anatomie svs basis hond PDF

Preview

Summary

spijsverteringsstelsel hond...

Description

Anatomie: orgaan-anatomie Spijsvertering deel 1: algemeen hond als model Voornaamste aanpassingen zoogdieren Mondholte: -

-

-

Tanden (diersoort specifiek)  Carnivoren: scheurkiezen, diep uitgesneden mondhoeken  Rund: snijtanden boven ontbreken Beweeglijke tong en lippen  Paard tast eerst eten af met lippen  Rund vooral tong voor te eten Gesloten gehemelte (kauwen en zuigen)

Farynx: keel -

Kort maar fijne motoriek nodig voor kruising oesophagus en trachea

Oesophagus: slokdarm -

Lange, dunne flexibele buis

Maag/magen -

Niet enkel stapelplaats voor eten Vertering (maagklieren + grote speekselklieren)

Duodenum: dunne darm -

Lang Verschillende segmenten

Colon: dikke darm -

Afhankelijk aard voedsel

Anaalkanaal -

Gescheiden van urogenitale sinus

Algemene opbouw (hond als model) Mond en keel: Lippen en wangen: kleine speekselklieren Tanden -

Hond en kat regelmatig problemen Paard: ruimte tussen haaktanden en molaren: diastema

Gehemelte -

-

Hard:  ribbels : Rugae palatinea  naad midden: rafe palatinea zacht plica palatopharyngea ostium intrapharyngeum

tong -

-

-

tip: apex lingualis midden (lichaam): corpus lingualis wortel: radix lingualis tonggroeve: sulcus lingualis loopt door onder tong naar septum v/d tong (fremulum) onder tong:  uitmonding 2 glandula mandibularis (caruncula sublingualis)  2 blindzaken: resecus sublingualis lateralis (bilateraal)  Tonsil (amandelen): tonsillae palatinea Rund: plompe tong  Verhoging thv corpus, bult: torus lingualis  Voor bult, put: fossa lingualis * Ontsteking door actino miches (bact.) actina mucose (ziekte) Papillen  Smaakpapillen (caudaal) * Bladvormig: papilae foliatea (niet alle diersoorten) * Minichampignons: papilea fungiformes * Cirkels met indeuking: palilea circumwalatae  Tastpapillen * Fijne draadvormige: papilea filiformes * Plompe hoek-/kegelvormige: papilea conicae

Grote speekselklieren -

grondplan: zie ppt 4 soorten  Oor speekselklier: glandula parotis * Mond uit bij 1e 2 echte kiezen (vestibulum mandibularis) * Paard: licht over belangrijke leidingen!!  Onderkaakspeekselklier: glandula mandibularis * Mond uit bij caruncula sublinguaris  Monostomatische (1 afvoer) * Niet bij paard  Polystomatische (+ afvoer) * Crista sublinguaris bevat alle uitmondingen

Slokdarm: oesophagus Rund, hond: gestreept spierweefsel Paard, kat: einde is glad spierweefsel Links (sinister) gelegen 3 delen -

Oesophagus pars cervicalis (echter de cervix (strottenhoofd)) Oesophagus pars thoracia (tussenstuk) Oesophagus pars abdominalis (achter diafragma)

Hiatus oesophageus: opening in diafragma voor de slokdarm door te laten Maag Regio’s 4: curvatura major (omentum majus hang hieraan vast) 5: curvatura minor (omentum minor aan vast) 6: incisura angularis (inkeping zelf) - scheiding corpus, pylorus 7: pars cardia 9: pars cardiea(zeer sterk bij paarden niet braken) 10: fundus 13: corpus 15: Pars pylorica 16: antrum pyloricum 17: canalis pyloricus Craniaal aanzicht (R-L) 18: pylorus sfincter

Milt is verbonden aan maag (ligamentum gastro lienale) maag vol milt buiten borstkas en onbeschermd. Draaiing maag: zie cusus tekening.

Omentum majus Hechtvlies aan maag. Vormt bursa omentalis onder maag. Vetvlies (vet net) rond abdemen voor bescherming

Foramen epiploicum: toegang bursa omentalus Jejunum in foramen. -

Afgesnoerd afsterven gifstoffen komen vrij dier in shock

Situering: -

Dunne- en dikke darm (hond als voorbeeld) Duodenum (dunne darm) -

Flexura cranialis duodenum Pars ascendens (maag tot bocht) Pars transversum (bocht) Pars descendent (bocht tot jejunum)  Verbonden met colon desc. via plica duodenocolica Jejunum  Hangt op aan schiel (mesenterium) Ileum  Bevat veel lymfefolikels  Verbonden met ceacum via plica ilea-ceacal

Colon (dikke darm) -

Caecum  Bact. Voor vertering plant. Mat.

-

 Vormt T met ileum en colon ascendens Colon ascendens (ileum tot bocht) Colon transversum (bocht) Colon descendent (bocht tot rectum) Rectum

Lever Basisplan 1: lobus sinister lateraal 2: lobus sinister mediaan 3: lobus dexter mediaan 4: lobus dexter lateraal 5: lobus quadratus 6: lobus sinister 7: lobus dexter 8: processus caudatus 9: processus papillaris -niet bij paard 10: impressio intrafageo 11: vena cabea coudalis 12: streep zelf: hillus - leidingen komen toe en vertrekken 13: lobus caudatus 14: ligamenta triangularea 15: ligamenta coronarum 16: ligamenta falciforma 17: galblaas - niet bij paard, rat, duif - ductus choledochus (galblaas-duodenum)

Ligamenta hepato renale (lever – nier R) Omentum minus (lever-maag) -

Omentum hepato gastricum (lever-maag) Omentum hepato duodeni (lever-duodenim)

Sinus paranalis: anaalzakjes/anaalklieren Enkel bij carnivoren a: linea anorectalis b: zona columnaris ani c: linea anocutanea d: zona cutanea ani - veel circum anaal klieren (zweet) e: huid f: musculus sphincter ani (externus) g: Sinus paranalis...