Basisonderzoek - Samenvatting Basiskinesitherapie 2 PDF

Title Basisonderzoek - Samenvatting Basiskinesitherapie 2
Author Zahra Pirée
Course Basiskinesitherapie 2
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 9
File Size 74.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 77
Total Views 171

Summary

Download Basisonderzoek - Samenvatting Basiskinesitherapie 2 PDF


Description

Basisonderzoek Basisonderzoek per regio Heup Actief Beoordelingscriteria  aROM  Pijn  Geluiden  Bereidwilligheid  Coördinatie Actief functioneel  Ganganalyse  Hurken  Spreidstand  !Sokken uit voor niet uit te glijden!  Anteflexie van romp  Op één been staan  Huppelen  Hakval  Op tenen staan (steunend met tafel) en op platte voet laten vallen  !Test van Trendelenburg Actief analytisch  Flexie  Extensie  Bekken op tafel blijven  Been moet gestrekt blijven  Exorotatie  Idem, maar niet te testen been naar achteren  Endorotatie  In zit op tafel met benen afhangend  Abductie  !Bekken niet bewegen!  Geen endorotatie toelaten: voetpunt goed naar boven houden  Adductie  Ruglig, ene been over andere knie zetten, gestrekt been adductie doen  !Palperen dat bekken niet beweegt! Passief  ALTIJD SIAS PALPEREN: als beweegt dan is limiet in heup bereikt Normale pROM  Flexie: 120°  Extensie: 15-30°  Exorotatie: 70°  Endorotatie: 45°  Abductie: 45°

 Adductie: 25° Eindgevoel  Flexie: zacht  Extensie: stevig  Exo: stevig  Endo: stevig  Abductie: stevig  Adductie: stevig Beoordelingscriteria  pROM  Eindgevoel  Pijn  Trajectweerstand  Geluiden Bewegingen  Flexie  Tafel hoog genoeg  Onderbeen laten rusten op onderarm  Extensie  Fixeren thv tuber ischiadicum  Boven knie vastnemen en naar extensie brengen  Knie dus gebogen  Exo  Tafel laag genoeg zetten  Heup en knie 90°  Endo  Tafel laag genoeg  Heup en knie 90°  Kan ook bilateraal  Buiklig, knieën 90° flexie  Voeten vastnemen en naar buiten doen  Abductie  Goed aan kant tafel  Goed in zelfde vlak blijven  Knie en voet goed naar boven  Onder knie vastpakken en been naar buiten bewegen  Knie gestrekt of gebogen  Gebogen: bi-art. spieren uitgeschakeld  Adductie  Één been over andere knie zetten  SIAS palperen van ‘geplooid’ been  Gestrekt been naar adductie brengen Weerstand  6 à 8 seconden isometrisch  3x herhalen  Eerst n.a., dan a.

 ‘Ik ga je nu uit deze positie proberen te halen, probeer er in te blijven’ Ruststand  30° flexie, 30° abductie, beetje exo  CCP: extensie, adductie, endo Beoordelingscriteria  Kracht  Pijn  Coördinatie  Bereidwilligheid Bewegingen  Flexie  Knie omvatten  90° heup en knieflexie  Extensie  Idem flexie, maar langs hoofd staan  Exorotatie  Buiklig  Knieën 90° flexie  Handen gekruist langs binnenzijde enkels zetten  Endorotatie  Buiklig  Knieën 90° flexie  Net boven enkels pakken en naar binnen duwen  Abductie  Ruglig  Bij voeten vastpakken  Proberen naar binnen te duwen  Als last van knie: boven knie  Handen gekruist  Adductie  Idem, maar aan binnenzijde van voet  Knieflexie (bi-articulaire spieren)  Buiklig, knie 30° gebogen  Niet-gelijknamige hand: op achillespees duwen  Gelijknamige hand fixeert bekken  Knie-extensie (bi-articulaire spieren)  Gelijknamige hand fixeert bovenbeen  Niet-gelijknamige hand: elleboog omvat enkel

Knie Fluctuatietest  Zandzak onder licht gebogen knie  Met niet-gelijknamige hand recessus suprapatellaris vanaf proximaal leeg in gewrichtsspleet  Andere hand doet zelfde maar dan onder patella  Als aanwezig, toenemende zwelling thv gewrichtsspleet tussen beide handen en zandzak waargenomen en gepalpeerd

 Met vlakke hand kan ‘hydrops’ duidelijk zichtbaar van lateraal naar mediaal verplaatst worden met niet-gelijknamige hand Minihydropstest  Zandzak onder licht gebogen knie  Met handrug van gelijknamige hand strijken van mediaal naar proximaal  Ook doen met laterale zijde  Mediale wordt terug gevuld  Van proximaal terug naar beneden vegen Actief Beoordelingscriteria  aROM  Pijn  Geluiden  Bereidwilligheid  Coördinatie Actief functioneel  Ganganalyse  Hurken (met knieën naar buiten en naar binnen)  Trappen op- en aflopen  Op één been hinkelen  Hakval Actief analytisch  Flexie  Ruglig en been intrekken  Extensie  Ruglig  Exo  Zit met benen afhangend en twee vuisten tussen knieën  Voeten naar buiten draaien  Endo  Idem, maar voeten naar binnen draaien Passief Norm  Flexie: 160  Extensie: 10°  Exo: 45°  Endo: 15°  Abductie: 5°  Adductie 10° Eindgevoel  Flexie: zacht  Extensie: hard  Exo: stevig  Endo: stevig  Abductie: stevig

 Adductie: stevig Beoordelingscriteria  pROM  Eindgevoel  Pijn  Trajectweerstand  Geluiden Bewegingen  Flexie  In ruglig, op het einde beetje palperen (op zoek naar zwelling)  Extensie  Exorotatie  Heup en knie 90° gebogen  Voet goed in dorsiflexie en naar buiten draaien  Endorotatie  Idem, maar naar binnen draaien  Abductie  Gestrekt been: niet-gelijknamige hand aan laterale zijde been + been beetje in lucht  Kan ook met 20° flexie, maar moeilijker  Adductie  Gestrekt been: tussen benen gaan staan en knie weg duwen + onderbeen naar je toe trekken  Kan ook met 20° flexie, maar moeilijker Weerstand Ruststand  30° flexie  CPP: hyperextensie Beoordelingscriteria  Kracht  Pijn  Coördinatie  Bereidwilligheid Bewegingen  Flexie  Heup en knie 90° flexie  Enkel ‘ondersteunen’  Extensie  Eigen knie onder knie patiënt zetten  Net boven voet weerstand geven (loodrecht)

Enkel/voet Actief Beoordelingscriteria  aROM  Pijn  Geluiden

 Bereidwilligheid  Coördinatie Actief functioneel  Ganganalyse  Tenenstand  Stand op been (10.6)  Hielenstand  Huppelen  Hurken  Knielen/uitvalspas Actief analytisch Als therapeut wat lager zitten: beter beoordelen Volledige voet bekijken Vertrekken vanuit 90°: anatomische positie Art. talocruralis, subtalaris, tarsi transversa (calcaneocuboidea, talonavicularis)  Dorsiflexie  Zit, met benen afhangend  Plantairflexie  Benen afhangend  Inversie  Plantairflexie, adductie, supinatie  Benen afhangend  Eversie  Dorsiflexie, abductie, pronatie Art. metatarsophalangealis, art. interphalangealis proximales en distalis  Flexie tenen  Voet in 90°, tenen buigen  Extensie tenen  Voet in 90°, tenen strekken Passief Norm Art. talocruralis  Plantairflexie: 30°-50°  Dorsiflexie: 20°-30°  Inversie  Eversie Art. subtalaris  Varus-/valgusbeweging: 60-90° Art. tarsi transversa  Plantair-/dorsiflexie  Ab-/adductie  Pro-/supinatie Art. MTP hallucis  Flexie: 40°

 Extensie: 60° Art. MTP II-V  Flexie: 40°  Extensie 90° Art. IP hallucis  Flexie: 60°  Extensie: 0° Art. PIP II-V  Flexie: 85°  Extensie: 0° Art. DIP II-V  Flexie: 60°  Extensie 30° Eindgevoel  Overal stevig of hard  Art. subtalaris: inversie en eversie hard Beoordelingscriteria  pROM  Eindgevoel  Pijn  Trajectweerstand  Geluiden Bewegingen Hele voet:  Dorsiflexie  Knierol, voeten afhangend  Aan hiel vastpakken en onderarm gebruiken voor rest van de voet  Plantairflexie  Calcaneus vastpakken en voorvoet  Fixerende hand op talus  Inversie  Niet-gelijknamige hand omvat malleoli  Gelijknamige hand grijpt aan lateraal van voorvoet en voert inversie uit  Eversie  Niet-gelijknamige hand omvat malleoli  Gelijknamige hand grijpt aan mediaal van voorvoet en voert eversie uit Art. talocruralis  Dorsiflexie  Buiklig, knie 90° flexie  Calcaneus ‘lichtjes’ vastpakken (snuitgreep) + begin ondervoet  Calcaneus naar boven trekken  Plantairflexie  Buiklig, knie 90° flexie  Idem calcaneus + begin bovenvoet

Art. subtalaris  Inversie  Niet-gelijknamige hand fixeert talus, net distaal van tibia thv voetrug  Gelijknamige hand omvat calcaneus  Inversiebeweging uitvoeren  Eversie  Niet-gelijknamige hand fixeert talus, net distaal van tibia thv voetrug  Gelijknamige hand omvat calcaneus  Eversiebeweging uitvoeren Art. tarsi transversa Calcaneus en voetbotjes goed omvatten (handen dicht tegen elkaar) Knie 90° flexie  Dorsiflexie  Plantairflexie  Niet op voetzool, maar voetrug met hand duwen  Abductie  Adductie  Pronatie  Supinatie Art. metatarsophalangealis, art. interphalangealis proximales en distalis  Flexie  Extensie  Proximale partner zo distaal mogelijk gefixeerd, distale partner zo distaal mogelijk Weerstand Ruststand  Art. talocruralis: 10° plantairflexie  Art. subtalaris / tarsi transversa: middenstand inversie/eversie  MTP: 10° flexie  PIP / DIP: 5° flexie CPP  Art. talocruralis: max dorsiflexie  Art. subtalaris / tarsi transversa: inversie  MTP: max extensie  PIP / DIP: max extensie Beoordelingscriteria  Kracht  Pijn  Coördinatie  Bereidwilligheid Bewegingen Enkel/voet  Dorsiflexie  Knierol en voet afhangend  Plantairflexie

 Supinatie  Pronatie Tenen  Flexie  Knierol, voet afhangend  Vuistgreep omvat tenen  Extensie  idem...


Similar Free PDFs