Verpleegkundige wetenschappen, VKT1, Academiejaar 2021-2022 PDF

Title Verpleegkundige wetenschappen, VKT1, Academiejaar 2021-2022
Course Biomedische wetenschappen
Institution Hogeschool West-Vlaanderen
Pages 30
File Size 1.9 MB
File Type PDF
Total Downloads 134
Total Views 442

Summary

Verpleegkundige wetenschappenInleiding1 Klinischezorg-expertBachelor in de vpk is verantwoordelijk vd uitvoering, organisatie en coördinatie van het verpleegkundig zorgproces. De bachelor in de verpleegkunde is een klinisch zorgexpert. Hij bezit een grondige kennis van de biomedische wetenschappen (...


Description

Verpleegkundige wetenschappen Inleiding 1.0

Klinische zorg-expert

Bachelor in de vpk is verantwoordelijk vd uitvoering, organisatie en coördinatie van het verpleegkundig zorgproces. De bachelor in de verpleegkunde is een klinisch zorgexpert. Hij bezit een grondige kennis van de biomedische wetenschappen (ana, fys, farm, patho) binnen diverse zorgdomeinen waardoor hij ProActiev kan redeneren vanuit een holistisch referentiekader (zorgthema’s) met oog voor preventie en educatie.

1.1

Wat is klinisch redeneren?!

Wat: benadering van een pt op een gestructureerde en systematische wijze. ! De 4 O’s: 1) Observeren: moet gebeuren op basis van continue meetbare gegevens of! waarnemingen. Anders is het geen observatie maar vermoeden " 2) Ordenen: Je gedachten ordenen adv wat je geobserveerd hebt. Alle observaties! vervolgens ordenen voor we een oordeel kunnen stellen" 3) Oordelen: vaststellen om welke problematiek het gaat en wat prioritair is. Na de! ordening vd observaties kunnen we een oordeel geven aan de situatie. ! Vb; verkeerssituatie. 1) je ziet fietsers, voetgangers, stoplichten, voetpaden, verkeerchaos " 2) al deze observaties plaats je pijlsnel in verbinding met elkaar in relatie tot! de verkeersregels " 3) na deze ordening neem je een besluit. Code groen = steekt over" Code Oranje= je twijfelt, stopt" Code Rood= je steekt niet over " 4) Overdenken: Noodzakelijke drive om actief te blijven redeneren en niet te te" eindigen in laksheid en normvervorming " Het geheel van klinisch redeneren is een cyclisch en dynamisch proces. Overdenken is noodzakelijke drive om actief te redeneren en niet te eindigen in laksheid en normvervaging. " Diagnostisch proces + achtergrond-kennis = analyseren klinisch redeneren " Continu, kritisch nadenken over specifieke patiënt situatie en wat moet ondernomen worden voor bestaande en potentiële problemen

6 stappen van klinisch redeneren:" Stap 1: Oriëntatie op de situatie: proberen zicht te krijgen op de pt situatie, gezondheid toestand in kaart"

Stap 2:

Stap 3: Stap 4:

Stap 5:

Stap 6:

brengen door relevantie informatie te verzamelen. Deze info structureren met hulp van ! redeneerhulpen. ISBARR kan helpen hierbij. Redeneerhulpen om parameters gestructureerd! weergegeven. EWS-> niet acute situatie / ABCDE -> acute situatie ! Klinische probleemstelling: dieper ingaan op klinische probleemstelling. Focus op uitzoeken! kernproblemen (18 zorgthema's door Mark Bakker) zorgthema's overlopen om te bepalen waar! probleem zich voortdoet en hierbij prioriteiten te stellen. In functie hiervan denk je na over welke! zorgthema’s hierbij centraal staan. En welke verpleegproblemen zich in die zorgthema’s voordoen.! (Holistische visie!!!) Hou rekening met de psychosociale (sociaal isolement) en somatische! problematiek (hartfalen) leg linken tussen de zorgthema’s en zorg voor structuur dmv! redeneerhulpen. Mindmap per zorgthema van Mark Bakker! Aanvullend klinisch onderzoek: aandacht aanvullend klinisch onderzoek. Nadeken welke Info er! ontbreekt. (Holistische visie!!!) denk aan zowel de psychosociale onderzoek (MMSE) als somatische! onderzoeken (RX thorax) ! Klinisch beleid: denk na over kritisch beleid. Sta stil bij hoe prioriteiten aanpakken. hiervoor stel je! een vpk zorgplan op. Waarin nagedacht wordt welke interventies je als vpk kan ondernemen en met! welke disciplines je kan samenwerken om probleem aan te pakken. goede zorg voor pt staat! centraal maar vergeet de familie niet! Denk niet allen aan de somatiek (opstarten AB) of aan! psychosociale (consult psycholoog) gebruik hulpmiddelen zoals Capentio en thuiszorgboekje. " Klinisch Verloop: bekijk het verdere verloop op korte en lang termijn. Denk na hoe dit het beste! bereikt wordt. Duf stil te staan bij de mogelijke complicaties die kunnen optreden. Vergeet het! holistische niet somatische en psychosociaal. Zorgplan -> structuur, onderneming " Nabeschouwing: door te reflecteren leer je na denken over je handelen. Sta even stil bij de wat de! casus je heeft bijgebracht. Beschrijf je omvindingen omtrent de kwaliteit van de zorg. Denk aan! internationaal aanvaarde dimensies van kwaliteit. Bv: veiligheid, efficiëntie. Denk aan de ethiek.! Geef aan of er ethische dilemma’s of tegenstrijdigheden waren + omgang hiermee

1

Klinisch redeneren is holistisch: ! 1) Oriëntatie op de situatie: doel: actuele gezondheidssituatie (klinisch beeld) vd patiënt in kaart brengen. " Als verpleegkundige wordt van je verwacht dat je de actuele gezondheid situatie van je patiënten in kaart kunt brengen door: 1) informatie te verzamelen" 2) informatie weer te geven " Redeneerhulpen: SBAR, AMPLE, SIRS-criteria, EWS-score" 2) klinische probleemstelling " 3) aanvullend klinisch onderzoek" 4) klinisch beleid" 5) klinisch verloop" 6) nabeschouwing " Klinisch redeneren is bio-psycho-sociaal: Beeld over toestand pt. Als pt dit niet aangeven= patiënt! advocate. Belang voor observatie. Bij bevraging hoe het gaat, niet de bedoeling om sociaal! wenselijk antwoordt te krijgen maar wel om na te gaan hoe het werkelijk gaat. " Patiënt; mentale toestand, stem, spraak, denkvermogen, alertheid,… bij het vragen hoe het gaat" vertrekken we uit 3 competenties. 1) observatie" 2) Analyse" 3) communicatie ! Multifocale bril opzetten: !

- acute zorg bril: we zien een patiënte op het ok of spoed" - chronisch zorg bril: geriatrie, woon-zorgcentrum, thuiszorg, mantelzorg,…" - Pediatrische bril: omgang met ouders in moeilijke situaties, moeder en pasgeborene,… " - Psychiatrische bril: belangrijk multifocale bril, die elke blik opvangt. Pt holistisch benaderen Waarom klinisch redeneren: patiënten veiligheid. Job veiligheid, Accreditatie, financiering, ! toenemende complexiteit en diversiteit

Toolkit klinisch redeneren: twee tools, communicatie en assessment Toolkit klinisch redeneren-communicatie: " Miscommunicatie is de oorzaak van bijna 70% van de medische fouten!!! " Communicatie problemen: gebrek structuur, verkeerde info, verkeerd begrepen " Tools:" 1) SBAR: communicatie tool voor verbeterde overdracht tussen zorgverleners over pt. oorsprong USA" situation: 1) stel jezelf voor" 2) check dat je de juiste patiënt en locatie hebt" 3) noem de naam van de patiënt en de locatie" 4) noem de reden van je oproep" 5) noem de vitale functies (ABCDE) en actuele uitslagen (bv; lab, RX)" Background: - reden van opname" - relevante medische voorgeschiedenis" - relevante medicatie " - meld eventuele behandelingsbeperkingen (bv; NR, NRMB, NIC)" assessment: - Ik denk dat het probleem het volgende is" - de patiente gaat achteruit en ik weet niet wat eht probleem is" - de patiënt is instabiel" - ik denk dat het mogelijk respiratoir/ circulatoir/ neurologisch/ is namelijk… ! recommendation: - geef duidelijk aan wat je van de arts verwacht" - EWS > 3 beoordeel door arts < 30 min!" - wat moet er volgens jou gebeuren" - vraag of stel voor wat je zelf kunt doen" - Tel. Advies: hoevaak controles uitvoeren? Waneer contact met arts? Read back!" 2) ISBARR: I staat voor identification " R staat voor repeat ! 3) DRAW: Overdracht essentiële informatie " Diagnose:" recente wijzigingen:" antecedenten:" wat observeren (overdracht essentiële info):" 4) CUBAN: efficiënte overdracht " confidentieel:" uninterrupted:" brief:! accuraat:" named nurse (efficient overdracht): Toolkit klinisch redeneren-assessment: ! Continue kritisch nadenken-meedenken over de situatie van de patiënten en de kleine en grote beslissingen die voortvloeiende daaruit genomen moeten worden mbt bestaande en de te verwacht problematiek en de zorg" essentie van klinisch redeneren: 3 vragen." 1) wat heeft mijn patiënt? (Medische diagnose of werkdiagnose)" 2) hoe gaat het met…..? (Ziektegevolgen diagnostiek)" 3) wat kunnen we doen….? (Zorg diagnostiek)

2

ABCDE methodiek

Werkwijze waarbij hulp wordt verleend volgends het principe “treat first what kills first” Eerst primaire dan secundaire letsels. Deze werkwijze heeft belangrijke voordelen en een duidelijke houvast . Door deze methodiek te volgen worden doorgaans alle letsels, stoornissen onderkend en behandeld. Oorsprong USA" Airway: beoordeel of de luchtweg vrij is, zo niet deze vrijmaken " Breathing: zijn er symptomen van bedreigende oxygenatie/ gaswisseling. Is er een indruk van de saturatie?" In toediening O2 nodig? Moet er beademd worden, al dan niet gebruik van hulpmiddelen " Circulation: zijn er symptomen van bedreigde circulatie? Zijn er eventuele oorzaken? Zijn er bloedingen " Disabilities: is er een bewustzijn stoornis en/of andere actuele neurologische symptomen? Bij de " objectivering van storingen in het bewustzijn gebruikmaken van CGS " Exposure: is de lichaamstemperatuur gestoord en wat is de oorzaak hiervan. Omgevingsfactoren zoals koud! water bij dreigende verdrinken. Of koolmonoxide, de omgeving van de pt

SIRS

Wat: Systemic Inflammatory Response Syndrome, men spreekt van SIRS als je op 2 of meer van de SIRS criteria positief scoort, er wordt op 3 criteria " 1) Sirs= Temp >38°C of 90, RR >20 of PaCo2(samenstelling gassen arterieel bloed) 12,000 of dan 50mmHg komt niet tot aan celniveau) " basis para: Arteriële bloeddruk (NIBP), hartfrequentie/ pulsatie, hartritme, halfvenen, capillaire" refill, kleur" - urogenitaal: de osmolariteit wordt bewaakt in de hypothalamus en de hypofyse en zorgt voor de" uitscheiding van ADH. Op deze manier wordt zowel jet totale watervolume als het" elektrolytengehalte gereguleerd, zowel de inname via het dorstgevoel als de uitscheiding via" nieren en zweetklieren. (Dorstmechanisme) " basis para: diurese, huidturgor, slijmvlies controle, acute gewichtsverandering " - thermoregulatie: het warmteregulatiecentrum in de hersenstam, de hypothalamus controleert en reguleert" de productie e, afgifte van warmte. De thermosensoren in de huid en in de hersenen registreren" de bloedtemperatuur (in de kern) en de huidtemperatuur (de schil) " basis para: kern temperature " - digestief: het spijsverteringsstelsel wordt gestuurd via de hersenen. Zodra je lekker eten ruikt, gaan klieren" extra verteringssappen afgeven. Bij stress zal de eetlust verminderen door een daling van de" doorbloeding. Bij shock krijgen we een vasoconstrictie van de splanchnicusgebied. " basis para: peristaltiek en defecatie patroon " - bloed: het bloed als vloeibaar orgaan heeft vooral een belangrijke functie in het transporteren van zuursof," hormonen, voedingsstoffen,… " basis para: Arteriële bloeddruk (NIBP), hartfrequentie/ pulsatie, hartritme, halfvenen, capillaire" refill, kleur! - neurologisch: basis para: reactiepatroon, oriëntatievermogen, pupilreactie, pijnscore

Het neurologisch systeem:" het neurologisch systeem bestaat uit twee delen." 1) centraal zenuwstelsel (CZS) hersenen/ ruggenmerg" 2) perifere zenuwstelsel (PZS) sensorisch zenuwstelsel/ motorisch zenuwstelsel

5

CZS

Hersenen: " 1) cerebrum: grote hersenen bestuurt de hogere cerebrale functies." prefrontaalkwab = het gedrag en wat ons mens maakt" Frontale kwab= motorisch" pariëtale kwab: sensorisch" Occipitaalkwab = visueel" Temporaal= auditief " 1) centrum van Broca: motoriek van spreken" 2) centrum van Wernicke: verwerking"

2) Cerebellum: kleien hersenen, bestuurt beweging en evenwicht (complexe motorische" bewegingen) bij overmatig alcoholgebruik worden de kleien hersenen deels" uitgeschakeld, wat leidt tot karakteristieke ongecoördineerde bewegingspatronen" (dronkemansgang). Een eenvoudige proef om te zien of er sprake zou kunnen zijn" van beschadigingen in de kleine hersenen is te vragen of iemand met zijn" wijsvinger het puntje van zijn neus kan aanraken met zijn ogen dicht. Indien het" puntje van de neus wordt gemist kan dat duiden op een beschadiging of" intoxicatie van de kleien hersenen. " 3) Truncus cerebri: hersenstam, bestuurt belangrijke levensfuncties zoals temperatuurregulatie," regulatie van de hartfrequentie, regulatie van de ademhalingsfrequentie, regulatie" van de bloeddruk, regulatie van de waterhuishouding, pupilreactie (grootte en" lichtreactie),… " 4) Medulla oblogonta: verlengde merg, pons of brug" 5) meninges: 1) huid" 2) periost" 3) schedel" 4) hersenvliezen: 1) dura mater" 2) arachnoïdea" 3) pia mater

Ruggenmerg:

PZS

Afferente deel Sensorisch zenuwstelsel:" afferente deel, brengt de informatie naar de hersenen zoals reuk, zicht, gevoel, pijn, …

Efferente deel Motorisch zenuwstelsel:" Efferente deel brengt de informatie van de hersenen naar het targetorgaan. Dit kan willekeurig (somatisch) gebeuren zoals bij de skeletspieren (bewegen van de armen en benen) of onwillekeurig (autonoom) gebeuren zoals bij de hartspier.

Autonoom: kan opgesplitst worden in het orthosympatisch zenuwstelsel en het parasympathische zenuwstelsel. De werking van het autonome zenuwstelsel berust op de vrijlating van neurotransmitters in het weefsel van het doelorgaan. " " het orthosympatisch zs zorgt voor een toestand van activiteit in het lichaam, waarbij lichamelijke inspanning mogelijk is. Het orthosympatisch deel gebruikt hiervoor neurotransmitter noradrenaline (activerende werking) en voor de spieren en zweetklieren acetylcholine. " => FIGHT or FLIGT respons: " " Het parasympathische zenuwstelsel zorgt voor een toestand van rust in het lichaam, waarbij omstandigheden gecreëerd worden die opbouw van weefsel en herstelmechanismen van jet lichaam bevorderen. Het parasympathische deel gebruikt hiervoor de neurotransmitter acetylcholine (remmende werking) " => REST and DIGEST respons:

Hypotalamus

Bijna elke regio van het cerebrum staat in contact met de hypothalamus. Hierdoor is de hypothalamus betrokken bij alle aspecten van emotie, de voortplanting, het autonome zs en de hormoonhuishouding. De hypothalamus reguleert: de RR, Pols, honger, dorst, slaap-waakritme, seksuele opwinding, lichaam temp,… de hypothalamus zorgt voor een groot deel voor HEMOSTASE. Ook speelt de hypothalamus een rol bij het vecht-vlucht reactie een vecht-vlucht reactie, is een verdedigingsmechanisme dat bij mensen optreedt als er acuut gevaar dreigt. De reactie begint met acute hevige angst en stress. Als gevolg hiervan produceert het lichaam grote hoeveelheden adrenaline en cholesterol (stress-response hormoon), de RR en pols gaan stijgen, de spieren worden gespannen, haren komen rechtop te staan (kippenvel), de zintuigen worden scherper (mydriasis, de pupillen verwijden, oren staan rechtop) en de pijngevoeligheid daalt naar een zeer laag niveau. Hierdoor is het lichaam voorbereid op een gevecht of om op de vlucht te slaan. Cortisol zorgt er voor dat eiwitten worden afgebroken waarbij aminozuren vrijkomen. Hiervan kan energie worden gemaakt. Deze energie wordt gebruikt om het lichaam weer terug te brengen in homeostase; op het moment van stress komt zoals hierboven beschreven adrenaline en noradrenaline vrij om het lichaam alert te maken. Cortisol zorgt ervoor dat dit verlies van energie weer wordt gecompenseerd. " Het ZS bestaat uit het CZS en PZS. Het CZS bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het PZS bestaat uit een afferente deel (sensorisch ZS) dat de informatie naar het CZS brengt en een efferente deel (motorisch ZC) dat informatie van het CZS naar het target orgaan brengt. Het overbrengen van de informatie naar het target orgaan kan willekeurig (somatisch) of onwillekeurig (autonoom). Het autonome ZC kunnen we vervolgens opsplitsen in een (ortho)sympathisch respons en een parasympathisch respons van het targetorgaan

6

Besluit:

Reactievermogen: WAPA/ GCS/ EMW- BEFAST" Normaal?" Oriëntatievermogen: TRIAS, cerebraal, niet-cerebraal" Oriëntatie in tijd, plaats en persoon?" Niet-cerebrale oorzaak - glycemie- perfusie - hypoxie - hypercapnie CO₂" Cerebrale oorzaal -contusio - commotio, dementie " Pupilreactie: PEARL" Hersenstamreflex" Isocoor, L = R" Anisocoor, L < R, mydriasis of miosis " Pijnscore: VAS " Intensiteit" Pijnanamnese: oorzaak, plaats, tijdstip, gevoel, gedrag, fysische reactie

Leerdoelen: ! - de student kan het begrip homeostase uitleggen " - de student kan het zenuwstelsel uitleggen " - de student kan het CZS uitleggen" - de student kan op het cerebrum de hogere cerebrale functies aanduiden " - de student kan de regulatie functie van de truncus cerebri benoemen " - de student kan de regulatie functie van het cerebellum benoemen " - de student kan de meningen benoemen " - de student kan het PZS uitleggen " - de student kan het autonoom ZS uitleggen " - de student kent de begrippen “fight or fligt” en “rest and digest”" - de student kan de (ortho)-sympathische en de para-sympathische reactie op het lichaam uitleggen (oog-speksel-hart-longen-maag-lever-darm-blaasgeslachtsorgaan)" - de student kan vanuit casuïstiek vitale functies analyseren mbt sympathische en parasympathische fysiologie" - de student kan de correlatie van het neurologische systeem met andere orgaansystemen benoemen " - de student kan het verband uitleggen tussen het neurologische systeem en het respiratoir systeem" - de student kan het verband uitleggen tussen het neurologische systeem en het cardiovasculair systeem" - de student kan het verband uitleggen tussen het neurologische systeem en het renaal systeem" - de student kan het verband uitleggen tussen het neurologische systeem en het thermoregulatiesysteem " - de student kan het verband uitleggen tussen het neurologische systeem en het digestief systeem" - de student kan het verband uitleggen tussen het neurologische systeem en het bloed als orgaansysteem " - de student kan de basisparameters van het neurologische systeem benoemen " - de student kan de basisparameters van het respiratoir systeem benoemen" - de student kan de basisparameters van het cardiovasculair systeem benoemen" - de student kan de basisparameters van het renaal systeem (uro-genitaal), vocht-elektrolytenbalans benoemen" - de student kan de basisparameters van het thermoregulatiesysteem benoemen" - de student kan de basisparameters van het digestief systeem benoemen" - de student kan de basis paramaters van het neurologisch systeem benoemen" - de student kan het begrip WAPA uitleggen" - de student kan het begrip EMV - GCS uitleggen en toepassen binnen casuïstiek" - de student kan het begrip BEFAST uitleggen en toepassen binnen casuïstiek" - de student kan een patiënt oriënteren in TRiAS" - de student kan bij een gedesoriënteerde patiënt een analyse doen of het een potentieel cerebraal of niet cerebraal probleem is" - de student kan het begrip PEARL uitleggen " - de student weet wat de impact is van licht op de pupil en kent de begrippen mydriasis en miosis" - de student kan VAS uitleggen " - de student kan de 7 topics voor een correcte pijnanamnese benoemen en aanvullen

Het Respiratoir systeem

1.3

Het neurologische systeem staat in relatie met het respiratoir systeem. Het ademhalingscentrum in de hersenstam reguleert de ademfrequentie en de ademarbeid. Centrale en perifere sensoren bewaken de kooldioxidespanning, de zuurtegraad en de zuurstofspanning in het bloed. ! - het respiratoire systeem past zich aan, aan 3 belangrijke variabelen:" 1) activiteiten" 2) stress factoren (psychisch, trauma, infectie, ziekte,…)" 3) lichaamstemperatuur De luchtwegen zijn functioneel onderverdeeld in de hoge en lage luchtwegen

Hoge luchtwegen

Mond, neus, keelholte of pharynx, strottenhoofd of larynx, luchtpijp of trachea " Functie: verantwoordelijk voor de luchtconditie (bevochtigen, opwarmen en zuiveren) slikreflex

Lage luchtwegen

Hoofdbronchus, bronchioles, alveoli" functie: pulmonale diffusie, pulmonale perfusie

Termen

Apneu: tijdelijke, korte ademhalingsstilstand Brady= traag Trachypneu= snel" Dyspneu: kortademigheid Dyspneu d’effort: kortademigheid bij inspanning " Orthopneu: vorm van benauwdheid, kortademigheid bij platliggen

7

3 variabelen ! Activiteiten: trap oplopen, sneller ademen, meer O₂ voor spieren !

2-4l/min" neusbril " vpk handeling

(normaal aanbod/ groter verbruik= snellere ah) " Stress factoren: infarct= snellere ademhaling tgv stress f...


Similar Free PDFs