Begrippenlijst Middeleeuwen-1 PDF

Title Begrippenlijst Middeleeuwen-1
Course Geschiedenis van de Middeleeuwen
Institution Universiteit Gent
Pages 18
File Size 252 KB
File Type PDF
Total Downloads 9
Total Views 161

Summary

Download Begrippenlijst Middeleeuwen-1 PDF


Description

BEGRIPPENLIJST MIDDELEEUWEN Hoofdstuk 1 De Middeleeuwen: begripsbepaling            

 

   

Petrarca schrijver uit de 14de eeuw die de Middeleeuwen omschreef als tenebrae ‘nevelen’ na de tijd van de antieken Giovanni Andrea dei Bussi bisschop uit de 15de eeuw die de Middeleeuwen omschreef als Media Tempestas ‘stormachtige tussentijd’ Du Cange taalkundige uit de 16de eeuw die de Middeleeuwen in zijn glossarium omschreef als Medium Aevum ‘het midden van de eeuwen’ Glossarium alfabetisch geordende lijst van woorden met hun betekenis Christoph Cellarius auteur van Historia Universalis die als eerste een geschiedenis van de Middeleeuwen schreef Contrareformatie Rooms-Katholieke reactie op de protestantse reformatie Jezuïeten katholieke religieuze orde die in 1534 in Parijs werd opgericht door Ignatius van Loyola. Het oorspronkelijk doel was hulp aan de naaste, vooral zieken Bollandisten instituut opgericht door de jezuïeten dat zich bezig houdt met het beschrijven en de teksteditie van heiligenlevens, gebundeld in de Acta Sanctorum Monumenta Germaniae Historica Duits project voor Duitse Middeleeuwse geschiedenis, start van de professionalisering van de Duitse Historici Burckhardt auteur van Die Kultur der Renaissance in Italien die de Renaissance als de wedergeboorte ziet van het antieke ideaal, een bevrijding uit het collectivisme Huizinga auteur van Herfstij der Middeleeuwen, vond dat Burckhardt de scheiding tussen Middeleeuwen en Renaissance te scherp had afgelijnd Civitate Dei ‘Over de stad Gods’ is een boek in het Latijn dat geschreven is door kerkvader Augustinus van Hippo en ontstond als een reactie op de plundering van Rome door Alarik I in 410. Rex Gentium ‘koning van de barbaren’ titel die Odovakar uitriep nadat hij de keizer van het West Romeinse Rijk had afgezet Henri Pirenne volgens hem starten de Middeleeuwen vanaf het moment dat de Islam haar eerste contacten legt met Europa en het zwaartepunt voor de handel van het Middellands Zeegebied naar het Noorden verschuift. Reformatie 16de eeuws schisma binnen het westerse Christendom, ook voordien waren al kleinere pogingen ondernomen (vb. Jan Hus) Kronieken boeken met chronologisch geordende gedenkwaardige en/of historische feiten Annalen vorm van geschiedschrijving waarbij gebeurtenissen op chronologische wijze jaar voor jaar worden beschreven. Heiligenlevens biografie van een Christelijke heilige

Hoofdstuk 2 De late oudheid: breuk of continuïteit?     

Jean Bédelle Bokassa keizer van de Centraal Afrikaanse Republiek die het keizerlijk symbool weer wou ontplooien Limes grenzen van het Romeinse Rijk, gordel van verdedigingstorens en garnizoensteden (vb. Muur van Hadrianus) Duces leiders van de grenstroepenmacht (FR: ‘duc’) Comitatus mobiel veldleger met zwaar bewapende ruiterij, de grenstroepenmacht (FR: ‘comte’) Acculturatie het overnemen van elementen van een vreemde cultuur wanneer groepen langdurig in direct contact met elkaar staan

    



 

   

 

    

   

Prefecturen Diocese of bisdom: kerkrechtelijk afgebakend gebied dat onder het bestuur van een lokale bisschop staat Civitas Middeleeuwse betekenis: stad Res publica Middeleeuwse betekenis: eigenaar van het rijk Edict van Milaan (313) decreet van Licinius aan de stadhouders an het oosten van het Romeinse Rijk dat er in het Romeinse Rijk voortaan vrijheid van godsdienst ingang vond. Concilie van Nicea (325) concilie van christelijke bisschoppen bijeengeroepen in Nicea. Bespreking van o.a. de kwestie betreffende de aard van Jezus en zijn relatie tegenover God de Vader Patriarch bisschop met volmachten over een groot kerkelijk gebied, het patriarchaat Corpus Iuris Civilis (6de eeuw) verzameling van wetten en rechtskundige uitspraken betreffende burgerlijk recht, samengesteld in opdracht van de Romeinse keizer Justinianus. Het gold als burgerlijk wetboek Ius Canonicum kerkelijk recht, op dezelfde rationele manier uitgewerkt als het Corpus Iuris Civilis Muntontwaarding reële waarde van edelmetalen doen dalen Beroepsdwang boeren en slaven erfelijk verbinden aan de grond waarop ze werken Imperial overstretch tendens van rijken om zichzelf te ver uit te strekken, over grenzen van beheersbaarheid hen. Het rijk overschat zichzelf en schat economische draagkracht verkeerd in. Rijk strekt uit, economie kan niet meer volgen. Een efficiënt beheer wordt onmogelijk gemaakt door schaalvergroting Paul Kennedy – The rise and fall of great powers: eerste die wijst op begrip Imperial overstretch Edward Gibbon leefde in de 18de eeuw en stelde de ‘invallen’ voor als haveloze groep barbaren die Romeinse Rijk overspoelden en om zeep hielpen. Tegenwoordig wordt deze visie echter genuanceerd Confederaties groepen gewapende Germaanse stammen die Romeinse Rijk binnenvielen Boeren – kolonisten vreedzame groepen die van over de grenzen van het Romeinse Rijk kwamen en op zoek gingen naar ongecultiveerd land binnen het RR Auxilia barbaarse hulptroepen, ingehuurd al vanaf Caesar Foederatie bevolkingsgroepen met wie de Romeinen verdragen hadden afgesloten vormden menselijke bufferzones in de grensgebieden Systeem van ‘strategische hoofden’ troepen niet meer over hele grens verdeeld, maar op enkele strategische plaatsen. De ruimte ertussen werd beschermd door bufferzones van foederatie Push factoren afstotingskrachten Pull factoren aantrekkingskrachten Renovatio imperii Justinianus probeert het rijk terug in ere te herstellen Aya Sofia kathedraal van Constantinopel

Hoofdstuk 3 Migratie en protonatievorming in de late Oudheid en de vroege Middeleeuwen (volksverhuizingen) 

Barbaren in de Griekse wereld ‘iedereen die geen Grieks spreekt’, voor de Romeinen ‘iedereen niet behorend tot de Romeinse wereld’, werden voorgesteld als wilden

      











 





maar soms wel Romeinse bewondering voor hun militaire moed, respect voor de natuur,… Stam egalitair samenlevingsverband Etnie samenleving met een hoog zelfbewustzijn, besef van eigen identiteit, samenhorigheidsgevoel en hiërarchie Natie samenleving gebonden aan politieke invulling en staatkundige verbanden ‘Gentes’ of ‘nationes’ term die de Romeinen zelf gaven aan hun samenlevingsverband Volkeren neutrale term voor samenleving Etnogenese samensmelten van volkeren (vb. Visigoten) (Visi-) Goten eerst foederati in de Balkan die een verdrag hebben met Rome tot Alarik in 410 Rome gaat plunderen. Ze trekken verder richting Aquitanië en nadien richting Iberisch Schiereiland wanneer Franken Aquitanië veroveren. Blijven daar tot de 8ste eeuw wanneer ze veroverd worden door de Arabieren Vandalen, Sueben, Alanen (confederatie) confederatie over dichtgevroren Rijn die richting Zuiden trekt, onderlinge machtsstrijd op Iberisch Schiereiland, later ook met Visigoten. Vandalen steken over naar Noord-Afrika, Oost-Romeinse campagne onder Justinianus tegen de Vandalen zorgt ervoor dat het rijk valt Burgundiones vestigen zich in Midden-Rijngebied, Hunnen zijn binnengevallen en nadien dominantie in Midden-Rhônegebied tot 534. Nadien werden ze overheerst door de Franken Franken en Alemannen eerst foederati met toestemming van Rome, steeds meer sprake van geleidelijke boerenkolonisatie. De Salische Franken vestigen zich in het gebied rond Doornik en vestigen er een koninkrijk. Alemannen vestigen zich in Boven-Rijn, Zwitserland en Oostenrijk. Franken succesvol onder Clovis Angelen en Saksen komen uit Zuid-Scandinavië en Nood-Duitsland en trokken naar Groot-Brittannië. Ze vermengen zich met Romano-Britten en brengen de Germaanse taal mee. Ze stichten verschillende koninkrijkjes (Mercia, Ussex, Wessex) maar andere delen bleven ook nog Keltisch (ipv Germaans) Ostrogoten en Langobarden Ostrogoot Theoderik werd als Oost-Romeinse pion ingeschakeld in Italië. Hij beschermde Italië in ruil voor financiële steun. Hij profileert zich bijna als nieuwe West-Romeinse keizer. Hij roept de onafhankelijkheid uit en de macht van de Ostrogoten groeit. Justinianus is er niet blij mee en start Gotische oorlogen. Nadien werd het machtsvacuüm in Noord-Italië ingevuld door de Langobarden tot de Frankische overrompeling in 774. Paulus Diaconus auteur uit Oud-Langobardisch geslacht en ‘historicus’, hij schreef kronieken over hun cultuur bij de Langobarden (leefde onder Karel de Grote) Slaven leefden in verwaarloosde gebieden in Beneden-Donau, de Balkan en Griekenland. Ze werden bekeerd door de Byzantijnen en ontwikkelden een KerkSlavische taal om te communiceren. Ze werden niet als bedreiging gezien vanwege hun achtergestelde ligging Comitatus/Gefolgschaft mobiele elites gegroepeerd rond leiderfiguur met bondgenoten die proberen macht te verkrijgen en buit te maken. Ze zijn te vergelijken met de Romeinse clientela-relatie; hebben ook wederzijdse verplichtingen en verwachtingen Rechtspersonaliteitsprincipe het recht voor jouw volk of origine is van toepassing en niet het recht van de plaats waar je je bevindt

Hoofdstuk 4 Het vroegmiddeleeuws Christendom 

Caritas onbaatzuchtige naastenliefde

          





    



 

 

Hypathea vrouwelijke neoplatoonse filosofe met te vooruitstrevende ideeën die op beestachtige wijze vermoord is door Christenen Hieronymus schreef de Vulgata = Latijnse Bijbelvertaling Orthodoxie de rechte leer, alles wat kan Heterodoxie ketterij, alles wat niet kan Septuagint Griekse vertaling van de Tenach of het Oude Testament Nieuwe Testament bevat evangelies over Jezus (Lucas, Mattëus, Johannes, Marcus) en brieven over wat volgelingen na zijn dood deden (o.a. Paulus) Monofysieten Christus heeft enkel een goddelijke natuur en niks menselijks Nestorianen Christus heeft een puur menselijke natuur Arianen Christus heeft wel een goddelijke natuur, maar staat nog nét onder God Monotheleten erkenden Jezus’ twee naturen maar stelden dat hij maar één wil had ‘leerstuk van de Heilige Drievuldigheid’ er zijn 3 goddelijke personen (Heilige Geest, God en Jezus) die in hun wezen gelijk zijn, maar waarvan er maar één, Jezus, twee naturen heeft: een goddelijke en een menselijke (qua goddelijkheid dus wel evenveel als God zelf, niet zoals Arianen zeggen) Donatisme staat voor zuiverheid. Wie rol (vb. sacrament geven) wil spelen in het Christendom, moet volledig smetteloos zuiver zijn. Dit is uiteindelijk verworpen omdat de kracht van het sacrament in het sacrament zélf ziten niet in de persoon die het toedient Pelagianisme willen kerk voor de spirituele elite van zondelozen. Volgens hen beschikt iedereen over een volkomen vrije wil en kan je alles zelf doen om perfecte mens te worden. Augustus (en dus Kerk): je kan niet àlles zelf beslissen, aan sommige dingen kan je niks doen (geeft vb. van de penis) Goddelijke genade is dan de bevrijding uit de boeien van de zondigheid Iconoclasme met geweld afbeeldingen vernielen naar gelang van overtuiging Theocratie God staat aan het hoofd van de maatschappij Caesaropapisme keizer (wereldlijke macht) oefent ook goddelijke woordfunctie uit. Keizer is de eerste gezant van God op aarde, sacraal figuur ‘rex et sacerdos’ Hiërocratische ideologie opperste gezag op aarde is de paus. De paus staat boven de keizer Twee-zwaardenleer van paus Gelasius (dualisme) twee zwaarden van gezag; wereldlijk en goddelijk gezag. Deze twee zwaarden moeten gescheiden blijven. De wereldlijke sfeer staat onder vorstelijk gezag, de geestelijke sfeer onder geestelijk/pauselijk gezag, maar als het erop aan komt staat het geestelijk gezag nog iets hoger Patrimonium Sancti Petri gebied waar de paus macht uitoefent en erkend/beschermd is door de vorsten, vrij groot gebied in centraal Italië, nu enkel nog Vaticaanstad Diaconie verwerven van zielenheil aan de hand van armenzorg & schenkingen Eigenkirchen vorsten/rijke personen stichten op hun domein kerken/kloosters maar het domein blijft in hun bezit (hoewel het dus een soort schenking is). De schenking bleef soort bezit van de familie en was daardoor beschermd, soort verzekering/investering. De hemel is verdiend en het bezit wordt sacraal en is dus minder kwetsbaar. De aristocraten proberen dus hun rijkdom veilig te stellen door er iets kerkelijks van te maken Exorcist duivelbezweerder of duiveluitbanner is een geestelijke die het ritueel van duivelsbezwering uitvoert Privilegium fori eigen kerkelijke rechtspraak. Gewijden mochten enkel berecht worden door kerkelijke rechtbanken (niet-wereldlijke)

  





   













 

Privilegium immunitatis clerus had geen dienstplicht + moest geen belastingen betalen Metropolitaan de eerste echte bisschoppen, hoofd van een kerkprovincie Aartsbisschoppen aan het hoofd van een kerkprovincie. Aanvankelijk eretitel toegekend door de paus aan hoofden van ‘gevaarlijke’ provincies of met bijzondere, gewichtige taak van geloofsverspreiding. Verdringen later de metropolitanen Patriarchen ‘aartsvaders’ erenamen voor de bisschoppen van de 5 belangrijkste steden van het Christendom (Rome, Antiochië, Constantinopel, Alexandrië, Jeruzalem) Oorspronkelijk 5 patriarchaten maar die van Rome begint veel belangrijker te worden dan de rest Concilies grote kerkvergaderingen, oorspronkelijk an de patriarchen maar raakt in onbruik door moeilijke communicatie. Later slaat het op bijeenkomsten van RoomsKatholieke bisschoppen o.l.v. de paus van Rome Oecumenische concilie indien betrekken van verschillende Kerken (naast Romeinse ook Oosterse), verminderen steeds meer in aantal Synoden kleinere concilies voor snelle besluiten. Meestal provinciaal of qua bisdom. Vaak georganiseerd door de koning (wereldlijke link) ‘Lateraans Concilie” concilie in de pauselijke residentie van Rome, het Lateraan (eerste in 649) Eremitisme ontstond in het vroege 4de eeuwse kloosterwezen. Men trok zich terug in de woestijn en leed een kluizenaarsleven. Vb. Heilige Antonius, Pelagia, Simion de Stiliet. Op de duur werd dit fenomeen te populair en was het moeilijk om als kluizenaar te leven omdat zovelen dat wilden. Het evolueert naar een vorm van samenleven, namelijk het cenobitisme Cenobitisme betekent letterlijk ‘samen aan tafel’. Men gaat de extremen van het eremitisme bewaren (zoals het ontnemen van genot) maar dit gebeurde dan in groep (want anders was het praktisch niet haalbaar). Men streefde ook zuiverheid na (cf. pelagianisme) Het monastieke ideaal via onthechting van materiële en fysieke behoeften wijsheid en geestelijke vrijheid bekomen (link met martelaarschap: impliceren beide een soort van zelfopoffering) Martinus van Tours (4de eeuw) bisschop van de stad Tours en een belangrijke grondlegger van het katholieke christendom in Gallië. Een van de populairste heiligen in de Middeleeuwen Cassianus (5de eeuw) monnik uit het vroege christendom en een van de woestijnvaders. Hij wil het woestijnideaal naar de stad brengen. Hij is de stichter van twee kloosters in de buurt van Marseille Peregrinatio soort ballingschap. Volgens de Christelijke gedachte verblijft de ziel van de mens ook maar in ballingschap en wordt dat pas opgeheven bij de overgang naar het eeuwige leven. De christelijke mens moet rondtrekken en zijn geloof verkondigen. Hij moet ook zijn eigen gemeenschap verlaten om zo een zelfgekozen ‘sociale dood’ te ondergaan. Dit zag men als een zelfopoffering. Saint Patrick (450) beroemdste missionaris van Ierland. Een populaire legende over hem vertelt hoe hij de slangen uit Ierland verdreef (vandaar dat er geen slangen zijn op het eiland). De slang is echter een metafoor voor de vroege heidense religies van Ierland. Ideaal van stabilitas loci monniken moeten in het klooster blijven en zich opsluiten ( Ieren) Ideaal van ora et labora gebed (liturgische diensten) en werk zijn dé levensinvulling van het klooster. Bovendien moet een klooster zelfvoorzienend zijn en wenst het geen inmenging van buitenaf



  

 

Apostolische opdracht opdracht tot verspreiding die gegeven wordt in het Nieuwe Testament; missionarissen. Het doel van het Christendom is universeel zijn en een grote gemeenschap vormen Amandus (7de eeuw) missionaris van de Frankische vorst die vaak abdijen bouwde. Hij kerstende Vlaanderen in de 7de eeuw Willibrord (7de eeuw) heeft de Franken geholpen bij de bekering van de Friesen Bonifatius (8ste eeuw) heeft de Franken geholpen bij de bekering van de Saksen. Dit was echter niet heel succesvol en gebeurde vrij oppervlakkig. Het lukte pas echt onder Karel de Grote. Volgens een legende is hij dood geslaan door Friesen en had hij zich proberen te beschermen met een Bijbel. Er bestaat een Bijbel uit die tijd met een deuk in en dit is een reliek geworden Syncretisme samengaan van verschillende religieuze tradities Sol invictus zonnegod

Hoofdstuk 5 ‘Mahomet et Charlemagne’? De vroegmiddeleeuwse samenleving en economie         

  



    

Wehrgeld ‘boetes’ tussen clans bij moord: gewoonterechtelijk bepaald naargelang positie van de vermoorde persoon Scabini soort rechters, aangesteld door de vorst (ipv hele gemeenschap vrijen als rechter, oud gewoonterecht) Manumissio formele vrijlating Xenofobie angst voor vreemden Het domaniaal stelsel organisatiestructuur waarbij landbouw georganiseerd werd vanuit steeds groter wordende domeinen en steeds meer eisende heren Saalland/heerland stuk grond onder rechtstreeks bestuur van de grondheer, met klein bestuurscentrum ‘saale’ (= administratie, hof, curia voor rechtspraak) Hoeveland alle lapjes grond toegewezen aan een horige Polyptiek opsommingen van het aantal hoevelanden van een abdij (soort inventaris) L’islam a rompu l’unité méditerranéenne que les invasions germaniques avaient laissé subsister volgens Pirenne kende de langeafstandshandel in de Middellandse Zee een breukmoment door de opkomst van de islam in de 7de eeuw, daardoor verschoof de handel naar de Rijn & Seine. De vorige Germaanse invallers hadden deze handel laten bestaan Hadith uitspraken en handelingen van de profeet met aanvullende teksten Djihad ‘heilige oorlog’, oorspronkelijk ‘opofferingen voor het geloof’ Sharia geheel van islamwetten, geldt ook voor de staat. Kerk en Staat gaan hand in hand, onder leiding van de kalief die de volledige umma (geloofsgemeenschap) leidt (geen hiërarchische geestelijkheid) Soennieten volgen de Soena (gebruiken van de profeet). In 632 stierf Mohammed zonder zijn opvolging geregeld te hebben. De soennieten vonden dat de vriend en schoonvader Abu Bakr zijn opvolger moest worden Sjiieten vonden dat Ali, de neef en schoonzoon van de profeet, zijn opvolger moest worden Kalifaten wereldlijke opvolgers van Mohammed Moral economy (Mauss & Malinovski) via goederenuitwisseling relaties onderhouden dankzij wederkerige verantwoording Gift exchange volgens Grierson kan ook een luxe-iets zijn zoals een vrouw, de vorm van ruilhandel is heel breed Denarii (7de eeuw) zilvermunten als alternatief voor goudmunten met kleine waarde ingevoerd voor regionale handel

 

Vikings letterlijk: mannen die vanuit de viks (= baaien aan Scandinavische kust) iets doen Palimpsest iets op perkament geschreven en weggekrabd. Je kan de onderste tekst met een speciale lamp nadien nog lezen

Hoofdstuk 6 Merovingers en Karolingers   

   





Salisch patrimoniale beginsel enkel mannen erven Hofmeiers hoffunctionarissen, maiores domus Slag bij Poitiers (733-734) Karel Martel versloeg een islamitisch leger onder emir Abdul Rahman. De uitkomst van deze veldslag bracht de noordwaartse expansie van de islam uit Spanje tot staan en wordt geassocieerd met het begin van de reconquista. Karolus Rex ‘koning van de Karolingers’ Roelandslied verhaal over de slachting door moslims in Roncevaux dat pas in de 11de eeuw werd opgeschreven De Eden van Straatsburg (842) Alliantie tegen Lotharius. Lodewijk de Duitser en Karel de Kale zweren trouw aan elkaar ipv...


Similar Free PDFs