Samenvatting ZSO 10 -Vraagjes PDF

Title Samenvatting ZSO 10 -Vraagjes
Course Histopathologie
Institution Universiteit Hasselt
Pages 9
File Size 363.6 KB
File Type PDF
Total Downloads 98
Total Views 119

Summary

Oplossingen...


Description

pp. 13

SL, p. 67-68

COO 10

HB, p. 59-71

ZSO 10: ECM, heling en herstel Opm: uitgebreide regeneratie of compenserende hyperplasie enkel als overblijvende bindweefsel intact is 1. Heling en herstel (Fig. 2.24) -

= Vervangen van vernield weefsel door nieuw weefsel Wat? Afhankelijk van weefseltype, schade Nauwe interacties tussen cellen en ECM Beïnvloedende factoren (vraag 16) o Infectie: vertragen heling, verlengen van ontsteking, vergroten lokale weefselschade o Voeding, bv. tekort aan vitamine C of eiwitten remmen collageensynthese, vertragen van heling o Glucocorticoïden (steroïden)  Anti – ontstekingseffecten  Verzwakken van litteken o Mechanische factoren, bv. vreemde vw, verhoogde lokale druk of torsie  wonden uit elkaar o Slechte vochttoediening door arteriosclerosis of diabetes of belemmerde veneuze drainage o Ischemie o Type en volume vh gekwetste weefsel

1.1.

Herstel: regeneratie

= vervangen met hetzelfde weefsel met dezelfde capaciteiten Door proliferatie van niet geschade cellen  Nieuwe weefsel is identiek aan oude weefsel Bv. epithelen huid en darmen, lever -

1.2.

Heling: littekenvorming/fibrosis = overdreven afzetting bindweefsel (collageen)

Algemeen: - Bij ernstigere schade: geen regeneratie mogelijk bij de cellen of steunweefsel ook beschadigd  Geen functieherstel, wel voldoende structuur aan overgebleven cellen om functie uit te voeren Bv. longen, lever(cirrhose), nieren, myocardium - Jong littekenweefsel = weinig collageen + veel bloedvaten  oud littekenweefsel = omgekeerd (pp dia 30) Oorzaak: weefselbeschadiging: ernstig of chronisch - Wonde/ontsteking van organen: parenchymcellen beschadigd - Wonde: epitheel en bindweefsel beschadigd - Celnecrose bij niet-delende cellen  Geen regeneratie mogelijk: dus herstel door bindweefsel  vorming ve litteken Verloop (vraag 10) (Fig. 2.29) - Angiogenese: vorming nieuwe bloedvaten uit bestaande vaten (vooral venulen) (Fig. 2.31) (vraag 9) o Kan uit bestaande bloedvaten of uit stamcellen o Verloop: uit bestaande bloedvaten  Vasodilatatie: reactie op NO + verhoogde permeabiliteit door VEGF  Scheiding van pericyten en abluminaal opp:BM gedegradeerd door matrix metaloproteïnase  Migratie van endotheelcellen naar gebied van weefselbeschadiging  Proliferatie van endotheelcellen achter migrerende cellen  Remodeling tot capillaire tubes + inhibitie van groei  Werving periendotheelcellen  vorming volwassen bloedvat  Pericyten voor kleine capillairen  Gladde spiercellen voor grote vaten  Onderdrukking van endotheelproliferatie + migratie en afzetting basaalmembraan

pp. 13

SL, p. 67-68

COO 10

HB, p. 59-71

ZSO 10: ECM, heling en herstel Chemische factoren  Groeifactoren  VEGF  receptor = VEGFR  Stimuleren migratie en proliferatie van endotheelcellen  Bevorderen vasodilatatie door stimuleren van productie NO  Helpen bij vormen van vasculair lumen  Vergroten vasculaire permeabiliteit (!relatie oedeem)  lekken van nieuwe vaten  FGF  Stimuleren proliferatie endotheelcellen  Voor migratie macrofagen en fibroblasten naar beschadigd gebied  Stimuleren migratie epitheelcellen voor epidermale wonden  Angiopoietines  Zorgen voor stabilisatie van nieuwe vaten door werving pericyten en gladde spiercellen en door afzetting bindweefsel  Onderdrukken van endotheelproliferatie en migratie  Interacties met ECM eiwitten  Rol in kiemen van vaten door  Interacties met integrine – receptoren in endotheelcellen  Voorzien van ondersteuning voor groei van de vaten  Enzymen (MMPs = matrix metalloproteïnases): degraderen ECM  Remodellering, verlengen vasculaire tube Migratie en proliferatie van fibroblasten (binnen 24u) + afzetting bindweefsel o Veel aanwezige bloedvaten en leukocyten  roze, granulair uitzicht: granulatieweefsel (binnen 3-5 dagen aanwezig) o Opm: slechte kwaliteit collegeen (osteogenesis imperfecte: type I)  slecht bindweefsel Remodeling: ontwikkeling en reorganisatie van fibreus weefsel (vraag 11) o Productie stabiel fibreus litteken  Matrix metalloproteïnasen (MMPs) = collagenase = degradatie collagenen en andere ECMcomponenten  Afhankelijk van zinkionen voor activiteit  Soorten MMPs  Interstitiële collagenases: klieven fibrillair collageen  Gelatinases: degraderen amorf collageen en fibronectine  Stromelysines: degraderen ECM bestanddelen (proteoglycans, laminine, fibronectine, amorf collageen)  Geproduceerd door  Fibroblasten  Macrofagen  Neutrofielen  Synoviale cellen  Epitheelcellen  Synthese en secretie gereguleerd door groeifactoren en cytokines  Geproduceerd als inactieve voorlopers  moeten geactiveerd  Door proteases: enkel aanwezig in gebieden van beschadiging  Activiteit geremd door TIMPs (tissue inhibitors of metalloproteinases)  Geproduceerd door mesenchymcellen o

-

-

pp. 13

SL, p. 67-68

COO 10

HB, p. 59-71

ZSO 10: ECM, heling en herstel -

Wondcontractie door myofibroblasten (vraag 15) o Wondopp verkleinen o Histologisch:  Proliferatie van fibroblasten  ophoping ervan  zetten lagen collageen af  litteken  Nieuwe, dunwandige, delicate haarvaten  Losmazig ECM  Stilaan meer ophopingen van fibroblasten

Heling per primam intentionem  heling per secundam intentionem (vraag 14) (COO, dia 6-17) Heling per primam intentionem: Heling per secundam intentionem Weinig weefselverlies

Uitgebreidere cel – of weefselverlies

Wonde zonder infectie, bv. chirurgische incisie

Mogelijk geïnfecteerd  intense acute OR: polynucleaire macrofagen zijn belangrijk

Klontervorming  beperkte exsudatieve OR

Bloedvaten prolifereren  klonter granulatieweefsel  korst

Reëpithelialisatie: dedifferentiatie vd epidermale cellen vanuit de wondranden + overbruggen van wonde: 1-lagig  meerlagig

Reëpithelialisatie: combinatie van regeneratie en littekenvorming

Littekenvorming -

Collageen III, later I: dun  dik Sterk en dun litteken Minimale wondcontractie

Vanuit wondranden en huidaanhangsels  normale dikte epiderm, zonder dermpapillen (kammen)  groot litteken gevolgd door wondcontractie Wel wondcontractie (myofibroblasten)

pp. 13

SL, p. 67-68

COO 10

HB, p. 59-71

ZSO 10: ECM, heling en herstel

(vraag 13) 1.3.

Soorten cellen obv proliferatief potentieel

(vraag 2 + 8)

Labiele weefsels: - Permanent in delingsfase  voortdurend vervangen - Korte turnover - Beperkte interacties met omgeving - Heling afh van beschadiging o Cellulair micromilieu o Aanwezigheid voldoende stamcellen - Herstelproces o Beschadigde cellen snel vervangen  Door proliferatie van overblijvende cellen o Verlies bloedcellen  proliferatie hematopoëtische voorlopers in beenmerg  Gestimuleerd door CSFs: productie = reactie op verlaagd # bloedcellen o Alleen als onderliggend basaalmembraan intact is gebleven Bv. hematopoëtische cellen (in beenmerg), epithelen (huid, mond, vagina, maagdarmkanaal…) Stabiele weefsels: - Normaal geen delingen, maar hebben het vermogen om te delen niet verloren  verkeren in G0-fase - Wel regeneratie mogelijk bij beperkte schade - Ingewikkelde metabole processen/interacties - Herstelproces o Beperkte weefselregeneratie o Wel regeneratieve capaciteit: pancreas, bijnier, schildklier en long o Verwijdering nier  andere nier: compenserende reactie door hypertrofie en hyperplasie o Lever: regeneratieve reactie  40-60% kan verwijderd worden, want proliferatieve reactie vd overblijvende hepatocyten + replicatie hepatische nonparenchymale cellen (bij living-donor transplantatie of gedeeltelijke hepatectomie bij tumor) Bv. parenchymweefsels (lever, nieren, endocriene organen), mesenchymalecellen (osteoblasten, bindweefselcellen, cellen vh gladde spierweefsel, endotheelcellen) Permanente weefsels: - Cellen die niet kunnen delen: niet proliferatief - Ingewikkelde interacties - Worden niet vervangen Bv. neuronen, dwarsgestreepte spiercellen (gaan niet dellen, maar hebben wel satellietcellen)

pp. 13

SL, p. 67-68

COO 10

HB, p. 59-71

ZSO 10: ECM, heling en herstel 2. Proliferatie bij weefselherstel -

Door endotheelcellen  vorming bloedvaten voor nodige voedingsstoffen Door overgebleven ‘ongeschade’ cellen Fibroblasten  vorming littekenweefsel

Fasen vd celcyclus (vraag 1): zie ZSO 1

2.1. -

Rol van groeifactoren

= proteïnen die proliferatie, migratie en differentiatie van bepaalde cellen stimuleren Ongedifferentieerde cel (stamcel)  gedifferentieerde cel oiv groeifactoren Rol bij celregeneratie en fibrose (vraag 12)

Groeifactor EGF / epidermal growth factor

TGF- α / transforming growth factor HGF / hepatocyte growth factor

VEGF / vascular endothelial growth factor PDGF / platelet-derived growth factor

FGF / fibroblast growth factor

TGF- β factor

/ transforming growth

KGF / keratinocyte growth factor

2.2. -

Afkomst - Macrofagen, - Klieren - Keratinocyten - Macrofagen - Keratinocyten - Fibroblasten - Levercellen - Endotheelcellen Mesenchymcellen - Bloedplaatjes - Macrofagen - Endotheelcellen - Gladde spiercellen - Keratinocyten

- Macrofagen - Mestcellen - Endotheelcellen - Bloedplaatjes - Lymfocyten - Macrofagen - Endotheelcellen - Keratinocyten - Gladde spiercellen - Fibroblasten Fibroblasten

Functie Stimuleren van - Keratinocytmigratie - Vorming granulatieweefsel Stimuleren van proliferatie hepatocyten en epitheelcellen - Bevorderen proliferatie hepatocyten, epitheelcellen - Verhogen celbeweeglijkheid - Stimuleren proliferatie endotheel - Vergroten vasculaire permeabiliteit - Chemotaxi voor  Neutrofielen  Macrofagen  Fibroblasten  Gladde spiercellen - Activatie en stimulatie proliferatie fibroblasten, endotheel - Stimuleren ECM-eiwitsynthese - Chemotaxi voor fibroblasten - Stimuleren ECM-eiwitsynthese en angiogenese - Chemotaxi voor leukocyten, fibroblasten - Stimulatie ECM-eiwitsynthese - Onderdrukken acute ontsteking

Stimuleren van keratinocytmigratie, proliferatie en differentiatie

Rol van stamcellen

Stamcellen zijn te vinden in de huid, darm (aan de basis), lever, oog: tussen cornea en bindweefsel,…  daar worden cellen regelmatig vervangen Assymmetrische replicatie: 1 cel differentieert + wordt volwassen cel, andere cel blijft ongedifferentieerde stamcel 2 soorten (ev. p. 60) o Embryonale stamcellen o Volwassen stamcellen

pp. 13

SL, p. 67-68

COO 10

HB, p. 59-71

ZSO 10: ECM, heling en herstel 3. ECM 3.1. Functies -

-

-

-

(vraag 7)

Opvullen vd ruimte rond cellen Rol in heling en herstel Mechanische steun: vasthechting van cel, celmigratie, onderhouden polariteit in de cel Controle over celproliferatie o Binden en presenteren van groeifactoren o Signaleren met cellulaire receptoren (integrines) o Type ECM eiwitten  invloed op graad van differentiatie van cellen in weefsel Ondersteuning voor weefselvernieuwing o Normale weefselstructuur  basaal membraan nodig  Integriteit basaalmembraan nodig voor georganiseerde weefselregeneratie  Labiele en stabiele cellen: mogelijkheid tot regeneratie  verbreking ECM: geen regeneratie/herstel met likkenweefsel mogelijk Oprichting micro – omgevingen van weefsel o Basaalmembraan = grens tussen epitheel en onderliggend bindweefsel o Filtratie in de nieren Extracellulaire signalering o Belangrijkste signalen voor celgroei en differentiatie (vraag3): laminine, fibronectine, proteoglycanen  Afkomstig van oplosbare mediatoren en ECM o 3 manieren (vraag 4)  Autocrien signaling: stof bindt met dezelfde cel die het secreteerde

Bv. bij lever regeneratie, proliferatie lymfocyten en groei tumoren 

Paracrien signaling: stof bindt met naburige cel

Bv. bindweefselherstel bij wonden (sign. macrofaag naar fibroblast), replicatie hepatocyten bij lever regeneratie 

Endocrien: stoffen vervoert via bloed tot bij receptor  werken ver vd syntheseplaats

Bv. cytokines bij ontstekingen o

3.2.

-

Noodzakelijke oppreceptoren (vraag 5) (ev. p. 61-62)  Polypeptidegroeifactoren  Receptoren met intrinsieke kinase-activiteit  Receptoren met G-proteïne  Receptoren zonder enzymatische activiteit

Basisvormen

(vraag 6) (Fig. 2.27)

Interstitiële matrix o Aanwezig in  Ruimten tussen cellen in bindweefsel  Tussen epitheel en steunende vasculaire en gladde spierstructuren o Gesynthetiseerd door mesenchymale cellen (fibroblasten) o Driedimensionale, amorfe gel o Bestandsdelen  Firbrillair en nonfibrillair collageen  Fibronectine  Elastine  Proteoglycans

pp. 13

SL, p. 67-68

COO 10

HB, p. 59-71

ZSO 10: ECM, heling en herstel  Hyaluronaat - Basaalmembraan o Georganiseerde structuur, onder epitheel o Aanwezig rond  Epitheelcellen  Endotheelcellen  Gladde spiercellen o Gesynthetiseerd door bovenliggend epitheel en onderliggende mesenchymcellen o Bestandsdelen: amorf nonfibrillair collageen type IV + laminine

3.3.

Componenten

(vraag 1)

Componenten ECM - Fibreuze structuureiwitten: treksterkte en terugslag o Collageen  3 afzonderlijke polypeptideketens in triple helix  30 types  Fibrillaire collagenen  vormen fibrillen door laterale cross – linking  Geeft trekkracht  Door covalente verbinding gekatalyseerd (door enz lysyloxidase)  Afhankelijk van vitamine C Tekort aan vitamine C: misvomingen van skelet, bloeden makkelijk door zwakke basale membranen in vasculaire wanden en slechte wondgenezing ! Genetische fouten  ziekten osteogenesis imperfecta  In bindweefsel  Belangrijke rol bij genezende wonden en littekens  Non – fibrillaire collagenen  Vormen basaalmembraan (type IV)  Deel andere structuren: tussenwervelschijf, dermal-epidermale juncties o Elastine in elastisch weefsel  Mogelijkheid om terug te gaan naar basisstructuur na fysieke stress  Belangrijk in wanden van grote vaten, uterus, huid en ligamenten  Elastisch weefsel bestaat uit  Centrale kern van elastine  Omringend mazig netwerk van fibrilline glycoproteïnen  Defecten in fibrilline synthese  abnormaliteiten in skelet, zwakke aortawanden - Water-gehydrateerde gel: veerkracht en smering o Proteoglycans  Gehydrateerde samendrukbare gellen  Lange polysachariden: glycosaminoglycans (GAG) of mucopolysachariden  Gelinkt aan eiwithoofdketen  Integrale celmembraaneiwitten  rol in  Celproliferatie  Migratie  Adhesie o Hyaluronane  Grote mucopolysacharide: geen eiwitkern  Bindt water  vormt visceus gelatine – achtige matrix  Functies

pp. 13

SL, p. 67-68

COO 10

HB, p. 59-71

ZSO 10: ECM, heling en herstel

-

 Samendrukbaarheid weefsels  Reservoir voor groeifactoren Kleverige glycoproteïnen: verbinden matrixelementen aan elkaar en aan cellen o Betrokken bij  Cel – celadhesie  Linken van cellen aan ECM  Binden tussen ECM componenten o Adhesie receptoren/celadhesie moleculen in 4 families  Immunoglobulines  Cadherines  Selectines  Integrines o Fibronectine  Disulfide-gelinkt heterodimeer  Gesynthetiseerd door fibroblasten, monocyten en endotheel  Specifieke delen binden met ECM componenten + hechten aan integrines  Weefselfibronectine  fibrillaire ophopingen bij wondheling  Plasmafibronectine: binden met fibrine in bloedklonter o Laminine  In basaalmembraan  Kruisvormig heterotrimeer  Functie  Verbinden van cellen met onderliggende ECM componenten  Moduleren van celproliferatie, differentiatie en beweeglijkheid o Integrines  Transmembraan heterodimerische glycoproteïneketens  Functie  Leukocyt – adhesie aan endotheel  Belangrijkste cellulaire receptoren voor ECM componenten  Aggregatie van bloedplaatjes  Aanwezig in plasmamembraan (behalve bij RBC)  Binden met ECM componenten door RGD motieven  signaalcascades: invloed op  Celvoortbeweging  Proliferatie  Differentiatie  Intracellulaire gebieden binden met actinefilamenten: invloed op celvorm en beweeglijkheid

5. Mogelijke complicaties bij wondheling -

(vraag 16)

Keloïdale littekens (Fig. 2.32) = overdreven vorming van collageen met een een laagje epitheel o Prominent verheven littekens o Erfelijke aanles (vaker bij zwarten) - Zweren (Fig. 2.34) - Epidermale inclusiecysten o Proliferatie van epitheel dat langs de draadjes naar onder groeit  wegens te weinig bloedvaten  cyste afgelijnd met epitheelcellen o Keratinevorming - Botryomycoma o Gebrekkige bedekking met epitheel, veel bloedvaten

pp. 13

SL, p. 67-68

COO 10

ZSO 10: ECM, heling en herstel o

Hypertrofisch granulatieweefsel

HB, p. 59-71...


Similar Free PDFs