Title | 3-Stereo-isomeren - Samenvatting Biomoleculen |
---|---|
Course | Biomoleculen |
Institution | Universiteit Hasselt |
Pages | 14 |
File Size | 717.6 KB |
File Type | |
Total Downloads | 88 |
Total Views | 133 |
Download 3-Stereo-isomeren - Samenvatting Biomoleculen PDF
3
Stereo-isomerie: schijnbaar hetzelfde, ruimtelijk verschillend
3.1 Chiraliteit en symmetrie Stereo-isomeren Het verschijnsel waarbij een structuurformule niet eenduidig is, doordat er meerdere, ruimtelijke verschillende moleculen (conformaties) beantwoorden. o Geometrische isomeren Symmetrisch Richting van hun groepen ten opzichte van ringen of π -bindingen. Cis/trans isomeren o Optische isomeren Bezitten chiraliteit Opeenvolging van hun groepen in de ruimtelijke opbouw rond een Catoom. Asymmetrisch
3.1.1 Chiraliteit
Een voortschrijdende, draaiende beweging schroevende (spiraal) structuur chiraliteit. Verschillen van hun spiegelbeeld (kunnen niet tot bedekking worden gebracht). Beeld en spiegelbeeld zijn twee verschillende moleculen!
3.1.2 Symmetrische en asymmetrische moleculen
Asymmetrische moleculen o Hebben in geen enkele conformatie een inwendig symmetrievlak o Kunnen in geen enkele conformatie hun spiegelbeeld bedekken o Verschillen dus van hun spiegelbeeld o Zijn chiraal/optisch actief
3.2 Geometrische isomerie 3.2.1 Voorwaarden
Structuur aanwezig die aanleiding geeft tot meerdere richtingen van substituenten t.o.v. een ring van 𝜎-bindingen / een π -vlak. o Starre structuren: geen geometrische isomerie (kunnen maar één richting aannemen). VB: een benzeenring (vlak) , een alkyn (drievoudige binding lineair) Geschikte substitutie: op beide C-atomen van de dubbele binding, of op min 2 Catomen van een ring, moet telkens 2 verschillende groepen staan.
3.2.2 Cis-trans isomerie ten gevolge van een dubbele binding
Rond dubbele binding vrije rotatie verhinderd bepaalde richtingen vastgelegd worden ten opzichte van elkaar. Twee C-atomen van dubbele binding elk verschillende groepen dragen stereoisomerie mogelijk.
Indien één van de substituenten op C1 identiek is aan een van op C2: o Cis-isomeer: identieke substituenten aan dezelfde kant van het π -vlak staan o Trans-isomeer: identieke substituenten aan verschillende kanten staan van het π -vlak. H H3C
H H3C
H ci sbut een
CH3
CH3
t r ansbut een
H
Indien 4 verschillende groepen ingeplant zijn op een dubbele binding: o Cis-isomeer: de groepen met de langste koolstofketen aan dezelfde kant staan t.o.v. de π -binding. o Trans-isomeer: de groepen met de langste koolstofketen aan weerszijden staan t.o.v. de π -binding.
#geometrische isomeren = 2n (max) n #dubbele bindingen is met verschillende substituenten aan elk uiteinde.
3.2.3 Cis-trans isomerie op een ringsysteem
Cis substituenten staan aan dezelfde kant van de ring Trans substituenten staan aan weerszijden van de ring Drieringen altijd vlak Me of
t r ans 1, 2d i met h y l c y c l opr opaan
Me
Cl Cl of
Cl
c i s 1, 2di c hl or oc y c l opr opaan
Cl R ( Denot at i e
bet ek ent:s ubs t i t uëntv óórhetv l ak )
R ( Denot at i e
bet ek ent:s ubs t i t uëntac ht erhetv l ak )
Grotere ringen herleiden tot hun (energetisch weinig) vlakke ringconformatie om het isomeer te herkennen.
Me
Me of
Me
Door verandering van conformatie kan men nooit van isomeer veranderen!
Me
of
t r ans 1, 2di met h y l c y cl obut aan
Cl
I I
Me
Cl Cl Me of
Me Cl
I I I
I c i s 1c hl oor 2met h y l c y c l ohe x aan
Gecondenseerde ringen
3.3 Optische activiteit – optische isomerie 3.3.1 Optische isomeren
Optische isomeren is ontstaan doordat asymmetrische moleculen de eigenschap bezitten om het polarisatievlak van gepolariseerd licht te draaien optisch actief één van de weinige eigenschappen waar beeld en spiegelbeeld verschillen!
3.3.2 Gepolariseerd licht
Elektromagnetische golf Verkregen via polarisator Één voortplantingsrichting meer waarschijnlijk dan de andere Polarisatievlak: vlak met maximale lichtintensiteit (evenwijdig met pol a r i s a t or trillingsrichting). pol a r i s a t i e vl a k
ni e tge pol a r i s e e r d a l l er i c ht i nge n v ó ó r
l i ne a i rge pol a r i s e e r d é é nt r i l l i ngs r i c ht i ng
na
det r i l l i ngs v e c t orv a nl i n e a i rge pol a r i s e e r dl i c ht ka nge z i e nwor de na l sdev e c t o r i ë l es omv a n t we ev e c t or e ndi ei nt e ge nge s t e l dez i ndr a a i e n
3.3.3 Optische activiteit
Het draaien van het polarisatievlak van gepolariseerd licht over een welbepaalde hoek. o Symmetrische moleculen: geen optische activiteit (evenveel rechts als linksdraaiend) o Asymmetrische moleculen: optische activiteit Hoek α waarover het polarisatievlak verdraaid wordt, is afhankelijk van het soort moleculen en van de concentratie α =[ α ] . c .l o o o
[ α ] = specifieke draaiing per g en per dm c : concentratie in g/mL l : afgelegde weg van het licht in dm
Enantiomeren: o Asymmetrische moleculen die elkaars spiegelbeeld zijn. Ze hebben een tegenovergestelde optische activiteit, ze draaien het polarisatievlak over dezelfde hoek, maar in tegengestelde richting. o Dezelfde bindingen, dezelfde bindingsafstanden, dezelfde bindingshoeken, dezelfde zwakke interacties tussen de groepen dezelfde energie-inhoud (even stabiel) en dezelfde fysische en chemische eigenschappen. o Wijzerzin = + o Tegenwijzerzin = -
3.3.4 Racemische mengsels
Racemisch mengsel: mengsel met 50% van de ene vorm en 50% van de andere vorm niet optisch actief omwille van uitwendige compensatie (evenveel moleculen die het polarisatievlak in wijzerzin draaien als in tegenwijzerzin). Racemisatie: verschijnsel waarbij de optische antipoden in elkaar worden omgezet met vorming van een optisch inactief racemisch mengsel.
3.3.5 Oorsprong van chiraliteit
Te wijten zijn aan één of meer aanwijsbare C-atomen AKA’s (asymmetrische koolstofatomen). Moleculaire asymmetrie: er kan geen specifiek atoom aangeduid worden dat de chiraliteit introduceert.
3.4 Asymmetrische koolstofatomen 3.4.1 Wanneer is een koolstofatoom asymmetrisch?
AKA sp3-hybdrisatie waarop 4 verschillende substituenten staan Beeld en spiegelbeeld kunnen niet tot bedekking gebracht worden!
3.4.2 De Cahn-Ingold-Prelog nomenclatuur – bepaling van de absolute configuratie
Prioriteitsvolgorde: 4 groepen die op het AKA gebonden zijn kent men de letters a, b, d en e toe.
1. 4 atomen kent men de letters van a tot e toe naar dalend atoomgetal. 2. Twee of meer atomen identiek onderscheid door atoomgetallen te beschouwen van alle atomen die rechtstreeks op deze identieke atomen gebonden zijn. 3. Nieuwe gelijkheid verder tot ongelijkheid in atoomgetallen bekomt. 4. Atomen met dubbele binding 2x in beschouwing nemen. 5. Verschillende isotopen rond C-atoom kijken naar atoommassa’s in plaats van naar atoomgetallen.
Denkbeeldige schroefbeweging van a over b naar d, vanuit het asymmetrisch koolstofatoom in de richting van e. o Wijzerzin: R-configuratie o Tegenwijzerzin: S-configuratie De correlatie tussen het teken van de optische draaiing en de absolute configuratie is niet eenduidig. R
S
e
e
C a
d
d
b
C a
b
s pi e ge l vl ak
3.4.3 De Fischer-nomenclatuur
ENKEL VOOR SUIKERS EN AMINOZUREN verbinding afgeleid van glyceraldehyde. O
H C CHOH CH2OH
gl y cer al dehyde
O
H C
OH
O C
) CHOH ( n CH2OH sui ker
CHNH 2 R ami no zuu
Fisher-projectie: C-keten verticaal en lineair met carbonylgroep bovenaan.
OH-groep of NH2-groep van AKA verst verwijderd van de carbonylfunctie: o D-vorm: rechts o L-vorm: links
3.4.4 Verband tussen de twee nomenclatuurwijzen
Overgang zijdelingse projectie naar Fisher-projectie 30°
A
B
CHO C H
30°
CHO C
OH CH 2 OH
H
H
C
D
CHO
CHO
C
OH CH2OH
H
OH
CH2OH
OH
CH2OH
R( +)gl yc er al deh y de
C
D-gl y c er al dehy de
Fisher-projectie: horizontale bindingen liggen voor het vlak van het papier en verticale bindingen liggen er achter. o Draaien over 90° NIET toegelaten o Draaien over 180° verandert niets aan de absolute configuratie o Onpaar aantal maal omwisselen verandert de absolute configuratie, paar aantal maal omwisselen verandert de absolute configuratie niet. D
E
CHO
F
OH
OH 2°x
1°x H
C
OH
H
CH2OH
C
CHO
H
CH2OH
C
CH2OH
CHO
Rvor m
OH( a)
H
C
OH
CHO ( b)
CH2OH ( d)
Svor m
H
( a)
C
CH2OH ( d)
CHO ( b)
Rvor m
3.4.5 Moleculen met meerdere, niet-gelijkaardige AKA’s
Meerdere asymmetrische C-atomen meer optische isomeren mogelijk (niet allemaal elkaars spiegelbeeld).
RR en SS vormen zijn spiegelbeelden van elkaar, evenals de RS en SR vormen 2 paren van enantiomeren. Diastereoisomeren: o Optische isomeren die geen spiegelbeeld zijn van elkaar. o Verschillen in absolute configuratie rond één of meer AKA’s, maar niet rond alle AKA’s. o Verschil in bindingshoeken en afstanden tussen de groepen in twee diastereoisomeren. o RR – RS o RR – SR o SS – RS o SS – SR o Epimeren: verschillen in absolute configuratie van 1 AKA. Moleculen met n niet gelijkwaardige AKA’s: o Er 2n optische isomeren zijjn o Die 2 aan 2 elkaars spiegelbeeld zijn (enantiomeren).
3.4.6 Moleculen met gelijkaardige AKA’s – mesovormen
Gelijkaardige AKA’s twee aan twee identieke substituenten #optische isomeren < 2n Mesovormen: o Moleculen die minstens één paar AKA’s hebben waarvan de 4 substituenten 2 aan 2 identiek zijn en waarbij bovendien de absolute configuraties rond die 2 AKA’s tegengesteld zijn van elkaar. o Optisch inactief symmetrische structuur bezitten + inwendige compensatie. o Per mesovorm: één optisch isomeer minder dan 2 n I I I I I I I V
H HO
HOOC
COOH
H OH
RR
HOOC
H OH
H HO
COOH
SS
H HO
HOOC
COOH
OH H
HOOC
H OH
HO H
RS
COOH
SR me sov o r m
3.4.7 Toepassingen op enkele cyclische koolwaterstoffen 3.4.7.1 Dimethylcyclopropaan 2 plaatsisomeren Besluit: 4 verschillende isomeren 1
3
1
2
3
1, 1di met hy l c y cl opr opaan
2
1, 2di met hy l c l yc l opr opaan ( 1, 2
1, 3)
Optische isomerie o 2 gelijkaardige AKA’s 3 optische isomeren o Besluit 1,1-dimethylcyclopropaan meso-1,2- dimethylcyclopropaan (cis-1,2- dimethylcyclopropaan) R,R-1,2- dimethylcyclopropaan S,S-1,2- dimethylcyclopropaan 1, 2di met hyl cycl opr opaan
meso -
( het ci si someer )
R, R-
( eent r ansi someer )
S, S-
( eenandert r ansi someer )
3.4.7.2 Dichloorcyclohexaan 4 verschillende plaatsisomeren Stereoisomeren Negen verschillende isomeren o 4 optisch actief o 2 mesovormen
3.4.7.3 Trihydroxycyclohexaan 7 isomeren o 4 optisch actief o 2 mesovormen OH
OH
OH
HO
OH
HO
HO
HO
1, 1, 2-
OH
R1, 1, 2-
S1, 1, 2-
OH
OH HO
HO
1, 1, 3- OH
1, 1, 3- OH
HO
OH
HO
OH 1, 2, 3-
OH HO
OH
OH
OH
ci s, ci s1, 2, 3-
t r ans , t r ans1, 2, 3-
meso
meso
HO
OH HO
OH
OH HO S, S1, 2, 3-
R, R1, 2, 3-
3.4.8 Toepassingen op de structuur van monosachariden 3.4.8.1 Algemene structuur van lineaire monosachariden Lineaire ketens met 3-7 koolstofatomen Één C-atoom draagt een carbonylgroep (C=O), andere dragen een OH-groep Carbonylgroep eindstandig aldehyde (aldosen), anders ketosen Één of meer AKA’s o n AKA’s 2n optisch actieve isomeren (2 aan 2 elkaars spiegelbeeld = enantiomeren) Eenvoudigste suikers o Andere monosachariden worden hieruit afgeleid extra OH-groepen toevoegen net onder carbonylfunctie H
C
O CH2OH
CHOH
C O
CH2OH
CH2OH a ce t o n
Absolute configuratie (D of L) op basis van laatste AKA (Fisher-projectie) o OH rechts = D-enantiomeer o OH links = L-enantiomeer CHO
CHO H
OH CH2OH
Dgl y cer a l de hyd e
HO
H CH2OH
L gl y c er a l deh yd e
Grotere suikers laatste AKA (hoogste nummer) Glucose: 2 tegengestelde kant van 3,3 tegengestelde kant van 4 en 4 dezelfde kant als 5.
3.4.8.2 Cyclische structuur van suikers Hemi-acetaal vorming: Reactieve carbonylfuncties ( π -binding naar heteroatoom) mogelijkheid om een intramoleculaire reactie te ondergaan met een OH-groep verder op het C-skelet. a l d h y d e
h e mi a c e t a l
O
HC
H
O a l c o h o l
O
HC O
H
Reactieve C=O π -binding omgezet in stabielere C-O σ -binding.
Glycosidische OH / anomere groep: nieuw gevormde OH (verantwoordelijk voor belangrijke mutarotatiereacties bij suikers). Zesringen: o Pyranosen o Carbonylgroep reageert met OH-functie op positie 5
O HC OH
HC
OH
OH HO
HO
O OH
OH H
O
CH2OH
CH2OH
Dgl ucopyr anose
Vijfringen o Furanosen o Carbonylgroep reageert met OH-functie op positie 4
O CH
HO CH OH
OH HO
H
O
HO
O OH
OH
CH2OH
OH CH 2 Dgl ucof ur anose
Ringsluiting C-atoom van de vroegere carbonylgroep wordt een AKA (stereogeen centrum) 2 mogelijke isomeren (anomeren) totaal optische isomeren x2. Fisher-projectie o α -isomeer: nieuw gevormde glycosidische OH aan dezelfde zijde als OH op laatste AKA o β -isomeer: nieuw gevormde glycosidische OH aan tegengestelde zijde als OH op laatste AKA Haworth-projectie o α -isomeer: glycosidische OH aan tegengestelde kant eindstandige CH2OH o β -isomeer: glycosidische OH aan dezelfde kant eindstandige CH2OH Van Fisher tot Haworth / Saw-Horse
Stabielste isomeren o 6 ringen stabieler (Pitzerspanning) o β -D-glucopyranose meest stabiel want alle substituenten in stoelvorm staan equatoriaal.
3.5 Moleculaire asymmetrie
Geen bedekking van spiegelbeeld Rechtshandige helix ( α -helix) Linkshandige helix ( β -helix)
Myoglobine
Kronkelende spiraal α -helix
DNA
Dubbele rechtsdraaiende α -helix...