Duits S&V - literaire teksten - les 3 PDF

Title Duits S&V - literaire teksten - les 3
Course Duits Literaire-essayistische teksten
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 5
File Size 60.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 40
Total Views 140

Summary

Duits literaire teksten les 3...


Description

Duits schrijven en vertalen: literaire teksten Herhaling vorige week: Een literaire tekst is een tekst met een dominante poëtische functie. Het is dus niet de enige functie, want een literaire tekst kan informatief, discursief zijn. Alle eigenschappen van tekstsoorten kom je in alle teksten tegen. In een bijsluiter kom je ook beelden, metaforen tegen, maar ze worden daar scherp onderdrukt. Poëtische functie legt de nadruk op de materialiteit van het teken. Het brengt het verschil tussen letter en betekenis in de praktijk. Daardoor is literatuur in principe veelduidig. Je kunt aan hetzelfde meerdere betekenissen toeleggen. Er is geen vaste betekenis te verbinden met een teken. Literatuur nodigt daartoe uit. De technische definitie die Jakobson aan de poëtische funcite geeft: In elke zin die je uitspreekt, bestaat uit een verticale as, paradigma bv. Lijst met synoniemen,... Elke plek in de zin op de as van de combinatie, verbinding, contiguiteit. Paradigma: keuzelijst van min of meer equivalente termen/elementen (verticale as) Paradigmatische as. Syntagmatische as: as van de verbinding, combinatie, contiguïteit (horizontale as) Principe van het verschil. Pöetische funcite projecteert principe van de equivalentie van de paradigmatische as op de syntagmatische as door op verschillende plaatsen in combinatie iets soortgelijks aan te brengen. Tekst van Musil Op welke manier werkt deze tekst. Heel beschrijvend, veel details waardoor je een beeld kan vormen van wat gezegd worden. Beschrijft het in termen van een weerbericht. Gebruikt termen van een weerbericht om een dag te beschrijven. Informatie wordt op een of andere manier verstoord, vervreemd. Er treedt deviatie op. (Deviatie: afwijking van het normale) Het weerbericht is redundant. Hij voegt dingen toe waarvan je denkt: wat moet dat hier. Wat heeft dat met Rusland en Venus en de maan te maken. Bijna overbodige informatie. In de informatieverstrekking zelf zit al een element van vervreemding, van deviatie. Weerbericht: alle werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Hier: in de verleden tijd. In de literatuur de tijd die gebruikt wordt in een verhaal. Verleden tijd is de verteltijd. Dat is weer een vervreemding. Hier wordt iets fictiefs verteld, geen echt weerbericht. Personificatie: aan niet levende dingen, een menselijk karakter toekennen. Een antropomorfisme. ( bv. Das Minimum wanderte, verriet noch nicht) Die Isotheren taten ihre Schuldigkeit: ze deden hun werk, wat ze moesten doen. Ook dat is een formulering die je niet zal tegenkomen in geen enkel weerbericht.

De schijnbare intentie van de tekst ( weer weergeven) en de formulering waarin die gevat is, is ongewoon. Waardoor de aandacht naar de formulering getrokken wordt. Er gebeurt niets verrassend (die Feuchtigkeit war gering,...) Maar wat gebeurt er dan? Hij geeft met een woord het hele redundante toe. Dat het overbodig was, dat hij het ook met 1 woord had kunnen zeggen. De tekst speelt met de eigenschap van de taal dat ze naar iets lijkt te verwijzen buiten de taal, de referent. De taal creeërt haar eigen betekeniswereld. Aan de ene kant het wetenschappelijk (meteorologische termen) aandoende en aan de andere kant een banale mededeling. Tekst van Stefan Georg Heel belangrijke dichter, bijna alleen maar gedichten geschreven, een van de allergrootste vertalers van gedichten in het Duits. Gestorven in 1933 in Zwitserland. Heeft een eigen school gesticht. George Schule. Met een eigen voorstelling van wat literatuur,pöezie, pöetica is. Set van regels waaraan de leerlingen van de school zich moesten houden. Heel elitaire school. Elitaire schrijver. Merk je aan zijn taalgebruik, heel verfijnd, met eigenaardigheden. Had heel veel navolgers. Wat valt meteen op wat het schriftbeeld betreft. Hij schreef substanstieven met een kleine letter. Ingaan tegen de conventies van het Duits. Hij wordt vaak een symbolistische dichter genoemd. Hij heeft een heel eigen stijl gecreëerd. Aanhanger van Nietzsche ook. Sommige van zijn aanhangers hebben hun vingers verbrand door hun sympathie voor de nazis. Hij niet. ( te vroeg gestorven?) Heel duidelijk een gedicht. Het vaste rijmschema valt op. Hij werkte daarmee. Zoals vele van zijn Franse voorbeelden. Gedicht heeft ook een ritmen, metrum. Heel ostentatieve realisaties van de pöetische functie. Kan je er delen in onderscheiden? Er staan twee keer ‘...’Er eindigt daar telkens een deel. Het eerste deel zijn de eerste drie strofes. Die vetellen een verhaaltje. Dan is er een soort breuk. Staat apart en leidt het volgende deel in. In de eerste drie strofes ervaart hij de normale situatie. Hier een vervelende situatie. Er ontsnapt hem iets, krijgt het niet te pakken. Krijgt de naam niet, dus kan het niet schrijven. Dichter bericht ons over een lering, een ervaring van een gebrek. Tekst heeft een structuur die ons in zekere zin een verhaaltje of in ieder geval het bericht van een ervaring meedeelt in de structuur. Wat zegt het gedicht? Wat is die ervaring? Wonder/droom uit verre streek breng ik naar grens land. De dichter heeft een land en beweegt zich in dat land, altijd als er iets vreemds in hem opkomt waarvoor hij geen woorden heeft gaat hij naar de grens van zijn land. Hij wacht daar (harren+gen) Hij vraagt aan iets of iemand buiten dat land (Norm = wezen uit de germaanse mythologie, Schicksalsgöttin, noodlotsgodin) Urd, Verdandi & Skuld (germaanse mythologie) In de griekse had je er ook drie: Atropos, Zachesis, Klotho) K: altijd voorgesteld een spinnewiel.

Zachesis met een draad. Bepaald de lengte van het leven. Atropos voorgesteld met een schaar om de draad door te knippen Het lot, het leven dat je zelf niet in de hand hebt. Urd: lot: verleden Verdandi --> heden, het worden Skuld --> betekende doen in het vroeg germaans: dat wat moet gebeuren. De toekomst. Hij vraagt de naam van dat wonder of van dat object uit de droom. Norm geeft hem de naam en daardoor kan die het als dichter begrijpen, en daardoor begint het te schitteren en te bloeien. Mark: wat door grenzen gemarkeerd is, een omgrensd gebied, wat binnen zijn grenzen valt. Hij heeft aan: de taal zit niet in mij, maar waarvoor het noodlot, iets anders beschikt. Het is een geschenk dat hij krijgt waardoor hij het kan beheersen. Maar dan komt de verrassing. Eins is al meteen een breuk. Het gewone wordt onderbroken. Hij komt aan met een kleinood, iets in zijn handen. Rijk en fijn. Gaat weer naar de Norm. Sie is weer de norm uit strofe 2. Hij wil weer een naam hebben voor dat kleinood, want hij wil het integreren in zijn land. Zij vindt er het woord niet voor, hoe diep ze ook zoekt. Dat dingetje blijft zonder naam. Wat gebeurt er dan? Worauf er meine Hand entrann. Het ontsnapt uit zijn hand, rent weg. Dat dingetje wordt nooit een deel van zijn land, Mark. Omdat hij de naam niet heeft. Conclusie: Hij leert, wordt treurig van dat inzicht, Hij heeft er geen grip meer op, want ontsnapt. Geen ding zij waar het woord ontbreekt. Hij leert dat er geen ding is waar het woord ontbreekt. Als ik geen woord het voor de realiteit dan bestaat die realiteit niet, of bestaat op een naamloze, anonieme manier, omdat hij er niet over kan praten. We zitten slecht binnen de grenzen van ons eigen taalrijk om over de dingen te spreken. We kunnen er niks over zeggen als we er geen woorden voor hebben. Gedicht Bertolt Brecht Het is een lied uit Driestuiversopera. Brecht heeft er een eigen versie van gemaakt. Sindsien eigenlijk vooral bekend in zijn versie. Was een oude Engelse tekst. Kafka Waarom literatuur? Personages niet bij naam genoemd, maar ‘Türhuter’en Mann. Indirekte en directe rede. Beschrijving. Verschillende jaren beschreven op een pagina. Kafkaësk: veel werk om niets te bereiken Der Prozess: belangrijkste werk, intrigerende roman. Gaat over een man genaamd Jozef K, die op een dag gearresteerd wordt en van iets beschuldigd wordt.

Vor dem Gesetz in een stukje uit Der Prozess.

K is een bankjurist en heeft een agspraak met een italiaan die niet komt opdagen. Dan gaat hij in de stad een kerk binnen. Hij geraakt verwikkeld in een gesprek met een pastoor. Gesprek ontwikkeld zich terwijl hij rondloopt in de kerk. Donderende stem: Jozef K. En wordt in gesprek verwikkeld met pastoor. Geestelijke vertelt hem dit verhaal. Het is een parabel zoals je ze in het NT heel veel vindt. Een literair genre dat aan bepaalde wetten moet voldoen. Moet leerrijk zijn, moet duidelijk zijn. Jozef K staat voor de wet, wil zijn rechters zien en weten wat hem verweten wordt, maar komt het niet te weten. Wat valt er op in dit verhaal ? Verklarende, belerende, didactische, pedagogische functie. Daardoor krijgt de tekst nog meer een literair karakter. > parabel Tekst geeft geen antwoord op vraag wat het betekent. We worden zelf als lezer geconfronteerd met een vraag. Dat is al een eerste deviatie. Op narratief gebied. Het is een vertellende tekst die een verhaal vertelt. Een verhaal leeft, vinden we spannend omdat het anders afloopt dan we verwachten. We komen meteen in een situatie die anders afloopt dan we verwachten. Je klopt op een deur en verwacht dat je binnen mag maar is niet zo. Narratieve verloop van de handeling is afwijkend, daarom is er een ander verwachtingspatroon. Het vanzelfsprekende gebeurt niet. Daardoor wordt deze tekst interessant, door de manier waarop de handeling verteld wordt. Waardoor valt de tekst nog op (in de handeling) ? Waardoor wordt de situatie een niet-alledaagse. Hij wacht daar echt jaren, wordt oud en gebrekkig. Blijft voortdurende dezelfde vraag stellen. Absurde wordt nog eens versterkt door dat vragen van de man, dat insisteren om binnengelaten te worden, wordt nog versterkt door de beschrijving. Hij vraagt zelfs de vlooien in de baard van de man om hem te helpen. Dat is een hyperbool. Iets overdreven. De hele absurde situatie wordt naar een hoogtepunt gebracht op een manier die de aandacht niet doet verslappen. De situatie wordt verhevigd. En dan komt de ontknoping. Ook dat is in zekere zin mooi opgebouwd. We krijgen de beslissende vraag. Poort van de wet staat altijd open, ik mag niet naar binnen, waarom is er nooit iemand gekomen? En dan krijgt die de eigenlijke wet van zijn bestaan te horen. Dat is het dramatische. De man heeft zijn hele leven verzuimd te erkennen wat zijn eigen zaak is. Pas op het einde krijgt hij te horen dat dit zijn eigen zaak is. Waarom mag die niet binnen? Heeft die iets verkeerd gedaan? Zijn er nog anderen in zijn situatie? Hoe verhouden wij ons tot de wet die ons bepaalt? Hebben we er ooit toegang toe? Weten we wie die bepaald heeft? Door de narratieve structuur valt deze tekst op als literatuur, als parabel. Er zitten uiteraard nog andere elementen op een misschien wat hoger, minder zichtbaar niveau die een indicatie kunnen geven over wat er hier aan de hand is. Betekenissen die je alleen maar te pakken krijgt als je wat meer leest. Interpretatie van parabel door discussie tussen K en pastoor. Van Türhüter blijft het woord Thora over. ( wettekst van de joden)

Mogelijke interpretatie= dat Kafka voor religieuze wet komt te staan, waartoe hij nooit toegang heeft gehad en dat Türhüter staat voor Thora. Andere interpreatie Türhüter is de vaderfiguur die an de zoon de toegang tot het leven ontzegd. Kan het conflict met die vader niet ten einde brengen zoals de leer het eigenlijk voorschirjft. Komt van buiten , onbeschreven blad en komt voor de wet. En staat een rijzige gestalte voor de wet. Hij is de onderste in de rij, er zijn nog anderen voor hem die veel machtiger zijn. Verhaal laat verschillende duidingen toe en accepteert die ook = literatuur. Zolang tekst de duiding ondersteunt is de duiding ok....


Similar Free PDFs