Samenvatting Religie 2 PDF

Title Samenvatting Religie 2
Author Toon Schreurs
Course Religie, zingeving, levensbeschouwing
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 25
File Size 500.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 96
Total Views 126

Summary

Download Samenvatting Religie 2 PDF


Description

AFKORTINGEN EN SCHRIJFWIJZEN VOOR MENSEN uit alle rangen en standen DIE DEZE SAMENVATTING OOIT IN HANDEN KRIJGEN: B = Bijbel Chr = Christendom GVJ = Getuigen van Jehova H = Hooglied HS = hoofdstuk Ill. = illustratie/geïllustreerd KK = rooms-katholieke kerk Lit = literatuur Mts = maatschappij JC = Jezus Christus voor de vrienden G = God

Bijbel = het historische boek vs. bijbel = een exemplaar ervan. Joden = etnische groep vs. joden = mensen die het joodse geloof aanhangen.

Deze samenvatting zit vol inconsistenties, dit om een symbolische structuur te bewerkstellingen in overeenstemming met het onderwerp: ‘de Bijbel’. Een andere overeenstemming vindt u terug in de vele redacties die deze samenvatting al kent. De vermelding “spoiler alert” is vaak vergeten, waarvoor excuses. Wees uitgenodigd om dit dan ook zelf toe te voegen. En als u dan toch bezig bent, voeg dan ook de vele interessante passage uit het handboek toe over de kinderen van de auteurs, die door “tijdsgebrek” niet zijn opgenomen.

1

Deel I. Van mysterie naar ontluistering reflectie over religie, geloof en levensbeschouwing in christelijke context (CRISIS)

UITGANGSPUNT: Chr., religie in het algemeen, is geen vanzelfsprekend gegeven meer  crisis.

1. Oorzaken van crisis: 1. Gevolg van cultuurhistorische ontwikkeling: a. Premoderniteit: cultuur zelf religieus: chr. beantwoordde alle (zin)vragen (chr. als vormgeving van het individu + mts). Mensen beleefden in hun dagelijkse leven de aanwezigheid van God  stabiele wereld (religie en cultuur onlosmakelijk verbonden).  Filo, ethiek, pol, kunst, lit, culturele leven bepaald d.m.v. religieuze overtuigingen.  Uit wkh-ervaring vloeit vanzelfsprekend een antwoord voort op alle zinvragen b. In moderniteit: drang de wereld te verklaren via positieve wetenschappen en rationaliteit  de benaderingswijze van de werkelijkheid, geuit in 2 processen: 1. differentiëring op structureel gebied: Wkh niet meer als 1 alomvattend geheel  opdelen in autonome deelgebieden. Religie krijgt eigen domein (privé-sfeer)  oefent geen invloed meer uit op andere deelgebieden.  christelijke samenleving bestaat niet meer. 2.

functionele rationalisering:

Door verlangen naar zekerheid en veiligheid worden alle antwoorden op kritische vragen opnieuw in vraag gesteld, wat leidt tot verlamming, angst en onzekerheid ('niets is meer zeker')  modern denkproces leidt tot exact het tegenovergestelde van oorspronkelijke doel  zoeken naar zekerheid leidt tot onzekerheid.  Nieuwe zoektocht naar zekerheid, ook in de religieuze domeinen. Moderne ideaal = objectieve, meetbare, controleerbare kennis.

 Tegen moderne achtergrond (1 & 2) wordt religie een primitief fenomeen dat geen zekere kennis is zoals de objectieve zekerheden van de wts. Enkel wat rationeel verklaarbaar is, is historisch bewijsbaar en dus waar  leidde tot het gebruik van de historische-kritische exegese en zo tot de ontmythologisering van de Bijbel (Bultmann).

c. In postmoderniteit beseft men dat niet alle vragen wts’lijk beantwoordbaar zijn (rationalistisch mens-en wereldbeeld schiet tekort)  Gevoel van onmacht en eindigheid 2

(intrinsieke eigenschappen van religie)  nieuwe zoektocht naar het transcendente. Religie gaat opnieuw mens verbinden met het overstijgende (Latijnse; Cicero; re-legere: intensief geïnterpreteerd lezen, re-ligare: binden, visie).  Kritische herontdekking van het christendom; niet als Bijbelse traditie die samenvalt met werkelijkheid, maar wel persoonlijk verbond.

2. Bijbel is vervreemd van hedendaagse lezer De bijbel bestaat uit boeken uit verschillende eeuwen en van verschillende auteurs die inhoudelijk, literair en redactioneel verschillen. Daardoor is er exegese nodig om de Bijbel vandaag te begrijpen, i.e. de discipline die de bijbelse teksten wil verklaren – het uitleggen van geschreven teksten. !! dubbele complexiteit van exegese: 1. de mate waarin schrijver en lezer zelfde ervaringswerkelijkheid delen 2. de mate waarin inhoud en uitdrukkingsvorm van boodschap specifiek of gespecialiseerd van aard zijn

!! Exegese bemoeilijkt door: 1. Exegeten als ‘outsiders’: De actuele lezer van de bijbel is van een ander tijdperk en andere leefwereld dan de auteurs en primair publiek.  lezen van bijbel = teksten lezen die niet tot je gericht zijn. 2. Taalbarrière: De bijbel is al sinds de oudheid vertaald geweest vanuit het klassieke Hebreeuws, Grieks en Aramees. Hierbij werd veel geïnterpreteerd en werden vertalingen opnieuw vertaald.  Lezer interpreteert in het kwadraat/ op tweede niveau: 1 st: lezen van interpretatie (vertaling), 2de: interpreteren van tekst (interpretatie van interpretatie). 3. Culturele kloof: Bijbel kwam tot stand in de cultuur van het oude Nabije Oosten (patriarchaal, niet mondiaal (lokaal), agricultureel, religieus), waardoor de lezers vandaag een cultuurhistorische verduidelijking nodig hebben. 4. Chronologische kloof: Tussen de oorsprong van de teksten en nu liggen meer dan twee millennia + De teksten zelf zijn over een periode van 8 eeuwen ontstaan, waardoor er verschillende historische contexten per tekst zijn. 5. Gegroeide geschriften: Alle boeken van het OT zijn het resultaat van complex en langdurig proces van redactie, herschrijving en aanvulling (vb. Jesaja: Jesaja leefde in 8ste E v.Chr. maar plaatsen als ‘Kores’ en ‘Babel’ positioneren delen van de tekst in de 6 e E

3

v.Chr.). Het is ook vaak onzeker wie de tekst geschreven heeft (geen auteursrechten, pseudoniemen van grote namen, …). 6. Een veelheid aan teksten: De Bijbelteksten zijn vaak samengesteld uit andere teksten, waarvan ze vaak afwijkt door herinterpretatie of fouten bij het kopiëren (vb. vergelijk ‘Codex Leningradensis’ van 1000 met handschriften van 3 de E v.Chr.).  De 'bijbel' is slechts 'een tekst', onderdeel van een groter geheel, afwijkende versie van materiële tekst. 7. Heilige Schrift voor joden én christenen: Eeuwenlang al is de Bijbel een Heilig Schrift in bepaalde gemeenschappen  veel interpretaties/verklaringen  werkt beknottend en verengend  nieuwe mogelijke interpretaties kunnen onopgemerkt blijven.

CONCLUSIE: Actueel geconstateerde crisis/ontluistering van geloof en christendom te verklaren door: 1.

cultuurhistorische ontwikkeling (premoderniteit, moderniteit, postmoderniteit)

2.

groeiende bewustwording van 'vreemde' karakter van de Bijbelcitaten

4

Deel II. Respons op de ontluistering

1. Mogelijke reacties: 1. (Radicale) afwijzing: a.

Praktisch atheïsme: God heeft geen functie meer, dus afwezig in mts en leven.

b.

Rationeel onderbouwd atheïsme: bestaan van God betwijfelen en ontkennen. !! berustend atheïsme vs. agressief atheïsme: zonder God er het beste van maken vs. alle vormen van religie bestrijden.

2. Onverschilligheid: afwezigheid van interesse in God, religie of zingeving. 3. Agnosticisme: ontkennen noch bevestigen van bovennatuurlijk bestaan, want het bovennatuurlijke is onverklaarbaar. 1 4. Fundamentalisme. 5. Groeien naar nieuwe religieuze openheid, waarin chr. en religie niet meer samenvallen.

2. Negatieve reacties. 1. Kinderlijke naïviteit: Niet kritisch nadenken en zich nestelen in een kinderlijk geloof, waarbij geen nood is tot vragen stellen. Twijfel en letterlijke interpretatie laten schieten  zich nestelen bij zinloze verhalen.

2. Historisering van Bijbelse verhalen. -

Niet: Een objectief zoeken naar cultuurhistorische achtergrond van Bijbelse gedachten.

-

Wel: Vorm van Bijbels fundamentalisme waarbij men op een wts’lijke manier het Bijbelse verhaal rationeel tracht te funderen, zodat het toch letterlijk begrepen mag worden. (< moderniteit: alles is maakbaar en verklaarbaar + wat historisch bewezen kan w is waar).

-

Illustratie: Plagenverhaal in Exodus (7-11). Gebeurtenissen uit Plagenverhaal (causaalchronologisch) relateren aan ecosysteem van/natuurverschijnselen in contemporain Egypte.

Plaag

Verklaring

<

water wordt bloed

ecosysteem zware regenval

Egyptische Verklaring doet

rode

vulkaanuitbarsting

op Santorini (Thera) rode as van rode steenlagen

aarddeeltjes uit de gebergten kwam neer in de Nijl Kikkers Muggen Vliegen 1

meestromen in de Nijl overstromingen van de Nijl rottende kikkerkadavers rottende kikkerkadavers

besmette rivier niet leefbaar kadavers besmette kikkers kadavers besmette kikkers

http://www.youtube.com/watch?v=R66r_XMoDkk

5

veedodende pest

bacteriën van kikkerkadavers,

bacteriën van kikkerkadavers,

Zweren

verspreid door insecten bacteriën van kikkerkadavers

verspreid door insecten bacteriën van kikkerkadavers

Hagel en storm vernielt oogst

verspreid door insecten hagelstormen komen af en toe

verspreid door insecten Verhoogde hoeveelheid

Sprinkhanen Duisternis

voor in Opper-Egypte waterdamp in atmosfeer met stormwinden meegevoerd met stormwinden meegevoerd enorme stofwolken meege- zon verduisterd door as

Dood eerstgeborenen

voerd door stormwinden

vulkaanuitbarsting/ “zwart zien

wraakactie Israëlieten

van de sprinkhanen” instorten huizen

door

vulkanische stormwinden. !! Postmoderne mts geeft niet meer om verklaarbaarheid, maar om het literaire en theologische aspect van de Bijbel  historiserende benaderingen afgewezen. Nieuwe onderzoekers zien de natuurlijke achtergrond enkel als inspiratiebron voor het literaire. !! Deze verklaringspogingen miskennen de literaire en theologische betekenis. De Bijbelverhalen willen geen accuraat verslag brengen maar de werkelijkheid op een gelovige manier interpreteren.

3. Fundamentalisme: tussen letterlijke en symbolische lezing -

Inventarisatie van groeperingen is problematisch: variatie + geen enkele beweging noemt zichzelf ‘fundamentalistisch’.

-

Oorsprong van het concept fundamentalisme: Amerikaanse protestantse reactie tegen de kritische Bijbelstudies in 1895  zelfaanduiding van NY'se protestantse/evangelische beweging als fundamentalistisch. Stelden 5 punten voor als fundamenten van christelijk geloof: (1) woordelijke onfeilbaarheid van de Bijbel; (2) goddelijkheid Christus; (3) maagdelijke geboorte Christus; (4) plaatsvervangende zoenoffer Christus; (5) lichamelijke opstanding bij tweede komst Christus aan het einde der tijden.

!! Fundamentalisme is veel ruimer concept. -

Kenmerken: (parameters die bewegingen als meer of minder fundamentalistisch definiëren) 1. Fundamentalistische religie als ultieme zekerheid:

Religieus fundamentalisme is vooreerst een reactie tegen de aantasting van de rol van religie (de zingevingsvraag staat centraal). Op politiek vlak houdt het zich vooral bezig met ethische kwesties waarbij religie een rol kan spelen. Fundamentalisme mengt zich niet op economisch vlak.  Overtuiging dat er opnieuw een overkoepelend zingevingssysteem kan ontworpen worden waarmee men op alle vragen kan antwoorden. 6

2. Fundamentalisten zijn een minderheid: Zien zichzelf als een minderheid die het opneemt tegen een niet-begrijpende meerderheid.  Minoriteitpositie uit zich in: a. Terugtrekken uit de meerderheid om op zichzelf geplooid bestaan te leiden b. Confrontatie met buitenwereld op zelotisch-separatistische wijze aangaan (i.e. blindaanhangend en separatistisch)

 Overige (gerelateerde) kenmerken: a. ijzersterke discipline. b. Getrouwheid geëist aan eenduidige leer van het systeem  Kritische dialoog onmogelijk c. Leer gebaseerd op goddelijke openbaring d. Afwijken van de regels wordt niet geduld e. Zeer dualistische opdeling tussen goed (wij) en kwaad (zij). (“Geen grijs”) 3. Apocalyptisch denken: Mate in hoeverre hun denkwijze is gebaseerd op de Bijbelse apocalyptische literatuur (Daniël (OT) en voornamelijk Apokalyps (NT) (i.e. de 'Openbaring van Johannes')) a. aantal visioenen over het einde van de wereld/aanbreken van een nieuwe tijd. b. Auteur plaatst het aanbreken van een nieuwe tijd niet in de verre toekomst. Het boek is geen toekomstbeeld maar eerder een beschrijving van sociaal-religieuze crises waarmee het vroege christendom af te rekenen kreeg (Joodse en Romeinse vijandigheid).  Zowel het Daniel als Apocalyps ‘voorspellen’ gebeurtenissen waarvan op dat moment al wetenschappelijk bewezen is dat ze plaats hebben gevonden. Illustratie: Daniël 2 over de droom van koning Nebukadnessar, Daniel 6 over Daniël en de leeuwenkuil. c. Cultuurhistorische ontstaanscontext: joden in de 3 e E v.Chr. (vervolgingen, oorlogen, bezettingen)  Ontstaan van apocalyptiek als stroming, daar ze hun hoop stelden op een eindtijdelijke verlossing.  geloof in effectieve bestuur door God (en Christus) die zou(den) neerdalen als verlossing.  Bemoedingsliteratuur voor vervolgde groepen in een minderheidspositie van de mts, over hoop op verlossing vs. contemporaine onderdrukking. (element dat dankbaar gebruikt wordt door fundamentalisten) 7

d. Hoofdkenmerken apocalyptiek: pseudoniemen, (getallen)symboliek, engelen, dualisme en uitgesproken aandacht voor het aanbreken van een periode van heil in een nieuwe wereldorde e. Belang van apocalyptisch denken in fundamentalisme: 1. via hoofdkenmerken apocalyptiek vervolgde, marginale groepen – die in mts’lijke minderheidspositie vertoeven – tot volharding bemoedigen, want het einde is nabij. 2. geloof dat God de rechtvaardigen zal redden en laten leven in een eeuwig goddelijk rijk. 4. Millennarisme of chiliasme a. Apokalyps 20: belangrijke plaats in elke vorm van chr. (protestants) fundamentalistisch denken: aanbreken van een duizendjarig rijk zonder de duivel (die hierna even zal verschijnen om dan door God vernietigd te worden) b. Binnen het millennarisme (< Lat. mille) of chiliasme (< Gr. chilia) bestaan twee strekkingen: 1. Post-millennarisme: a.

Radicale breuk tussen het heden en het aanbreken van de nieuwe tijd.

b. Duizendjarige rijk = een periode van rust en vrede met aan het einde de wederkomst van JC. 2. Pre-millennarisme: a. Radicale breuk tussen het heden en het aanbreken van de nieuwe tijd. b. Actuele wereld vervalt snel: wijst steeds op negatieve kanten van de mts. c. Alles zal vernietigd worden en een select gezelschap zal het overleven. Dan zal JC terugkeren en zijn duizendjarig rijk stichten.  'Wanneer de nood het hoogst is, is de redding nabij' c. a/nu-millennarisme: duizendjarige rijk als symbolische aanduiding voor tijdspanne tussen Christus' leven op aard en eindtijdelijke voltooiing van het Rijk Gods.

5. Bijbels fundamentalisme a. Fundamentalisme ontloopt de last van kritisch denken door de ‘(ver)vreemde’ Bijbel centraal te stellen binnen een voorgekauwde Bijbelinterpretatie. b.

‘onfeilbaarheid’ van de Schrift: Men mag nooit ook maar het kleinste deel van de Bijbel in vraag trekken. Onfeilbare waarheid wordt gelegitimeerd door visie op 8

Bijbel als Het woord van God dat een receptenboek voor het oplossen van alle actuele problemen is. c. Misbruikend selectief lezen/interpreteren van de Bijbel: Ill.: o.b.v. Leviticus veroordeelt men homoseksualiteit, maar wat Leviticus nog zegt wordt niet gevolgd (vb. menstruerende vrouwen mijden, geen weekdieren eten, …) OT & NT als voorspellingen voor 21steE: beroep doen op apocalyptische en

d.

profetische literatuur van OT (< Gr. Profètès: boodschapper). De Bijbelse profeten deelden – niet noodzakelijk de toekomst betreffend – Gods woord mee. Wanneer ze spraken over de toekomst, ging het over de nabije toekomst, die ze afleidden uit wat er in hun heden misliep.  dubbele taak: kritisch (over Israël) en visionair (een toekomstige, de actualiteit overtreffende, mts vooropstellen uit Gods naam). e. Literalisme: letterlijk lezen van de Bijbel als accurate info of als een betrouwbaar verslag van historische gebeurtenissen. !! Wanneer het de fundamentalist uitkomt, zal hij willekeurig tussen een letterlijke en symbolische interpretatie schipperen. NET ALS BIJBELWTS!!  verschil: wts doet pas aan einde van onderzoek uitspraak over letterlijk/symbolisch karakter. Bij fundamentalisten is dit een vertrekpunt, gekozen uit gepastheid, zonder enig fundament. f.

uit de context halen van Bijbelteksten: escaleert in willekeurig combineren van teksten (of zelfs letters, cf. Bijbelcode van Drosin).

g. het Bijbelse fundamentalisme heeft altijd gelijk: fundamentalisme claimt de waarheid in pacht te hebben.  Hun ene uitleg, gegeven door een centrale instantie, moet worden aanvaard.  Komt tegemoet aan de nood van vele mensen om een duidelijk en eensgezind antwoord te krijgen waarbij men het kritische denken mag uitschakelen. >< kritische Bijbelexegese: roept vaak meer vragen op dan ze antwoorden geeft.

3.3. Illustratie: Bijbels fundamentalisme bij de Getuigen van Jehovah -

ontstaan: 1884; Charles Taze Russel; Watch Tower Bible and Tract Society; 1931: ‘Getuigen van Jehovah’

-

Kenmerken: 1. Een eenduidig, rechtlijnig en simplistisch antwoord op levensvragen bieden in verzet tegen het liberale Chr. van de 19e E. 9

2. Zelfbeeld: rechtsschapen minderheid versus een verdorven meerderheid  dualistisch wereldbeeld 3. Fundamentalistische Bijbellezen: citaten combineren en ongegrond switchen tussen symbolische en letterlijke betekenis.  Argumentatie van dualistisch wereldbeeld: interpretatie van één enkel vers uit het Paradijsverhaal: vijandigheid tussen de slang en Eva en hun zaad geven zowel een zeer litteralistische Bijbellezing (‘de historische Eva’) als een symbolische betekenis. Deze laatste vinden ze door Bijbelcitaten (uit OT en NT) willekeurig te combineren. De slang wordt zo geïdentificeerd met Satan en Eva met de symbolische echtgenote van Jehovah. Het zaad van Eva beslaat Jezus en 144.000 christenen. Satans zaad is zijn zichtbare organisatie op aarde, die drievoudig is: (corrupte) politiek, bezitterige commercie en valse religie. Zo dualisme tussen GVJ en rest van de wereldbevolking (zaad van de slang).  Schipperen tussen letterlijke en symbolische lezing om de Bijbel in overeenstemming te brengen met wts’lijke gegevens die de Bijbel tegenspreken. Vb. begrip ‘dag’ verschillend interpreteren om datum van ‘eerste mens’ te bepalen. 4. Bijbel lezen als boek vol voorspellingen uit apocalyptische geschriften: Ill. Het jaar 1914 speelt een cruciale rol als het jaar waarin Satan uit de hemel werd verstoten en JC zijn hemelse heerschappij aanvatte. Ze vinden hiervoor hun uitgangspunt in Daniël, dat ze lezen als een historisch relaas maar naar gelieven ook symbolisch interpreteren.

CONCLUSIE: De manier waarop de GVJ de Bijbel lezen is verwerpelijk en intrinsiek fout.

3. Positieve reactie 1. Bijbel en historiciteit kunnen kritisch samengaan a. Bijbel & archeologie 

Vraag naar de historische betrouwbaarheid van de Bijbel krijgt in de moderne wereld een deuk van zowel natuurwetenschappen als van de archeologie en Bijbelwetenschap (wts met doel Bijbel vrij te stellen van twijfel) zelf. Vb. Scheppen van wereld door God vs. Oerknal & wts’lijke bewijzen.



Archeologie

diende

oorspronkelijk

om

archeologische

gegevens

en

geloof

in

overeenstemming te brengen, maar sinds de Verlichting bewijst de archeologie meer en meer dat Bijbel als te kort schiet als een puur historisch relaas of zelf compleet in tegenspraak is met resultaten van archeologisch onderzoek. b. Bijbelse geschiedenis vs. geschiedenis in de Bijbel 10



A.d.h.v. chronologische gegevens uit het OT trachtte men de geschiedenis van het oude Israël te reconstrueren [om. Abraham a...


Similar Free PDFs