Cicero, “De voorsocratische filosofie in een notendop” - Cicero, Academica I, 15-16 PDF

Preview

Summary

Vertaling 6e middelbaar
Cicero, “De voorsocratische filosofie in een notendop” - Cicero, Academica I, 15-16...

Description

Taak Latijn: teksten Cicero Cicero, “De voorsocratische filosofie in een notendop” De voornaamste Thales, één van de zeven, aan wie dat de overige zes de eerste plaats afstonden, zoals ze vertellen, zei dat alles uit water bestaat. Maar dit overtuigde Anaximander, zijn landgenoot en vriend, niet. Want hij zei dat er een onbepaaldheid van de natuur is, waaruit alles voortgebracht werd. Later zei zijn helper Anaximenes, dat de lucht onbepaald is, maar dat hetgene, dat er uit ontstaan is, bepaald is: en dat de aarde, het water, het vuur en dan alles hieruit wordt voortgebracht.

Cicero, Academica I, 15-16 Het lijkt mij dat Socrates, dat wat tussen allen vaststaat, als eerste de filosofie weggehaald heeft van de geheime en door de natuur zelf verhulde dingen, waarmee alle filosofen voor hem bezig waren, en de filosofie meegebracht heeft naar het algemene leven, zodat hij vragen kon stellen over deugden en ondeugden en over goede en slechte zaken in het algemeen, hij meende dat wat met de hemel te maken heeft oftewel ver van onze kennis is, oftewel als het zeer (goed) gekend was, toch niets bijdraagt aan het goed leven. Deze, die in bijna alle gesprekken, die door hen, die hem gehoord hebben, divers en talrijk opgeschreven zijn, discussieerde zo, dat hij zelf niets bevestigde wat de andere weerlegden, hij zei niets te weten, tenzij precies dat, en dat hij de overigen overtrof, omdat die menen te weten, wat ze niet weten; zelf weet hij dat ene, dat hij niets weet, en daarom meende hij door Apollo de wijste van allen genoemd te zijn, omdat dit de enige wijsheid van de mens is: niet menen te weten wat hij niet weet. Hoewel hij dit voortdurend zei en bij die mening bleef, werd heel zijn dialoog slechts besteed aan de deugd (aan) te prijzen en om de mensen aan te sporen tot de ijver naar deugd, zoals uit de boeken van de Socratici en vooral uit die van Plato begrepen kan worden....