Hond en kat samenvatting PDF

Title Hond en kat samenvatting
Course Hond en kat 1
Institution Thomas More
Pages 22
File Size 1 MB
File Type PDF
Total Downloads 9
Total Views 135

Summary

Download Hond en kat samenvatting PDF


Description

Hoofdstuk 3: kleurslagen bij honden Basis genetica  Cel  Kern  Nucleus  38 chromosomen  DNA – dubbele helix  Genen  4 eiwitten: - Guanine – cytosine - Adenine – thymine - In groepjes van 3 achter elkaar codes  Alle info voor het leven Genetica in een notendop  Erfelijkheid = het verschijnsel dat (voor)ouders en nakomelingen gelijke of op elkaar gelijkende kenmerken bezitten, en het proces waardoor deze van de ene generatie op de volgende worden overgedragen  Mendel: 19e eeuw, erwtplanten Genetica



1e wet van Mendel= eenvormigheidswet Als 2 raszuivere individuen die slechts 1 kenmerk van elkaar verschillen kruisen, krijgen we in de eerste generatie (F1) onderling identieke nakomelingen. 2e wet van Mendel= splitsingswet Als we individuen kruisen van een F1 generatie van raszuivere ouders die in 1 kenmerken van elkaar verschillen, is er in de F2 generatie een opsplitsing van de kenmerken volgens een welbepaalde verhouding. Locus: een plaats op een chromosoom Allel: genen die in verschillende variaties kunnen voorkomen Elk gen heeft 2 of meerdere allelen bv Agouti locus As , ag , ay , as , at



Multiple allelen:





 

Meestal heeft 1 gen twee allelen, maar soms zijn er verschillende allelen voor 1 gen. Kleurslagen hond bv voor A-gen: As, ag, av, as, at. In homologe chromosomen liggen de allelen op dezelfde plaats, oftewel op hetzelfde locus De informatie op de twee allelen kan gelijk (homozygoot) of ongelijk (heterozygoot) zijn Zo kan het ene allel coderen voor blond haar en het andere voor bruin haar. Homozygoot: op dezelfde locus dezelfde genen (TT, tt) Heterozygoot: op dezelfde locus verschillende genen, het ene gen kan het andere overheersen (Tt) Dominant, recessief, intermediair Dominant en recessief, intermediair Intermediaire allelen: Wanneer de allelen van een allelenpaar verschillend zijn, maar toch allebei tot uiting komen in het fenotype Lethale allelen: Een individu dat homozygoot is voor dat allel zal sterven, meestal vóór de geboorte. -

-

    

  



Dominant A  Er is maar 1 kopie van het gen nodig om het effect zichtbaar te maken, AA, Aa

Recessief a  Er zijn 2 kopieën nodig om het effect zichtbaar te maken, aa.

Genetica  Genotype: uiterlijk volgens genenpatroon  Fenotype: zichtbare uiterlijk (genen + milieu!)  Gameten: voortplantingscellen  Zygoot: bevruchte eicel  Kryptomeer gen: eigenschap aanwezig maar verborgen A = pigment Genotyp Fenotyp a = geen pigment e e B = verdunning A*B Grijs b = geen verdunning A*bb Zwart aaB Wit  Epistasie: overheersing van het ene gen door het andere, dat zich aabb Wit op een ander chromosoom kan bevinden (hypostatisch gen)  Overschaduwing  Komt tot uiting in het fenotype - R = ruwhaar Genotype Fenotype - r = geen ruwhaar - S = korthaar R*S Ruwhaar R*ss Ruwhaar - s = geen korthaar rrS Korthaar rrss Geen  Polygenie: vererving van een kwantitatieve korthaar eigenschappen, beïnvloed door meerdere genen (lichaamslengte,…)  Een fenotypische eigenschap wordt door 2 of meer onafhankelijke genen verkregen Pigment:  Kleuren komen tot stand onder invloed van 2 pigmenten - Eumelanine (leverbruin tot zwart) - Phaeomelanine (geel tot rood) - Beide pigmenten kunnen onder invloed van bepaalde genen in verdunde vorm in de haren worden afgezet, waardoor de kleur zwakker wordt of zelfs verandert. Vachtkleur: Loci  Verschillende plaatsen op het chromosoom waarvan men zeker weet welke info ze bevatten ivm de overerving in vachtkleur heeft met benoemd met een letter. Vachtkleur: multipele allelen  Iedere locus door gen bezet  2 gelijke of 2 verschillende genen  Meestal dominant en recessief  1 gen, verschillende allelen Verschillende genen voor vachtkleur

Verschillende Loci  A-locus: agouti, hoeveelheid en plaats donker pigment  B-locus: black, basiskleur: zwart of bruin  C-locus: color, intensiteit van de pigmenten  D-locus: dilution, verdunnen pigment  E-locus: extension, uitbreiding van zwart pigment  G-locus: graying, verbleken  M-locus: merle, grijs-witte vlekken in de vacht  P-locus: pink-eyed dilution  S-locus: spotting, witte ongepigmenteerde vacht  T-locus: ticking, witte ondergrond met vlekken De A-locus: - Multiple allelen op het A-locus noemt men de agouti-reeks - De A-locus regelt hoeveelheid en plaats van donker pigment (zwart en leverkleur) en van licht pigment (rood of geel) -

Zowel in de totale vacht als in de afzonderlijke haren In volgorde van dominantie: o As : uitbreiding donkere kleur (solid, effen): (met de s van self) staat verspreiding toe van donker pigment over het gehele lichaam. o ag: agouti of wildkleur (wolfskleur): verantwoordelijk voor het agouti of de wildkleur o ay: geel, onderdrukt delen van donker pigment: (met de y van yellow) onderdrukt delen van donker pigment, waardoor het fauve met charbonné (rosgevlamde met zwarte haarpunten) van de Tervuerense ontstaat. Het geeft bij onderdrukking van alle pigment een helder sable (zandkleur) of tan. o as : saddle, zwart zadel: (met s van saddle) Is verantwoordelijk voor het zadelpatroon o at : black & tan (zwart & bruin): (met de t van tan) veroorzaakt het tweekleurige tanpatroon, het black-and-tan.

De B-locus: De genen van de B-locus bepalen de basiskleur (zie neuskleur), het al of niet aanwezig zijn van ‘zwart’ pigment B: staat de vorming van zwart pigment toe b: vervangt al het zwart door een bruine kleur (lever of chocolade) De C-locus: Het C-locus regelt de intensiteit van de pigmenten (color), regelt de mate van het tot uiting komen van de vachtkleur C: normale intensiteit van het pigment cch: verbleking van de vooral roodgele kleuren (ch van chinchilla) verbleekt de kleur, maar tast het roodgele pigment sterker aan dan het zwarte

c e: extreme dilution, extreem bleke pigmentering (zowel bij B als b) witte vacht met donkere neus en ogen (geen albino!) (e van extreme dilution) verantwoordelijk voor een extreem bleke pigmentering

De D-locus:

B. Zwa rt bb brui n

c a: wit met roze neus, totaal albinisme albinisme

D. Niet verdund B.D. Zwart

dd verdu nd B.dd blauw

bbD. Bruin, lever

bbdd Isabel

-

Het D-locus is verantwoordelijk voor het al of niet verdunnen van het pigment (dilution) D : normaal pigment d : verdunt zwart pigment tot ‘blauw’ (BBdd) en ‘bruin’ tot ‘isabel’ (bbdd)

De E-locus: Het E-locus regelt de uitbreiding van zwart pigment (extension) Em: zwart masker E: effen kleur, geen masker (vgl. As en C) ebr: gestroomd (brindle) -

e: effen rood (of geel), verhindert donker pigment

De G-locus: Het G-locus (graying) regelt het al of niet verbleken van de vacht. Donker pigment bij de geboorte en later een progressief lichter worden. G : verbleken (niet volledig dominant over g) -

g : niet verbleken (meeste honden)

De M-locus: Het M-locus regelt het al of niet aanwezig zijn van het marmerpatroon of ‘merle’ (onregelmatige donkere vlekken op een lichtere ondergrond) M : merle. De meeste dieren zijn heterozygoot (Mm). Fokzuivere merles (MM) zijn vaak bijna wit, slechthorend of doof, slechtziend, subfertielsteriel (subletale factor) -

m : niet-merle

De P-locus: - Pink-eyed dilution, bij Pekingezen aangetoond, zeer zeldzaam - P: normale kleurontwikkeling -

p: pink-eyed dilution, zwarte haren worden blauwgrijs (lilac), de iris rose

De S-locus: Het S-locus (spotting) is verantwoordelijk voor het al of niet aanwezig zijn van witte, ongepigmenteerde vlekken. S : volledig gekleurde vacht si : Irish spotting, witte aftekeningen op voorhoofd en snuit, nek, borst, voeten en staartpunt sp : platenbont (piebald), variërend in hoeveelheid -

sw : overwegend wit met enkele gekleurde vlekken.

De T-locus: Het T-locus is verantwoordelijk voor ‘ticking’ (zwarte spikkels op witte vachten) T : ticking -

t : geen ticking

Roan factor:  Schimmelpatroon, inmenging van witte haren 

Wordt beïnvloed door modificerende genen

Enkele termen:  Aalstreep: donkere streep van schoft tot staartaanzet (bv Mopshond)  Harlekijn: wit met zwarte vlekken (Duitse dog)

     

Platen: grote gekleurde vlekken op een witte ondergrond Tan: geelbruin in verschillende kleurdiepten Belton : witte vacht met kleine gekleurde vlekken (Engelse setter), Blue/Orange/Lemon belton Brindle : gestroomd Charbonné : beige haren met zwarte punten (Tervurense) Sable : grijsbruin met zwarte haarpunten

Hoofdstuk 4: Kynologie Kynologie   

De leer van de hond Exterieur, beweging, rassenkennis, voedingsleer, voortplanting, gedrag, erfelijkheid, anatomie, … Kynoloog: cursussen, examens, diploma

Sint-hubertus     

Patroonheilige van de jacht 1880 (1882): 50 jaar België “Société Saint-Hubert pour l'amélioration des Races Canines en Belgique” “Société Royale Saint-Hubert” (S.R.S.H.) 1885 “Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus” (K.M.S.H.) na W.O.II

Kynologie  Belgische kynologie organisatie is complex  Verschillende organen, verschillende bevoegdheden KKUSH  Koninklijke kynologische unie Sint-Hubertus  Overkoepelende organisatie  Bestuur van Belgische kynologie  Bestaat uit − KMSH − VdA − Kynologische raad KMSH  Koninklijke maatschappij Sint-Hubertus  Doel: in standhouden en verbeteren van de hondenrassen  Erkend door FCI  Eigenaar van − LOSH − ALSH − RISH KMSH activiteiten  Zij is houder van het Sint-Hubertus stamboek  Zij levert stambomen af  Zij controleert het “werk” van 2500 fokkers, liefhebbers en professionelen  Zij geeft de toelating voor de officiële hondenmanifestaties  Zij organiseert jaarlijks de grootste rashondententoonstelling van België en één van de belangrijkste in Europa, de Brussels Dog Show  Zij stelt de lijst van de keurmeesters op  Zij geeft inlichtingen aan alle hondenliefhebbers in het bijzonder via zijn Info Baby Dogdienst  Zij organiseert ook jaarlijks een initiatie- cursus voor het LOSH-fokken; Kynologische raad  Verantwoordelijkheid K.R.: - toepassing van de reglementen, - oplossen van moeilijkheden binnen de Belgische kynologie - 14 leden uit KMSH, VdA en andere

-

Tuchtcomissie

Vergadering der afgevaardigden  Groepeert de verenigingen en clubs die bij de KKUSH aangesloten zijn.  400 aangesloten rasclubs, africhtingsclubs, speurclubs, hondenscholen, provinciale hondenverenigingen,…  Ze houdt zich bezig met alles wat de hondensport in België kan promoten en is verantwoordelijk voor de algemene organisatie  Iedere aangesloten vereniging delegeert een afgevaardigde en een plaatsvervanger  Bestuurscomité van 14 afgevaardigden. Deze vormen het dagelijks bestuur en handelen de normale zaken af.  In sommige gevallen geeft de VdA haar bevoegdheid door aan verschillende 'secties'. Ze zijn allen verantwoordelijk voor de fok en/of gebruik van verschillende hondenrasgroepen en/of voor de verschillende disciplines in de hondensport.  Elke sectie heeft eigen bestuur.  Sectie 1A : Fok van waak- en verdedigingshonden  Sectie 1B : Gebruik van waak- en verdedigingshonden (Belgisch Programma)  Sectie 1C : Speur- en gebruikshonden  Sectie 1D : Gebruik van waak- en verdedigingshonden (Mondioring)  Sectie 2 : Fok en gebruik van jachthonden  Sectie 3 : Fok van gezelschapshonden.  Sectie 4A : Tentoonstellingen  Sectie 4B : Gehoorzaamheidsprogramma voor alle honden  Sectie 4C: Agility programma voor alle honden  Sectie 4D: Obedience  Sectie 5: Diverse disciplines: showhandling, dog dance, flyball, wandelen, schapendrijven  Commissie der Windhondenrennen Clubs en aangesloten verenigingen  alle clubs die enerzijds hun aanvraag tot aansluiting hebben gedaan en anderzijds zich houden aan de statuten en reglementen van de KKUSH  Deze clubs kunnen onderverdeeld worden in: Kynologische verenigingen, die zich bezighouden met alles wat de kynologie aangaat, meestal in een bepaalde stad of regio. Rasclubs, die één ras of een rasgroep vertegenwoordigen. Zij werken nationaal. Clubs die wedstrijden organiseren (b.v. gehoorzaamheid) maar niet gebonden zijn aan één bepaald ras of rasgroep. Hun activiteit is vooral regionaal maar richt zich ook tot deelnemers uit heel het land. KMSH activiteiten: stambomen  Stamboom= geboorteakte, identiteitskaart, familiestamboom (3 generaties)  LOSH: Livre des origines Saint-Hubert, Sint- Hubertus stamboek Als enige erkend door FCI Embleem KMSH en logo FCI Alle honden waarvan de afstamming gekend en erkend is Gesloten register: lijst van stambomen waarop enkel honden van gekende afstamming over minstens 4 generaties voorkomen De stamboom getuigt van de zuiverheid van het ras  RISH: Initieel register Sint-Hubertus - Open register - Honden zonder FCI stamboom kunnen hier ingeschreven worden op basis van uiterlijke kenmerken - Hier worden honden geregistreerd die conform zijn aan de rasstandaard maar waarvan de afkomst onbekend is  ALSH, Annexe au LOSH: - Bijvoegsel van LOSH - Honden waarvan minstens 1 generatie gekend en geregistreerd is

      

- Honden van recent gecreëerde rassen - Honden uit “niet toegelaten kruisingen” Honden die afstammen van in het RISH geregistreerde ouders (1 of beide) Deze krijgen ALSH stamboom als ze ‘zeer goed’ halen op een tentoonstelling komen ze in aanmerking voor de fok Na 4 generaties krijgen de nakomelingen een LOSH stamboom LOSH: afstamming gekend, 4 generaties RISH: onbekende afstamming, ingeschreven op basis van uiterlijke kenmerken rassen in heropbouw ALSH: honden waarvan minstens één generatie gekend en geregistreerd is, maar ook honden van recent gecreëerde rassen en honden uit niet toegelaten kruisingen.

Stamboom met categorieën  Nieuwe stamboom met categorieën  Teven gedekt vanaf 1/3/2019  “born out of combination resulting …” - Category 3  Beide ouders hebben FCI erkende stamboom + ouderschap DNA - Category 2  Beide ouders hebben alle testen van type I + controle op fokadvies.  Beide ouders hebben FCI erkende stamboom + ouderschap DNA - Category 1  Beide ouders hebben alle testen van type I + controle op fokadvies.  Beide ouders hebben alle testen van type II.  Beide ouders hebben een “Certificaat van conformiteit aan de standaard”.  Beide ouders hebben FCI erkende stamboom + ouderschap DNA.  Rasfiche KMSH activiteiten  Belast met de registratie van Sint-Hubertus - verplichte registratie tss 6 en 12w - Door dierenarts - Dogid:Databank voor identificatie en registratie van honden in België  Sinds 1998 is registratie en identificatie wettelijk verplicht  Houdt gegevens van alle honden bij, zowel stamboom als niet stamboom  Tatoeage mocht tot 2010, nu niet meer  Houden medische testen (gegevens) bij - Welke testen moet je doen om je stamboek hond toe te laten als fokdier • HD • ED • Oogaandoeningen, • Doofheid • Hartaandoeningen - Fokdieren worden gescreend op deze aandoeningen, zo kan men op termijn erfelijke ziekten verminderen 





Geeft toelating voor officiële hondenmanifestaties - O.a. Tentoonstellingen, field trials, windhonden rennen, speuren,… - Registreert de behaalde resultaten - Kampioenschapstitels Stelt lijst van de keurmeesters op - Examens georganiseerd door keurmeesters benoemingscomissie - Lijst van namen van alle personen die bekwaam geacht worden een ras te keuren op schoonheid of werk Geeft inlichtingen aan hondenliefhebbers



- Info over 340 FCI erkende rassen - Kalender van officiële hondententoonstellingen - Adressen hondenclubs Info baby dog (https://www.kmsh.be/infobaby-dog/) - Fokkerslijst met vermelding van de nesten van de laatste 5 maanden - Vragen over de aan te raden raskeuze

Hondenwedstrijden Gehoorzaamheid  Meest uitgeoefende sport  Recreatief of wedstrijdgericht  Basis van alle hondensporten  Start vanaf 8w  Voor ieder ras  Voor deel te nemen aan wedstrijden moet de hond een brevet hebben dat gehaald kan worden in een hondenschool  Hondenschool, verschillende klassen: - Puppyklas: o omgaan met soortgenoten, met andere mensen, met vreemde geluiden, met toestellen,… o Om naar de A-klas te gaan, is er vaak geen overgangsproef. - A-Klas: o In deze klas komen de jonge honden vanaf 6 maanden alsook de beginnende honden o (vb. asielhond), ouder dan 6 maanden. o Oefeningen: » volgen aan de leiband (slalom) » houdingen (zit-lig-staan) » zitvoor » down (30 seconden blijven liggen) » voedsel weigeren » oproepen (komen naar baas) » Apporteren o Overgangsproef - B-Klas: o Oefeningen: » zelfde oefeningen als in A-klas » volgoefeningen worden iets moeilijker (slalom) » down (1 minuut blijven liggen) » oproepen van de hond » Voorstelling van de hond o Overgangsproef - C-Klas: o Oefeningen: » zelfde oefeningen als in B-klas » volgoefeningen worden iets moeilijker (slalom): los » down (2 minuut blijven liggen) » oproepen van de hond » Onderbreking Brevetklas: Voorbereiding op behalen van Brevet voor SintHubertus Recreatieklas: Voor mensen die geen wedstrijden willen doen, maar toch nieuwe dingen willen leren. Agility  Recreatief of wedstrijdgericht  Behendigheid  Hond zo snel mogelijk en foutloos over verschillende hindernissen sturen  Teamwork en goede communicatie  Verschillende klassen: Small, medium, large  Hindernissen Horden − Viaduct of muur − Tafel − tunnel − slappe tunnel − A-frame (palisade) − slalom − Dog Walk (passerelle) − Wip − Band of hoepel − Long Jump

Flyball  Teamsport waarbij hond zo snel mogelijk over 4 hindernissen moet springen om een tennisbal te gaan halen en terug te brengen. Belgische ringsport  Hond en geleider moeten aantal oefeningen en tests afleggen binnen een afgebakend terrein  3 onderdelen: − Gehoorzaamheid − Lenigheid − Verdedigingswerk Belgisch veldwerk  Gehoorzaamheid - Los volgen − Houdingen: liggen, zitten en recht − Blijven liggen − Weigeren van voedsel − Opzoeken en terugbrengen van een verloren voorwerp − Springen over een natuurlijke hindernis: vertesprong en hoogtesprong  Speuren  Waterwerk - Apporteren van een klein en groot voorwerp uit het water − Vooruitsturen in het water − Een levensgrote pop aan de oever brengen  Pakwerk - Opzoeken van de helper − Verdedigen van de geleider − Aanval − Aanval met schoten  Jacht  Dog dancing  Canicross  Windhondenrennen  Dogfrisbee  Dogsurvival  Weightpulling Tentoonstellingen  Eerste in België: 1847 te Tervuren, georganiseerd door de Belgische jagers  Opendeurdagen van de kynologie  Reden: − Mooiste en beste hond − Dekreu of teef zoeken voor beter combinaties  Honden worden betast, bekeken en vervolgens vergeleken met de rasstandaard  Puppyklas: 6-9 maand Voldoende, belovend, veelbelovend − Beste puppy van het ras − Beste puppy in show  Jeugdklas: 9-18 maand Goed, zeer goed, uitmuntend − Beste jeugd van het ras − Beste jeugd in show  Open klas: minimum 15 maand Goed, zeer goed, uitmuntend, CAC, CACIB − Beste reu/teef van het ras − Beste reu/teef in show  Kampioensklas: minimum 15 maand, moeten kampioenstitel hebben Goed, zeer goed, uitmuntend, CAC, CACIB − Beste reu/teef van het ras − Beste reu/teef in show  Veteranenklas: > 6 jaar Goed, zeer goed, uitmuntend − Beste veteraan van het ras − Beste veteraan in show. Keurmeesters  Aangesteld door keurmeesterbenoemingscommissie van de KMSH  Kandidaatstelling, aanvaarding kandidatuur, theoretisch examen, praktisch examen (1 ras of werkproef), stage, benoeming, evt. meerdere rassen  Tentoonstellingen, werkproeven  Beoordeling: keuren, kwalificeren, plaatsen Beoordeling  Keuren: zien, voelen Rasbeeld: rasstandaard, geslacht Soundness: constructie, gezondheid, gedrag

Balans: harmonie Gangwerk: stand, draf Keurverslag Kwalificeren: Uitmuntend: voldoen dermate aan de rasstandaard, dat een geringe fout niet het ideale rasbeeld verstoort. Komt in aanmerking voor kampioensprijs Zeer goed: voldoen in het algemeen aan de rasstandaard, hebben enkele onvolkomenheden die het ideale rasbeeld verstoren Goed: voldoen nog wel aan rasstandaard, maar door meerdere afwijkingen of ...


Similar Free PDFs