Schema psychosen PDF

Title Schema psychosen
Author Manouk Vansever
Course Zorg in het onderwijs
Institution Hogeschool West-Vlaanderen
Pages 7
File Size 262.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 89
Total Views 141

Summary

Download Schema psychosen PDF


Description

Psychosen

Functionele psychosen  organische factoren ontbreken Schizofrenie Types:  Paranoïde type  Katatoon type  Ongedifferentieerd type  Gedesorganiseerd type  Resttype

Symptomen

Oorzaken schizofrenie:  Genetisch bepaald kwetsbaarheid  Vroege virusinfectie (tijdens zwangerschap moeder)  Lichte hersenbeschadiging bij de geboorte  Dopamine en serotonine - Zeer belangrijk bij schizofrenie  Stress-kwetsbaarheid

Denkstoornissen  Formele denkstoornissen  Chaotisch denken  Geen lijn in gedachtengang  Incoherentie (hak op tak)  Neologismen  Onbestaande woorden die voor de pt betekenis hebben  Gedachtenblokkade (plots niet meer weten over wat men het heeft)  Inhoudelijke denkstoornissen  Wanen: verkeerde interpretatie van de werkelijkheid - Grootheidswaan (megalomanie) Godsdienst, carrière, lichamelijke kracht, hoge intelligentie, sociale status - Paranoïde wanen Achtervolging, betrekking, aangluur, komplottering, vergiftiging, querulanten, magischtechnisch

Subtypen schizofrenie:  Paranoïde type - Extreme achterdocht rond 30j - Frequent hallucinaties die dit versterken  Gedesorganiseerde type - Jeugdvorm schizofrenie 16-25j - Erg verward en hallucinaties - Verwaarlozing van zichzelf  Katatone type - Stupor - Rigiditeit - Flexibilitas cerea - Negativisme - Mutisme - Psychomotorische opwinding – remming - Echolalie: herhalen van woorden van zichzelf of wat

1 Psychosen

Symptomen schizofrenie: Prodromale symptomen  waarschuwingssignalen voordien  Minder actief  Vrienden, familie verwaarlozen  Minder interesse tonen op school, werk  In zichzelf gekeerd  Vreemde ongemotiveerde daden bv plots ontslag nemen zonder reden

Hallucinaties waarneming zonder zintuiglijke prikkel  Gehoorshallucinaties  bevelen  Visuele hallucinaties  lijken zien  Gevoelshallucinaties  handen voelen  Reukhallucinaties  gas ruiken  Smaakhallucinaties  gif smaken

Affectieve stoornissen

-

ze van anderen horen Echopraxie: herhalen van bewegingen van anderen

    

Angst Geprikkeldheid Inadequaat affect lachen op ongepast moment Depressieve episodes Affectieve vervlakking  emoties zwakken af

Bewegingsstoornissen  Stupor: onbeweeglijkheid bv uren stil zitten zonder bewegen  Negativisme: automatisch het tegendeel doen van wat men vraagt  Flexibilitas cerea: wasachtige buigzaamheid bv iemand in een bepaalde stand zetten en die blijven zo uren staan  Stereotypieën: zinloos herhaalde bewegingen bv heen en weer bewegen op een stoel  Echopraxie: bewegingen nabootsen van iemand anders Stoornissen in het contact  Autisme als symptoom bij hallucinatie Cognitieve stoornissen  Stoornissen in aandacht/concentratie  Men kan zich geen 15min met 1 taak of activiteit bezighouden  Geheugenstoornissen/leerstoornissen  Woorden of cijfers in een bepaalde volgorde kunnen ze niet herhalen  Probleemoplossend vermogen verdwijnt Stoornissen in de zelfervaring  Zelf voelen dat er iets veranderd in hun lichaam Stoornissen in het behoefteleven  driften niet onder controle  Door desintegratie van de persoonlijkheid  Ambivalentie: aangetrokken en afgestoten voelen tot mensen op hetzelfde moment  Negativisme: weigerende houding van mensen, liever alleen gelaten Positieve symptomen: in stabiele toestand niet aanwezig

2 Psychosen

   

Wanen Hallucinaties Verwardheid Bizar gedrag

Negatieve symptomen: in stabiele toestand wel aanwezig    

Vervlakt effect Anhedonie: genieten van de kleine dingen in het leven Spraakarmoede Sociaal teruggetrokken

Symptomen van de schizofrene stoornis komen gedurende min. 6 maanden voor

Niet-schizofrenie  Schizofrenieforme  Schizo-affectieve  Folie à deux  Kortdurende psychose  Psychose door andere psychische aandoening  Waanstoornis

Symptomen niet-schizofrenie Schizofrenieforme stoornis  Symptomen zoals bij schizofrenie maar het tijdscriterium van een half jaar wordt niet gehaald  Komt minder vaak voor dan schizofrenie Schizo-affectieve stoornis  Mengbeelden van schizofrene kenmerken en symptomen van een stemmingsstoornis  Kan een manisch component hebben of een depressief component Folie à deux  Dit is een waan die ontstaat bij iemand die in een nauwe relatie staat met een andere persoon die al eerder dezelfde waan heeft ontwikkeld  Is zeldzaam  Meestal wanen met paranoïde inhoud  Meestal gezinsleden of mensen die intensief met elkaar omgaan

Kortdurende psychose  Veelal goedaardig verlopende psychosen worden uitgelokt door een zeer belastende ervaring,

3 Psychosen

  





Organische psychosen  organische oorzaak 3 aantoonbarte oorzaken:  Psychose door lichamelijke aandoening  Psychose door middelengebruik  Psychose door stoornis in de hersenen

4 Psychosen

die direct voorafgaat aan de psychose Vb. confrontatie met oorlogsgeweld, verkrachting of natuurrampen maar ook verlies van partner of baan Is de minste ernstige psychotische stoornis Vereist is slechts dat gedurende min. een dag, maar korter dan een maand, min. één psychotisch symptoom aanwezig is: een waan, een hallucinatie, een formele denkstoornis of ernstig ontregeld gedrag Verder is belangrijk het goede functioneren tot het moment van decompensatie, de aanwezigheid (soms) van heftige en wisselende emoties en de meestal spoedig optredende verbetering Prognose is gunstig. Verloop is goedaardig. Geen restverschijnselen

Psychose door andere psychische aandoening Waanstoornis  Het aanwezig zijn van niet-bizarre wanen (het zou waar kunnen zijn)  De waanovertuiging is op geen enkele manier voor correctie vatbaar  Het algemeen functioneren blijft redelijk intact  Hallucinaties kunnen voorkomen doch eerder incidenteel Het verschil met schizofrenie: - Inhoudelijke kenmerken van de waan - Het praktisch ontbreken van andere psychotische verschijnselen - Er is geen ernstig sociaal disfunctioneren aanwezig Te onderscheiden varianten: - Erotische betrekkingswaan: overtuigd dat iemand met een hogere status verliefd is op je, ook wel erotomanie genoemd - Grootheidswaan: hebben een groot gedacht van zichzelf bv denken dat ze erg slim zijn - Jaloersheidswaan: gevaarlijk, denken dat de partner ontrouw is en steeds controleren - Achtervolgingswaan: overtuiging dat men bewust benadeeld wordt bv denken dat men expres een korting vergeet te geven of denken dat men achtervolgd wordt - Somatische waan: zekerheid dat de persoon een ziekte of gebrek heeft bv kanker hebben

Medicamenteuze behandeling van schizofrenie

Klassieke neuroleptica: fenothiazinen, butyrofenonen, thioxanthenen

Atypische neuroleptica

Maligne neurolepticasyndroom

Metabool syndroom

 werkt enkel in op dopamine  Pil, druppels, I.M. acutard snelwerkend, depot werkt 2-3w

 beter dan klassieke neuroleptica

slechte reactie op neuroleptica Acute levensbedreigende toestand die meestal begint in de 1e twee weken na het starten van een antipsychoticum. Kan ook optreden na jarenlang antipsychoticagebruik

Verzamelnaam voor 5 lichamelijke aandoeningen:  Obesitas  Hypertensie  Verhoogde bloedglucose  Verstoorde vetstofwisseling  Verhoogd eiwit in de urine

Symptomen:  Koorts (> dan 38°)  Verwardheid  Bloeddrukontregeling  Tachycardie  Spierstijfheid  Tremoren  Tachypneu

Bij het voldoen aan 3 of meer van bovenstaande criteria verhoogde kans op:  Leveraandoeningen  Galstenen en nierfalen  Hart- en vaatziekten  Diabetes  Darmproblemen

Voorbeelden:  Haldol  Orap  Cisordinol  D.H.B.P.: de-hydro-benz-perydol  Nozinan  Prazine  Clopixol  Etumine Mogelijke bijwerkingen:  Obstipatie  Sedatie(suf)  Gewichtstoename door hongergevoel  Extrapiramidaal (beven, speekselvloed, bewegingsdrang of acathisie, oculogyre crises (plafonneren, geen oogcontact), tardieve dyskinesie(onwillekeurige spiersamentrekking die onomkeerbaar is)  Droge mond(continu) waardoor ze blijven drinken

Voorbeelden:  Leponex  Solian  Risperdal (consta)IM om de 2weken  Zyprexa  Abilify  Seroquel  Invega Mogelijke bijwerkingen:  Minder extrapte symptomen  Sufheid  Leponex: agranulocytose of tekort aan witte bloedcellen  Gewichtstoename  Ontregeling van de bloedsuikerconcentratie Anti-parkinsonmiddelen tegen de bijwerkingen Voorbeelden:  

5 Psychosen

Akineton Artane

Behandeling:  Acuut stopzetten van de antipsychotica  Dikwijls ziekenhuisopname noodzakelijk

Verpleegkundige diagnosen bij schizofrenie en andere psychotische aandoeningen

Risico op geweld jegens jezelf of anderen     

Beperking van teveel prikkels - Bij drukke momenten de pt laten afzonderen Goede observatie van het gedrag van de patiënt Verwijderen van alle gevaarlijke voorwerpen Dreigend geweld kanaliseren door afleiding te bieden (wandeling, spel, gesprek,…) Blijf zelf altijd rustig - Niet bedreigen, maar rustig aankaarten

Sociaal isolement

Regelmatig contact onderhouden met de patiënt

Ineffectieve coping  

Indien mogelijk inschakelen bij groepsactiviteiten  

Dreigt de situatie uit de hand te lopen:  Maak dat er voldoende personeel aanwezig is  Zeg aan de patiënt dat hij tijdelijk afgezonderd zal worden  Begeleidt de patiënt naar de afzonderingsruimte (indien nodig met overmacht)  Verwijder gevaarlijke voorwerpen (riem, aansteker, …)  Laat de patiënt naar het toilet gaan  Indien nodig fixatie - Agressie 5-puntfixatie - Student mag dit niet uitvoeren of alleen benaderen  Let op de temperatuur in de afzonderingsruimte  Eventueel sederende medicatie (na overleg met de arts)  Goede observatie (15min)  Hef de afzondering op als de toestand is



Opbouwen van een vertrouwensrelatie Vermijden van lachen, fluisteren als de patiënt je kan zien maar niet kan horen Eerlijk zijn en beloftes nakomen Controle of de patiënt effectief de medicatie inneemt Geen competitie elementen bij activiteiten - Werkt als bedreiging

Verstoorde zintuiglijke waarneming Interventies:  Goede observatie van de patiënt: in zichzelf praten en/of lachen, mp3 – IPod keihard  Nooit de hallucinaties bekrachtigen: laat de patiënt weten dat je zijn/haar waarneming niet deelt  Nooit de hallucinatie afbreken, zijn voor de patiënt echt  Probeer de aandacht van de patiënt van de hallucinatie af te leiden bv. activiteiten Probeer de aandacht van de patiënt van de hallucinatie af te leiden bv. activiteiten Oppassen met aanraking zonder vooraf te waarschuwen

gestabiliseerd Verstoord denken

6 Psychosen

Verstoorde verbale communicatie

Zelfstandigheidtekort

Verstoord slaappatroon

  

Laat de pt. weten dat hij de enige is met dit denkbeeld Ga nooit met de patiënt in discussie over zijn wanen Benadruk de realiteit

Specifiek bij paranoïde wanen:     

Vermijden dat je deel uitmaakt van de waan onmiddellijk contact stoppen wanneer dit zo is Oppassen met aanraking Bij bv. vergiftigingswaan z.n. I.M.-medicatie Extra toezicht bij medicatie inname Geen competitie

Bij neologismen: verduidelijking vragen Impliciete boodschap van de patiënt onder woorden brengen bij mutisme(= niet spreken)



  

Aanmoediging geven om de dagelijkse activiteiten zo goed mogelijk uit te voeren Geven van positieve bekrachtiging Verwaarlozing Badschema’s noodzakelijk

 



  



7 Psychosen

Goede observatie van het slaappatroon Er op toezien dat de patiënt overdag niet slaapt (gestructureerde dagindeling) Beperking van cafeïne houdende dranken s ’avonds Antipsychotica s ‘avonds geven (indien mogelijk) Hulpmiddelen: warme melk, warm bad,… Als de patiënt wakker wordt, stimuleren om opnieuw naar bed te gaan Goede dagindeling om terugtrekking te voorkomen kleinere kans op inleven in eigen wereld...


Similar Free PDFs