Samenvatting toerisme sem 2 PDF

Preview

Summary

Samenvatting toerisme eerste jaar...

Description

Samenvatting toerisme 1. Luchtvaart 1.1

Korte geschiedenis

1903 1909 Na WO I 1919 1923 1927 Na WO II 1969 1970 Jaren 90 Privatisering 2007 2009 – 2011

Eerste vlucht door gebroeders Wright Eerste vlucht over het Kanaal door Louis Bleriot Doorbraak burgerluchtvaart Oprichting KLM Oprichting Sabena Eerste non-stop vlucht over de Atlantische Oceaan door Charles Lindbergh Doorbraak moderne burgerluchtvaart Concorde Boeing 747 Liberalisering Europese luchtvaart Airbus A380 Boeing 787 Dreamliner (meer pax en cargo, grotere afstanden non-stop, milieu)

Boeing 737 MAX

1.2

Terminologie

Circle trip Code sharing

Domestic flight Downgrading Endorsement Feeder

Frequent flyer

Gateway Hub and Spoke Inbound Long haul

Trip van punt A (origin) terug naar punt A via diverse luchthavens Luchtvaartmaatschappijen die samen stoelen verkopen op 1 vlucht, waarbij de marketing carrier de maatschappij is die de stoelen verkoopt en het vluchtnummer op de vlucht van de andere maatschappij zet en de operating carrier de vlucht uitvoert en zelf ook stoelen verkoopt onder eigen vluchtnummer. Vlucht binnen de grenzen van één land Passagier die in lagere klasse moet reizen dan voorzien. Maatschappij moet voor compensatie zorgen. Toelating om met een andere luchtvaartmaatschappij te vliegen dan voorzien op ticket Traject tussen kleinere luchthaven naar grotere luchthaven (hub) waarna een verbinding wordt gemaakt op een langeafstandsvlucht. Kan ook met trein, bv. ICE en Thalys. Alle mijlen die een passagier vliegt bij één maatschappij of van dezelfde alliantie, worden bijeen geteld en bij een bepaalde som bekomt hij een bonus (= gratis tickets, upgradings of geschenken). Hij bekomt een bepaalde kaart (status): hoe hoger de status, hoe meer voordelen of service. De toegangspoort van een land; eerste aankomstluchthaven in een land Centrale luchthaven die als knooppunt dient voor een heel netwerk aan luchthavens (spokes). Vlucht van destination terug naar origin Langeafstandsvlucht, meestal intercontinentaal

No-show Open jaw Outbound Overbooking

Rerouting Round trip Seat allocation Slot Stopover Transit Turnaround

Upgrading Void

Waitinglist

Passagier die stoel gereserveerd heeft en niet komt opdagen Het eindpunt van de heenreis is verschillend van het vertrekpunt van de terugreis of omgekeerd. Bv. BRU – JFK , MIA – BRU Heenreis van punt van vertrek (= origin) naar destination Maatschappij heeft meer plaatsen bevestigd, gereserveerd, dan er in werkelijkheid beschikbaar zijn omdat er regelmatig no-show pax zijn (maatschappijen overboeken tot 103% want 3% komt niet opdagen en anders draaien ze verlies). Pax die niet kunnen vertrekken omwille van een overbooking zijn beschermd en hebben recht op compensatie. Involuntary: onvrijwillige verandering van reisweg bv. defect vliegtuig Voluntary: passagier vraagt zelf verandering van reisweg aan Reis van punt A (origin) naar punt B (destination) en terug = point-to-point Het toekennen van een zitplaats in het vliegtuig. Kan ook gereserveerd worden, uiteraard tegen betaling. De tijdspanne op een luchthaven waarbinnen een vliegtuig mag opstijgen of landen -> belangrijk onderhandelingspunt! Meer dan 24u tussen twee opeenvolgende vluchten Minder dan 24u tussen twee vluchten -> luchthaven niet verlaten De tijd op de luchthaven tussen landing en start van een vliegtuig. In deze tijd moet het toestel uitgeladen, ingeladen, schoongemaakt, volgetankt en bevoorraad worden Passagier die in hogere klasse reist dan voorzien, met of zonder bijbetaling Vliegtuigticket ongedaan maken (bv. na annulering klant). Kan enkel gebeuren op de dag van de uitgifte van het ticket. Na deze dag kan het ticket enkel maar terugbetaald worden (met evt. annuleringskosten) Wachtlijst bij een volgeboekte vlucht. Nooit een garantie voor plaats

1.3

Basiselementen in de luchtvaart

Lijnvluchten: -

Regelmatige vluchten Vaststaand routeschema Volgens uurtabel van de luchtvaartmaatschappij Klassen aan boord: Economy (Y), Business (C) en First (F) Prijsbepaling: yield management = technische reservatieklassen en afhankelijk van een mix van factoren zoals: klasse, beschikbaarheid, boekingsdatum, verblijfsduur, wijzigingskosten…

Onderverdeling van lijnvluchten: -

Traditionele luchtvaartmaatschappijen = Brussels Airlines, Air France, KLM Regionale luchtvaartmaatschappijen = airlines die domestic flights uitvoeren Lowcost-luchtvaartmaatschappijen = Ryanair, easyJet Gecharterde vluchten = TUIFly etc

Chartervluchten: -

Toestel gehuurd bij een luchtvaartmaatschappij door touroperators of bedrijf etc Klant kan mee bestemming en uurregeling bepalen Kan zowel voor heel seizoen als eenmalig (voetbalwedstrijden, incentives,…) Vaak gehuurd door touroperators Yield management, spel van vraag en aanbod Niet te verwarren met ‘allotments’ The aviation factory!

Mix van lijnvlucht en vakantievlucht: -

Vroeger duidelijk verschil tussen lijn- en chartervluchten Chartermaatschappijen bieden tegenwoordig regelmatige vluchtschema’s aan Vluchten op toeristische bestemmingen op regelmatige basis aangeboden

Voorbeelden lijnvluchten: Lufthansa, American Airlines, Singapore Airlines en Qantas. Voorbeelden chartervluchten: TUIFly, Corendon, Condor, TNT

Lowcostluchtvaartmaatschappijen: -

LCC = low cost carriers Lage operationele kosten en dus weinig service No-frill carriers: elke service is tegen betaling (on board revenue) Eerste LCC = Southwest Airlines Opkomst van lowcost in de EU in jaren 90 na de liberalisering ELFAA = European Low Fares Airlines Association

Types lowcostluchtvaartmaatschappijen: -

Private maatschappijen die werken volgens het Southwest-model (easyJet en Ryanair) Traditionele maatschappijen die op low cost gaan baseren (Brussels Airlines, TUI) Chartermaatschappijen en traditionele maatschappijen die een dochteronderneming oprichten volgens het LCC-model (Transavia van KLM)

Kenmerken van de lowcostsector: -

Boekingen via website of callcenter, geen reisbureaus Betalingen meestal met kredietkaart Ticketless travel: confirmatienummer wordt gecontroleerd met ID, dus geen ticket meer Transparante prijszetting: beschikbaarheid bepaalt prijs. Hoe hoger vraag, hoe hoger prijs Wijzigingen/annuleringen zijn niet mogelijk zonder kosten Vluchten zijn zonder extra service -> modulair systeem: wie service wil, betaalt Eén vliegtuigtype: Boeing 737 = kostenbesparend en altijd inzetbaar personeel (kennis) Point-to-point verbinding: hoge rotatie van toestel en geen evt. kosten bij gemiste vlucht Vliegen meestal op regionale luchthavens (luchthaventaks is lager hier) Verkopen ook hotelovernachtingen, verzekeringen en autoverhuur voor extra inkomsten

LCC’s besparen dus op reisbureaus, reisagenten, tickets etc en zijn daarom zo goedkoop. Alle service en eventuele extra bagage wordt ook bij de toeristen aangerekend, dus dit zijn weer extra inkomsten.

Gevolgen van de groei van de lowcostsector in Europa: -

Doordat ze meestal regionaal vliegen, stimuleren ze het toerisme in deze regio’s Lage prijzen = groei aantal pax Meer mensen leren het vliegtuig kennen en staan er minder negatief tegenover -> komt ook andere luchtvaartmaatschappijen uiteindelijk ten goede

Nieuwe LCC in Scandinavië = Enerjet.

1.4 Luchtvaartallianties -

Jaren 90: globaliseringstendens en liberalisering (geen staatssteun meer) van luchtvaart  Luchtvaartmaatschappijen gaan op zoek naar internationale partners  Ontstaan van 3 grote allianties: oneworld, Star Alliance en SkyTeam

Oneworld: American Airlines British Airways Cathay Pacific Finnair Iberia Japan Airlines Latam Malaysia Airlines Qantas Qatar Airways Royal Jordanian S7 Airlines SriLankan Airlines Fiji Airways Royal Air Maroc

Star Alliance Aegean Airlines Air Canada Air China Air India Air New Zealand ANA Asiana Airlines Austrian Airlines Avianca Brussels Airlines Copa Airlines Croatia Airlines Egyptair Ethiopian Airlines EVA Air LOT Polish Airlines Lufthansa Scandinavian Airlines Shenzhen Airlines Singapore Airlines South African Airways Swiss Airlines Thai Airways TAP Air Portugal Turkish Airlines United Airlines

Oneworld: - Opgericht in 1999 door BA, AA, QF en CX - 13 leden - 1012 bestemmingen

Star Alliance: -

Opgericht in 1997 door LH, SK, UA, TG, AC en RG 26 leden Meer dan 1300 bestemmingen Brussels Airlines trad toe in 2009

SkyTeam Aeroflot Aerolíneas Argentinas Aero Mexico Air Europa Air France Alitalia China Airlines China Eastern CSA Czech Airlines Delta Airlines Garuda Indonesia Kenya Airways KLM Korean Air MEA Saudia Tarom Vietnam Airlines Xiamen Air

SkyTeam: - Opgericht in 2000 door AF, DL, KE en AM - 20 leden - 1074 bestemmingen - Laatste nieuwe lid = Garuda Indonesia (GA) in 2014

Voordelen van luchtvaartallianties Voor airlines: -

Kostenbesparend (gezamenlijke lounges, schaalvoordeel bij leveranciers etc) Hogere competitiviteit dankzij connectiemogelijkheden Gezamenlijke producten (round the world fares)

Voor zowel airlines als passagiers: -

Meer bestemmingen Hogere frequentie op bestemmingen Uitbreiding netwerk door samenwerking alliantiepartners 1 terminal vergemakkelijkt opstappen, grotere herkenbaarheid Gegroepeerde ticketingbalies, check-in balies en bagagediensten

Voordelen voor passagiers: -

Frequent flyer: silver, gold, platinum Priority waitlist, priority check-in, extra bagage, lounge access,…

1.5 GDS/CRS: Global Distribution System x Central Reservation System -

Opgericht door airlines Grote golf van automatisering in de reisbureausector eind jaren 70 = opmars CRS Voorheen reservaties geregeld via telefoon naar de leverancier Neutrale informatie en beschikbaarheid Het maken van reservaties en verkopen van tickets IATA licentie nodig om tickets te kunnen uitgeven Enorm aanbod aan beschikbaarheden en tarieven met elkaar vergelijken Vluchten van verschillende maatschappijen kunnen combineren Link tussen verschillende departementen van een reisbureau Verschillende soorten content in 1 selling platform: auto, hotel, cruise,…

1989: EU introduceert Code of Conduct voor CRS (verplicht informatie neutraal, transparant en volledig weer te geven).  Leveranciers sluiten zich aan  Men spreekt meer en meer van de GDS

3 Grote GDS: Amadeus, Travelport en Sabre

Amadeus: -

Opgericht in 1987 door LH, AF, IB en SK Europese roots Marktleider in België Hoofdkantoor in Madrid

Travelport: -

Fusie van Galileo en Worldspan in 2007 1971: United richt Apollo op Galileo in 1987 door BA, KL, AZ, LX, OS, SN, TP en EI 1992: Galileo Europe en Apollo fusioneren in Galileo International Worldspan opgericht in 1990 door DL, NW en TWA Hoofdkantoor in Langley, UK

Sabre: -

Semi-automated Business Research Environment Opgericht in 1960 door AA met hulp van IBM Hoofdkantoor in Dallas, Texas Jaren 80: eAAsy Sabre voor reisagenten

1.6 Organisaties in de luchtvaartsector 1.6.1 IATA = International Air Transport Association: vereniging op wereldvlak voor luchtvaartmaatschappijen die lijnvluchten uitvoeren -

Opgericht in 1945 in Havana Wereldwijd hoofdkantoor in Montreal, Canada Europees hoofdkantoor in Genève, Zwitserland Missie: “To represent, lead and serve the airline industry”

Missie IATA: -

Representing the airline industry: verdedigt het belang van de leden bij verschillende instanties, nationaal en internationaal Leading the airline industry: leidende functie in het ontwikkelen van procedures in de luchtvaartsector (simplifying the business) Serving the airline industry: biedt ondersteuning en hulp aan airlines om deze procedures uit te werken

IATA statistieken: -

IATA zowel voor passagiers als cargo Membership: 280 airlines in 120 landen IATA-leden vertegenwoordigen 83% van alle lijnvluchten IATA-leden vervoeren 2,6 miljard passagiers en 50 miljoen ton vracht In 2019 weer winstgroei voor luchtvaartsector

IATA milestones: 2004: StB programma (Simplifying the Business) 2008: e-ticketing voor alle partners -

Voordelen voor airlines: geen stockcontroles, geen kost papieren tickets, geen verzending, geen fraude, kostenbesparend Voordelen voor passagiers: geen verlies mogelijk, wijzigen en terugbetalen

2012: NDC (New Distribution Capabilities) 2013: EMD (Electronic Miscellaneous Document) -

Elektronisch document voor aankoop van optionele diensten aangeboden door airlines als extra bagage, speciale maaltijden,… Alle kosten die niet via het e-ticket gaan, zullen worden uitgegeven door een EMD Hierdoor verdwijnt de MPD (Multiple Purpose Document) = papieren versie Grote kostenbesparing

IATA initiatieven: BCBP BCBP = Bar Coded Boarding Pass: geeft de passagier de mogelijkheid om zijn boarding pass thuis af te drukken of op te vragen via smartphone. -

Voordelen airline: minder afhandelingskosten = minder printkosten Voordelen passagier: kan sneller naar bagage drop-off balie en/of gate

Fast Travel -

Online check-in: via website vanaf 24u voor vertrek Mobile check-in: via smartphone vanaf 24u voor vertrek Kiosk check-in: via CUSS (Common Use Self Service) automaat Self service bag drop: passagier checkt zelf zijn bagage in eigen geprinte of mobile boarding pass

IOSA IOSA = IATA Operational Safety Audit -

Veiligheid is eerste prioriteit van IATA Controle van operationeel management van een airline Veiligheidscertificaat wordt uitgereikt na positieve controle Voorwaarde voor lidmaatschap tot IATA

BSP BSP = Bank Settlement Plan -

Systeem dat de verkoop, rapportering en betaling tussen IATA geaccrediteerde reisbureaus en luchtvaartmaatschappijen regelt Reisbureau doet slechts 1 betaling voor alle verkochte IATA-tickets in een bepaalde periode aan BSP via een bank in eigen land BSP regelt verder de betaling aan de airlines

Clearing House -

Gebaseerd in Londen Geeft de mogelijkheid om verschillende airlines te verkopen op 1 ticket Verdeling van de afrekening gebeurt in het Clearing House Voorbeeld: ticket BRU SN OSL/ SK STO/ BA LON/ SN BRU De validating carrier is SN want SN heft het ticket uitgegeven. Via BSP wordt SN betaald BA en SK hebben ook delen van de route uitgevoerd, dus hebben ook recht op betaling Clearing House zal de uiteindelijke verdeling voor haar rekening nemen

1.6.2 ICAO ICAO = International Civil Aviation Organization -

Opgericht na de Chicago convention van 1944 Organisatie van de Verenigde Naties Hoodkantoor in Montreal, Canada Legt de regelgeving en de procedures vast in de burgerluchtvaart (licenties voor airlines, certificaten voor toestellen, procedures voor luchthavens,…)

1.6.3 Freedoms of the air -

Basis in Chicago convention 1944 Airlines krijgen recht om luchtruim van ander land te gebruiken of te landen Daarna waren er 5 vrijheden, vandaag 9

1st freedom: “Fly across”: = het recht gegeven door land X aan een luchtvaartmaatschappij van land Y om over het grondgebied van land X te vliegen (zonder landing).

2nd freedom: “landing for non-traffic purpose (technical stop”: = het recht gegeven door land X aan een luchtvaartmaatschappij van land Y om een technische landing te maken op het grondgebied van land X, zonder passagiers in- of uit te laten stappen (bijvoorbeeld om bij te tanken).

3rd freedom: = het recht gegeven door land X aan een luchtvaartmaatschappij van land Y om te landen in land X en passagiers te laten uitstappen, komende uit het thuisland Y.

4th freedom: = het recht gegeven door land X aan een luchtvaartmaatschappij van land Y om passagiers in te laten stappen in land X en te vliegen naar het thuisland Y.

5th freedom: = het recht gegeven door land X aan een luchtvaartmaatschappij van land Y, komende van thuisland Y, om passagiers in te laten stappen in land X en door te vliegen naar land Z waar deze laatste passagiers uitstappen.

6th freedom: = het recht gegeven aan een luchtvaartmaatschappij van land X om passagiers te vervoeren tussen land Y en land Z, via het thuisland X.

7th freedom: = het recht gegeven aan een luchtvaartmaatschappij van land X om passagiers te vervoeren tussen land Y en land Z, zonder via thuisland X te vliegen.

8th freedom “Consecutive cabotage”: = het recht gegeven door land X aan een luchtvaartmaatschappij van land Y om op een verbinding komende uit land Y, of met bestemming land Y, passagiers te vervoeren tussen 2 luchthavens in land X.

9th freedom “Stand alone cabotage”: = het recht gegeven door land X aan een luchtvaartmaatschappij uit land Y om passagiers te vervoeren tussen 2 luchthavens in land X, zonder uit land Y te komen of land Y als bestemming te hebben.

1.7 Luchtvaart en duurzaamheid -

Slechts 2% van de wereldwijde CO2-uitstoot is te wijten aan luchtvaart Maatregelen: brandstof, vliegroutes, toestellen, luchthavens Vliegtuigen vliegen op kerosine = fossiele brandstof

Maatregelen voor brandstof: -

Vliegen op biofuel.

Maatregelen vliegtuigroutes: -

-

SES (Single European Sky) = ambitieus project van Europa om tot een efficiënter beheer van het luchtruim te komen. Doelstelling = vluchtduur inkorten  minder brandstofverbruik, kostenbesparing en vermindering van CO 2-uitstoot. Daarnaast wil men boven Europa tot 9 FAB (Functional Airspace Blocks) komen, wat vertraging door onverzadiging van sommige luchtvaartautostrades doet verminderen.

Maatregelen voor toestellen:

-

Nieuwe toestellen moeten zuiniger zijn, minder uitstoot hebben en minder geluidsoverlast met zich meebrengen. 2012: lancering van de Boeing 787 Dreamliner ANA (All Nippon Airways) was de eerste om met de Dreamliner te vliegen

Maatregelen voor luchthavens: -

Dreiging = exponentiële groei van luchtvaartsector in het algemeen Beter air traffic management waarbij luchtcorridors internationaal beter worden benut Overschakelen naar alternatieve vervoersmiddelen zoals HST Doel = duurzame oplossingen die worden aangereikt door technologie

Wordt er een klimaatgerelateerde regelgeving ingevoerd?

3 uitdagingen die kunnen bijdragen tot een vermindering van de milieu-impact door de milieuefficiëntie van de luchtvaartoperaties te optimaliseren:

1. De slots op de luchthaven moeten beter worden beheerd en beter op mekaar worden afgestemd tussen de luchthavens onderling om te vermijden dat vliegtuigen te lang moeten taxiën en in wachtrijen moeten aanschuiven om te kunnen opstijgen, want in die tijd draaien de motoren volop en wordt er niet alleen brandstof verbruikt maar is er ook schadelijke uitstoot en lawaaihinder. Een technologisch platform om tot een betere coördinatie te komen, zou een vrij eenvoudige oplossing kunnen zijn en die bovendien meteen effect geeft. 2. Veel exacter inschatten van gewicht van lading en passagiers zal leiden tot het beter inschatten van het tanken van kerosine. Zo wordt overgewicht aan brandstof vermeden, wordt er minder kerosine verbruikt en bijgevolg zuiniger gevlogen. 3. Beter beheer van het juiste vliegtuigtype. Op dit ogenblik wordt er veelal gevlogen met 20% lege seats. Een betere afstemming van het noodzakelijke vliegtuigtype heeft een onmiddellijk effect op de verduurzaming van de luchtvaart.

Daarnaast moeten we natuurlijk ook de reizigers bewuster maken van hun reisgedrag en de ecologische impact daarvan.

Bij vele bedrijven staat er een carbon calculator in de reserveringsmodule. Dit zou door de ICAO verplicht internationaal moeten worden geïntegreerd.