding tussen het Oude en Nieuwe Testament? 9

2021-2022

In alle denkmodellen wordt het Nieuwe boven het Oude testament gezet o Diverse denkmodellen  Het contrastmodel 

Oude Testament Nieuwe Testament Particularisme Universalisme Wet Evangelie Geweld Liefde  Voorbeelden o • Hebreeën 8,6: «Maar Jezus is dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger dienst, in die zin dat hij bemiddelaar is van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondlsag heeft gekregen in betere beloften.» o Hebreeën 8,13: «Op het moment dat hij spreekt over een nieuw verbond heeft hij het eerste al als verouderd bestempeld. Welnu, wat verouderd is en versleten, is de teloorgang nabij.»  Conclusie o Door Jezus Christus is het verbond van God met Israël oud geworden en dus niet langer meer van toepassing  Het vervullingsmodel   Conclusie o Het Nieuwe Testament wordt beschouwt als de vervulling van de in het Oude Testament gedane belofte  Het evolutiemodel  Gaat er zoals het vervullingsmodel van uit dat het Oude Testament onafgemaakt is  Conclusie o Het Oude Testament is een voorbereiding op het nieuwe testament  Evolutie van primitief naar ontwikkeld, van laag bij de grond naar hoog verhefene o Het oude testament: een boek over leven  De inhoud van het oude testament gaan over  Het getuigenis van een levende en in het leven ingrijpende God  Geluk en redding binnen de geschiedenis; daadwerkelijke inzet op politieke en maatschappelijke vlak  Het Oude Testament: bemoediging in het alledaagse leven  Van mensen voor mensen over een God die niemand vatten kan Hoofdstuk 2 10

2021-2022



Twee scheppingsverhalen Gn 1,1–2,4 God wordt verwezen als Elohim (« God ») Poëtische stijl, plechtig, uniform, liturgisch, stereotiep



Gn 2,5–3,23 God wordt verwezen als YHWH Elohim (« de HEER God ») Narratieve stijl

o De scheppingsverhalen zijn geen beschrijving van het verleden, maar pogen veeleer in een gelovige reflectie het heden aan te duiden De afbakening van de tekst o Verschil tussen Genesis 2,4a en 2,4b Genesis 2,4a Einde van het eerste scheppingsverhaal God wordt verwezen als “God”



Genesis 2,4b Begin van zogenaamde paradijsverhaal God wordt verwezen als “de HEER God” Gebruikt het woord “scheppen” Gebruikt het woord “maken”  Met toledotformule (= dit is de geschiedenis van)  Met deze formule wil de auteur/redacteur niet zozeer een onderdeel afsluiten of een nieuw deel beginnen. Het wil een verband leggen tussen twee onderdelen o Met name, een transitie van Genesis 2,4a en 2,4b 2 Genesis 1,1 – 2,4: een perfecte wereld voor ogen o Tekst  De auteur wilt de realiteit niet voorstellen, maar juist hoe de schepping zou moeten zijn; perfect o Structuur van de genesis

Beginvers (Genesis 1,1) en slotvers (Genesis 2,4) bevatten allebei “hemel en aarde” en “scheppen” o Structuur van de individuele scheppingsactiviteiten 

11

2021-2022

structuur  Inleiding o En God zei...  Opdracht o Er moet zijn...  Effect o En er was/ het gebeurde zo  Evaluatie o God zag dat het goed was  Orde o Het werd avond, het werd ochtend  Maar  Deze structuur wordt vaak onderbroken (pagina 106 tweede paragraaf) o Theologische functie en betekenis  Het wereldconcept toont al aan dat fundamentalisten verkeerd zijn  Op dag 1 maakt God het licht en op dag 4 maakt hij de zon de en de maan wat aantoont dat de Bijbel ook geen beschrijving van de realiteit is  Betekenis van de Bijbel  God als machtige schepper o In context geschreven van de Babylonische ballingschap waarin de Israëlieten tegen de Assyriërs zijn verloren. Dit betekent ook dat de god van de Israëlieten, met name God, is verloren. Om dit tegen te gaan wordt er dus in de Bijbel geschreven dat God de almachtige heerser is en dus ook beter dan de god van de Assyriërs  Een betrouwbare God voor de ballingen o God spreekt en handelt zijn woord. Hij meent wat hij zegt  De « sabbat » o Komt wellicht van een oude gewoonte van boeren die na 6 dagen werken een dag rust namen zodat ook hun dieren op rust konden komen. Dit heeft een religieuze betekenis beginnen krijgen en hiervoor wouden ze een verklaring en die vonden ze in God die op de 7de dag van de week rust nam  Van Babylonische chaos naar orde in het beloofde land o Alweer boodschap van verbannen Israëlieten. Zij leefden in de Babylonische chaos 

12

2021-2022



De mens is bijzonder o Op meerdere momenten in de schepping wordt er duidelijk gemaakt dat de mens het hoogtepunt ervan is o Bij de mens is het “laten we mens maken” tegenover alle andere dingen die God creëert dat begint met “er moet zijn” o De planten en dieren komen voort uit de aarde; de mens komt rechtstreeks van God o « Als het beeld van God … »: regeren, zorgen, autoriteit zoals God  In contrast hiermee is er het babylonische scheppingsverhaal Enuma Elish die de mens maakt uit een het bloed van een andere godheid en de mens dwingt om God dienstbaar te zijn  De auteur wou hier aantonen dat volgens de bijbel de mens de bekroning van het scheppingsverhaal is o De...


Similar Free PDFs