Verpleegkundige interventies PDF

Title Verpleegkundige interventies
Course Anatomie
Institution Arteveldehogeschool
Pages 50
File Size 356.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 56
Total Views 130

Summary

Volledige samenvatting van de verpleegkundige interventies van het eerste jaar verpleegkunde op Artevelde...


Description

Verpleegkundige interventies Hoofdstuk 1: Basisprincipes van verpleegkundig handelen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Hygiëne/ steriliteit Beleving van de patiënt Zelfzorg & inspraak van de patië,t Veiligheid Comfort Ergonomie Ecologie/ economie

Hoofdstuk 2: Behoefte aan rust en slaap 2.1 Slaapfysiologie: het normale patroon van rust en slaap ° circadiaans ritme: ons lichaam is zo ingesteld dat op een periode van 24 uur ons lichaam een bepaald aantal uur slaap nodig heeft en actie + is een cyclus ° In lichaam spelen hormonen en andere factoren dat we slaap nodig hebben -

Temperatuur maakt een bepaalde curve ’s Avonds donker ’s Morgens licht Hartslag is lager Menalotine en cortisol hebben invloed op slaap (hormonen)

° hartslag meten in de ochtend, andere waarde dan midden op de dag ° hormonen hebben ook bep curves en hebben invloed op ons ° indeling maken van slappatroon: -

Meten via EEG= Elektro Encefalo Gram -> hersenactiviteit in kaart brengen Meten via EMG= Elektro Myo Gram -> spieractiviteit in kaart brengen Meten via EOG= Elektro Oculo Gram -> kijken nr oogbeweging

° verschillende slaapstadia in de slaap (= 1 slaapfase): -

Duurt 80-100 min -> daartussen kort wakker worden, wordt meestal niet opgemerkt en dan volgende fase Volwassene 4-6 slaapstadia Kinderen en baby’s -> slaapstadia korter en worden volledig wakker tussen stadia

-

Naarmate vordering nacht, REM-slaap (=lichte slaap) neemt toe -> belangrijk dat Non- REM slaap en REM- slaap zich afwisselen

2.2 Factoren die welbevinden, rust en slaap beïnvloeden ° leeftijdsbehoeften-> naarmate we ouder worden hebben we minder nood aan slaap -

Baby nood aan 16 uur slaap, volwassene nood aan 8 u Jongvolwassene worden minder wakker dan ouderen -> bij jongeren loopt ontwikkeling van hersenen anders Ouderen slapen minder diep

° Geluidsoverlast: bep monitors die geluid maken -> geluid steeds zo veel mogelijk beperken -

Dichtvallende deuren Bloeddrukmeter Leverancier karren …

° vaste gewoonten zoals slaapritueel bij kinderen, bep handelingen vr slapen ° fysieke toestand -> bij ziek zijn, meer slapen + bij dukke dag ° overmatige hoeveelheid prikkels -> veel onrust & angst, minder slaap ° onvoldoende inspanning en beweging -> fysieke activiteit nodig om goed te slapen ° Honger en overdadige maaltijden ° alcohol en medicatiegebruik -> kwaliteit van slaap nr beneden ° Lawaai en andere rustverstoring ° Ongemak -> vb. pijn  Slaaphygiëne!!!  Vb. Post Intesive Care Syndroom -> daarna last van verschillende zaken  Slaap zo veel mogelijk te respecteren van patiënt

2.3 Slaaptekort: gevolgen ° oorzaak: Reizen met een andere tijdszone: westen is gemakkelijker om aan te passen dan oosten ° polysomnografie= onderzoek naar de slaapstructuur en manier van ademen ’s nachts om de reden te vinden van vermoeidheid, slaperigheid overdag, slapeloosheid, stoppen met ademen/ bewegingen ’s nachts -> sensoren meten alles en gebeurt in ZH

2.4 Classificatie van slaap-en waakstoornissen 1. 2. 3. 4.

Insomniën= moeilijk inslapen/ doorslapen Hypersomniën= overdag overmatig slaperig Stoornissen van het slaap-waakritme= mensen gaan niet volgens circadiaans ritme slapen Parasomniën= tijden de slaap optreden: verergeren

2.5 Symptomen van slaap-en waakstoornissen -

Psychologische insomnia Narcolepsie Slaapapnoesyndroom= overmatig luid snurken, door ademnood slaap verstoort is Nachtelijke myoclonus- rusteloze benen Onrustige omgevingsfactoren, slechte slaaphygiëne Invloed van hypnotica, alcohol en stimulantia Slaapritmestoornissen Slaapwandelen (somnambulisme) Nachtangst (pavor nocturus) Nachtmerries Bruxisme (tandeknarsen) Enuresis nocturna (bedplassen) Sleep Talking Scheidingsangst

2.6 Verpleegkundig handelen ° DOEL= -

Ongemak vermijden Rust Algemeen welbevinden ZV bevorderen

Goede slaaphygiëne bekomen

-

-

Slaappatronen-en rituelen te respecteren (indien mogelijk) o Tandenpoetsen o Nachtlampjes bij kinderen o Ontspannen activiteit einde van de dag Zorg voor een comfortabele houding: o Variaties bij bedopschik Piekeren

-

-

o Oorzaak ervan onderzoeken, kijken waar ondersteunen Zorg voor een aangename temperatuur o Vb. voeten hebben koud -> minder goed slapen Vermijd extra spanning o Minder goed slapen daardoor Middelengebruik is geen goede bedpartner, vermijd slaapmedicatie indien mogelijk o Alcohol vermindert slaapkwaliteit o Slaapmedicatie is verslavend Zorg voor ontspanning o Babbeltje slaan o Familiebezoek

Hoofdstuk 3: Behoefte aan beweging & aannemen vd gewenste houding 3.1 Houdingen en bewegingspatronen en beïnvloedende patronen ° normaal motorisch functioneren -

Beenderenstelsel Spierstelsel Zintuigen o Nociceptie= pijnzin o Proprioceptie= positiezin o Tastreceptoren= tastzin o Gezichtsvermogen

3.1.1 Lichaamshouding: mogelijke problemen bij ZV 

Staan -> steeds rechte houding Zitten -> niet onderuitgezakt Liggen Dwanghoudingen -> gerelateerd aan pathologiën/ aangeboren afwijkingen Preventief inzetten op een goede houding om dwanghoudingen te voorkomen

3.1.2 Factoren die motorische functioneren belemmeren ° heeft invloed op lichaamshouding -

Probleem in samenspel spieren-zenuwen-bloedvaten Ernstige ziekte -> vb. ALS waarbij spierziekte lichaamsbeweging aanpast Specifieke handicaps

3.2 Het beoordelen van de motoriek ° gebeurt vaak via observatie

3.2.1 Objectieve gegevens ° Skelet: -

Beweeglijk Buigzaam Stand botten Vergroeiingen Broosheid

° Gewrichten: -

Verstijving Verzwikking Pijnlijk

° Spieren: -

Ontwikkeling Verlamming Spasme Tremor= trillen Contractuur= spierverkorting door langdurig in bep positie Spierpijn Stijfheid

° Bewegingen: -

Coördinatie v speiren Oog-hand coördinatie Grove/ fijne motoriek

° Voortbewegen: -

Soepel bewegen Struikelen Schuifelen Onzekere gang Ongelijke gang Vallen

° Houding: -

Rechtop zitten/staand Wegzakken bij zitten/ liggen Hulpmiddelen

-

Alg. indruk

3.2.2 Subjectieve gegevens 3.2.3 Mobiliseren & mobilisatieoefeningen ° mobilisatieoefeningen: -

Passieve oefeningen dr bep hulmiddelen/vpk Isometrische oefeningen: Patiënt gaat bewust bep spierspanning verhogen, niet hetzelfde als actieve oefeningen -> spierkracht behouden en versterken Isotone oefeningen: actief bewegen en als vpk, pat gaan stimuleren

3.3 Doelstellingen van het vpk handelen ° Bji actuele/ potentiële problemen van het motorische functioneren -

Herstellen/ bevorderen spierkracht & tonus (ook in ongebruikte spieren) Herstellen onafh in dagelijks leven -> wat moet pat nog kunnen Leren omgaan met hulpmiddelen Preventie spieratrofie Preventie contracturen Preventie bewegingsbeperking

3.4 De ZV een goede houding geven ° stilstaan bij natuurlijke houding, zo veel mogelijk proberen respecteren ° Pat verplaatsen met een specifiek zorgsituatie/pathologie opletten bij manutentie -

Na een heelkundige ingreep Therapie met bewegingsbeperking/immobilisatie Hoogstand van lidmaat Parese, spasticiteit Verlamming Rugproblemen Ziekte van Parkinson, Reuma, dropvoet

3.4.1 Taak van een vpk bij mobiliseren/ houding geven -

Info verzamelen ivm motoriek ZV Info geven aan ZV & familie Hulp bieden op tactvolle wijze: o Privacy o Inspraak respecteren

-

-

-

Risicobepaling- mogelijke complicaties opsporen: o Testen evenwicht o Spierkracht o Mobiliteit o Zicht o Rapporteren nr arts en kinesist Hulpmiddelen: o Informatie o Educatie ZV Opstellen van een trilprotocol -> doc gaan gebruiken vr bep verplaatsingen zodat verschillende vpk op hoogte zijn van welke manutentie uit te voeren

3.4.2 Overzicht van de soorten houdingen ° zie cursus pagina 73-82

3.4.3 De verschillende houdingen waar patiënten kunnen verpleegd worden ° aandachtspunten: -

Check dossier Hou rekening met ZV: inspraak, zelfzorg, … Gebruik beschikbare materiaal: kussens, … Neem steeds acties ter preventie van complicaties! o Decubitus= doorligwonden -> steeds veranderende houdingen o Contracturen= spierverkortingen o Spitsvoeten -> bij te strakke lakens aan voeten o Overstrekkingen gewrichten o Verstikking

° Preventie decubitis: -

Onderlaag droog & glad Zwevende hielen Zitbalans -> neutrale & stabiele houding Evt. wisselhouding Evt. hulpmiddelen: kussens, One-Way-glide

° Preventie contracturen & overstrekkingen gewrichten: -

Zitbalans -> neutrale & stabiele houding Evt. wisselhouding

-

Evt. hulpmiddelen: kussens, spalken

° Preventie spitsvoeten ° Preventie verstikking

3.5 Immobilisatie van een lidmaat + hoogstand van een lidmaat 3.5.1 Immobilisatie van een lidmaat ° gebruik maken van: -

Beengoot Orthese/brace Spalk Gips -> vermijden dat er iets wordt afgekneld Deken Warmwaterzak Zandzakje in kussensloop Halskraag Extern fixatiemateriaal -> orthopedisch Eerste hulp bij wervelletsel Tractie -> gewichten die immobiliseren

° hoogstand: -

Been: voet hoger dan knie, knie hoger dan heupgewricht Arm: hand hoger dan ellenboog, ellenboog minstens op gelijke hoogte met beide schouders + ringen & horloges verwijderen Bedklossen Dekenboog

-

° Opletten vr eerste keer opstaan na operatie, behandeling, … opletten voor orthostatische hypotensie 

Schoenen aandoen Hulpmiddelen gebruiken Vragen of pat duizelig voelt Stapsgewijs werken

3.6 Hulp aan een oplopende ZV 3.6.1 Hulp aan een oplopende ZV ° ZV die kan lopen maar die ondersteuning nodig heeft/ hulmiddelen nodig heeft -

Krukken: elleboogkrukken/ okselkrukken  steeds op juiste hoogte: handgreep en pols op dezelfde hoogte Looprek: opvouwbaar/vast/met wielen Wandelstokken: klassiek, drie-poot, vier-poot

-

Loopfiets Rollator -> juiste hoogte en opletten vr juiste houding

3.7 Hulmiddelen bij het verplaatsen & aannemen van een houding bij ZV ° Hulpmiddelen vr ZV en/of vpk bij verplaatsen/ aannemen van houdingen ° kennis van het breed gamma + praktijkuitvoering!! Met aandacht vr juiste keuze & correct gebruik -

Hoog-laag bed: graden zichtbaar, voeteinde hoger/lager, snelle wijziging bij kritieke situatie Optrekbeugel Passieve tillift: plafondlift Actieve tillift Zetel met kantelbaar zit-en ruggedeelte Rollator Rolstoel ReTurn tillift= type actieve tillift Draaischijf vr zetel/stoel/grond Glijzeil: multiglide & one way glide Glijrol/kuitrol Glijplank: van bed in rolstoel Rollboard: ene bed nr andere Lendengordel Beenheffer Bedladder Toiletverhoger Armsteunen Abductiekussen: driehoekig kussen vaak gebruikt bij heupprothese Steunkussen: voor 30° zijligging

° hulpmiddelen bij vervoeren patiënten: -

Rolstoel Brancard Evac-chair: trap op en af brengen Resue-sheet: evacueren onder patiënt aanbrengen bij bedlegerige pat Mini-stretcher onder patiënt en gaan scheppen

Hoofdstuk 4: Verbandleer 4.1 Definities & indicaties ° specifiek verband leggen voor een bep doel  indicatie voor verband is belangrijk, bep vr welk verband -

Afdekken Beschermen Absorberen Steungeven Stelpen …

° NOOIT haakjes gebruiken om verbanden aan te brengen  kans op wondes  beter een pleister

4.2 Materiaaloverzicht & praktische toepassingen 4.2.1 Wondverbanden (steriel/niet steriel) ° Bij steriele verbanden, het steriel proberen houden  bij niet steriele wondverbanden, anders mee omgaan ° Passieve verbanden= gebruiken wnr we iets willen afdekken/ absorberen  verband zelf heeft geen actieve werking ° Actieve verbanden= vaak bestanddelen aan toegevoegd in de stof zodat het verband zelf ook een actieve werking heeft op de wonden -

Vb. Antibacteriële wondverbanden: zit een antibioticawerking in

4.2.1.1 Wonderverbanden als primair/en of secundair verband op een wonde ° primair verband: rechtstreeks op een wonde ° secundair verband: rond de wonde ° verschillende verbanden: -

-

Gaas: o Gaat niet veel absorberen o Zijn geweven o Gebruiken als depper, reinigen, ontsmetten o Niet rechtstreeks op een wonde  verkleeft in een wonde & wordt hard o Kortdurig gebruik Viscose (soort van gaas) o Niet gewoven o Zachter dan een gaas o Gaat niet veel absorberen

-

-

-

-

-

-

-

-

-

o Gebruiken als depper, reinigen, ontsmetten o Minder snel inkleven in een wonde  nog steeds kortdurig op een wonde Cellulose/celstof: o Dikke absorberende laag o Heeft verschillende lagen en gaat goed absorberen o Mag NIET in knippen  absorberende werking een stuk verliezen Katoenwatten: o Wordt thuis nog gebruikt o Bep delen gaan snel inkleven in de wonde o NOOIT rechtstreeks op een wonde o WEL bij gips  2de laag binnen gips/ wonde o Warmte houden Synthetische watten: o Niet gaan absorberen o Behouden vorm o Geen dikke laag aanbrengen zoals bij watten  genoeg met dunnere laag Gaas(pleisterverband): o Voornamelijk gebruik thuis o Niet gebruikt in ZH o Soms wit pleisterverband na chirurgische snede moest het nog nabloeden Polyutheraan verbanden: steriele wondfolie (individueel verpakt) en niet-steriele folie (op rol): o Synoniem: doucheverband o Plastic laag wnr er druppels op komen, niet in wonde terecht komen o Verschillende soorten in:  Kant en klaar verband  Op een rolletje (thuis), eronder gaasverband o Doorzichtigheid kan voordelen hebben om wondsituatie te bekijken o Wondmilieu in stand houden naar vochtigheid o Wond kan blijven ademen, vocht kan niet onder verband komen o Langdurig aanbrengen: aantal dagen Polyurethaan: wondspray o Laagje gaat leggen op een wonde o Bij eerste hulp kits Geperforeerd polyestervlies/ geperforeerd Metallineverband/ melolin verband: o Specifiek laagje aanwezig dat zorgt dat er geen inkleving mogelijk is o Veel minuscule gaatjes in  geen grote absorberende mogelijkheid o Belangrijk op juiste zijde aan wonde aan te brengen Snelverband (=eerstehulpverband) o Kant en klaar kid  zwachtel aanwezig o Bloeding stelpen bij eerste hulp Geïmpregeneerde verbanden: zonder/met medische toevoeging o Zonder: vette gazen  daardoor geen inkleving & daarboven nog iets anders o Met: kan ontsmettende werking hebben, antibiotisch zijn  vb. iso-betadine

o

Vaak in praktijk in stukjes knippen

4.2.1.2 Zwachtelverbanden - Cambrickzwachtel/ klassieke zwachtel: o Hydrofiel gaasverband o 1 keer gebruiken o Veel gaatjes  absorberen o Wordt gebruikt om het eerste aangebracht wondmateriaal te fixeren o Kan gebruikt worden als beschermingszwachtel - Bescherm-en watteerzwachtel: o Gelijkaardig aan synthetische watten o Aanbrengen voor berschermende functie o Onderlaag voor gipsverbanden - Zinklijmzwachtel: halfhard wordend compressief verband/ soepele druk & steunverbanden o Halfhard worden compressief verband:  Iets gaan vastzetten  Bij een gips als nabehandeling o Soepele druk & steunverbanden:  Wel nog bewegingsmogelijk  Ook steun bieden  Kan bij fractuur, vermijden dat trombose aantreedt, … - Elastische/ synthetische zwachtels: o Soms vermenging met katoen o Licht van stof o Rekbaar o Kunnen zelfklevend zijn - Crêpezwachtel: Velpeauverband o Elastische zwachtels o Zacht aan & crepestructuur o Aan zijkant gekleurde draad  Bij rood: wol & katoen  Bij blauw: enkel katoen o Fixeren van materiaalverband o Steunverband o Duurzaam  lag kan gebruiken - Elastische drukzwachtels: verschillende niveaus van rekbaarheid o Zwachtels specifiek voor een drukverband o Lang rek verband o Kort rek verband o Voor problemen bij doorbloeding onderbenen met oedeemvorming  vocht blijft staan in benen - Zelfklevende fixatiezwachtels:

-

o Blijft automatisch kleven maar niet op de huid, toch gemakkelijk los te maken o Vaak gebruikt bij pediatrische afdelingen Noodverbanden: propere zakdoek, handdoek, laken, … o Zeker wnr gestreken is  kan optie zijn wnr er geen andere opties zijn o Enkel in noodsituaties

° Aanleggen van zwachtelverbanden: -

Zie e-learning ‘verbandleer’ Aandachtspunten: worden gevraagd op het examen

4.2.1.3 Kleefpleisters - Gaaspleisterverband: o Witte gedeelte niet aanraken!!! - Verschillende mogelijkheden: leukopor, micropore, leukoplast o Sommige zijn papieren pleisters o Doelen van types weten, zodat je weet wnr te gebruiken - Geperforeerde kleefpleister: o Verluchting mogelijk van huid + verdamping  interessant vr zweten o Kant en klaare verbanden o Ook op een rol o Kan niet iets in wonde terechtkomen - Hechtstrips/ steri-strips: o Gebruikt bij eerste hulp noodsituaties o Bij een gapende wonde zonder dat er gehecht moet worden o Wonde wordt terug aangesloten

4.2.1.4 Gips & gipsverbanden ° Eerst een polstering aanbrengen= onderlaag met vaak synthetische watten ° Daarboven gips ° Aandachtspunten bij gipsverbanden kennen!!!  zie pg 110 -

-

Gewone gipszwachtel/ gipsverband Synthetische gipszwachtel: o Allerlei kleuren o Vlug uitharden  na een halfuur kunnen bewegen o NOOIT rechtstreeks op huid Gipsspalken: o Specifieke vorm is belangrijk, daarom werken met spalken o Rekening houden met anatomische houding van het lidmaat

4.2.1.5 Tapes (niet-elastische verbanden) ° gebruikt bij sport en kinesisten

4.2.1.6 Doekverbanden ° gebruikt bij eerste hulp  driehoeksverband

4.2.1.7 Tubulaire verbanden ° proberen om een tube te vormen ° bij bepaalde lichaamsvormen kan het handig zijn  armen, benen, buik, vingers

4.2.1.8 Elastische verbanden- compressietherapie ° soorten elastische verbanden: -

Elastische drukzwachtels: o Antitrombosekousen  Kort na operatie gebruikt  Bij onderbenen heb je risico op klontervorming & tromboses bij aders omdat bloed terug moet vloeien naar boven  Veneuze pomp imiteren/imiteren  Preventieve werking  BELANGRIJK: juiste maat!! Kijken nr omtrek van de bil, omtrek kuit & hoogte tot het achterste  Verschillende aantrekhulpen om antitrombosekousen aan te brengen o Drukkleding o Compressiekousen o Compressieverbanden

1. Veneuze compressietherapie: ° Doel: kuitspierpomp ondersteunen  daling veneuze druk, verbetering bloedflow, vermindering oedeem o

Vb. Bij preventie & behandeling open beenwonde (ulcus cruris)

° Soorten compressieverbanden: -

Elastische drukzwachtels: o Lange rek verbanden:  Bij passieve patiënten  immobiele paitënt  Hoge rustdruk  1 verband aanbrengen  ’s ochtends aanbrengen & ’s avonds afdoen

o

Korte rek verbanden  Bij mobielere patiënten  Verschil in spanning en elasticiteit tegenover lang rek  Lage rustdruk  Bij stappen een hoge druk= hoge arbeidsdruk  2 verbanden aanbrengen in verschillende richting  Mogen langdurig & ’ s nachts ter plaatste blijven

° Kiezen tussen kousen/ zwachtels: -

Voorkeur patiënt Bij onderliggende wonde met verband  voorkeur voor zwachtels Veel oedeem  voorkeur zwachtelns, daarna kousen Onregelmatige contouren  zwachtels/ op maat gemaakte kousen

° Aandacht: -

Elastische zwachtels creëren spanning op lidmaat  afrollen tegen huid  ander kans op extra druk op huid met als gevolg een afknelling

° Symptomen met veneuze insufficiëntie: 

Vochtopstapeling/ zware benen Pijn/ nachtelijke krampen/ tintelingen Spataders, takkenbosvenen Huidpigmentatie Zeer droge huid Ontstekingsverschijnselen: pijn, rood, zwelling warmte

° Ontstaan van Veneus Ulcus crulis: -

Slechte doorbloeding ten gevolge van verschillende oorzaken (te weinig beweging, hartkleppen werken niet goed meer, hartpompfunctie werkt niet goe...


Similar Free PDFs