Leerpad B: Verpleegkundige interventies pré-en postoperatieve zorgen PDF

Title Leerpad B: Verpleegkundige interventies pré-en postoperatieve zorgen
Author Clémence Pauwels
Course verpleegkundig redeneren en handelen verdiepend 2
Institution Arteveldehogeschool
Pages 14
File Size 263 KB
File Type PDF
Total Downloads 56
Total Views 130

Summary

Samenvatting van notities, boek en PPT...


Description

Verpleegkundige interventies pré en postoperatieve zorgen Opnamemogelijkheden Heelkundige ingreep: klinisch - Indien patiënt voor operatie opgenomen wordt en ten vroegste de dag erna wordt ontslagen - = Een geplande ingreep of spoedopname Polyklinisch of ambulant Polyklinisch: - Groep van diagnostische of therapeutische ingrepen - Geen of slechts een lokale anesthesie o Infiltratie van anestheticum ter hoogte van te behandelen gebied - Niet in het ziekenhuis wordt opgenomen Daghospitalisatie - Patiënt verblijft hier minimaal 2 uur en max 8 uur - Is mogelijk door sterke en goede anesthesie en pijn bestrijdingstechnieken - Voor en nadelen Voordelen

-

Nadelen

-

Er wordt minimaal ingegrepen in levenstijl van pt o Kan voordeel geven voor de familieleden In daghospitalisatie kunnne pt’en meer individuele aandacht verkrijgen Angstniveau ligt bij pt’en lager hier en de ingreep wordt als minder ingrijpend ervaren Kans op nosocomiale ziekenhuisinfectie is hier minder Kostenbesparend Kan ervoor zorgen dat wachtlijsten klinische opnames verkorten Minder controle tijdens postoperatief verloop Er kunnne complicaties zijn waarbij onmiddellijk professionele hulp nodig is

De heelkundige afdeling = Een C dienst Hospitalisatieafdeling waar patiënten opgenomen worden om - Préoperatief o De nodige voorbereidingen en vooronderzoeken te ondergaan o In optimale conditie gebracht worden o Observatieperiode: wanneer diagnose nog niet met zekerheid gekend is o Verblijfsduur preoperatief zo kort mogelijk houden - Postoperatief o De evolutie en de zorg na ingreep en verdere observatie van pt mogelijk maken

o Mogelijke postoperatieve complicaties vroegtijdig op te sporen en behandelenpt voor te lichten omtrent eventuele specifieke zorgen of leeftsijlaanpassingen die belangrijk zijn na de heelkundige ingreep Voorwaarden van een C dienst 1. Een heelkundige dienst dient te functioneren als een autonome dienst 2. Een heelkundige dienst dient gesitueerd te zijn in de buurt van het operatiecomplex om bij urgentie een onmiddellijk interventie mogelijk te maken 3. Een heelkundige dienst dient dichtbij afdeling Intensieve Zorgen, recovery of spoedopname te bevinden Kenmerken van verpleegkundige die werkzaam is op heelkundige afdeling - Beschikken over optimaal geoefend observatievermogen o Dit om evoluties in herstel van pt te kunnne opvolgen en vroegtijdig complicaties te herkennen - Beschikken over ruime kennis omtrent taken in pre en postoperatieve fase - Beschikken over accuraat beslissingsvermogen in acute situaties - Beschikken over aangepast persoonlijk voorkomen en goede persoonlijke hygiëne - Beschikken over vermogen om in team te kunnen werken

Verpleegkundige in preoperatieve fase -

Preoperatieve voorbereiding is een noodzaak Een systematische preoperatieve voorbereiding heeft positieve invloed op pt Optimaal voorbereide pt’en o Worden één tot anderhalve dag eerder ontslagen o Gevolg  Economisch voordeliger  Aantal postoperatieve complicaties dalen  Positieve invloed op welzijn pt  Minder angst en vrees voor ingreep

 Pt het gevoel geven dat hij echt verwacht wordt - Een goede planning is hiervoor noodzakelijk - Info geven omtrent kamer of eventueel buren voorstellen Preoperatieve voorlichting Voorwaarden waaraan preoperatieve voorlichting dient te voldoen Voor opname - Eerst en vooral aandacht geven aan de vragen die pt zelf heeft - Gedoseerde uitleg geven o Eventueel brochure geven o Indien niet mondeling kan gebracht worden dan schriftelijk goed uitleggen - Duidelijk en begrijpbaar Bij opname - Opname gesprek: eerste patiënten voorlichting geven

-

-

Aangeven dat later tijdens preoperatief verblijf info zal gegeven worden omtrent postoperatief verloop o Zo kan pt zich voorbereiden op het nog meer krijgen van info o Navragen op welk tijdstip pt het liefst deze info zou krijgen Gebruik van tekeningen, afbeeldingen, audiovisuele middelen Beginnen met ruime aandacht voor vrafen en bekommernis van pt Correcte info kan deel van angst wegnemen o Door gebeurtenissen te omschrijven en de gewaarwording hierbij De voorlichting dient stapgewijs voorbereid te worden Wanneer meerdere pt’en opgenomen worden voor dezelfde ingreep kan er in groep info gegeven worden

 Belangrijk: preoperatief een checklist in verpleegkundig dossier aanduiden welke dingen al gedaan of bevraagd zijn, zo is er duidelij welke info er nog gegeven moet worden Beïnvloedende factoren De verpleegkundigen - Voldoende deskundigheid en vaardigheid beschikken Organisatorisch kader - De voorlichting vraagt tijd - Hoofdverpleegkundigen moeten ervoor zorgen dat de info op to date blijft - Contacten met andere diensten die rol spelen tijdens opname van heelkundige pt dient onderhouden te worden Artsen - Goede samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen is belangrijk bij de voorlichting Preoperatieve contacten met andere diensten Naar preoperatieve voorlichting bestaat preoperatieve voorbereiding uit - Aantal medische en niet medische, technische verpleegkundige handelingen o Doel: heelkundige ingreep in de meest gunstige omstandigheden te laten verlopen o De voorbereiding dient zowel fysisch als psychosociaal te zijn en multidisciplinair te gebeuren Medisch technische diensten Laboratorium - Bloedonderzoek o Voor sommige bloedtesten: nuchter: bij bepalen van stoffen die uit voeding geresorbeerd worden = Overnacht vasten: vanaf 18 uur niet meer drinken of eten o Bloedcomplet= totale beeld  Belangrijk: bloedafname dient op voorhand gedaan te worden door huisarts - Bloedwaarden die gecontroleerd worden

o o o o

o o

o

o

o o o

-

RBC: erythrocyten WBC: leukocyten BLPL: thrombocyten (bloedplaatjes) Stollingstesten  Belangrijk voor die anticoagulantia nemen  PT  INR: tussen 1-2 preventief, hoger is therapeutisch = hoe moeilijker bloed gaat stollen  Bv hoger dan 10: na ingreep kan arts ze eigelijk moeilijk toenaaien omdat ze zodanig gaan bloeden Lever en nierfunctietesten Bloedgroep en rhesusfactor: kruisproef  Indien pt het zelf weet dan navragen maar controleren met bloedgroepkaart die ze eventueel bij hebben, je mag niet op hun woord geloven Ionogram: elektrolyten  Natrium, kalium en calcium (te weinig calcium, hart niet voldoende samentrekken) CRP: vroegtijdig, gevoelig en aspecifiek teken van inflammatie, weefselnecrose of trauma  Indien CRP hoog dan nakijken aanwezigheid bacteriële infectie Glycemie: normaalwaarden van 70-110 mg/dl Radiologie  RX thorax, echo Cardiologie en pneumologie  Boven bepaalde leeftijd standaard test laten uitvoeren aan ademhalingswegen  Heelkudinge ingreep kan uitgesteld worden bij tekenen van acute infectie of tekenen van longtumoren  Cardio: voor opname ECG genomen

Urineonderzoek o Microscopisch: sediment o Chemisch: aceton, glucose, eiwit o Algemeen: helderheid, geur, kleur,…

Hulpverleners - Kinesist o Die gaat vaak op voorhand komen om oefeningen al aan te leren wat je na ingreep van bewegingen kan doen  Bevorderen bloedsomloop om thromboflebitis te voorkomen o Psychisch  De kine is geen vreemde meer  Het onderling vertrouwen  Postoperatief kan een betere medewerking bekomen worden: de oefeningen werden reeds inggeoefend - Dienst patiëntenbegeleiding

o Onthaal, administratie, sociaal verpleegkundigen, maatschappelijke werker, psycholoog of pastor/ lekenhelper  Deze hebben gemeenschappelijk streefdoel: - Ziekenhuisverblijf van pt zo aangenaam mogelijk maken Preoperatieve voorbereiding (dag voor ingreep) Het preoperatieve gesprek met anesthesist - Voorgeschiedenis achterhalen en kennen van pt - Medicatie, tabak en alcohol o Aanraden om roken en alcohol te stoppen voor ingreep  Zo minder hoesten, minder slijm productie,… - Klinsch onderzoek o Ausculteren, palperen,… o Om samenstelling en type anesthesie te bepalen  Belangrijke parameters hierbij  Bloeddruk, hartslag, temperatuur, resultaten bloedanalyse, lengte en gewicht - Info omtrent anesthesieprocedure o Of ze algemene, regionale anesthesie, lokale verdoving of loco regionaal - Premedicatie o Aan de hand van gesprek nagaan op premedicatie nodig is o Welke thuismedicatie er genomen wordt en welke die mag ingenomen wordne op de dag van ingreep o Sommige medicatie moet vroeger gestopt worden en dit is dan de taak van de huisarts o Kan angst van pt gaan reduceren o Tijdstip van premedicatie is belangrijk aandachtspunt Informatie met betrekking tot het verblijf in direct post-operatieve fase Na de heelkundige ingreep kan de patiënt opgenomen worden op de recovery (ontwaakzaal), de afdeling Intensieve Zorgen, of de afdeling Medium Care. - De recovery o Verbonden aan OK o Patiënten blijven hier 8-12 uur o In deze periode worden vitale parameters van dichtbij gevolgd o Aandacht naar mogelijke chirurgische complicaties - Intensieve zorg - Medium care o Intensieve bewaking mogelijk door extra ruimte en personeel o Kunstmatige beademing is hier wel niet mogelijk De verpleegkundige taken - Aandacht hebben voor angst en vragen - Informeren Hygiënische zorgen

-

-

Voorbereiden van operatiestreek o Scheren: indien het scheren nodig is: met clipper, tondeuze of ontharingscrème o Leidt tot minder infecties dan met een scheermes WIP richtlijn: o Alleen om chirurgisch technische redenen scheren noodzakelijk al dan niet  Chirurg kan zo makkelijker werken  Operatiestreek makkelijer ontsmet worden

Darmledeging - Ontlastingslavement is sosm nodig zoals bij ingrepen ter hoogte van colon, rectum of rectoscopie o Voorkomt bevuilen van operatieveld o Narcose veroorzaakt het stilleggen van darmperistaltiek  Wat obstipatie kan veroorzaken Voeding - Preoperatief nuchter zijn o Grote belang: gevoer voor aspiratie van maaginhoud bij inleiding anesthesie o Kan ernstige gevolgen hebben: slikpneumonie o Soms is het nodig om eten en drinken uit kamer van patiënt te verwijderen en het bezoek of familie op de hoogte te brengen dat pt nuchter moet zijn en blijven o Tot 6 uur voor ingreep mag er voedsel gegeten worden en tot 2 uur mag er heldere vloeistoffen gedronken worden o Maar er is wel verder onderzoek nodig bij  Zwangere vrouwen  Obese pt  Oudere pt  Pt met maagproblemen - Kinderen o Tot 2 uur voor ingreep heldere vloeistoffen o Deze gaan minder dorst en honger hebben Anamnese met betrekking tot inname medicatie - Achterhalen van thuismedicatie o Anticoagulantia: bloedverdunners - Overgevoeligheidsreacties: allergieën - Preoperatieve medicatie o Licht hypnoticum o Preventie thrombo embolische complicaties  Anticoagulantie: alternatieven, tijdig stoppen,…  TED kousen  Voor patiënten die voor tijdje bedlederig zijn  Als VPK de maat opnemen  Soms worden zo voor ingreep al aangedaan o Preventie van infectieuze complicaties



Bij pt’en met sterk verminderde weerstand bij bepaalde ingrepen  Hierbij infectie: grote gevolgen = preventie door profylactische antibiotica

Anamnese Rookt pt, heeft pt allergieën, premedicatie door arts voorgeschreven al dan niet Aanvragen bloedderivaten Indien arts weet dat er wat bloed verloren zal zijn tijdens de operatie wordt r bloed besteld van zelfde bloedgroep en rhesusfactor van pt Vervolledigen van patiëntendossier + Nakijken van juistheid van documenten Opvang familie Werden zij voldoende geïnformeerd? Hebben zij nog vragen? - Pt’en kostbare voorwerpen aan familie meegeven Preoperatieve voorbereiding: dag van ingreep Met preoperatieve checklist - Aandacht hebben voor beleving van pt o Zij. Er nog vragen, maak hiervoor voldoende tijd, - Hygiënische zorgen o Bedbad of kan pt dat zelf o Mondtoilet,… o Antithrombose kousen o Operatiehemd aan - Naavragen of pt nuchter is - Verwijderen van storende voorwerpen o Gebitsprothese o Nagellak, juwelen of piercings o Bril/lenzen/ uurwerk, gsm, gehoorapparaat - Patiënten laten plassen of stoelgang laten maken - Controleren van parameters - Premedicatie al dan niet o Operatiekwartier gaat vpk verwittigen wanneer pt mag komen en dus optijd medicatie geven zodat die zeker ingewerkt is o Meestal 2 uur ervoor o Doel: sederen van pt en voorkomen van ongewenste reacties  Wordt voorgeschreven door anesthesist  Pijstillend product, kalmerend product (temesta), anti emeticum of histaminicum (mogelijke allergische reactive op analgeticum vermeden)  Samenstelling afhankelijk van o Gewicht, leeftijd, algemene toestand, aard ingreep, klinisch onderzoek,…  Pt mag na toediening hiervan niet meer rechtstaan o Risico op bloeddrukval

- Deken voorzien bij vervoer Aandachtspunten bij vervoer van pt naar operatiekamer Controle identiteit, soort ingreep of controle, plaats operatie,… - Verzorg houding van pt - Vermijden van tocht o Baby’s en jonge kinderen zijn extra gevoelig voor afkoeling, voorkom hypothermie door extra deken - Brengt pt’en op juiste tijdstip naar OK - Alle benodigdheden meenemen o Dossier, bloed,… o Medische materialen: infuus, urinezak, maagsonde: goed fixeren zodat geen dislocatie is tijdens vervoer Overdracht van patiënt aan operatiekwartier In de bedhold - Eerste opvang - Controle van preoperatieve voorbereiding - Voorbereiden van pt o Plaatsen van infuus o Verbedden van pt o Operatiemuts o Kort gesprek met chirurg of anesthesist - Wachtperiode zo kort mogelijk houden  Voorbereiden van kamer bij terugkeer van pt - Verluchten kamer, nierbekken en papieren zakdoekjes op nachttafel, kledij opbergen, …

Verpleegkundige interventies in postoperatieve periode 1. Belang van verpleegkundige interventies in postoperatieve fase - Controleren en observeren o Deze dan doorgeven aan arts - Alle hulp bieden in eerste uren wanneer ze nog niet in staat zijn om zichzelf te helpen o Zowel op fysisch, psyisch, sociaal en maatschappelijk vlak - Complicaties voorkomen of tijdig herkennen o Observaties, kritisch en correcte rapportage - Multidisciplinair team o Die info geeft over toestand pt 2. Afhalen van patiënt op OK of recovery = Recovery, PACU, ontwaakzaal, verkoeverkamer - Belangrijk om voldoende info te verzamelen omtrent postoperatief verloop - Acurate gegevens verzamelen o EPD recovery bekijken o Identiteit, aard ingreep o Algemene toestand pt  Parameters: pols, bloeddruk, temperatuur, ademhaling, bewustzijn,…

o Specifieke voorschriften en aandachtspunten  IV beleid, medicatie  Sondes, drains  Wonde: locatie, voorschrift qua verzorging  Houding die aangenomen dient te worden  Vocht en voedingsbeleid postoperatief  Bv eerste zoveel uur niets per os 3. Transfer naar verpleegeenheid - Verbedden van pt o Op confortabele wijze o Hulmiddelen gebruiken o Voorkomen van tractie op leidingen - Tijdens vervoer o Shokken vermijden: in en uit lift o Afkoeling voorkomen door extra deken mee te nemen o Voorzorgen nemen: zuurstofbehoefte, nierbekken bij braken,… o Contact hebben met patiënt en observeren - Steeds met 2 verpleegkundigen 4. -

Installatie en observatie Aangepaste houding die afhankelijk is van ingreep en toestand pt Aanschakelen van apparatuur Fixeren van opvangrecipiënten (drain, sonde,…) Nachttafel en bel binnen handbereik Informeren van pt en familie Orde in kamer: netjes

 Belangrijk om pt terug in totaliteit te bekijken: wat heeft hij: infuus, sonde, maagsonde,… Postoperatieve observatie van pt Eerste 24 uur postoperatief - Frequente controle - Afhankelijk van soort en duur ingreep o Fixatie van femurfractuur o Neurochirurgische ingreep o Cataract operatie,… - Afhankelijk van vorige observatie o Early warning score (EWS) Controle vitale functies - Bewustzijn, bloeddruk, pols, ademhalingsfrequentie, temperatuur,… o Bewustzijn belangrijk: hoe is pt zijn bewustzijn na anesthesie

 EXAMEN: WELKE DINGEN GA JE POSTOPERATIEF ZEKER GAAN BEKIJKEN - Wat ga je opvolgen?  parameters en die opsommen

o En motiveren van parameters Controle van pijn Pijn is eigenlijk de 6e parameter - In PACU elke 30 min - Op de afdeling: elke 2 uur - Afhankelijk van pijnscore - Pijnschalen o Numeric rating scale (NRS) o Visuele analoge schaal (VAS) - Pijnbeleid Controle intraveneuze perfusie - Inloopsnelheid - Vochtbalans - Insteekpunt - Doorhankelijkheid Controle wondverband Indien na ingreep de wonde nog stevig nabloedt: rapporteren en blijven controleren - Bevuild? Vochtig? Bebloed? Los? Controle van diurese - Heeft pt verblijfssonde? - Sontaan urineren o Zeker tussen 6-8 uur na ingreep sontane mictie o Indien niet: bladderscan  Urineretentie voorkomen en nagaan Controle van drainage - Actieve of passieve drain - Bloederig of sereus vocht - Hoeveelheid - Wondspoelingen - Overvloedig vochtverlies via open drains Gastro intenstinale observaties - Maagsonde o Maagvocht: hoeveelheid en kleur o Mag de sonde verwijderd worden?  Is vervelend voor de pt  Indien je denkt als vpk dat indicatie vor maagsonde weggevallen is  Bespeken met arts, indien het moet blijven zitten o Informeren naar pt toe waarom o Mondhygiëne opvolgen - Opvolgen van maag en darmperistaltiek - Voeding per os o Arts zal dit opleggen

-

o Afhankelijk van ingreep o Meestal is er een aangepast schema dan aanwezig en gan we postoperatief telkens opdrijven om terug naar normale voeding te gaan Parenterale voeding o Sondevoeding of TPN

Controle van de glycemie - Bij diabetes patiënten belangrijk Controle op en preventie flebitis Controle van doorbloeding en bezenuwing - Bij gips, flapchirurgie, vaatchirurgie en perifere neurologische uitvalsverschijnselen Controle op psychisch, fysisch en sociaal welbevinden - Gevoelens van angst, onzekerheid en hoop - Welkonbekwaam - Veranderen zelfbeeld  Wanneer moet de VPK zich zorgen maken? - Gebruik maken van de EWS o Dit systeem biedt hulp om vitaal bedreigde patiënten in een vroeg stadium te herkennen o Vanaf score 3 of hoger: arts verwittigen o Bij sommige patiënten kan je een valse score verkrijgen  Pt die bepaalde medicatie krijgt, .. o Voor zwangere vrouwen en kinderen specifieke EWS - Belangrijk om complicaties te voorkomen en vroegtijdig op te sporen o Inzicht hebben in voorgeschiedenis van pt o Inzicht in mogelijke complicaties die gelinkt is aan ingreep Postoperatief vocht en voedingsbeleid Is afhankelijk van - Aard van operatie o Grote maag en darm ingrepen: 4-5 dagen o Thoracale ingreep: 1-2 dagen o Gewone ingreep 6-8 uren  Protocollen van chirurgie nakijken - Soort anesthesie o Lokaal, loco regionaal of algemeen - Toestand van zorgvrager: braken, dehydratie, naseau,..  Postoperatief vocht en voedingsbeleidgaat over de vochtbalans en elektrolytenbalans - Vochtbalans o Bloedverlies, verlies van interstitieel vocht,… o Berekenen van verhouding tussen verloren en opgenomen vloeistoffen - Naast opvolgen van vochtbalans is elektrolytenbalans opvolgen ook belangrijk

o Dit wordt bekeken via bloedafname Het verbroken evenwicht tussen opname en verlies kan aanleiding geven tot stoornissen in elektrolytengehalte en dit heeft dan weerslag op hart en nierfuncties Houding van de pt Afhankelijk van - Operatie o Abdominale: rugligging o Onderste ledematen: hoogstand - Verdoving o Algemene: ruglig o Regionale: ruglig om syncope te voorkomen - Toestand van pt o Platliggend of trendelenburg  Syncope, shoch, abdominale bloeding o Zittend of halfzittend  Hartaandoening, longaandoening, neurochirurgische ingrepen Postoperatieve pijn = Acute pijn - Goed lokaliseerbaar o Hangt af van aard en plaats ingreep  Thoracale en abdominale pijn bij ademhaling  Orthopedie - Somatische oorzaak - Intensiteit pijn neemt in tijd af o Eerste dag hevige pijn en neemt af na 2-4 dagen - Beïnvloed andere orgaansystemen - Chirurgisch technisch: door wondspreiders of houding op tafel - Hangt ook af van persoonlijke pijngrens van pt o En van socioculturele omstandigheden  Belang van adequate postoperatieve pijnstilling - Pijn meten o Met gevalideerd meetinstrument (NRS, VAS) o Elke 2 uur - Je hebt een standaard pijnschema en ook medicatie die indien nodig gegeven mag worden - PCA: toediening van geneesmiddel door pt zelf o Patient controlled analgesia o Maar pomp zorgt er wel voor dat maximum niet overschreden kan worden o Pt dient wel goed wakker te zijn om dit te besturen  Complicaties ten gevolge van pijn - Ademhaling: pijn ...


Similar Free PDFs