Anatomie - PAK 1 PDF

Title Anatomie - PAK 1
Author Fadoua Aa
Course Integratie en integratietoetsing 1
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 31
File Size 3.1 MB
File Type PDF
Total Downloads 69
Total Views 173

Summary

samenvatting van deel anatomie en radiologie...


Description

1. Incisieplaats bij acute luchtwegenobstructie Thv het lig. cricothyroideum tussen het cricoïd- en thyroïdkraakbeen 2. Verschil lokalisatie orthosympatische en parasympatische kernen in ruggenmerg. Orthosympatische: T1-L2 - T1-5: cervicale en thoracale organen - T5-L2: organen in de buik/bekken + bijnieren

Parasympathische: craniale zenuw 3,7,9,10 + S2-4 - craniale zenuwen 3,7,9: oogspieren, traan- en speekselklieren - n. vagus (10): thoracale organen+organen in de buik tot en met begin colon transversum (bijnieren NIET) - S2-4: vanaf einde colon transversum

3. Drainagegebied van een lymfeklier in hals, oksel en lies - Ductus lymfaticus dexter: draineert lymfe van rechter bovenste lidmaat en rechterzijde van thorax en hoofd. Ledigt in de rechter v.subclavia. - Ductus thoracicus: draineert lymfe van de rest van het lichaam en ledigt in de linker v. subclavia. Palpabele lymfeklieren worden gevonden in de hals, liezen en oksels. Lymfedrainage van de borstklier (klinisch zeer belangrijk): - Het axillaire, laterale en superior deel van de borst naar axillaire lymfenodi (pectorale, laterale, centrale en apicale axillaire lymfeknoop) (en verder naar truncus subclavius); - Het mediale deel naar parasternale lymfenodi (en verder naar bronchomediastinale truncus)

4. Auscultatieplaats op thorax voor Tricuspidalisklep, mitralisklep, pulmonaalklep en aortaklep

5. Begrippen: costodiafragmatische sinus , carina - Costodiafragmatische sinus: De longen vullen de pleurale holten niet helemaal. Als gevolg daarvan ontstaan er een aantal recessussen die toelaten dat de long kan uitzetten tijdens de ademhaling. De grootste en klinisch belangrijkste is de costodiafragmatische recessus of sinus. Tijdens normale rustige ademhaling loopt de onderrand van de long over een lijn van rib 6 (t.h.v. midclaviculaire lijn), rib 8 (midaxillaire lijn) en wervel T10 posterieur. De onderrand van de pleuraholte op dezelfde punten is rib 8, rib 10 en wervel T12. De ruimte hiertussen is de costodiafragmatische recessus. KLINIEK: Bij infecties in de long of in het abdomen juist onder het diafragma kan in deze ruimte pleuravocht opgestapeld geraken (=hydrothorax). KLINIEK : Wanneer een penetrerende wonde (bv. steek of schotwonde) de thorax treft zal door de negatieve druk lucht in de pleuraholte gezogen worden, de pleuraholte zich vullen met lucht en de long collaberen (=pneumothorax). Door de druk van de lucht in de pleuraholte kan er zich een shift van het mediastinum naar de contralaterale kant optreden. Een massieve pneumothorax kan een levensbedreigende situatie zijn en vergt de dringende plaatsing van een thoraxdrain (RAMBO 2). Deze wordt geplaatst in de 5de  of 6de  intercostaalruimte op de

midaxillaire lijn. Het extracorporeel deel van de drain wordt op een suctiesysteem gemonteerd om de lucht (of vocht) weg te zuigen en te verhinderen dat lucht naar binnen komt. Als de pleuraholte door een trauma gevuld geraakt met bloed spreekt men van een hemothorax, wanneer er opstapeling van lymfevocht is in de pleura van een chylothorax. -

Carina: De trachea splitst thv de carina (thv transversale vlak door de angulus Ludovicus aka de hoek tussen het manubrium en het corpus van het sternum) in een linker en een rechter hoofdbronchus. De rechter is breder en loopt meer verticaal. KLINIEK : vreemde voorwerpen komen preferentieel in de rechterbronchus terecht.

6. Bezenuwing diafragma Nervus phrenicus (C3-C5) 7. Begrippen: hoek van Treitz, laatste ileale lis, hoek van Hiss, cavum Douglasi, maagfundus, pylorus, caecum, klep van Bauhin, McBurney punt -

Laatste ileale lis: laatste lis die de ileum maakt voor deze overgaat in colon De basis van de appendix vermiformis is hier gelegen. (thv de laatste ileale lis en de eerste taenia coli)

-

Hoek van Treitz: Overgang van duodenum naar jejunum (terug intraperitoneaal). Hoek van Hiss: Hoek gevormd tussen de slokdarm en de fundus van de maag. Deze is ook belangrijk in de fysiopathologie van gastroesophageale refluxziekte. Cavum Douglasi: Excavatio rectovesicalis (tussen blaas en rectum) en excavatio rectouterina (tussen rectum en uterus) worden in de kliniek Douglasholte genoemd. KLINIEK : De douglasholte is een klinisch zeer belangrijke ruimte omdat ze de laagste ruimte in de abdominopelvische ruimte vormt en daar bloed of pus gemakkelijk zal collecteren. Het is onmogelijk om deze ruimte abdominaal te palperen maar dit gaaat des te makkelijker via een rectaal onderzoek. Een eventueel abces kan ook van deze route gedraineerd worden zonder transabdominale heelkunde.

-

Maagfundus/pylorus: Fundus = Het deel van de maag dat zich uitstrekt boven het niveau van de cardia (=overgang van

slokdarm naar maag). Op RX zichtbaar als een luchtbel. Pylorus = Pars pylorica (uitgang van de maag) bestaat uit antrum, canalis pyloricus afgesloten door een kringspier namelijk de pylorusspier (regelt de doorvoer naar het duodenum).

De pylorus situeert zich thv L1 en kent een gefixeerde, constante ligging in tegenstelling tot andere delen van de maag. Doorheen de pylorus loopt een belangrijk klinisch horizontaal vlak : het transpyloorvlak (thv L1 halverwege tss de symphysis pubica en bovenzijde van het manubrium sterni). Thv dit vlak situeert men de pylorus, duodenum I en IV, oorsprong van de A. mesenterica superior, beide nierhili, collum pancreatis. -

Caecum: Het begin van de dikke darm. Gelegen in de rechter fossa. Loopt vanzelf door in het opstijgend deel van het colon.

-

Klep van Bauhin: Uitmonding van het laatste deel van de dunne darm (aka ileum terminale) in de dikke darm. Het is meer een functionele klep dan een anatomische klepstructuur. De kleppen van Bauhin zorgen ervoor dat de darminhoud niet terugstroomt en regelen wat er vanuit het ileum in de dikke darm terechtkomt.

-

McBurney punt: Punt dat op twee derde van de afstand tussen de navel en het rechter doornuitsteeksel van het darmbeen (spina iliaca anterior superior) ligt. Hier uit zich de typische pijn bij een blindedarmontsteking.

8. Portale circulatie

Veneuze drainage van maag, milt, pancreas, dundarm en dikke darm gebeurt via het portale veneuze systeem dat het terugkerende bloed doorheen de lever voert. Het portale systeem bestaat uit: - v. porta: eindtak van dit systeem. Gevormddoor het samenvloeien van de : - v. mesenterica superior (drainage dundarm en rechterhelft colon)en - v. lienalis (drainage milt, pancreas) waarinde v.mesenterica inferior (drainage linker helft colon) zal uitmonden. De samenvloeiing van v.mesenterica superior en v.lienalis situeert zich achter de nek van het pancreas. Vandaar loopt de v. porta naar de lever achter het eerste deel van het duodenum in de vrije rand van het omentum minus (hepatoduodenaal ligament). Juist voor de v. porta in de lever loopt splitst hij zich in een linker en rechtertak voor de linker en rechter lever. In de lever splitsten deze zich nog in kleinere portale takken.Deze gaan terug samenkomen in drie venen: de vv. sushepaticae welke zich in de v.cava inferior gaan storten.

9. Begrippen tenniselleboog ,dropvoet, carpal tunnel - Tenniselleboog: Overbelastingsletsel van een pees aan de buitenkant van de elleboog. Met één groep spieren van de voorarm strekken we onze hand, pols en vingers. Pezen van die spieren zitten samen vast aan een botuitsteeksel op het onderuiteinde van de humerus, de laterale epicondylus. De pees geraakt overbelast en geïrriteerd, daarna kunnen er microscopisch kleine scheurtjes ontstaan. Het lichaam herstelt de scheurtjes met littekenweefsel, daardoor wordt de pees minder sterk.(Cfr golferselleboog.) -

Dropvoet: Voorste deel van de voet en je tenen moeilijk op te tillen. Vaak is een beknelling van de zenuw (nervus fibullaris/peroneus) of een hernia (thv L5) de oorzaak.

-

Carpaal tunnel: Carpal tunnel syndrome? Numbness, tingling or weakness in your hand. Door druk op de N. medianus (die door de carpale tunnel gaat). CTS is vaak het gevolg van een vernauwde carpale tunnel, meestal door zwelling. De N. medianus zorgt voor de beweging en het gevoel in de duim en ook de beweging van alle vingers behalve de pink. Ook door de tunnel: pezen van de flexor (onder het flexor retinaculum)

10. Innervatie van de arm: Welke spieren en welke huidgebieden? N. ULNARIS - M. flexor carpi ulnaris - M. flexor digitorum profundus (mediale helft) - M. palmaris brevis - HAND: motorische ab-adductie, sensorisch pink, helft ringvinger N. RADIALIS - M. triceps - ALLE extensoren van de voorarm (posterieure compartiment v/d voorarm) - HAND : motorische extensie hand en vingers, sensorisch dorsolaterale regio + 3 laterale vingers tot DIP N. MEDIANUS - M. palmaris longus - M. flexor carpi radialis - M. pronator teres - M. flexor digitorum superficialis - M. flexor digitorum profundus (laterale helft) - M. flexor pollicis longus - M. pronator quadratus - HAND : motorisch oppositie duim sensorisch 3 laterale + helft ringvingers

11. Lieskanaal

12. Femorale driehoek

Dak = lig inguinale mediaal = adductor longus lateraal = sartorius Onthoud van mediaal naar lateraal: V(ene). A(rterie). N(ervus) femoralis

13. Diepe veneuze circulatie onderste lidmaat (diep venuze thrombose) en anatomische relatie met longembolen

14. Innervatiegebied nervus vagus.

15. Herkennen van A. carotis op een angiografie. Verschil linker en rechter carotis communis! - R: takt af van rechter subclavia - L: takt af van aortaboog

16. Functie sinus piriformis. De hypofarynx, of laryngofarynx strekt zich uit van de bovenrand van de epiglottis tot het begin van de slokdarm thv C6. Het reliëf van het kraakbeenskelet van het anterieur gelegen strottehoofd vormt beiderzijds lateraal een “kanaal” waarlangs het voedsel vanuit de mondholte in de slokdarm terecht komt. Dit kanaal noemt men de sinus piriformis en is de voorkeursplaats waar voedselbestanddelen kunnen komen vast te zitten.

17. Grenzen van de hartschaduw op een X-thorax van een gezond persoon: waar liggen ze en welke anatomische structuren veroorzaken ze?

18. Beste auscultatieplek op de thorax voor pathologie van de aortaklep, de pulmonaalklep, de mitralisklep en de tricuspidaalklep. → zie auscultatieplekken? Plekken van de kleppen en de outflow apart leren!

19. Ophoping pleuravocht bij zittende patiënt: waar? In recessus costodiafragmaticus 20. Intramusculaire injectie in de bil: in welk kwadrant het minste risico? Welke risico’s zijn er in andere kwadranten?

21. Oorzaak dropvoet? Letsel aan de n. fibularis (peroneus) communis (innerveert de extensoren) 22. Innervatie van het been: welke spieren en welke huidgebieden?

23. Bloedstroom: geef aan welke aders een erythrocyt doorloopt vanuit de vena saphena parva tot aan het rechter atrium.

V. Saphena Parva -> V. Poplitea -> V. Femoralis -> V. Iliaca Externa -> V. Iliaca Communis -> V. Cava Inferior -> rechter atrium

24. Welke structuur (structuren) gaat(n) door: foramen magnum? - Hersenstam  (medulla oblongata) - Ruggenmerg  (medulla spinalis) - Aa  vertebralis - N.  Accessorius (XI) - Meningen  (hersenvliezen) 25. Ligging ten opzicht van het peritoneum van: maag, sigmoïd, bijnier, galblaas.

26. Kwetsbaarheid buikorganen bij buiktrauma: milt, lever, maag, pancreas? Milt: geraakt beschadigd als je een ribfractuur hebt aan de linkerkant (ongeveer thv rib 10) Lever: geraakt beschadigd als je aan de rechterkant, bovenaan het abdomen een buiktrauma krijgt Maag: geraakt beschadigd als je aan de linkerkant een buiktrauma krijgt Pancreas: ligt ook links, maar geraakt beschadigd als het trauma van posterieur komt

27. Doorbloedingsgebieden van A. mesenterica superior, A. mesenterica inferior, Truncus coeliacus?

28. Oorzaak heesheid na schildklieroperatie? Dit zou kunnen veroorzaakt worden door een letsel aan de nervus laryngeus recurrens (deze bezenuwt de intrinsieke spieren van de stembanden). → heesheid bij heelkundig verwijderen van schildklier doordat de zenuw beschadigd is of bij een vergroting van de schildklier (bv door tumor) omdat de zenuw dan bedrukt wordt.

29. Lymfedrainage-gebieden van tumoren aan de laterale zijde van de borst? → zie: lymfedrainage eerdere vraag 30. Anatomische oorzaken icterus ? Icterus = geelzucht. Dit kan worden veroorzaakt door een obstructie van de galweg door galstenen. (in de ductus choledochus). Obstructie door een galsteen doet pijn (koliekpijn) Er kan ook een obstructie zijn door een tumor in de pancreaskop omdat hierdoor de ductus choledochus loopt, dit is een silencieuze geelzucht omdat het geen pijn doet. De galweg mondt uit in duodenum I via de papil van Vater. Foto: common bile duct = ductus choledochus

31. Nerveuze oorzaak fecale incontinentie? 1. Beschadiging van de sacrale plexus die de m. Levator Ani innerveert. 2. Beschadiging van de n. Pudendus, die de externe sfincter innerveert. 32. Plaats van McBurney op de buikhuid. → zie vraag: definitie van mcBurney

33. Relatie schildklier, halsbloedvaten, halsspieren, trachea en N recurrens

34. Anatomie van de longen en bloedvoorziening

35. Structuren in het mediastinum

RADIOLOGISCHE ANATOMIE RX pols: aanduiden handwortelbeentjes

‘Some Lovers  Try  Positions That  They Can’t Handle’ RX thorax: organen en grenzen hartschaduw → zie ook: vraag anatomie over RX hart

RX wervelkolom: aanduiden foramina ¾ opname:

CT-scan bovenbuik: organen aanduiden

Retroperitoneum

CT scan buik: vaten en ducti aanduiden...


Similar Free PDFs