Verplicht leerpad 2 PDF

Preview

Summary

Vragen bij leerpad...

Description

Kernopdracht onderwijsinspectie: pool van onderwijstrio (overheid, inspectie). Is de kwaliteit van scholen wel op maat? Voldoet men aan de decreten? Inspectie gaat rond bij alle erkende scholen in vlaanderen (erkend: mogen getuigeschriften geven). Voorwaarden waar een school aan moet voldoen om erkend te worden (bv voldoen aan eindtermen, leerlingbegeleiding is ook een recente erkenningsvoorwaarde) Lieven Viaene legt de verhouding tussen de inspectie en de politieke beslissingen verder uit in onderstaand fragment. Ze zijn gestuurd door de keuze van politiek (bv deze regering: zegt er moet meer aandacht besteed worden aan huisbegeleiding + centrale toetsen w ingevoerd en inspectie moet met de resultaten aan de slag gaan). De minister heeft bv gezegd er komt een nieuw begeleidingsdecreet en ook daar krijgen ze nieuwe opdrachten. Bepaalt de minister volledig inhoudelijk wat er moet gebeuren  neen, ze blijven onafhankelijk

Neem het pdf document van het ROK erbij en zoek het antwoord op volgende richtvragen: 1) Is het ROK een kwaliteitsmodel? Leg uit. Het ROK is geen kwaliteitsmodel. Het bevat

minimale kwaliteitsverwachtingen die stimuleren om een eigen (kwaliteits)beleid te ontwikkelen en een eigen weg uit te stippelen. Tegelijk ondersteunen de minimale gemeenschappelijke verwachtingen de dialoog tussen de verschillende onderwijspartners. Scholen, centra en academies kunnen het ROK ook gebruiken met het oog op hun eigen ontwikkeling. 2) Waarop is het ROK gebaseerd? Het ROK is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek over kenmerken van effectieve klas- en schoolpraktijken, op praktijkgerichte literatuur en op de waardevolle inbreng van heel wat belanghebbenden waaronder leerlingen en cursisten, ouders, leraren, directies, pedagogisch begeleiders, onderwijsinspecteurs, onderwijsdeskundigen, vakbonden, … Dit referentiekader werd in co-creatie ontwikkeld. Het is het resultaat van studie, inspraak, dialoog, van respecteren van ieders eigenheid en identiteit, van samenwerken en van engagement. Het dient geregeld aan actuele ontwikkelingen, nieuwe wetenschappelijke bevindingen en wettelijke bepalingen te worden afgetoetst en desgevallend aangepast. 3) Geldt het ROK voor alle onderwijsniveau’s en -vormen? Het ROK geldt voor alle onderwijsniveaus en –vormen, met uitzondering van het hoger onderwijs. Onder ‘school’ verstaan we zowel school, centrum als academie. De term ‘lerende’ heeft betrekking op een breed spectrum van personen gaande van kleuter tot volwassene. 4) Wat betekenen ‘kwaliteitsverwachtingen’ en ‘kwaliteitsbeelden’? Bekijk hierbij zeker even een kwaliteitsverwachting met kwaliteitsbeeld ter illustratie vanaf pagina 6. 2. Vervolgens zijn in het ROK kwaliteitsverwachtingen geformuleerd voor ‘resultaten en effecten’, ‘ontwikkeling van de lerenden’, ‘kwaliteitsontwikkeling’ en ‘beleid’. De verschillende kwaliteitsverwachtingen staan in nauwe relatie met elkaar en grijpen op elkaar in. De kwaliteitsverwachtingen zullen worden opgenomen in de regelgeving. Ze worden telkens gevolgd door een kwaliteitsbeeld. Deze beelden maken geen deel uit van de regelgeving. Ze verduidelijken de kwaliteitsverwachtingen. Kwaliteitsverwachtingen De school bereikt resultaten en effecten. De school bereikt de minimaal gewenste output bij een zo groot mogelijke groep van lerenden. De school streeft naar welbevinden

en betrokkenheid bij alle lerenden en het schoolteam en naar tevredenheid bij ouders en bij andere relevante partners. De school streeft bij elke lerende naar zoveel mogelijk leerwinst. De school stimuleert de studievoortgang van elke lerende. De school waarborgt de toegang tot onderwijs voor elke lerende. De school streeft naar effecten op langere termijn bij alle lerenden. De school stimuleert de ontwikkeling van alle lerenden. De school stelt doelen voor de lerenden. Het schoolteam realiseert doelgericht een brede en harmonische vorming die betekenisvol is. Het schoolteam hanteert doelen die sporen met het gevalideerd doelenkader en zorgt voor samenhang tussen de doelen. Het schoolteam hanteert uitdagende en haalbare doelen. Het schoolteam expliciteert de doelen en de beoordelingscriteria. De school geeft het onderwijsleerproces en de leef- en leeromgeving vorm. Het schoolteam en de lerenden creëren samen een positief en stimulerend school- en klasklimaat. Het schoolteam en de lerenden gaan positief om met diversiteit. De leef- en leeromgeving en de onderwijsorganisatie ondersteunen het bereiken van de doelen. Het schoolteam biedt een passend, actief en samenhangend onderwijsaanbod aan. De school begeleidt de lerenden. Het schoolteam geeft de begeleiding vorm vanuit een gedragen visie en systematiek en volgt de effecten van de begeleiding op. Het schoolteam biedt begeleiding zowel op het vlak van leren en studeren, onderwijsloopbaan, psychisch en sociaal functioneren als preventieve gezondheidszorg. Het schoolteam biedt elke lerende een passende begeleiding met het oog op gelijke onderwijskansen. Het schoolteam geeft de begeleiding vorm samen met de lerende, de ouders/thuisomgeving en andere relevante partners. De school volgt de ontwikkeling van de lerenden op. Het schoolteam geeft de lerenden adequate feedback met het oog op de voortgang in het leer- en ontwikkelingsproces. Het schoolteam evalueert op een brede en onderbouwde wijze het onderwijsleerproces en het behalen van de doelen. Het schoolteam stuurt het onderwijsleerproces bij op basis van de feedback- en evaluatiegegevens. Het schoolteam beslist en rapporteert onderbouwd over het behalen van de doelen bij de lerende. De school onderzoekt en ontwikkelt op systematische wijze haar onderwijskwaliteit. De school ontwikkelt haar kwaliteit vanuit een gedragen visie die vertaald is in de onderwijsleerpraktijk. De school evalueert haar werking cyclisch, systematisch en betrouwbaar vanuit de resultaten en effecten bij de lerenden. De school borgt en ontwikkelt de kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk. 3. Kwaliteitsverwachtingen met kwaliteitsbeelden De school bereikt resultaten en effecten. De school bereikt de minimaal gewenste output bij een zo groot mogelijke groep van lerenden. De minimaal gewenste output omvat het nastreven van de ontwikkelingsdoelen en het realiseren van de eindtermen, basiscompetenties en leerplandoelen. Dit hangt samen met het streven naar welbevinden en betrokkenheid van lerenden en leerkrachten. De algemene kwaliteitscultuur in de school en de kwaliteit van de pedagogische relatie tussen lerenden en teamleden vormen hierbij sleutelelementen. De school streeft naar welbevinden en betrokkenheid bij alle lerenden en het schoolteam en naar tevredenheid bij ouders en bij andere relevante partners. Welbevinden staat voor de mate waarin iemand zich lichamelijk, mentaal en sociaal goed voelt. Betrokkenheid uit zich onder andere in de mate waarin iemand geconcentreerd en geïnteresseerd is en actief deelneemt. Welbevinden en betrokkenheid beïnvloeden het leren, de ontwikkeling en de vorming van de lerenden. Ze spelen eveneens een cruciale rol bij de teamleden in het realiseren van gewenste resultaten en effecten. De mate waarin ouders en andere relevante partners tevreden zijn over de school is eveneens een belangrijk outputelement. Welbevinden, betrokkenheid en tevredenheid vormen hefbomen voor kwaliteitsontwikkeling. In onderstaand fragment licht Lieven Viaene het referentiekader Onderwijs Kwaliteit toe. Hij gaat ook in op de ontwikkeling ervan en het gebruik van dit kader door de inspectie. 5 jaar geleden was het implementeren van rapporten moeilijk. Zie oezo studie 2011 (evaluatie in vlaamse land was enorm, maar communicatie ontbreekt). Iedereen heeft zijn eigen taal en ze gaan

niet in dialoog. Scholen zeiden vaak: de inspectie komt langs, maar wat gaan ze nu weer verwachten? Het referentiekader ontbrak. In 2015 geijverd voor een referentiekader (dezelfde taal voor leraren, scholen, inspectie). Uniek referentiekader ontstaan (unaniem eens over 37 verwachtignen/ los van hun eigen pedagogisch project) In dit fragment wordt toegelicht wie die inspecteurs nu precies zijn en welke functie de inspecteurgeneraal heeft. Ze zijn een andere entiteit (geen ambtenaren, maar ze behoren tot het ministerie v onderwijs). Ze blijven allemaal het onderwijsstatuut behouden. Alle inspecteurs zijn mensen met ervaringen uit het onderwijsveld. Ze hbbn verschillende vakgroepen: talen, geschiedenis, muziek (maar 1 inspecteur) Lieven Viaene legt in volgend fragment uit hoe het ROK de hefboom was voor de inspectie 2.0 en hoe die vernieuwde manier van inspecteren er precies uit ziet. Ze kijken naar het beleid van een school rond kwaliteit en ze gaan via een ontwikkelingsgerichte dialoog in overleg met scholen, leerlingbegeleiders om hun verhaal te horen en dit af te zetten op ontwikkelingsschalen om de scholen te motiveren. Nu we de algemene principes kennen van de inspectie 2.0 is het hoog tijd om eens dieper in te gaan op hoe een doorlichting er concreet uitziet vanuit het perspectief van de leerkracht. Lieven Viaene licht dit toe in volgend fragment. Ze observeren klassen, gesprek met vakvertegenwoordigers, kijken naar de sfeer in de klas, hoe enthousiast de lln zijn, documenten (toetsen, examens) worden bekeken Hieronder wordt uitgelegd welke verschillende soorten adviezen de inspectie geeft. Opvolgdoorlichtingen zijn afgeschaft. Ze vertrouwen in scholen dat als er een tekort is ze daar aan gaan werken. Twee adviezen : gunstig (gunstig zonder meer: heel goed bezig) of gunstig met een tekort (dit is ondermaats, maar we hbbn vertrouwen dat u het zelf kan. Inspectie komt niet speciaal terug) ander advies is ongustig (school beslist om zich extern te laten begeleiden, moet externe hulp aanvaarden). De meest drastische beslissing is twee B (ongustig + school sluiten). Welk advies komt het meest voor? Gunstig met tekorten (60 tot 70% van sec. scholen). Een maal in een cyclus (6j) komen ze langs. In de toekomst hopen ze andere vormen van toezicht te realiseren (meer gedifferentieerd) ieven Viaene vertelt over het doctoraatsonderzoek van een doctoraatstudente aan UAntwerpen. Zij onderzocht hoe de scholen omgaan met de resultaten van de doorlichting. Lieven Viaene gaat hierop in en vertelt daarna hoe de lerarenopleiding hier een grote rol in kan spelen. Lange teksten die veel verduidelijken, zijn verdwenen. Traject met pedagogische begeleiding aangegaan. Zo knn de resultaten efficienter en transparanter vertaald worden nr scholen. De eerste evaluaties v inspectie 2.0 zijn positief (scholen zijn tevreden). De taak vn lerarenopleiding bestaat eruit een kritische en onderzoekende houding bij een leraar te creëren. Ik leer uit mijn fouten en bereid er over te praten. Zoek het antwoord op volgende vragen in de onderwijsspiegel: Welke thematische onderzoeken rapporteer de onderwijsinspectie in Onderwijsspiegel 2020? Het substantief onderzoek bestaat uit drie delen. Zo onderzoekt de onderwijsinspectie een kwaliteitsgebied: dat is een thematische clustering van kwaliteitsverwachtingen uit het OK, die op schoolniveau wordt onderzocht. Verder onderzoekt de onderwijsinspectie de onderwijsleerpraktijk in een aantal leergebieden, vakken, types, opleidingsvormen of opleidingen. Een beperkte toetsing van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne (BVH) behoort ook tot het substantief onderzoek. Wat zijn de andere opdrachten van de onderwijsinspectie? 1 Overzicht van de andere opdrachten in 2018-2019 Het kwaliteitsdecreet van 8 mei 2009 (art. 32) geeft de onderwijsinspectie volgende

opdrachten: • advies verlenen bij de opname van instellingen in de erkenning • doorlichtingen van instellingen uitvoeren • alle andere opdrachten die haar worden toegekend bij decreet of besluit van de Vlaamse Regering. Onderstaande figuur geeft een overzicht van de andere opdrachten en toont het aantal adviezen of dossiers dat de onderwijsinspectie behandelde in het schooljaar 2018-2019. [ [ Eerste controles huisonderwijs 292 Tweede controles huisonderwijs 13 Advisering permanent onderwijs aan huis 165 Advisering tijdelijke vrijstelling van leerplicht 7 Advisering definitieve vrijstelling van leerplicht 11 Advisering gecombineerd onderwijs 426 Bijkomende financiering projecten gecombineerd onderwijs 12 Leerplanadvisering 33 Advisering curriculumdossiers 33 Toestaan afwijkingen op de eindtermen 1 > [ 129 ] Figuur 63: Overzicht andere opdrachten van de onderwijsinspectie (schooljaar 2018-2019). Onderzoek afwijking schoolorganisatie basisonderwijs 866 Onderzoek afwijking schoolorganisatie buitengewoon basisonderwijs 62 Advisering nuttige ervaring secundair onderwijs 2150 Advisering nuttige ervaring volwassenenonderwijs 580 Herzieningsaanvragen nuttige ervaring 8 (so), 3 (vwo) Advisering van gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma’s 91 Advisering dossiers bekwaamheidsbewijzen 17 Onderzoek erkenning van een nieuwe instelling of een structuuronderdeel secundair onderwijs 6 Onderzoek erkenning van een nieuwe instelling of een structuuronderdeel basisonderwijs 24 Onderzoek erkenning nieuwe internaten 6 Advisering gelijkwaardigheid getuigschrift bubao 368 Advisering gelijkwaardigheid doelen individueel aangepast curriculum (IAC) met doelen van het gemeenschappelijk curriculum (GC) 8 Advisering examenprogramma’s examencommisie so 26 Advisering programmatieaanvragen so 177 Advisering programmatieaanvragen so duaal 397 Advisering programmatieaanvragen bubao 9 Advisering programmatieaanvragen buso 9 Advisering programmatieaanvragen buso duaal 69 Toezichthouder examenscholen bao 11 scholen - 171 leerlingen Diplomagerichtheid van opleidingen vwo 4 Advisering maatwerk CBE Lees de slotbeschouwing op p. 145 en volgende. Wat neem jij mee als belangrijkste aandachtspunt voor je eigen functioneren als (toekomstig) leerkracht? In volgend fragment gaat Lieven Viaene dieper in op die “andere opdrachten”(zie vraag 2 hierboven). et leerpad over inspectie ronden we af met een boodschap voor jullie als toekomstige leraren, rechtstreeks van de inspecteur-generaal Lieven Viaene....