Samenvatting - verpleegkundige zorg voor een patiënt met pijn PDF

Title Samenvatting - verpleegkundige zorg voor een patiënt met pijn
Course Verpleegkundige zorgverlening 3
Institution Hogeschool Vives
Pages 16
File Size 180.6 KB
File Type PDF
Total Downloads 12
Total Views 142

Summary

Verpleegkundige zorg voor een patiënt met pijn...


Description

Verpleegkundige zorg voor een patiënt met pijn Definities van pijn -

Pijn is een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met een feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging of die beschreven wordt in termen van weefselbeschadiging

Uit de definities kunnen we afleiden dat pijn van: - Lichamelijke en/of - Emotionele aard kan zijn Menselijke pijnervaringen bevatten gewoonlijk drie kenmerken: - Iets onaangenaams - Een aantasting van het persoonlijk welbevinden of van de beschermende barrière - Een waarschuwing voor gevaar

Begrippen Pijndrempel -

Pijndrempel wordt bereikt op het moment waarop de pijn wordt waargenomen Laatste intensiteit van een prikkel die nodig is om bij een bepaald een persoon pijn te veroorzaken Omgevingsfactoren belangrijke rol o Positieve zin o Afleiding in negatieve zin o Opvoeding o Zelfdiscipline o Omgeving o Aandacht voor anderen

Pijnintolerantiedrempel -

Pijngrens Pijn wordt ondragelijk zowel voor wat duur of intensiteit betref Wisselend van persoon tot persoon

Pijnreceptor -

Gespecialiseerd zenuwelement, dat gevoelig is voor bepaalde inwendige of uitwendige prikkels welke omgezet worden tot elektrische signalen

Nociceptie -

Gewaarwording of het vermogen om pijn waar te nemen door het lichaam

1

Theorieën over pijn Somatische, dualistische benadering -

Maakt onderscheid tussen lichaam en geest Lichamelijk prikkel noodzakelijke voorwaarde voor ontstaan van pijn Psychische factoren wel invloed op hoe men pijn beleef Gedrag gezien als direct afhankelijk van mate van weefselbeschadiging

De Poorttheorie -

Veel invloed gehad op het denken over pijn wijze waarop iemand pijn ervaart kan worden beïnvloed en dat poortmechanismen in het zenuwstelsel de transmissie van pijn beheersen poort open -> pijnprikkels in staat om bewustzijn niet te bereiken en pijn wordt niet gevoeld Theorie biedt tevens verklaring voor feit dat vergelijkbare prikkels bij één wel pijn, en bij andere géén pijn veroorzaken

3 neurologische mechanismen hebben invloed op openen en sluiten van poort - Activiteit in de dikke en dunne zenuwvezels die pijnprikkels geleiden o Pijnprikkels langs dunne vezels o Dikke zenuwvezels sluiten de poort voor prikkels die via kleine vezels lopen o Huid veel dikke vezels o Pijnbehandeling via huid toegepast o Transcutane elektrische zenuwstimulatie:  Doel de doorgife van pijnprikkels te sluiten, waardoor pijn vermindert -

Prikkels uit hersenstam die het gevoel van pijn beïnvloeden o Controlepunten van formatio reticularis in de hersenstam reguleren de zintuigelijke input o Patiënt voldoende zintuigelijke waarnemingen ontvangt, zendt de hersenstam prikkels uit die de poort sluiten en voorkomen dat pijnprikkels worden doorgegeven o Geen of onvoldoende zintuigelijke input is, blijf de poort openstaan en worden de pijnprikkels doorgegeven o Behandelingen toegespitst op dit onderdeel van poorttheorie hebben te maken met zintuigelijke input

2

-

Activiteiten in de hersenschors en de thalamus o Gedachten, emoties en herinneringen kunnen pijnprikkels oproepen die het bewustzijnsniveau bereiken o Vroegere pijnervaringen beïnvloeden manier waarop patiënt op pijn reageert o Behandelingen  Gebruik van verschillende ontspanningstechnieken  Geven van voorlichting over wat patiënt kan verwachten  Patiënt gecontroleerde pijnstilling en pijnpreventie

Gedragstheoretische benadering -

Integreert de lichamelijke, psychische en sociale aspecten van pijn

Nociceptie: - Signaleren van weefselbeschadiging door het zenuwstelsel Pijngewaarwording: - Pijndrempel is bereikt Pijnbeleving: - Emotionele gewaarwording veel variaties in pijnbeleving worden beïnvloed door psychologische, sociale en culturele factoren (…angst…) Pijngedrag: - Interactie met omgeving ook afhankelijk van door psychologische, sociale en culturele invloeden Chronische pijn zonder aanwijsbare lich oorzaak is te verklaren vanuit zg. stimulus-responsreactie: - Pijn -> stimulus - Laat merken aan zijn omgeving -> respons - Omgeving reageert op die pijn door hem te ontslaan van vervelende karweien -> nieuwe stimulus - Patiënt reageert daar weer op door nog meer pijn -> bekrachtiging - Omgeving reageert daar weer op - Houding omgeving kan pijngedrag onderhouden of versterken

3

Fenomenologische pijnbenadering Pijn zegt iets over hoe men in de wereld staat - Lichamelijke prikkel - Betekenis van de pijn staat centraal -

Eenzelfde pijnprikkel bij dezelfde patiënt is in de ene situatie wel pijnlijk, in een andere situatie niet Eenzelfde lichamelijk letsel wordt individueel anders gevoeld Belang van interacties tussen o Patiënt en zijn relaties o Patiënt en zijn hulpverleners

Meest voorkomende oorzaken van pijn Prikkelende chemische stoffen -

Directe prikkeling van vrije sensorische zenuwuiteinden, wat pijn veroorzaakt Bepaalde chemische stoffen komen vrij uit beschadigde weefsels: kinines, prostaglandines o Ontstekingsreactie o Prikkeling van bepaalde receptoren in beschadigd gebied

Ischemie -

Bij onvoldoende bloedvoorziening kan de afvoer van zure afvalproducten van de celstofwisseling verhinderd worden en kan pijn optreden o Prikkelen vrije zenuwuiteinden

-

Afsterven van weefselcellen o Prikkelende chemische stoffen komen vrij: histamine, serotonine, bradykinine, prostaglandine  Ontstekingsreactie  Prikkeling van bepaalde receptoren in beschadigd gebied. ( vb. Prostaglandines hebben een sensibiliserend effect op de pijnreceptoren)

Mechanische traumata -

Fysiek geweld Te grote uitrekking of contractie van bepaalde spieren of organen Langdurige druk op bepaalde weefsels o Ischemie o Ophoping van afvalstoffen door verhoogde celstofwisseling bij langdurige spieractiviteit

4

o Afvoer van deze afvalstoffen is belemmerd

Extreme temperaturen -

Warmte: o Branderige pijn -> vrijkomen chemische stoffen uit beschadigde weefsels -> aanhoudende pijn

-

Koude: o Vasoconstrictie -> ischemie

Beïnvloedende factoren Fysische factoren -

Lichamelijke vermoeidheid Neurologische aandoeningen kunnen pijngevoel opheffen -> analgesie Hyperesthesie (gordelroos) Stoffen die aan beschadigde weefsel grenzen Plaatselijke pijn kan verhoging van pijndrempel in ander lichaamsdeel veroorzaken

Psychische factoren -

-

Persoonlijkheid Vroegere ervaringen: o Vroegere operaties, pijnlijke onderzoeken of verzorgingen… o Herinnering aan pijn vóór de amputatie kan zorgen voor pijnprikkels na amputatie  Onderscheid:  Fantoomsensatie  Stomppijn  Fantoompijn Angst Depressie, vermoeidheid, hulpeloosheid Betekenis die aan pijn toegekend wordt Culturele en religieuze achtergrond Kennis i.v.m. pijn

Sociale factoren -

Opvoeding Gezinsgrootte Reacties van omgeving Gevolgen van pijn op het sociale leven

5

Soorten pijn Acute pijn -

Duurt korter dan 3 maanden Oorzaak kan opgespoord worden Behandeling van oorzaak Heef signaalfunctie: is nuttig (vb.postop pijn) o Kwaliteit van pijnbestrijding i.f.v. het voorkomen van complicaties o Wordt vaak onderbehandeld (is normaal, hoort erbij)

Chronische pijn -

-

Is een ziekteproces op zich: is pathologisch Duur is onbeperkt, vaak onvoorspelbaar Oorzaak vaak niet meer te achterhalen Behandeling is symptomatisch o Aandacht voor de verschillende beïnvloedende factoren! o Vb. kankerpijn (angst, spanning, eenzaamheid)  Pijn door de primaire tumor en / of metastasen  Pijn door de behandeling: radiotherapie / operatie wond- of littekenpijn  Pijn indirect verbonden met de kanker (vb decubitus)  Andere pijn (vb osteoporose) Komt zeer veel voor (23% van de belgen) o Leefijd 18-50 jaar o Meesten zouden willen sterven, verliezen hun baan, worden depressief, hebben zelfmoordneigingen

6

Observeren Algemeen -> pijnanamnese -

Algemene gegevens over die persoon als totaliteit: wie, hoe (karakter, leefwereld, interesses, hobby’s….) o Van belang i.f.v. juiste diagnose, interventies, aanpassingen

-

Observatie en rapportage o Intensiteit (pijnschaal) o Lokalisatie: waar? diepe? oppervlakkige pijn? o Tijdstip / duur: uren, minuten, seconden o Frequentie / fluctuaties o Aard / kwaliteit: stekend, brandend… o Resultaat van de pijnbestrijdingsmiddelen : evolutie o Aanwezigheid van beïnvloedende factoren:  Mogelijke intrinsieke factoren: angst, misselijkheid, braken, hoesten  Mogelijke extrinsieke factoren: dyscomfort..

Pijnfasen -

Beginfase: is bepalend voor reactie van de patiënt (anticiperen op pijn) Eigenlijke pijnfase: observeren / rapporteren: pijnkenmerken, betekenis van de pijn o Zorg afstemmen op de noden Eindfase: verwittigen / observeren / effect van pijnbehandeling evalueren

Pijngedrag -

Observaties die bij de patiënt wijzen op pijn

-

Omvat 3 aspecten o Het feit dat er pijn aanwezig is o Kenmerken van de pijn o Betekenis van de pijn

Onderscheid tussen: - Verbale uitingen o Patiënt kan heel wat informatie geven o Let ook op de manier waarop P. iets zegt: snel/schel – langzaam / monotoon – luid/ kortaf o Cognitieve ontwikkeling bepaalt de taalvaardigheid en effectiviteit van de verbale uitingen; kan verlaagd zijn door hersenbeschadiging , medicatiegebruik -

Vocalisaties

7

o Geluiden: kreunen, snikken,schreeuwen,… o Zijn belangrijk communicatiemiddel bij personen die niet zo taalvaardig zijn o Vaak onwillekeurig -

Gelaatsuitdrukkingen

-

Lichaamsbewegingen o Onbeweeglijk: een houding zoeken die de minste pijn veroorzaakt o Doelloze of ongecoördineerde bewegingen o Beschermende bewegingen o Ritmische of wrijvende bewegingen

-

Lichamelijk contact met anderen o Vecht- of vluchtreacties o Aanrakingen : actief /passief accepteren

-

Herkenbaar gedragspatroon o Adaptatie- of verdedigingsmechanisme:  Rationalisatie  Ontkennen  Projectie o Uitingen van kwaadheid, machteloosheid, angst, schuld o Cultuurinvloeden

Specifiek: pijnmetingen Pijnmetingen: - Wekken de indruk dat er eenvoudig verband bestaat tussen pijn en getal - MAAR pijn is complex gegeven Pijnbeoordeling: - Pijn is multidimensionaal begrip met sterke subjectieve invloeden

8

Fysiologische parameters -

-

Observatie van neuro-endocriene en autonome reacties die objectief meetbaar zijn = maat voor de pijnintensiteit o Opm: stressreactie is niet specifiek voor pijn Bloeddruk stijgt AH – Pols- Spierspanning verhogen Huidtemperatuur verlaagt (klamme huid) Gedilateerde pupillen Afgife stijgt van stresshormonen: adrenaline, noradrenaline, dopamine, groeihormoon, Afgife stijgt van endogene opoïden in de liquor Verschijnselen doven snel uit (adaptatie vh autonome zenuwstelsel) Toch van belang te observeren: o Tijdens operatie, in ontwaakruimte, bij minder bewuste patiënten

Unidimensionale zelfrapportage -

Wordt gebruikt bij bij patiënten met ACUTE pijn Subjectieve pijnbeleving Eén dimensie van pijn wordt gemeten : intensiteit

Verbale schaal -

Gemakkelijk te gebruiken Moeilijk te beoordelen

Nummerieke schaal -

Cijfer toekennen: 0-10

Smiley analogue scale -

Gezichtjes

Visual analogue scale (VAS) -

10 cm lange lijn Cursor verplaatsen Verloop van de pijn volgen bij éénzelfde patiënt

Meetschaal voor ouderen en meetschaal voor ouderen met dementie

9

Multidimensionale zelfrapportage -

Meerdere dimensies van de pijnbeleving Aan de hand van vragenlijsten Voor patiënten met CHRONISCHE pijn Leveren bijdrage voor wetenschappelijk onderzoek vb effect van pijnverlichtende interventies Niet op grote schaal bruikbaar

Pijndagboek -

-

Zeer waardevol om inzicht te krijgen in: o Welke mate pijn al of niet de dagelijkse activiteiten beïnvloedt o Welke medicatie genomen wordt o Effect van die medicatie o Andere pijnbestrijdingsmiddelen o Effect van deze middelen Deze metingen zijn een hulpmiddel /geen doel op zich!

Pijnreducerende interventies door verpleegkundigen Communicatie over pijn -

Eerst luisteren naar P. Afstemmen op de P. Verschillende soorten info

Patiënten met acute pijn -

Doel: houding t.o.v. pijn wijzigen Gepaste info geven Praten over de betekenis van de pijn bij de P. Soorten info: ( zie cursus communicatieve vaardigheden) o Info over wat gaat gebeuren o Info over wat P. zal voelen, horen, zien, ev. ruiken o Info over hoe hij kan meewerken o Info over pijnmedicatie: moment van inname, werking, bijwerking

Patiënten met chronische pijn -

Begeleiden : ……. kan gunstige invloed uitoefenen op pijnbeleving, angst, spanning, depressieve gevoelens o Gevoelens laten verwoorden / onderkennen o Vertrouwensrelatie moet groeien

10

Begeleiding van derden -

V. is vaak medium tussen patiënt, familie, arts, andere hulpverleners Familie: o Vaak angst, schuldgevoel, machteloosheid, woede o Weten niet wat ze kunnen doen o Kunnen info geven: pijnbeleving en pijngedrag van de P., welke pijnbestrijdingsmethodes .. o Kunnen ons tips geven

-

Arts o Behandeling wordt vaak afgestemd op rapportage van verpleegkundigen

Non-verbaal contact -

Troostend gebaar Aanwezigheid Oogcontact

Bevorderen van de autonomie -

Actieve participerende houding geeft P. het gevoel meer controle te hebben over pijn (PCA) (PCIA - PCEA) o P. beheert zelf zijn medicatie tegen de pijn o Kan zz bolussen toedienen zonder gevaar voor overdosage o Minder angst o Pijnstilling effectiever, lagere dosage

-

Activatie van mobiele P. o Zelfzorg o Dagkledij o Haalbare voorstellen

Zorgen voor sfeer en omgeving -

Een zaal versieren met bloemen op feestdagen, ruimte en licht hebben tevens een effect op pijn

Zorgen voor afleiding -

Bij voorkeur meerdere zintuigen tegelijkertijd prikkelen Contact met anderen (bezoek) Activiteiten aanbieden zodat P. minder gefixeerd wordt op zijn pijn

11

Zorgen voor rust -

Slaap respecteren Oorzaak van slapeloosheid achterhalen

Eenvoudige middelen of maatregelen -

Glas melk bij branderig gevoel thv de maag Kleine porties licht verteerbare voeding bij pijnlijke maag- en darmklachten Herpositionering van kussens, gebruik van speciale matrassen Houding van de patiënt wijzigen Aandacht besteden aan de pijnbestrijdingsmethoden die de patiënt spontaan aanwendt.

Massage -

Ontspannend Stimuleert circulatie Poorttheorie Gepaard met communicatie

Ontspanningsoefeningen -

Geestelijke en lichamelijke ontspanning Georiënteerd op ademhaling, verminderen van spierspanning Leidt tot enige controle over de pijn Gevoel van machteloosheid kan verminderen

Aanwenden van koude en warmte -

Warmte stimuleert de circulatie o Bij pijnlijke spierspasmen  I.R. bestraling  Hot pack  Kersenpitkussentje

-

Koude veroorzaakt vasoconstrictie, vermindert zwelling en druk op zenuwuiteinden o Bij verzwikte enkel, na plaatsen knieprothese en passieve mobilisatie  Cold pack  Natte compressen

Toedienen van pijn medicatie -

Toedienen van pijnmedicatie op voorschrif van de arts Info aan P. Adequate observatie Evaluatie 12

-

Rapportage Overleg met arts

Deze interventies vergen goed inzicht in de pijn en pijnbeleving van de P.

Farmacologische interventies Analgetica toedienen: -

Perifere pijnstillers of niet opoïde o Oefenen werking uit op plaats van de weefselbeschadiging: nociceptieve werking o Vaak ook koortswerend en ontstekingsremmend o Niet opoïde analgetica  Paracetamol: Dafalgan®, Perfusalgan® o Acetylsalicylzuur, salicylaten:  Aspirine®, Aspégic®, Asaflow® o NSAID:  Voltaren®, Brufen®, Apranax®, Tilcotil®, Indocid®

-

Centrale pijnstillers of narcotische pijnstillers of opoïde o Sterk analgetisch o Verlagen bewustzijn in sterkere mate dan perifere pijnstillers o Hebben heel wat nevenwerkingen  Durogesic®, MS contin®, Dipidolor®, Sufenta®, Codeïne®

-

Co-analgetica o Anti-depressiva o Anti-histaminica o Anxiolytica o Anti-epileptica o Corticoïden o Sedativa

13

Andere pijnreducerende interventies Zenuwbaanblokkade -

-

Toepassing: bij chronische pijn o Onderbreking van de pijngeleiding in de perifere zenuwvezels door:  Thermolaesie  Injectie met alcohol of fenol in de zenuwbaan Afhankelijk van een aantal factoren: o Lokalisatie pijnregio o Afwegen nut tov risico ingreep o Tijdelijk effect o Zenuwinfiltratie vergemakkelijkt soms fysische revalidatie

Palliatieve behandeling -

Bestraling Chemotherapie Hormonale therapie Chirurgie  Vermindert pijnlijke druk op de zenuwen

Acupunctuur en acupressuur -

Een manier om de levensenergiestroom van het lichaam bij te sturen Oosterse geneeswijze o Ziekte = verstoring van evenwicht

-

Oosterse geneeskunde: o 2 polariteiten: (Yin en Yang) aanwezig in alle fenomenen als elkaars tegenpool en elkaars aanvulling)  Dag / nacht  Warmte / kou  Voorkant / achterkant

-

Iedere mens heef zijn eigen Yin – Yang balans o Verstoring van die balans = je wordt ziek o Herstel van die balans = voorwaarde voor genezing

-

Daarnaast : een 3e bewegende energiestroom: Qi

14

Acupunctuur: - Dunne naalden worden in acupunctuurpunten, langs de meridianen van lichaam geplaatst. - Elke meridiaan -> speciaal effect op specifiek systeem of orgaan - Naalden worden gemanipuleerd o Blokkades worden weggenomen of energiestroom wordt gestimuleerd - Acupunctuurnaalden fungeren als ‘t ware als sluis die energiestroom reguleert van overladen meridiaan naar één met tekort aan energie

Fysiotherapeutische interventies -

Massage Bewegingstherapie

Fysische technieken - Lymfedrainage bij lymfoedeem - Oefentherapie bij contracturen en spieratrofie - Ontspanningsoefeningen bij thoraxchirurgie - TENS bij chronische pijn - Warmtetherapie

Hypnose Veroorzaakt - Gewijzigde bewustzijnstoestand, andere manier van omgaan met zichzelf - Gevoel van welbehagen en innerlijke rust - Toestand van grotere concentratie op zichzelf - Manier van zijn, wanneer geest geen rekening meer houdt met buitenwereld -

Is een ontspanningstechniek Suggestie Onder begeleiding van psychologen Pt kan gevoel krijgen controle te hebben over de pijn o Kortdurende pijnlijke ingreep o Chronische pijnklachten o Extreem angstige patiënten

15

Evalueren en rapporteren Evalueren van pijnreducerende interventies -

Zeer belangrijk naar effectiviteit Onderscheid tussen o Evaluatie uitvoering o Evaluatie effecten

-

Patiënt is belangrijkste informatiebron met behulp van kwaliteit uitvoering via o Observatie non-verbaal pijngedrag o Pijnanamnese o Pijnintensiteit scores o Pijndagboek

-

Pijn evaluatie is een continue proces o Bij voldoende pijnverlichting of – wegname -> interventies op dezelfde wijze verder zetten o Indien geen gewenst resultaat qua pijnverlichting -> interventies aanpassen of wijzigen

Rapportage -

Goede schrifelijke en mondelinge rapportage = belangrijk Multidisciplinaire benadering o Bevorde...


Similar Free PDFs