1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn PDF

Title 1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn
Course Micro-economie
Institution Arteveldehogeschool
Pages 6
File Size 226.2 KB
File Type PDF
Total Downloads 2
Total Views 144

Summary

Samenvatting deel...


Description

Competitieve markten 1 van 6

CO M PET I T I EV E M ARK T EN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt van het openbaar vervoer c/ Benzinemarkt d/ Koffiemarkt 1° Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn: 1/ Een groot aantal kopers en verkopers, waarvan geen enkele een overheersende invloed heeft op de markt. 2/ Volledig gelijke of identieke producten worden verhandeld. 3/ De markt moet doorzichtig of transparant zijn, zodat iedereen op elk ogenblik, waar ook ter wereld de prijs kent. 4/ De markt moet open zijn, d.w.z. iedereen mag erop kopen en verkopen. Ken je een markt met volledige concurrentie? 2° Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten Wanneer aan één van de voorwaarden niet voldaan is, is de concurrentie niet volledig. Verklaar volgende vormen van onvolkomen concurrentie en geef telkens een voorbeeld: 2.1. Monopolie 2.2. Monopolistische concurrentie 2.3. Oligopolie

Verloop van de vraag- en aanbodcurve 1E De vraagcurve Hoe zullen de consumenten reageren als de prijs van een product stijgt? Waarom? Geldt dit voor alle goederen? Besluit: Bij gewone goederen zal de vraag dalen als de prijs stijgt, de vraagcurve verloopt dus dalend. 2E De aanbodcurve Hoe zullen de producenten reageren als de prijs van een product stijgt? Waarom? Besluit: De aanbodcurve verloopt stijgend. Bij een hogere prijs zal het aanbod stijgen. Teken een vraag- en aanbodcurve op een grafiek.

Competitieve markten 2 van 6

Wijzigingen van de vraag en het aanbod 1° Bewegingen langsheen en verschuivingen van de vraagcurve Waarvan hangt de vraag naar een product af? Welke gevolgen heeft een wijziging ervan op de vraagcurve? 1/ Inkomen van de consument 2/ Prijs van het goed 3/ Voorkeur van de consument 4/ Prijs van substitueerbare goederen 5/ Prijs van complementaire goederen 6/ Verwachte prijswijzigingen 7/ Bevolkingsgrootte 8/ Weersomstandigheden 9/ Toekomstverwachtingen

Besluit: Een prijsverandering veroorzaakt een beweging langs de vraagcurve. Een verschuiving van de vraagcurve kan veroorzaakt worden door • een wijziging van het inkomen of van de voorkeur van de consumenten, • een wijziging van de prijs van substituten of van complementaire producten • en door wijzigingen in de grootte en in de samenstelling van de bevolking.

2° Bewegingen langsheen en verschuivingen van de aanbodcurve Waardoor kan een wijziging van het aanbod van een product veroorzaakt worden? Welke factoren beïnvloeden het aanbod? 1/ Wijziging van de productiviteit Productiviteit =

2/ Prijswijziging van de productiefactoren 3/ Wijziging van de vraag 4/ Weersomstandigheden 5/ Aantal producenten 6/ Overheidsmaatregelen

Competitieve markten 3 van 6

De prijselasticiteit van de vraag Onder prijselasticiteit van de vraag verstaat men de mate waarin de gevraagde hoeveelheid verandert bij een prijswijziging. Berekening: procentuele wijziging van de hoeveelheid / procentuele wijziging van de prijs

of

q q p p

Als de absolute waarde van de prijselasticiteitscoëfficiënt = 1 spreken we van een unitair prijselastische vraag > 1 spreken we van een prijselastische of prijsgevoelige vraag < 1 spreken we van een prijsinelastische vraag. Zoek telkens enkele voorbeelden. Belang: de prijselasticiteit beïnvloed de omzet. Toon aan. Prijselasticiteit

Bij een prijsstijging zal de omzet

Bij een prijsdaling zal de omzet

kleiner dan 1 gelijk aan 1 groter dan 1 Bereken de prijselasticiteit. Als de prijs van een CD 25 EUR bedraagt is de vraag 5000 stuks. Daalt de prijs tot 20 EUR dan zal de vraag stijgen tot 7000 eenheden.

Waarom zal de prijselasticiteitscoëfficiënt van de vraag negatief zijn?

Hoe kan men de omzet vergroten door een prijswijziging?

Noot: De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een goed reageert op een inkomenswijziging noemt men de inkomenselasticiteit van de vraag. Deze is meestal positief. Waarom? Welke invloed heeft het inkomen op de vraag?

Competitieve markten 4 van 6

Pri jsvorm ing bij vol l e dige c onc urre nt ie V o rm i n g va n d e m a rk t pri j s Hoe komt de marktprijs tot stand bij volledige concurrentie? 1E Vraagoverschot Stel dat de prijs van een KBC aandeel 10 EUR bedraagt. Tegen deze prijs zullen vele consumenten een aandeel willen kopen; de vraag = 100 stuks. Slechts enkele aandeelhouders zullen tegen die prijs hun aandelen willen verkopen en aanbieden op de markt; aanbod = 10 stuks. Zet dit op een grafiek. De vraag is dus groter dan het aanbod, m.a.w. er is een vraagoverschot. Gevolg: de prijs zal stijgen. Waarom? Alle consumenten die een aandeel willen kopen kunnen er geen kopen bij deze prijs. Sommigen zullen daarom bereid zijn een hogere prijs te betalen. 2E Aanbodoverschot Stel dat de prijs stijgt tot 50 EUR. Nu zullen slechts enkele mensen nog een aandeel willen kopen; vraag = 10 E. Anderzijds zullen heel wat aandeelhouders tegen deze hoge prijs hun aandelen willen verkopen; aanbod = 100 stuks. Zet dit op dezelfde grafiek. Het aanbod is veel groter dan de vraag, m.a.w. er is een aanbodoverschot. Gevolg: De prijs zal dalen. Waarom? Veel verkopers blijven met onverkochte aandelen (overschotten) zitten. Om daar vanaf te geraken zijn ze bereid tegen een lagere prijs te verkopen. 3E Evenwicht De prijs zal aldus blijven stijgen of dalen totdat de aangeboden hoeveelheid en de gevraagde hoeveelheid even groot zijn. D.w.z.. tot V = A. Besluit: Er ontstaat automatisch een evenwichtsprijs waarbij de gevraagde en de aangeboden hoeveelheid gelijk zijn. Deze prijs is de marktprijs. Hoeveel zal de marktprijs bedragen in dit voorbeeld? p = ____ ; Optimale q = _____

Competitieve markten 5 van 6 Oefening: de optimale productiehoeveelheid Welke hoeveelheid zal een producent aanbieden? Waar ligt de optimale hoeveelheid voor een onderneming die naar maximale winst streeft? Waarom? ............................................................................................................................................ * Zolang de MK kleiner zijn dan de MO zal de productie van die bijkomende eenheid meer opbrengen dan ze kost; de totale winst zal dus stijgen door de productie van die bijkomende eenheid. Vb.: eenheid 7 produceren kost ons extra ............... EUR, maar brengt .............. EUR op. * Als de MK groter zijn dan de MO zal de productie van die bijkomende eenheid meer kosten dan ze opbrengt; de totale winst zal dalen door de productie van deze eenheid. Vb.: eenheid 9 produceren kost ons extra ........... EUR, en brengt slechts ............. EUR op.

Geval 1: Een ondernemer verkoopt BBQ’s tegen 50 EUR. Zijn kosten zien er als volgt uit: q

TK 1

1

75

2

125

3

165

4

198

5

228

6

258

7

298

8

343

9

398

10

463

MK 1

TO

MO

GK 1

W 1

GK 2

TK 2

MK 2

Maak een grafische voorstelling van MO, MK, GO en GK. Wat stel je vast?

P

GK 3

TK 3

MK 3

Competitieve markten 6 van 6

Oefening Geval 1: Bereken de optimale hoeveelheid? ......................................................................................... Waarom is dit de optimale hoeveelheid? ................................................................................ Geval 2: De uitbater koopt een nieuwe machine waardoor zijn productiviteit stijgt. Hij kan nu met minder kosten hetzelfde produceren. De GK dalen met 10 EUR per eenheid. Hoeveel zal nu de optimale hoeveelheid bedragen? .............................................................. Stel dit grafisch voor. Wat stel je vast? .................................................................................. Geval 3: De lonen stijgen. Daardoor stijgen de GK met 10 EUR per eenheid. Welke hoeveelheid is nu optimaal? ....................................................................................... Stel dit grafisch voor. Wat stel je vast? .................................................................................. Merk op: De MK-curve snijdt de GK- en de G.Ve.K.-curve steeds in haar laagste punt. Waarom? .............................................................................................................................. Noot: 1/ Het stijgende deel van de MK-curve = ........................................................................ 2/ Winstberekening bij een productie van 8 eenheden GK = ............ TK =.................................................................................................. GO = ............

TO = .................................................................................................

GW = ............ Totale winst =

...................................................................................

Oefening volledige concurrentie Op een markt met volledige concurrentie wordt het aanbod bepaald door de relatie p = q + 100 ; en de vraag door p = - 3 q + 200. a) Bepaal de marktprijs.

p=

q=

b) Hoeveel zal de marktprijs bedragen als de vraagvergelijking wordt p = - 3 q + 300?

Dossier: De effectenbeurs Een voorbeeld van een markt met volkomen concurrentie Waarom?

Er zijn vele vragers en aanbieders op de beurs; Identieke producten (elk aandeel KBC is hetzelfde); Iedereen kan er kopen via beursmakelaars; De beursorganisatie is zeer doorzichtig.

Een goede raad: Zet je verklaringen, oefeningen, grafieken, enz... bij voorkeur op de achterkant van vorig blad....


Similar Free PDFs