Doelstellingen 4 Beginsituatie PDF

Preview

Summary

Download Doelstellingen 4 Beginsituatie PDF

Description

Pagina 1 van 6

4. DOELSTELLINGEN: BEGINSITUATIE 4.1. Het begrip ‘beginsituatie’ in eigen woorden uitleggen (begrijpen) Als je een doel wil bereiken of formuleren (competentie van de leerling = zowel beginpunt als eindpunt) dan moet je meer weten over de praktische kenmerken, de leerlingkenmerken en de vakinhoudelijke kenmerken. 4.2. Uitleggen hoe kennis van de beginsituatie van belang is voor het didactisch handelen (begrijpen) Beginsituatie 4.3. De praktische, leerling- en vakinhoudelijke kenmerken van de beginsituatie in eigen woorden uitleggen (begrijpen)  Leerlingkenmerken: o

hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Hoe is de relatie tussen de leerlingen onderling? Zijn er zorgleerlingen in de klas → zo ja, welke specifieke zorg?

o

Culturele achtergrond van de leerlingen

o

Sociale achtergrond van leerlingen (bv kansarmoede)

o

Motivatie van de leerling(en)

o

Intelligentie van leerlingen

 Praktische kenmerken: o

Wat zegt de overheid over lesdagen, eindtermen, verlofdagen,….(= Macroniveau)

o

wat is de visie van de school? Hoe zit het schoolreglement in elkaar? Hoe staat de school tegenover de werkvorm die ik wil toepassen bv extramuros? Hoe zijn de lesuren? (= Mesoniveau)

o

hoe ziet het lokaal eruit? Hoe staan de banken? Is er een (digitaal) bord aanwezig (krijt, whitemarker, digipen,…), is er een computer aanwezig of moet je de eigen laptop meenemen, is er internet,…. (= Microniveau)

Samenvatting Didactische basis : Doelstellingen: Beginsituatie

Pagina 2 van 6

o

o

Kenmerken van de leraar (kennis, ervaring,…..) 

leraar als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen



leraar als opvoeder



leraar al inhoudelijk expert



leraar als organisator



leraar als innovator – leraar als onderzoeker



leraar als partner van ouders/verzorger



leraar als lid van een schoolteam



leraar als partner van externen



leraar als lid van de onderwijsgemeenschap



leraar als cultuurparticipant

Wanneer wordt de les gegeven? Maandagochtend of vrijdag het laatste uur? Juist voor een pauze of net na de les LO?

o

Actualiteit bv aanslag, corona,… kan invloed hebben op de manier waarop een les verloopt

 Vakinhoudelijke kenmerken: o

Vakgebonden voorkennis van de leerlingen → om te kunnen differentiëren (verdiepen – remediëren – uitdiepen)

o

Taalbeheersing van de leerlingen: zijn er veel vaktermen die anderstaligen wel kunnen begrijpen?

o

In welke taal moet de les gegeven worden? Nederlands, Engels, Frans,… ?

o

Cognitieve vaardigheden (hoe neemt de lln de leerstof op en hoe verwerkt de lln de leerstof?) en metacognitie (zelfstandig plannen, het eigen leerproces bijsturen, zelf toetsen of de kennis aanwezig is,…)

Samenvatting Didactische basis : Doelstellingen: Beginsituatie

Pagina 3 van 6

4.4. De verschillende kenmerken van de didactische beginsituatie illustreren aan de hand van eigen voorbeelden (toepassen)  Didactische beginsituatie praktijkles mode: t-shirt stikken  Praktische kenmerken o

Atelier met semi-industriële naaimachines → zonder zigzagsteek → voldoende overlocks en coverlock nodig om alle leerlingen te laten stikken → slechts 2 toestellen beschikbaar voor 8 leerlingen

o

Huishoudmachines uit het andere lokaal gebruiken zodat er meer leerlingen kunnen stikken → kijken of het lokaal en de machines vrij zijn

o

Maandagochtend eerste 4 lesuren → leerlingen hebben meestal geen zin om te werken. Willen eerst voluit babbelen over het weekend

o

Leerkracht maakt de verschillende stappen in aparte delen als voorbeeld voor de leerlingen

o

De leerkracht maakt een opdrachtenbundel voor dit project

 Leerlingkenmerken o

Leerling X kon nog geen stof halen → ouders hebben het financieel moeilijk → kijken in de voorraad of er nog een stof beschikbaar is, 2 euro kostprijs komt op schoolrekening

o

Leerling A en leerling B zijn vriendinnen en babbelen veel met elkaar

o

Leerling D heeft ASS en kan moeilijk een stappenplan lezen → stappenplan met foto’s maken OF een tutorial filmen met alle stappen

 Vakinhoudelijke kenmerken o

Leerlingen hebben nog nooit met de coverlock of overlock gewerkt → eerst veiligheidsvoorschriften uitleggen

o

Leerlingen weten al hoe ze een artikel in elkaar moeten stikken (eenvoudige naden)

o

De leerlingen kunnen nog geen halsboord aanzetten

Samenvatting Didactische basis : Doelstellingen: Beginsituatie

Pagina 4 van 6

o

De leerlingen kunnen nog geen zoom maken met de coverlock

o

De leerlingen hebben enkel nog maar met een huishoudnaaimachine gewerkt

4.5. De verschillende factoren van de beginsituatie in een casus herkennen (toepassen) 4.6. De 10 functionele gehelen uit de basiscompetenties van de leraar secundair onderwijs toelichten en herkennen (begrijpen en toepassen)  leraar als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen  leraar als opvoeder  leraar al inhoudelijk expert  leraar als organisator  leraar als innovator – leraar als onderzoeker  leraar als partner van ouders/verzorger  leraar als lid van een schoolteam  leraar als partner van externen  leraar als lid van de onderwijsgemeenschap  leraar als cultuurparticipant

4.7. Een aantal methodes om de beginsituatie te achterhalen geven (onthouden)  Doelgericht vraagstelling aan de leerlingen  Klasgesprek  Systematische observatie  Regelmatige toetsen  Contacten met ouders

Samenvatting Didactische basis : Doelstellingen: Beginsituatie

Pagina 5 van 6

 Raadplegen van het leerplan  Contacten met de cel leerlingenbegeleiding  ……

4.8. Uitleggen hoe de visie op intelligentie veranderd is (begrijpen) Lange tijd ging men ervan uit dat enkel slimme leerlingen een aso-richting (zoals Latijn) aankonden en dat leerlingen die minder slim waren naar een tso- of bso-richting moesten. Nu wordt er niet enkel met intelligentie (IQ) rekening gehouden bij de studiekeuze, maar ook met de interesses en de leefwereld van de jongere. Motivatie is misschien nog wel belangrijker dan IQ om te slagen in een bepaalde richting. Zo kan het zijn dat iemand met een hoog IQ niet slaagt voor de studierichting Latijn omdat de interesse eerder bij carrosserie ligt. Of dat iemand met een lager IQ wel slaagt voor Latijn omdat die leerling gemotiveerd is om te slagen. 4.9. Uitleggen wat kansarmoede is (begrijpen) Men spreekt van kansarmoede wanneer mensen beperkt worden in hun kansen om voldoende deel te nemen aan met name onderwijs, arbeid en huisvesting, door onder andere een relatief laag inkomen. Kansarmen hebben weinig kans op succes in de maatschappij en zijn vaak sociaal zwak. 4.10. Enkele voorbeelden geven van diversiteit in de klas (onthouden)  Leerlingen met verschillende socio-culturele achtergronden  Leerlingen met verschillende religies  Leerlingen die in verschillende buurten opgroeien (kansrijk ↔ kansarm)  Leerlingen die een specifieke zorgnood hebben (dyslexie, dyscalculie, ASS, dyspraxie, Tourette, ADHD,….)  Leerlingen met verschillend leervermogen (IQ)  Gemotiveerde en gedemotiveerde leerlingen

Samenvatting Didactische basis : Doelstellingen: Beginsituatie

Pagina 6 van 6

4.11. Voldoende inspanningen doen om zich tijdens didactische praktijktoepassingen (oefenlessen, stage) zo goed mogelijk te informeren over de didactische beginsituatie (attitude) 4.12. Bereidheid tonen om in zijn didactisch handelen rekening te houden met de informatie die hij over de didactische beginsituatie verkrijgt (attitude) 4.13. De gewoonte ontwikkelen om de bekomen informatie over de beginsituatie op de juiste plaats op het lesvoorbereidingsformulier te plaatsen (attitude) Vak, lokaal, aantal leerlingen, welke lesuren, datum, school,….. is basale info → hoort thuis in het vak “identificatie van de les” Bij beginsituatie komen de praktische, leerling- en vakinhoudelijke kenmerken te staan. 4.14. Bereidheid tonen om een open houding aan te nemen in het omgaan met diversiteit/kansarmoede (attitude).

3.

Samenvatting Didactische basis : Doelstellingen: Beginsituatie...