Werkstuk/essay ZEVEN ‘SOTTE’ JAREN MET DE DUIVEL PDF

Title Werkstuk/essay ZEVEN ‘SOTTE’ JAREN MET DE DUIVEL
Course Introduction to Common Law and Legal English
Institution Vrije Universiteit Brussel
Pages 2
File Size 113.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 19
Total Views 130

Summary

Download Werkstuk/essay ZEVEN ‘SOTTE’ JAREN MET DE DUIVEL PDF


Description

JANA COOLEN

11.10.14

ZEVEN ‘SOTTE’ JAREN MET DE DUIVEL DE RELIGIEUZE ASPECTEN VAN MARIKEN VAN NIEUMEGHEN - verkorte bronv ermelding in de t ekst ontbreekt! (Kalff, Kuiper et c.) hebt toeg epast

-> laat zie n waar je welke br on

De Beatrijs, Elckerlijc en Mariken van Nieumeghen zijn voorbeelden van geestelijke literatuur in de middeleeuwen. Geestelijke literatuur heeft een lange geschiedenis binnen het Middelnederlands. Geestelijken konden niet enkel lezen en schrijven, ze konden ook Latijn, de taal van de literatuur, dit in tegenstelling tot het volk. Er ontstond een nood aan teksten in de volkstaal, het Diets. Hoewel er weinig teksten zijn overgeleverd, was er in de middeleeuwen een grote hoeveelheid aan godsdienstige teksten. In dit artikel zal ik een korte uiteenzetting geven van de religieuze aspecten die in Mariken van Nieumeghen aanwezig zijn, samen met een korte schetsing van het toenmalige godsdienstige wereldbeeld. Vanaf de vijftien tot de zeventiende eeuw speelden de rederijkerskamers een centrale rol in de middeleeuwse cultuur. De rederijkers waren verenigingen van toneel- en voordrachtkunstenaars die samenkwamen, feesten en optredens verzorgden en wedstrijden organiseerden. Een groot deel van de (zeer technische) gedichten en toneelstukken van de rederijkers zijn bewaard gebleven. Vaak wordt Mariken van Nieumeghen beschreven als een toneelstuk, meer bepaald een mirakelspel. Inhoudelijk sluit de Mariken nauw aan bij de Maria-mirakelen. Maar hoewel de tekst gedramatiseerd is, is het proza en dus niet bedoeld om in deze vorm gespeeld te worden. Ook de hoofdstuktitels, houtsneden en de interpunctie wijzen dat het waarschijnlijk dienst moest doen als een leesboek. De oudst overgeleverde druk is de Vorsterman-druk, voor het eerst gedrukt omstreeks 1515 door de Antwerpse uitgever Willem Vosterman. De auteur is onbekend maar moeten we waarschijnlijk zoeken onder de Antwerpse rederijkers. Namen, plaatsen, tijden en getallen hebben in middeleeuwse teksten vaak een symbolische betekenis. Vooral bij de getallen is dat hier duidelijk. In de christelijke traditie wordt God voorgesteld door de Heilige drie-eenheid. Het is dus geen toeval dat ze drie mijl buiten Nieumeghen woont, er drie uur over doet om daar te komen, de reis naar Antwerpen in drie delen verloopt, de drie ringen, … Na zeven jaar met Moenen, zoekt Mariken vergiffenis, maar ook in de zeven kunsten komt zeven terug. In de Bijbel symboliseert zeven een afgeronde cyclus. De dag van de markt in het verhaal speelt zich waarschijnlijk af op het feest van Maria’s onbevlekte ontvangenis, waar de getallen 8 en 10 op wijzen (de achtste dag van de tiende maand, december). Ook deze getallen komen daarna nog meermaals terug (ze krijgt 8 stuivers mee, de tante zegt tegen Ghijsbrecht dat ze haar 8 of 10 dagen voordien “voor het laatst heeft gezien, …) Moenen of de Duivel wordt vermenselijkt als een verleider, maar zijn menselijke voorkomen is maar een list om zijn duivelse doel te bereiken. Wanneer hij Mariken probeert neer te storten, valt zijn menselijke masker af. In het middeleeuwse denken was de duivel een concreet schepsel, dat de wereld door de ogen van een mens of dier zag en zo de mens wist te benaderen. Aangezien de duivel in zijn menselijke gedaante niet volmaakt kan zijn, mist Moenen een oog. Is dit om Moenen als duivel te markeren? Of om een contrast te maken tussen hem en de mooie Mariken, om zo jaloezie op te wekken? Het verhaal (niet de Vosterman-druk) is gesitueerd tussen 1465 en 1500, een tijd waarin de toenmalige paus, Innocentius VIII, het geloof en de angst voor duivels, heksen en

JANA COOLEN

11.10.14

tovenaars versterkte. Het is niet heksenwaan, die Europa in de zestiende en de zeventiende eeuw teisterde, maar wel het middeleeuwse duivelgeloof dat aan de basis stond van Mariken van Niemeghen. Hieruit zal later de heksenwaan ontstaan. Aangezien Mariken zich aan de duivel heeft overgegeven en afspraken met hem heeft gemaakt, is dat eigenlijk voldoende om haar van hekserij te beschuldigen. Toch geeft de verteller haar geen typische heksenkenmerken (zo reizen ze normaal naar Antwerpen, en vliegen ze niet op een bezem, …) en is enkel de omgang met de duivel op Mariken van toepassing. Ook bij haar overgave aan de duivel, is er geen vijandigheid tegenover God. Niets gebeurt op het initiatief van Mariken, steeds opnieuw is het Moenen die leidt. Iedereen zelfs de eerst zo vrome Mariken, kan slachtoffer worden van de listen van de duivel. Alleen de Kerk is tegen de macht van het Boze gewapend, dat merkt ook de tot dan vrome Mariken wanneer ze de geborgenheid van haar oom Ghijsbrecht (priester) verlaat. Zelfs op afstand werkt het gebed van Mariken’s oom wanneer de duivel haar nek wilt breken en belet Ghijsbrecht de duivel haar zondige ziel in de hel te doen branden. Later, bij het exorcisme en op de reis naar Keulen en Rome houdt hij opnieuw de duivel met het Heilige sacrament op afstand. Voor de middeleeuwers was de duivel de aanklager van de mensen bij god en uitvoerder van gerechtvaardigde toorn. De duivel verzorgde dus eigenlijk de straf van God. Maria houdt hier Mariken’s dood tegen en zo ook haar oordeel. Ze geeft uitstel, waardoor ze vergiffenis kan verkrijgen en niet eeuwig in de hel moet branden. Mariken wordt dus bevrijd van de dood en het oordeel, om zich te kunnen verbeteren door middel van biecht en boete. Uiteindelijk krijgt Mariken, na jaren boetedoening, vergiffenis wanneer de aartsengel Gabriël haar ’s nachts van haar drie ringen komt verlossen. De moraal is de vergiffenis die iedere zondaar kan verkrijgen, mits bemiddeling van Maria, biecht en boetedoening. bibliografie Van Mierlo, Jozef. Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 2. Teulings Uitgevers-maatschappij L.C.G. Malmberg. 1940. (p226-240: Het godsdiensitggeschiedkundig tooneel) Kalff, G. Geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 2. J.B. Wolters, Groningen, 1907. (p. 308-350: Het geestelijk Drama) Kuiper, Willem. ‘Mariken van Nieumeghen, een gerenoveerd Maria-Mirakel.’ Spektator. Jaargang 15. Wolters-Noordhoff, Groningen, 1985-1986. Steen, Theodoor. De Post-Moderne Marieken: Over de religieuze context van Marieken van Nieumegen, Mariken van Nieumeghen (1974) en Mariken (2000). 2012. http://theodoorsteen.com/wp-content/uploads/2013/09/Paper-Mariken-van-Nieumeghenpdf.pdf Coigneau, Dirk (ed.). Mariken van Nieumeghen. Verloren, Hilversum 1996. http://www.dbnl.org/tekst/_mar001mari01_01...


Similar Free PDFs