Samenvatting van de tweede les interview vaardigheden, Fase 1 journalistiek Thomas More. PDF

Preview

Summary

Dit is een zeer korte samenvatting van de tweede les interview vaardigheden, Fase 1 journalistiek Thomas More. Het geeft meer informatie over de basis van interviewen....

Description

Interviewvaardigheden Les2: 28 september 2020

Soorten interviews: 1) Directief interview - Journalist bepaalt waar het gesprek over gaat en de toon, stuurt de antwoorden 2) Non-directief interview - Geïnterviewde bepaalt waar het gesprek over gaat 3) Journalistiek interview - Zit tussen directief en non-directief

Een goede vraag: 

Informatie verzamelen - Interviewde persoon - Gespreksonderwerp



Sturing: hoe ver wil je het interview sturen - Afhankelijk van het doel - De omstandigheden - Beschikbare tijd - De persoon

Houding:  Coöperatief: je 'helpt' de geïnterviewde zijn informatie zo goed mogelijk te formuleren. Daarom stel je vooral informerende en verduidelijkende vragen. Deze houding zal je weinig verrassende informatie opleveren.  Neutraal: je gedraagt je enigszins afstandelijk, maar niet onwelwillend. Daarom stel je zowel informatieve als kritische vragen. Een neutrale houding staat garant voor het verkrijgen van bruikbare, maar niet sensationele informatie.

 Kritisch: je probeert de geïnterviewde uit zijn tent te lokken door vooral kritische en confronterende vragen te stellen. Met een kritische houding kun je spannende nieuwe informatie uit de geïnterviewde loskrijgen. Echter, als je te ver gaat kan de geïnterviewde dichtklappen

De vragen: De volgorde waarin je de vragen stelt, kan de antwoorden die je krijgt beïnvloeden. Dit geldt zowel voor de rangschikking van de onderwerpen, als voor de rangschikking van de vragen per onderwerp. Door een verkeerde vraag op een verkeerd moment kan de informant gefrustreerd raken of zelfs dichtklappen. Begin daarom makkelijk en eindig moeilijk. Begin bijvoorbeeld met kennisvragen, vraag dan naar opinies en eindig met vragen over gedrag. Andere opties zijn:  Afgeraden vragen - Suggestieve en waarde-geladen vragen, - te algemene, open vragen - vragen met moeilijke uitdrukkingen, - van de hak op de tak springen.

Open of gesloten vragen: •

Open vragen: de geïnterviewde kan de vraag invullen zoals hij/zij wil

Informatie vergaren  je gesprekspartner de ruimte om te vertellen  De waarom-vraag Doorvragen Tussenvragen stellen •

Gesloten vragen: antwoord kan enkel ja/neen zijn

Politieke interviews  specifieke informatie  ja/nee

Structuur brengen in de vragenlijst: •

Werk ik met een topiclijst of vragenlijst?

•

In welke volgorde ga ik de vragen stellen?

•

Stel ik open of gesloten vragen?

Topiclijst of vragenlijst? Eerst is het belangrijk om informatie te verzamelen over het onderwerp van je interview. Het is aan te raden om een lijst met onderwerpen te maken die je wilt behandelen. Vervolgens ligt het aan het soort interview dat je houdt hoe je je vragen voorbereidt. Semigestructureerd en gestructureerd interview

-

Stel een vragenlijst op

Hier hou je je tijdens een semigestructureerd interview grotendeels aan, maar je mag de volgorde van de vragen en de formulering eventueel wel veranderen. Bij een gestructureerd interview is dit anders. Dan is het belangrijk dat je de vragen bij elk interview op precies dezelfde manier en in precies dezelfde volgorde stelt.

Ongestructureerd interview -

Gebruik topiclijst

Alle onderwerpen staan die je wilt behandelen tijdens je interview. Hierbij hoeven geen vragen bedacht te worden (maar soms worden van tevoren wel voorbeeldvragen opgesteld). Het is alleen belangrijk dat je al deze onderwerpen met elke geïnterviewde persoon behandelt.

Structuur van je vragen Bij het voorbereiden van de vragen moet je gaan nadenken over de volgorde waarin je die vragen wilt stellen (dit gaat dus niet op bij een ongestructureerd interview). De volgorde waarop je de vragen stelt kan namelijk bepalen of je respondenten geïnteresseerd blijven of dat ze misschien juist gefrustreerd raken, wat vervolgens invloed heeft op de antwoorden die ze geven. Bij het semigestructureerd interview mag je altijd nog van de volgorde afwijken.

Manieren vragen te orderenen: 1. Van makkelijke vragen naar lastigere vragen. 2. Een chronologische volgorde bij het vragen naar een bepaalde situatie. 3. Van probleem – oorzaak – gevolg – naar mogelijke oplossingen. •

Kies de manier die logisch is en past bij jouw onderzoek.

Voorbereide vragen: a. Op basis van research : online, archieven, rondbellen, beelden.. b. Op basis van getuigenissen c. Op basis van boeken, dossiers, documentaires, artikels, etc d. Op basis van hypotheses: wat als? e. Op basis van cijfermateriaal, etc Improvisatievragen:

a. Inpikken op wat wordt gezegd b. Doorvragen c. Leegtes durven inbouwen d. Eigen ervaringen projecten e. Shock-vragen..? f. Emotionele vragen

Niet doen: •

Suggestieve en waarde-geladen vragen,

•

meervoudige vragen,

•

vragen met moeilijke uitdrukkingen,

•

van de hak op de tak springen. (STRUCTUUR )

Wel doen: 1. Wees origineel : niet de zoveelste gelijkaardige vraag 2. Onthoud je vragen: geheugensteuntjes 3. Wat wil mijn publiek weten? 4. Wat wil mijn oma weten? 5. Wat wil ik weten? 6. Is het duidelijk voor mij, voor mijn oma? 7. Passen deze vragen bij het opzet van dit interview: nieuws, portret, etc

Criteria interview: 1. Nieuwswaardig ?Geloofwaardig? 2. Beschikbaar? Bereikbaar? Contactgegevens 3. Past het in het gekozen format 4. Praat duidelijk en in soundbites? 5. ‘Likeable’ TV-verschijning…?...