Cursus sensorische integratie PDF

Title Cursus sensorische integratie
Course Ontwikkelingspsychologie
Institution Arteveldehogeschool
Pages 16
File Size 371.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 54
Total Views 135

Summary

Download Cursus sensorische integratie PDF


Description

Marleen D’hondt - Ontwikkelingsleer

Inhoudstafel

1

Wat is Sensorische Integratie?................................................................................................. 2

2

De neurobiologische basis.................................................................................................... 3

3

Hoe komt sensorische integratie tot stand?........................................................................ 3

4

Het proces van de Sensorische Integratie (SI).....................................................................7 4.1

De sensorische informatie.......................................................................7

4.2

Het eerste integratieniveau......................................................................9

4.3

Het tweede integratieniveau..................................................................11

4.4

Het derde integratieniveau.....................................................................13

4.5

Het vierde integratieniveau (de eindprodukten)........................................14

i

Marleen D’hondt — Ontwikkelingsleer

Sensorische Integratie (J.Ayres) Eten, tanden poetsen, spelen met emmer en schep in de zandbak, klimmen op een klimrek, een toren bouwen, puzzelen, fietsen, een ritje maken in een draaimolen, plonsen in het zwembad, de hond aaien, winkeltje spelen,…. De meeste kinderen hebben geen probleem met deze activiteiten. Integendeel, ze vinden deze activiteiten geweldig. Ze beschikken immers over het vermogen om sensorische prikkels op te pikken en te verwerken. Ze nemen prikkels zoals een aanraking, een geluid, een beweging, een lichtinval waar via hun zintuigkanalen.

Deze prikkels kunnen afkomstig zijn uit het eigen lichaam (vb. honger, tandpijn,…) of vanuit de ons omringende wereld (vb. het geluid van een blaffende hond, fel zonlicht, de smaak en textuur van een ijsje…) en worden door onze hersenen zo georganiseerd dat ons lichaam op een efficiënte en aangepaste manier kan reageren. Dit proces noemde J. Ayres, een Amerikaanse ergotherapeute (1920-1988), ‘sensorische integratie’(S.I.). De Engelse term ‘sensory processing’ die de laatste tijd nogal eens opduikt in de literatuur verwijst naar hetzelfde proces.

1 Wat is Sensorische Integratie? S.I. is een theorie waarbij de relatie gelegd wordt tussen neurologische processen en gedrag. J. Ayres (1972 en 2010) definiëerde Sensorische Integratie als ‘the ability to organise sensory information for use’. Eenvoudig gezegd is sensorische integratie het vermogen om informatie vanuit de wereld om ons heen en vanuit ons eigen lichaam op te nemen, te selecteren en de verschillende stukjes informatie met elkaar te verbinden zodat wij erop de juiste manier kunnen op reageren. Sensorische Integratie is een theorie waarbij de relatie gelegd wordt tussen neurologische processen en gedrag. Schematisch kan dit als volgt weergegeven worden:

Figuur 2.1. Schema cybernetische cirkel Eigen lichaam

Sensorische prikkel Omgeving

Zintuigen  Gehoor  Visus  Tast  Proprioceptie  Evenwicht  Reuk - Smaak

CZS  Ordening  Integratie  Interpretatie

Adaptieve respons  Senso-motorisch  Cognitief  Sociaal  Emotioneel

Feedback

Via de zintuigen kunnen wij informatie opnemen. Het ruggenmerg geleidt en de hersenen selecteren, interpreteren, versterken, inhiberen, vergelijken, associëren,...

2

Marleen D’hondt — Ontwikkelingsleer

(organiseren) de informatie afkomstig uit de verschillende zintuigsystemen (Kramer & Hinojosa, 1999). Voorbeeld: je gaat naar het toilet omdat je een volle blaas hebt of je ziet het stoplicht op rood springen en je remt.

2 De neurobiologische basis Sensorische input is noodzakelijk om de hersenen optimaal te laten functioneren. Onder sensorische input of intake (want het gaat hier om een actief proces) verstaat men de sensorische voeding die noodzakelijk is om de hersenen te laten werken. Het brein is zo gemaakt dat het voortdurend sensorische informatie opneemt. Bij gebrek aan sensorische input werken onze hersenen niet goed. Ayres beschouwde de sensorische input als voedsel voor onze hersenen, zoals ‘eten’ het voedsel is voor ons lichaam. De omgeving biedt het kind en zijn hersenen continu een variëteit aan prikkels via de dagelijkse activiteiten. Sensorische input is noodzakelijk voor de hersenen, maar te veel stimulatie kan stress genereren. Stress is nefast voor de ontwikkeling van de hersenen en kan iemands mogelijkheden om met stress om te gaan in de weg staan. Om een optimaal effect op ontwikkeling, leren en gedrag te verkrijgen, moet de sensorische input actief door het kind georganiseerd en gebruikt worden zodat er efficiënt gereageerd kan worden op de binnenkomende zintuiginformatie. Wanneer het brein in staat is om binnenkomende zintuiginformatie efficiënt te verwerken, dan is het kind in staat om een adaptieve respons of adaptief gedrag te organiseren. Onder adaptieve respons verstaat men een succesvolle, doelgerichte en wendbare reactie naar de omgeving toe op een sensorische ervaring of intake. Dit betekent dat er voor het individu een verandering heeft plaatsgevonden met de bedoeling tegemoet te komen aan de veranderende omgeving zodat de functie meer effectief kan uitgevoerd worden. Wanneer een kind een adaptieve respons stelt, dan betekent dit dat hij of zij succes ondervindt bij het reageren op een uitdaging vanuit de omgeving. Succes en beloning versterken het leerproces. In het stellen van adaptieve responsen is het kind een actieve ‘doener’ en geen passieve ‘ontvanger’. Niemand kan het kind forceren om adaptieve responsen te stellen. We kunnen wel de fysische omgeving zodanig inrichten dat het kind uit zijn tent gelokt wordt om adaptieve responsen te stellen. De meeste kinderen hebben een aangeboren drijfveer (inner drive) om de S.I. te ontwikkelen via adaptieve responsen. Deze inner drive wordt gegenereerd vanuit het limbisch systeem, een structuur in de hersenen die een belangrijke rol speelt bij motivatie en geheugen (Fisher, Muray, & Bundy, 1991).

3 Hoe komt sensorische integratie tot stand? Sensorische integratie is een normaal maar onbewust proces in de hersenen (het gebeurt zonder dat we erbij hoeven na te denken).

3

Marleen D’hondt — Ontwikkelingsleer

Binnen dit proces onderscheiden we een aantal componenten die ons helpen begrijpen hoe sensorische integratie tot stand komt (Oetter, 1988; Yack, Aquilla & Sutton, 2002): 1. Sensorische registratie Sensorische registratie vindt plaats wanneer we voor het eerst een prikkel ‘gewaarworden’ (sensatieniveau). De registratie van een prikkel heeft invloed op ‘arousal’. Arousal verwijst naar het niveau van alertheid en kan gezien worden als een overlevingsmechanisme dat reageert op gebeurtenissen in onze omgeving (vb. het beschermt ons tegen bedreigingen, het laat ons op zoek gaan naar voedsel, laat ons lichaam rusten, …). Elke activiteit in het dagdagelijks leven veronderstelt een bepaald alertheidsniveau om het individu een adaptieve respons te laten stellen. Het maakt niet uit of het nu gaat om een primitieve taak zoals het wegslikken van voedsel of een complexe taak zoals het lezen van een wetenschappelijk artikel. Het alertheidsniveau wordt geregeld door de reticulaire formatie in interactie met het limbisch systeem. De hersenen van elk individu functioneren binnen een bepaalde zone van alertheidsniveau. Dit niveau wordt mee bepaald door wat er zich in de omgeving van het individu afspeelt. (vb. TV kijken versus een voetbalmatch spelen). Dit is de optimale variatie of de comfortzone van het individu. Deze comfortzone is eveneens de toestand waarnaar ons lichaam terugkeert wanneer een gebeurtenis ons buiten de comfortzone (uit evenwicht) gebracht heeft (vb. een spin op de arm). Sommige personen functioneren het best bij een lager arousal; andere dan weer bij een hoger arousal. De comfortzone is bij elk individu uniek. Om tot optimaal arousal te komen, heeft het centraal zenuwstelsel (CZS) een specifieke dosis zintuiglijke prikkels nodig. Dit noemt men binnen S.I. het ‘sensorisch diëet’. Wanneer uw arousal juist goed is om tikkertje te spelen, dan zal het moeten bijgesteld worden om een rekenoefening te kunnen

Vechtgedrag (Fight)

    

Agressiviteit Explosief Nee. Ik wil dat niet Vloeken, schelden Weerstand bieden

Vluchtgedrag (Flight)

 De stressor fysisch ontvluchten (weglopen)  De clown uithangen  Afleidingsmanoevers gebruiken  Verbaal vluchten: ik heb hoofdpijn, ik moet naar de w.c.  Zich verstoppen Angst (fright)

 Wenen,  Weerstand tegen verandering, scheiding van gekende personen 

maken. Wanneer de vereisten van een taak niet overeenkomen met het aanwezige arousalniveau (het kan te hoog zijn, maar het kan ook te laag zijn) dan kan deze ‘mismatch’ stress met zich meebrengen waardoor het lichaam

4

Marleen D’hondt — Ontwikkelingsleer

overlevingsgedrag gaat stellen: vecht-, vlucht- en schrikreacties kunnen dan ontstaan (Oetter, 1995).

2. Oriëntatie Sensomotorische ervaringen uit het verleden en de fysiologische status van het lichaam (arousalniveau, gezondheid, vermoeidheid, honger, …) hebben invloed op hoe iemand met een gebeurtenis/prikkels omgaat en hoe de gebeurtenis wordt gecodeerd op het continuüm van pijn (straf)plezier(beloning). Het proces dat verantwoordelijk is voor het toekennen van deze waarden: pijn/straf versus plezier/beloning noemt men de oriëntatiereflex. Om zich te kunnen oriënteren, moet er eerst en prikkel zijn. Voorbeeld: de speen raakt de lippen van de baby aan. Er komt een soort ‘Wat is dat?’-reflex tot stand (Pavlov, 1927). In een volgende fase verhoogt de prikkelgevoeligheid in de betrokken receptoren (dit zijn uiteinden van de zenuwen die de binnenkomende zintuigprikkels opvangen en herkennen). Voorbeeld: de tastreceptoren rond de mond van de baby komen in een verhoogde staat van alertheid. Vervolgens worden de geheugenbestanden gescand m.b.t interpretatie van ‘novelty’, affectieve betekenis en straf- of beloningswaarde van de prikkel. De waarde die toegekend wordt, zal bepalen of er al of niet een verhoging komt van autonome activiteit en of het gaat om sympatische dan wel om parasympathische activiteit. (Zie woordverklaring achteraan) Om bij het voorbeeld te blijven: de baby zoekt in zijn geheugen naar eerder opgedane ervaringen en matcht de speen met een voedselbron die hem in het verleden veel voldoening (beloning) gaf. Er komt een aangepaste aandacht voor de speen: een autonome parasympatische respons en een adaptieve reactie onder de vorm van een vastgrijpen van de speen en beginnen zuigen. Een andere baby associëert aanraken van de mond mogelijks met pijn en discomfort (door vroegere sondevoeding). Deze baby vertoont eveneens een verhoogde aandacht en autonome responsen (v.b. hoofd wegdraaien, zich naar achter opstrekken) met actie weg van de stimulus. Deze actie is kenmerkend voor een afweerreactie: in plaats van een verhoogde maar optimale aandacht om in interactie te kunnen gaan met de stimulus, is er een significante fysiologische verandering die zorgt voor een te hoog arousal gepaard gaand met sympatische activiteit van het autonome CZS. Een accumulatie van deze gebeurtenissen kan aanleiding geven tot chronische stress.

3.

Modulatie Dit is het automatisch, efficiënt en zelfregulerend proces in de hersenen waarbij aandacht geschonken wordt aan bepaalde stimuli waardoor een respons kan gemaximaliseerd worden en waarbij andere stimuli genegeerd worden waardoor irrelevante neurale activiteit geïnhibeerd wordt. Het is artificiëel om een onderscheid te maken in registratie, oriëntatie en modulatie. Sensorische registratie en de oriëntatie kunnen ook gezien worden als de eerste stappen binnen de sensorische modulatie.

4.

Interpretatie

5

Marleen D’hondt — Ontwikkelingsleer

Interpretatie is de mogelijkheid om betekenis te gaan verlenen aan sensorische informatie. Dit laat ons toe om te bepalen op welke zintuigprikkels gereageerd dient te worden met een adaptieve respons en welke zintuigprikkels ons leven bedreigen. Op het moment dat er duiding gegeven wordt aan een gewaarwording of ‘sensation’ komt men op het niveau van de waarneming of ‘perception’. 5. Organiseren van een respons Onze hersenen bepalen zelf of er een respons moet komen op een sensorische prikkel; deze respons kan fysisch, cognitief of emotioneel zijn. Problemen met registratie, oriëntatie en/of interpretatie van zintuigprikkels tast de mogelijkheid tot het organiseren van een aangepaste reactie aan. 6.

Motorplanning. Motorplanning of praxis refereert naar het plannen en uitvoeren van een motorische handeling of taak of een reeks van motorische handelingen (taken). Motorplanning is het gevolg van een efficiënte S.I. Motorplanning is zowel afhankelijk van de sensorische feedback vanuit lichaam en omgeving als van taal, geheugen, cognitieve processen. De mogelijkheid om te plannen en te organiseren en uit te voeren is afhankelijk van adequate sensorische integratie van de visuele, proprioceptieve, vestibulaire en tactiele zintuigsystemen. Een probleem op dit niveau noemt men ‘dyspraxie’, wat men in de recente literatuur ook terugvindt onder de naam DCD of Developmental Coördination Disorder (Huebner, 2001). Motorplanning is een complex proces waarbij heel wat hersenfuncties betrokken zijn. Het omvat volgende stappen:



Een idee hebben; Associëren van het idee met (delen van) handelingen die eerder al uitgevoerd werden en die dus al gekend zijn. Men noemt dit engrammen; Gebruiken van sensorische feedback om de startpositie van het

   

lichaam te bepalen; Initiëren van de actie; Plannen van de verschillende deelhandelingen in de actie; Bijsturen van de handelingen; Stoppen van de handeling.

 

7. Uitvoeren van een respons Het uitvoeren van een fysische, cognitieve of emotionele respons als reactie op een sensorische boodschap is het eindstadium van het proces van sensorische integratie. Alhoewel, bij een motorische respons genereert de motorische actie een nieuwe sensorische ervaring omdat het CZS informatie ontvangt m.b.t de lichaamsbeweging en aanraken waardoor het proces opnieuw begint. Dit noemen we feedback. Feedback verwijst naar de terugkoppeling van informatie met als belangrijkste doel het uitvoeren van correcties bij volgende handelingen. De terugkoppeling vindt plaats via auditieve, visuele, tactiele, vestibulaire en proprioceptieve kanalen. Er bestaan twee soorten feedback: de produktiefeedback (soms ook reafferente feedback genoemd) en de outcome-feedback (ook wel exafferente feedback genoemd). Produktiefeedback is de feedback die een natuurlijk gevolg is van de beweging zelf. Het betreft hier de proprioreceptieve sensoren in de perifere

6

Marleen D’hondt — Ontwikkelingsleer

organen die hun informatie onmiddellijk terugsturen naar het centrale zenuwstelsel, dat op deze wijze geïnformeerd wordt over kracht, positie in de ruimte en snelheid van bewegen. Bij produktiefeedback komt de zintuiginformatie uit het eigen lichaam. Er wordt informatie verkregen over ‘hoe de beweging aanvoelt’. Bij outcomefeedback krijgen we uit externe bron informatie toegevoegd. Het is de feedback die we krijgen vanuit de omgeving wanneer onze handelingen veranderingen teweegbrengen in de externe omgeving. We leren hieruit ‘hoe iets bereikt is’. Feedforward verwijst naar een proces waarbij informatie vooruitgezonden wordt naar uitvoersystemen met als doel deze voor te bereiden op wat komen moet. We hebben hier te maken met het kunnen anticiperen.

4 Het proces van de Sensorische Integratie (SI). Ayres onderscheidt vier niveau's van sensorische integratie. Op elk niveau wordt de sensorische informatie geïntegreerd om tot adequate reacties en gedragingen te leiden. (Ayres,1979 en 2010)

Figuur 2.2. Het proces van SI DE ZINTUIGEN

Auditief (horen) Ve stibulair (zwaartekracht) en beweging Proprioceptie (spieren en gewrichten)

Tactiel (tast)

Visueel (zien)

INTEGRATIE VAN DE WAARNEMINGEN

EINDRESULTAAT Spraak Taal

Oogbewegingen Reflexintegratie Evenwicht Houding Spiertonus Houdingszekerheid

Zuigen Eten Moeder-kind binding Tactiel comfort

Lichaamsschema

Vermogen tot concentratie Vermogen tot organisatie

Coordinatie van de twee lichaamszijden Motorplanning Activiteitsniveau Aandachtsplanning

Oog-hand coördinatie

Emotionele stabiliteit

Doelgerichte activiteit

Visuele perceptie

Zelfbeeld Zelfcontrole Zelfvertrouwen Schoolleervermogen Vermogen tot abstract denken en redeneren Specialisatie van de twee lichaams- en hersenhelften

Helemaal links zien we de belangrijkste zintuigen. Helemaal rechts zien we die functies die iedereen nodig heeft om een goede relatie te kunnen opbouwen met anderen, om goed te kunnen functioneren op school of in een werkomgeving. In het schema is te zien hoe de verschillende soorten sensorische informatie samen komen en een functie vormen die een kind nodig heeft in het dagdagelijkse leven.Bij de leeftijd van 8 tot 10 jaar is de basis daarvoor gelegd. De accolades zijn gebruikt om de vier niveau's van het sensorische integratie-proces weer te geven. Spijtig genoeg kunnen we in een schema moeilijk de vloeiendheid van het proces in het werkelijke leven laten zien. De betekenis van de accolades is precies waar ze op lijkt: nl. dat veel dingen tesamen komen in één.

7

Marleen D’hondt — Ontwikkelingsleer

4.1

De sensorische informatie.

Sensorische informatie komt tot ons via de verschillende zintuigkanalen. Deze zullen wij nu kort en bondig bespreken. Het auditieve kanaal

Auditief heeft te maken met horen. Geluidstrillingen worden opgevangen door de oren en doorgezonden naar de hersenen, waar deze auditieve prikkels verwerkt worden. Het gehoor is het sensorisch systeem dat ons informatie verschaft omtrent: 

de richting waaruit een geluid komt (localisatie). Het gehoor laat ons toe bewegende elementen uit de omgeving vanop een afstand waar te nemen.



de sterkte (intensiteit), de hoogte (frequentie), de kleur (het timbre) van een geluid of een klank.

Een goede verwerking en integratie van de dingen die je hoort, is de basis voor de ontwikkeling van de taal en daardoor een belangrijk aspect van onze interactie met de omgeving. Daarnaast voert het gehoor controle uit over de spraak. Het vestibulaire systeem

Het vestibulair orgaan of evenwichtsorgaan is gelegen in ons binnenoor. (Ayres, 1972 en Ayres, 2010) Het vestibulair orgaan is het sensorisch kanaal dat ons informatie verschaft omtrent: 

de aantrekkingskracht van de zwaartekracht op de lichaamsas.



vallen



bewegen



snelheid (versnelling - vertraging)

Door middel van dit systeem zijn wij in staat te onderscheiden of we zelf bewegen, of de kamer om ons heen beweegt, hoe snel we bewegen en of wij rechtop of ondersteboven staan. Het proprioceptieve systeem

De receptoren van het proprioceptieve systeem verkrijgen hun informatie via de spieren, de pezen en de gewrichten. Zij informeren ons over de positie en de beweging van onze lichaamsdelen. Wij hoeven niet naar beneden te kijken om te 'weten' in welke positie onze benen zich bevinden. Wij voelen dat: onze proprioceptoren houden ons geïnformeerd. Door de proprioceptie wordt onze motoriek gestuurd en ontstaat er een bewuste beeldvorming omtrent: houding, belasting, b...


Similar Free PDFs