Title | Biomoleculen 2 H6 Glycogeenmetabolisme,Gluconeogenese En Pentosefosfaatweg |
---|---|
Course | Biomoleculen II |
Institution | Odisee hogeschool |
Pages | 17 |
File Size | 1 MB |
File Type | |
Total Downloads | 73 |
Total Views | 152 |
PowerPoint in tekst vorm...
6
Glycogeenmetabolisme, gluconeogenese en pentosefosfaatweg
6.1
Inleiding
-
6.2 -
Suikermetabolisme in gespecialiseerde weefsels (lever, nieren, spieren) met bijzondere betekenis voor de menselijke fysiologie en pathologie •
Glucosemetabolisme in de lever: in gevaste en gevoede toestand (regeling van bloedglucoseconcentratie)
•
Glucosemetabolisme in spieren: in rusttoestand en tijdens inspanning
•
Pentosefosfaatweg: vorming van o.a. ribose en NADHP
Glycogeenmetabolisme Glycogeenopslag: 300 gram glycogeen in gevoede en uitgerust toestand In spieren (2/3) en in lever (1/3)
-
Structuur: vertakte polymeer van α-D-glucose met α-1,4-glycosidebindingen tussen naast elkaar gelegen glucosemoleculen
-
Vertakkingen ontstaan door α-1,6-glycosidebindingen
1
6.3
Glycogenolyse
-
Afbraak glycogeen
-
90% d.m.v. fosforolyse (tussenkomst van fosfaat) met vorming van glucosefosfaat door het verbreken van α-1,4-glycosidebinding Gekatalyseerd door glycogeenfosforylase
-
10% d.m.v. hydrolyse (tussenkomst van water) met vorming van vrij glucose door het verbreken van α-1,6-glycosidebinding Gekatalyseerd door debranching enzym
2
6.4
Glucose-1-fosfaat in lever en spieren
-
Voordelen fosforolyse t.o.v. hydrolyse: energiebesparing en compartimentering (zie verder)
-
Fosfoglucomutase: verhuizing van fosfaat
-
Verdere lot van glucose-6-P hangt af van het type weefsel: spieren •
Geen glucose-6-fosfatase, dus geen vrij glucose (glucose-6-P wordt hier verbruikt als energiebron)
•
Glucose-1-P kan niet naar buiten = compartimentering; (speelt een rol in de glycolyse)
•
Glycolyse van glucose-1-P levert energiebesparing van 1 ATP i.t.t. glycolyse van glucose
Zie glycolyse
3
-
6.5
Verdere lot van glucose-6-P hangt af van het type weefsel: lever •
Tijdens vasten: glycolyse stilleggen en glycogenolyse en gluconeogenese bevorderen om bloedglucose op peil te houden
•
Glucose-6-P wordt omgezet in vrij glucose door het enzym glucose-6-fosfatase: vrij glucose kan levercellen verlaten
Glycogeensynthese
-
Niet omkeerbare reactie van glycogenolyse, maar wordt door andere enzymen dan fosforylase gekatalyseerd
-
Glycogeensynthase: UDP-glucose als biosynthetische voorloper en niet glucose-1-P
-
UDP-glucose wordt vooraf gevormd uit glucose-1-P en UTP waarbij PPi van UTP afgesplitst wordt
-
Het verantwoordelijke enzym is glucose-1-fosfaaturidyltransferase
4
-
Glycogeensynthase: glucose via α-1,4-glycosidebinding aan glycogeen toevoegen
-
Branching enzyme: glucose via α-1,6-glycosidebindingen als zijtak op de hoofdtakken van glycogeen toevoegen
6.6 -
Regeling van het glycogeenmetabolisme Snelheid van afbraak en opbouw van glycogeen wordt nauwkeurig geregeld •
Afbraak en opbouw zijn reciprook op elkaar afgestemd
•
Reciproke regeling door het endocrien systeem (hormonen) en zenuwstelsel (NT) opgelegd
-
Glycogeenfosforylase wordt geactiveerd door fosforylering oiv het enzym fosforylasekinase
-
Fosforylasekinase wordt op zijn beurt geactiveerd door fosforylering oiv proteïnekinase A (PKA)
-
Activering van PKA staat sterk oiv productie van cAMP
-
cAMP-concentratie wordt geregeld door hormonen zoals glucagon en insuline
5
-
Glucagon activeert glycogenolyse en inhibeert glycogeensynthese: fosforylering van glycogeensynthese (inactief) en glycogeenfosforylase (actief) door PKA
-
Insuline activeert glycogeensynthese en inhibeert glycogenolyse: defosforylering van glycogeensynthase (actief) en glycogeenfosforylase (inactief) door proteïnefosfatase 1 (PP1)
6
6.7
Gluconeogenese
-
Lever: in de gevaste toestand bloedglucose op peil houden en de bij inspanning ontstane lactaat (spieren) recycleren tot glucose
-
Nieuwe glucose aanmaken vanuit diverse bouwstenen zoals glycerol (vetten), alanine en lactaat (skeletspieren)
-
Alanine en lactaat kunnen in 1 stap omgezet worden in pyruvaat
-
Omgekeerde van de glycolyse behalve op 3 plaatsen: gluconeogenese specifieke enzymen Fluxbepalend en sterk geregeld
6.7.1
Omzetting van pyruvaat in fosfo-enolpyruvaat (PEP)
-
Pyruvaat wordt omgezet in oxaloacetaat in de mitochondriale matrix met verbruik van 1 ATP-molecuul
-
Oxaloacetaat verlaat MT en wordt gedecarboxyleerd en gefosforyleerd tot PEP door het cytoplasmatisch enzym PEPCK met verbruik van 1 GTP-molecuul
7
8
6.7.2
-
Omzetting van fructose-1,6-bifosfaat in fructose-6-P door fructose-1,6-bifosfatase Niet het omgekeerde van de glycolyse waar energierijke P van ATP wordt overgedragen op fructose Maar hydrolyse (fosfaatgroep wordt met water afgesplitst)
6.7.3
Omzetting van glucose-6-P in glucose door glucose-6-fafatase
-
Hydrolyse (analoog als vorige stap)
-
Glucose-6-fosfatase maakt deel uit van de lipidenmembraan van ER
-
3 metabolieten van deze reactie kunnen via specifieke transportkanaaltjes passeren door ER-membraan
9
10
6.7.4
Nettoreactie
6.8
Regeling van gluconeogenese en glycolyse
-
Gluconeogenese/ glycolyse: per cyclus verlies van 4 ATP ‘Substraat cycling’ of ‘futile cycling’
-
-
Lever vermijdt deze verspillende kringloop •
Gevaste toestand: activatie van gluconeogenese en stilleggen van glycolyse
•
Gevoede toestand: omgekeerd
Reciproke regeling via de regulator: fructose-2,6-bisfosfaat
11
-
6.9
Fructose-2,6-bisfosfaat •
Activeert voor de glycolyse belangrijke fosfofructokinase 1
•
Remt tegelijkertijd voor de gluconeogenese belangrijke fructose-1,6-bisfosfatase
Glycogenosen
-
Glycogeenstapelingsziekten (glycogenosen): erfelijk bepaalde ziekten van het glycogeenmetabolisme
-
Klinische symptomen:
-
•
Abnormale functie van de lever (hypoglycemie)
•
Abnormale functie van skeletspieren (spierkrampen)
Type l-glycogenose: gebrek aan activiteit van glucose-6-fosfatase in de lever
12
6.10 -
Pentosefosfaatweg Dankt zijn naam aan 3 gefosforyleerde pentosen •
Ribulose-5-P
•
Xylulose-5-P
•
Ribose-5-P
Groot belang voor het aanmaken van nieuwe nucleotiden Productie van reducerende elektronen in de vorm van NADH (belangrijk voor synthese van vetzuren en cholesterol) -
3 onderdelen •
Oxidatieve fase
•
Interconversie tussen pentosefosfaten
•
Transketolase en transaldolase sluiten de pentosefosfaten aan op de glycolyse
13
14
6.10.1 Oxidatieve fase -
1e oxidatie van glucose-6-P tot 6-fosfo-glucono-delta-lacton door hexose-6-fosfaatdehydrogenase met vorming van 1e NADPH
-
Esterbinding breekt open
-
2e oxidatie door 6-fosfogluconaatdehydrogenase tot ribulose-5-P met vorming van 2e NADPH
15
6.10.2 Interconversie tussen pentosefosfaten -
Pentosefosfaatisomerase: vorming van ribose-5-P
-
Pentosefosfaatepimerase: vorming van xylulose-5-P
6.10.3 Transketolase en transaldolase sluiten de pentosefosfaten aan op de glycolyse -
Nettoreactie:
-
1e reactie door transketolase:
16
-
2e reactie door transaldolase:
-
3e reactie door transketolase: Omzetting van xylose-5P en erythrose-4-P in glyceraldehyde-3-P en fructose-6-P
-
4 modaliteiten •
NADH-winst uit verbranding van glucose-6-P
•
Aansluiten op de glycolyse met als doel vorming van acetyl-CoA naast NADPH
•
Aanmaak van ribose-5-P voor de synthese van RNA
•
Aanmaak en reductie van ribose-5-P tot desoxyribose-5-P voor de synthese van DNA
17...