Barok en classicisme samenvatting PDF

Title Barok en classicisme samenvatting
Course barb11 Architectuur in context A
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 16
File Size 1.2 MB
File Type PDF
Total Downloads 50
Total Views 193

Summary

Samenvatting les Barok en Classicisme: alles vermeld door de docent in de les, staat in puntjes samengevat....


Description

Barok en classicisme Kleine inleiding De barok en het classicisme zijn 2 stromingen die in dezelfde periode voortstromen nl. in de 17 de -18de eeuw. Beide hebben elk wel een aparte focus op het aspect architectuur. Deze nieuwe periode start naar aanleiding van vernieuwers die uiteindelijk nieuwe vormen van de christelijke godsdienst aan het licht brengen. Eén van die nieuwe vormen is bv. Het protestantisme. Algemeen is er een vernieuwing van de kerk  de contrareformatie. Hierdoor verandert ook het religieus bouwen met de kerk als opdrachtgever. De architectuur zal uiteindelijk ook verschillen naargelang het land waarin je je bevind. In Engeland heerst zich namelijk het anglicanisme, in Duitsland zijn er vorstendommen (lutheranisme) en in Holland dan weer een heel ander paar vormen van.

Barok Er bestaat reeds een continuïteit met de voorgaande renaissance periode: het antieke. Dit als basis en als ideaal. In de barok zien we vooral de expressieve architectuur. De naamgeving barok heeft een negatieve connotatie en dat komt ook door zijn verleden in de kunst met dat expressieve karakter. De barokkunst zou jagen naar effecten en het theater. We zien hier ook bij : ‘het triomferende’, ‘het theatrale’, het illusionistische. Dit als wezenskenmerk van de barok. De barok was namelijk een totaalbeeld waarbij beeldhouwkunst, kunst, schilderkunst niet konden worden afgescheiden van de architectuur. Maar dat wezenskenmerk kreeg de barok zijn negatieve connotatie. Die ontstond in die periode van tegenbeweging in de Engelse architectuur van de 18e eeuw die was geïnspireerd op het Rome (arch. Van Borromini en Bernini), maar die werd gezien als een ‘teveel’ op alle punten. Barok werd gezien als een scheldnaam.  Barocco Pas in de late 19e en vroege 10e eeuw krijg de naam een neutrale connotatie. Classicisme In het classicisme ligt de focus op het cultiveren van strakke regels met een sterke verwijzing naar de zuilenorde. Deze zuilenorde van Vitruvius loopt al verschillende periodes mee, waarin we kunnen zien dat er dus ook een continuïteit staat op vlak van regels.

1

Vignola en Della Porta Gesù van Vignola en Giacomo Della Porta uit de 16e eeuw  Bevat het basismodel van de Jezuïeten  Jezuïeten: zijn een nieuwe orde, een ridderorde, die anders dan andere orden geen klooster hebben, maar colleges waarvan ook ons schoolsysteem komt. In 1773 werden zij afgeschaft, maar later keerden zij terug.  Gesù is de hoofdkerk van de Jezuïeten  Vigniola: ontworp het interieur in 1568. Zijn gevenontwerp werd uiteindelijk verworpen door kardinaal Farnese.  Interieur Vigniola:  Momenteel bestaande uit gouden ornamenten en versieringen die pas later zijn toegevoegd, want de architectuur van de Jezuïeten is oorspronkelijk een zeer armoedige, sobere, simpele architectuur.  Interieuropbouw:  simpel, wit gestukte zaalkerk met tongewelf en aan weerszijden geen zijbeuken maar aparte kapellen met altaar waarvan hun assen loodrecht op die van de hoofdas staan.  Ruim transept met koepel.  De koepel bevat tamboer en lantaarn (uit periode renaissance hiervoor) en is gelegen op de kruising (transept en schip)  Verkort transept door beperking van omgeving. Dit trekje wordt herhaalt in afstammelingen van de Gesù.  Ruime koorapsis zonder doksaal of andere afsluiting naar aanleiding van de contrareformatie  openheid naar alle christenen  ontstaan verschillende kerkmeubelen zoals de biechtstoel, preekstoel, … Het koor wordt uiteindelijk afgebakend met een lage communiebank.

2



Gevelontwerp: zou dienen als monument voor de kardinaal Farnese.  Gevelontwerp Vignola (niet gerealiseerd):  Combinatie triomfboog en tempel  Hoger middenstuk en lagere zijden verbonden door uitgerokken voluut.  Midden steekt een beetje vooruit  Pilasterorden bovenverdiep en onderaan  Ronde zuilen aan portaal doorbroken door fronton.  Gevelontwerp Della Porta (geraliseerd) in 1572 :  Subtielere reliëfopbouw naar midden toe: middenstuk springt in trapjes subtiel vooruit. Pilasters en zuilen werken mee aan dit effect door bijvoorbeeld een pilaster die half achter een dubbele pilaster staat.  Opnieuw een subtielere/ plattere gevel door in elkaar geschoven frontons op vooruitspringende zuilen: driekwartszuilen in een nis (michelangelo –> antiek) met pilasters ernaast die het segmentvormige fronton dragen.

3

Andere voorbeelden met basismodel en soortgelijke gevenopbouw Gesù

 St. Michiel in Leuven 



Oorspronkelijk een Jezuïetenkerk in 1650 ; maar door vele restauraties niet meer te herkennen. Hoger gebouwt; hier ligt het accent op in onze omgeving. Namelijk een extra niveau.

 Santa Susanna in Rome met architect Maderno in 16de eeuw  

Alles meer gechargeerd dan in Gesù: meer zuilen, meer pilasters  meer reliëf Maar analoog met Gesù: reliëf sterker naar midden toe

4

Bernini (barok) Bernini werken

 Sint-Pietersplein in oosten Rome 



 

Maderno plaatst hier schip uitgestrekt over het plein, waardoor de omgeving wijk verdwijnt en een nieuw plein ter plekke komt. De focus ligt hier op de obelix in het midden uit de tijd van Keizer Nero, Egypte. Het plein heeft een ovale vorm die in de dwarsrichting ligt. Het plein deint uit, waardoor een dynamiek en spanning ontstaat. Plein als symbool van de alles omvattende macht van de kerk. Zijn colonnade of zuilenrij rond het plein bevat heiligbeelden. Ze zouden zijn ontworpen beschreven als ‘dat zij in een moederlijk gebaar de gelovigen ontvangen om hen te sterken in hun geloof, de afvalligen om hen met de kerk te herenigen , en de ongelovigen om hen het ware geloof te openbaren’. Opnieuw zou ook de colonnade dynamiek scheppen met hun golvende beweging; een essentieel element van de barok. Terwijl de vrijstaande zuilen eerder wel van de Griekse tempel dan van renaissance of klassiek Rome.

 Piazza del Popola in noorden Rome 

3 samenkomende straten/assen in 1 punt, het plein. Hier bevinden zich 2 koepelkerken waar ook een obelix te vinden is.

5

Sant’Andrea al Quirinale uit 17e eeuw



Opleidingshuis Jezuïeten  Opbouw interieur:  Altaarstuk :  waar martelaarschap van de heilige Andreas wordt afgebeeld.  Verlicht vanuit halve koepel, die niet zichtbaar is vanaf schip, s’ochtends. Rest van de dag in de schaduw van de zuilen.  Altaarnis wordt gescheiden van de rest door concaaf fronton rustend op zuilen. Hierop dwarsliggend een figuur van Andreas op een wolk. Dit creëert dynamiek.  Ellipsvormig / ovale interieur (net zoals bernini’s plein Sint-Pieter): creëert opnieuw ook dynamiek en spanning.  Materiaal: romeins marmer (rijke wandbekleding), grijs gepolijst kalksteen pilasters.  Opbouw gevel:  Gebogen vormen om nieuwe ruimtelijke configuraties mogelijk te maken.  Segmentvormig horizontale entablement van de naar voor springende portiek vormt het contrapunt van de verticale ronde boog op de façade erachter.

6

Borromini (barok) Tijdsgenoot van Bernini, die alsook leefde in de 16e-17e eeuw. Borromini was onevenwichtig en neurotisch. Zijn architectuur zou zijn gebaseerd op de natuur, Michelangelo en de klassieke oudheid en niet op de menselijke maten.

San Carlo alle Quattro Fontane uit 17e eeuw in Rome  Kleine kerk gebouwd voor de Portugese orde op een straathoek  Ook Borromini experimenteert met ovaal  In dit ontwerp gebruikt Borromini de ovaal in de langsrichting.  Interieur:  Wit interieur  Golvende muren die dynamiek creëren.  Door de golvende muren is de geometrie van de ruimte niet duidelijk waarneembaar. De geometrie zie je pas als je naar boven kijkt. De boven hangende koepel heeft een ovale vorm (composietvorm), dit is ook de basisvorm van het grondplan. Deze koepel bevat kruisvormige cassetten met de focus op die kruisvorm  heilig kruis waar de Portugese orde vereerd.  Je kan op het grondplan duidelijk waarnemen dat de ovaalvorm uitstulpingen bevatten en binnenkeringen op de diagonalen. Deze vorm is gebaseerd op 2 gelijkzijdige driehoeken die tot een ruit zijn samengevoegd; hierin zijn 2 cirkels ingeschreven die, verbonden door bogen, samen een ovaal vormen.  Plastische toepassing van de architectonische geledingen zoals in de klassieke oudheid en de organische vloeiende lijnen van uit de natuur.  Vooral aandacht voor de nieuwe vormen  weinig kleurgebruik  Gevelopbouw:  Opnieuw golvende muren: convex (vooruitstekend) middenstuk en concave zijstukken. De gevel is als het ware een scherm met op elkaar gestapelde zuilen (basisvorm kerkgevel).  Moeilijk te zien als afstammeling Gesù 7



De omvang van de gevel is buitenmaats: grote, dikke kolommen  de bedoeling.

Sant’Ivo alla Sapienza uit 17e 8

eeuw in Rome  Opbouw architectuurtype van een college : klooster met grote binnenhof omsloten door de kerk.  Bloemvorm kerk ontstaan uit 2 basisvormen: 2 in elkaar geschoven gelijkzijdige driehoeken die de vorm van de davidster vormen  symbool wijsheid. De driehoekspunten afgesneden en opbollend gemaakt met golvende muren tussen (lobben).  Dezelfde vorm te vinden in de oprijzende koepel op tamboer met lantaarn.  Lantaarn op een getrapte piramide bezit vlammenkroon met opnieuw symboliek waarheid en inspanning.  Koepelvorm moeilijk zichtbaar buiten.

9

Pietro da Cortona (barok) Derde illustere kunstenaar die Romeinse hoog barok gezicht gaf. Hij was in de eerste plaats schilder (schilderde interieur Palazzo Barberini, Palazzo Pitti). Bestudeerde beeldhouwwerken en reliëf uit de oudheid en architectuur van Michelangelo en schilderijen van Caravaggio en Rafaël. Hij schiep levendige en eclectische architectuur met een sterk neoklassieke inslag. Santa Maria della Pace, gevel uit 17e eeuw  Sleutelgatvorm (puur Michelangelo kleurt de hele barok)  Licht opgebold zoals een zeil waar lucht in wordt geblazen, maar tegengehouden door zuil in nis en pilaster gecombineerd  Vrij naakt oppervlak  Segmentvormig fronton dat naar beneden uitbreid in driehoekig fronton dat zelf ook verspringd.  Opnieuw dynamiek  Inkom krijgt platgedrukt ovaal als zuilenportiek

Santissimi Martino e Luca, Rome  Muuroppervlak vlak opbollend  Krachtig Hoekaccent dat het ‘zeil’ verankerd  Onafhankelijk groot scherm als gevel met op elkaar gestapelde orden (pilasters en zuilen)  Zelfde benadering als bij de Santa Maria della Pace

Classicisme 10

Gebouwen met zelfde stramien kerkgevel contrasteren:

Parijs, Sorbonnekerk Jacques Lemercier  Belangrijk parijs architect 17de eeuw  Dubbele functie: universiteitskerk in groot gebouw met binnenhof + mausoleumkerk voor kardinaal Richelieu  Gevel naar de straat toe op foto en nog een andere naar binnenhof toe  Kardinaal Richelieu oppermachtig minister van Lodewijk VIII  Niet zoals in Rome een opengebroken reliëf, maar wel onderaan uitspringend portiek (tempelportiek idee) niet meer dan dit.

Parijs, Collège des Quatre Nations, Louis Le Vau  Grote koepelkerk  Gevelblok opnieuw een tempelblok  Antieke motief tempel wekt men hier op

Rome, Santa Maria in Campitelli Carlo Rainaldi  Gevel Rainaldi heeft op elkaar geplaaste orden  Opbreken reliëf (geen punt voor Franse architecten zie Lemercier)

De regels van het juiste antieke lijkt hier te primeren. Een zoektocht naar dit juiste antieke.

11

Louvre in Parijs: de colonnade van Perrault uit de 17de eeuw  Colonnade / grote rechte zuilenrij (oostgevel Louvre) voorziend van gelijkvloers die dient als sokkel  Met zijn slanke zuilen die niet overeenkomen met de proporties van de antieke Korintische zuil, zou dit niet tot het antieke behoren. Maar door de verdubbeling, koppeling per twee maakt dit optisch in orde. (voldoende zwaarte  Verwijzing naar antieke colonnade duidelijk  Fronton maakt het centrale stuk ook meer tempel  Behoort zeker tot het antieke en zijn regeltjes (geschiedenis Louvre: middeleeuwse burcht, centrale ronde gaat terug tot tijd Filips augustus 12de -13de eeuw, hierrond werden 4 nieuwe vleugels gebouwd in 14de eeuw onder Karel V , de renaissance gaat dat afbreken en vernieuwen onder frans I, door Henry IV wordt de rest van de cour carré aangelegd, en dan nog gevel naar de stad toe, de oostgevel in de 17de eeuw en zijn colonnade door Perrault, de rest in de 19de eeuw)

voorkeur ging naar ontwerpen die dichter aanleunen bij het antieke dan al die nieuwe dingen uit Rome (vandaar afwijzing ontwerp Bernini)

Ontwerp oostgevel door Bernini  Colbert (minster Lodewijk XIV) houdt niet van dit ontwerp  Mansart François en de rest van de Franse architecten zal de nieuwe indringer stokken in de wielen steken  Opbouw: een gevel waar beweging in zit, een gevel met in midden een convexe ronde en concaaf met twee vleugels uitbuigt (toegeving aan franse traditie hoektoren/ hoekpaviljoen)  Nochtans is de achtergrond 12

analoog; alles draait rond de katholieke kerk in rond terwijl in Frankrijk alles rond de nieuwe koning (zonnekoning) –> het triomferende, het theatrale  Architectuur Franrkijk voor de koning kan men dus ook de barok noemen qua geest.  Bernini gaat hier dus terug op Rome.  Bernini maakt ook nieuw ontwerp met andere rotonde maar dit werd ook niet aanvaard

Focus koning en geen grote kerken meer  dit leidt tot het feit dat de grote bouwopdrachten meestal voor de koning zijn.  KONINKLIJKE OPDRACHTEN

Place Royale, Parijs 17de eeuw  Typische konklijke opdracht 17e-18e eeuw  Het koningsplein  Focus op ruiterstandbeeld koning  Tijdens Henry IV  Eerst place royale, in geen enkele middeleeuwse stad waar toen echt grote pleinen, vandaar de eerste  nieuw  De hovelingen wonen dan in die omringende privé-huizen volgens een geijkte formule: portiek op gelijkvloers en baksteen steenarchitectuur (zoals in Londen van die tijd rond de goven garden -> vind je dus elder ook)  Zeer kleurig (verdwijnt wel later)  Barokke architectuur die de koning verheerlijkt dus met als hoogtepunt het Versailles van Lodewijk XIV

Het Versailles van Lodewijk XIV 13

 Oorspronkelijk een chateau  Je kan het hier niet hebben over de barok als je het landschap en dus omgeving er niet bijneemt; een hele aanleg rondom; de hoofdas (met centrale punt slaapkamer Lodewijk) die oneindig ver doorloopt, zogezegd voorbij de horizon. Dus niet alleen architectuur, maar ook omgeving die Lodewijk zijn macht verheerlijkt en symboliseert  Louis Le Vau, één van de architecten van Lodewijk XIV ontwerpt de tuingevel.  Opbouw tuingevel: sokkelverdiep met daarop piano nobile (=de edele verdieping) met zuilen en daarboven de attiek, de balustrade met beelden  elementen uit de renaissance.  En dan het reliëf geïnspireerd door tempelportiek door Mansart erin gebracht.  Hoofdvilla is geïnspireerd op de rotonda met centrale ruimte en koepel erop (salon a italienne wordt dat in Frankrijk genoemd)  Symmetrische villa’s voor hovelingen aan weerszijden  Op schilderij: hoog gezichtspunt: typisch barok, het oog van god  Barokke tuinaanleg: symmetrisch en strak gereguleerd

 Nicolas Fouquet leent aan koning en is zijn bezitting kwijt geraakt nl.

Vaux-le-compte door Louis Le Vau 14





 

Opbouw buitenkant:  symmetrie met groot salon a italienne (ovaal: vorm barok) aan tuinzijde waaraan de grote terrassenpartijen  Tempelachtige motief (intussen ook een standaard) aanwezig aan de ingang  Compacte chateau met vleugels  Hoekpaviljoen met hoge daken suggeren toren middeleeuwse burcht Belangrijke aristocratie (heerschappij in handen van de aanzienlijkste): typisch kasteel middeleeuwen nooit volledig verdwenen (hier te zien) Oude patronen aristocratische status verdwijnen niet Opbouw interieur:  Op de hoofdas op het grondplan liggen de vestibule en de grand salon a italienne (als hoofdruimtes/publieke ruimte  Aan weerzijden twee aparte appartementen (geheel ruimten die elke een eigen functie hebben)  Meest publieke ruimten dichtbij ingang en de private ruimtes verder weg  Op gelijkvloers twee appartementen: appartement de parade voor formele ontvangsten (recht) en appartement de sociète voor vrienden(links)  Vrouwen en kinderen op hogere verdieping in Frankrijk  deuren op 1 as en eindigt op raam (iets van de 17de eeuw) 15

enfilade (alles op 1 draad)

Dom des Invalides, Mansart  hospitaal in opdracht van de koning voor veteranen leger.  Symmetrische uitbouw  Monumentale koninklijke opdracht

Dus duidelijk te besluiten dat Barok en Classicisme duidelijk samen kunnen komen. Bijvoorbeeld de aanleg voor koninklijk bezoek samen met de regels van het antieke die worden gevolgd.

16...


Similar Free PDFs