Examenvragen + antwoorden PDF

Title Examenvragen + antwoorden
Course Genderstudies
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 10
File Size 252.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 255
Total Views 747

Summary

Prof. C. van Laar, 29 oktober 2015 1 is stereotype dreiging (stereotype threat)? a) Beschrijf wat stereotype threat is. (=subtiele activatie v neg stereotype)  Stereotype threat is een fenomeen waarbij personen van de minderheidsgroep zich bewust worden dat zij het risico lopen zich in een bepaalde...


Description

Prof. C. van Laar, 29 oktober 2015 1.Wat is stereotype dreiging (stereotype threat)? a) Beschrijf wat stereotype threat is. (=subtiele activatie v neg stereotype)  Stereotype threat is een fenomeen waarbij personen van de minderheidsgroep zich bewust worden dat zij het risico lopen zich in een bepaalde situatie te gedragen volgens een negatief stereotype dat er heerst over die gedragingen. Vooraleer een persoon een stereotype threat kan ervaren moet hij/zij weet hebben dat er bepaalde mensen zijn die een negatief stereotype hebben over de sociale groep waartoe hij/zij behoort. Personen kunnen het slachtoffer worden van stereotype treat zelfs als ze zich niet aansluiten bij het heersende stereotype. Vele studies hebben hun aandacht gevestigd op de manier hoe een stereotype treat het gedrag van die persoon beïnvloed. Zo zien we dat bij experimenten waarbij de personen uit de minderheidsgroep zich bewust worden van het feit dat er negatieve stereotypes heersen over de gedragingen die ze tijdens de taak uitvoeren echter significant slechter presteren in vergelijking met personen die zich niet bedreigd voelen door het stereotype. Personen uit de meerderheidsgroep scoren in tegenstelling tot de minderheidsgroep significant beter wanneer er een stereotype (dat in hun voordeel werkt) vermeld wordt. b) Beschrijf onder welke omstandigheden iemand onder stereotype dreiging kan lijden.  Zie ppt: experiment: wiskundetest (treat dr portretten ad of manier v introductie)  Zie ppt: experiment: auto rijden (voetgangers ontwijken) c)

Beschrijf waarom het stereotype threat fenomeen zo’n belangrijke ontdekking was.  Ten eerste hoeven er zelfs geen andere (discriminerende) personen aanwezig te zijn om dit fenomeen bij iemand te activeren. Het is een heel breed fenomeen.  Ten tweede zoals ook al eerder vermeld kan stereotype threat geactiveerd worden bij een persoon zonder dat deze persoon dat negatief stereotype gelooft. (deel vh werkgeheugen is afgeleid)  Tenslotte zien we ook dat het effect plaatsvindt ondanks dat er hard gewerkt wordt om het tegenovergestelde te laten zien.

2. Wat is het queen bee effect? a) Beschrijf wat het queen bee effect is. Het is een effect waarbij succesvolle vrouwen het genderverschil beklemtonen en de heersende stereotypische opvattingen over vrouwen actief bevestigen in plaats van de kloof te dichten. Verschillende studies hebben aangetoond dat, vergeleken met mannelijke leiders, vrouwen nog minder ondersteunend zijn voor promotiekansen van vrouwen en meer gender-biased percepties tonen wanneer het gaat over de ambitie van andere vrouwen in hun carrière. Een queen bee onderscheidt zichzelf van andere vrouwen door haar mannelijke kenmerken extra in de verf te zetten en door zich uitdrukkelijk af te zetten tegen haar eigen groep (andere vrouwen) zodat ze hiervan zo weinig mogelijk stereotypering ondervindt. Dergelijke vrouwen zullen het bestaan van seksisme ontkennen. Queen-bee gedrag is het resultaat gender bias en sociale identiteit treat dat gender verschillen creëert in carrière uitkomsten. Meer bepaald vrouwen die queen bees worden beperken de carrière mogelijkheden van hun vrouwelijke ondergeschikten. Queen bee gedrag kan verlaagd worden indien er minder negatieve opvattingen zijn ten aanzien van vrouwen, hierdoor voelen queen bees niet meer de druk om zich te distantiëren van hun eigen groep (identiteitsaffirmatie). b) Beschrijf wanneer en bij wie het queen bee effect voorkomt. Queen bees zijn volwassen vrouwen in organisaties die vooral door mannen gedomineerd worden en waarbij vrouwen succes behaald hebben door te beklemtonen hoe zij verschillend zijn van andere vrouwen. Self-group distancing komt vooral voor bij vrouwen die zich laag identificeren met hun groep. Verder zin we een correlationeel verband tussen ervaringen met discriminatie en een verhoogde self-group distancing. Het gedrag komt voor wanneer er genderdiscriminatie op de werkplaats plaatsvindt. Bedrijven die vrouwen devalueren, bedreigen de identiteit van vrouwelijke werknemers. Een manier om daarmee om te gaan is dat vrouwen ofwel samenwerken om te proberen hun sociale groep mee naar boven te trekken ofwel hun individueel succes te versterken ten koste van de sociale groep waartoe ze behoren. Wat we ook veronderstellen is dat deze vrouwen genderverschillen zeker betekenisvol vinden maar niet in alle contexten. Voor hun speelt dit genderbegrip geen rol in de werkcontext.

c)

Beschrijf wat de gevolgen van queen bee gedrag kunnen zijn. Hoewel queen bee gedrag voordelig is voor de individuele vrouw, het leidt e rook toe dat succesvolle vrouwen zichzelf distantiëren van andere vrouwen. Dergelijk gedrag reduceert de waarschijnlijkheid dat queen bees de groeimogelijkheden voor andere vrouwen faciliteren en ook niet als rolmodel worden aanzien door hun vrouwelijke ondergeschikten in het bedrijf.

3. Het college van Colette van Laar en de daarbij behorende literatuur werden naast stereotype dreiging en queen bee processen verschillende andere sociaal-psychologische processen besproken die de uitkomsten van vrouwen in werk/onderwijs kunnen verklaren. Beschrijf één van deze andere processen. Leg uit: Identiteitsaffirmatie a) wat het inhoudt Identiteitsaffirmatie: het beschermen van het welzijn, motivaties en prestaties van negatief gestereotypeerde groepen door het positief waarderen van hun identiteit. Deze identiteitsaffirmatie kan ontstaan bij zowel de omgeving als bij de personen zelf. b) hoe het ontstaat Het ontstaat bijvoorbeeld door de omgeving die de identiteit van een minderheidsgroep affirmeert (vb. Waardering van de islam door de omgeving). Op die manier ontstaat er een verlaagde bedreiging binnen die groep en gaan ook de uitkomsten in werk/onderwijs stijgen. c) hoe het uitkomsten beinvloedt. Leden van de gestigmatiseerde groep affirmeren identiteit zelf als reactie op dreigende omgevingen. (veel leden van de outgroup). Identiteitsaffirmatie heeft niet alleen een positieve invloed op motivatie en welzijn maar het leidt ook tot hogere prestaties en hogere persistence op taken. Verder zien we ook een verhoogde focus op succes. Er zijn ook aangetoonde fysiologische processen via meer efficiënte mobilisatie van energie, onder andere een verlaagde fysiologische dreiging en een verhoging van de fysiologische uitdaging. We zien ook een bewijs van moderatie, er zijn namelijk vooral sterke effecten voor degenen die zich hoog identificeren met hun groep.

Prof. B. Vanreusel, 3 december 2015 1. 'Gender and sports: is equity possible?' Beantwoord deze vraag, gebruik makend van de inzichten van de auteurs van het gelijknamige artikel en de inzichten aangeboden tijdens het gastcollege. Eerst en vooral is het belangrijk om het verschil tussen ‘equality’, en ‘equity’ aan te tonen met een voorbeeld. Zo zouden jongens en meisjes bij ‘equality’ dezelfde sport beoefenen, terwijl bij ‘equity’ jongens en meisjes de mogelijkheid hebben om dezelfde sporten te doen, maar daarom niet per definitie dezelfde sport beoefenen. Gender gerechtigheid in sport is integraal verbonden met ideologische & macht kwesties. Gender gerechtigheid zal nooit compleet of blijvend zijn zonder veranderingen in het denken van de mens over mannelijk- en vrouwelijkheid, en hoe sporten worden georganiseerd en gespeeld. Veel beoefende sporten in de huidige samenleving zijn gebaseerd op een binair classificatiemodel, wat leidt tot de conclusie dat vrouwen en meisjes per definitie de mindere zijn ten aanzien mannen en jongens. when gender ideology and sport are organized arond the values and experiences of heterosexual men, real and lasting gender equity depends on changing dominant definitions of masculinity and femininity and the way we do sports. Bruikbare strategieën zijn onder andere  het ontwikkelen van nieuwe sporten, sport organisatie en  het veranderen van bestaande sporten van binnenuit en  door acties en druk van buitenaf. In de tweede helft van de 20ste eeuw is de sport participatie bij vrouwen enorm gestegen. Dit is het resultaat van  nieuwe kansen,  wetgeving voor gelijke rechten,  de vrouwen beweging,  de gezondheid en fitness beweging en  de toename in publieke aandacht voor vrouwelijke atleten . Ondanks deze recente trend van een toegenomen participatie, is gender gerechtigheid nog steeds ver af, en verdere toename in sportparticipatie bij vrouwen zal niet automatisch gebeuren. There are reasons to be cautions when anticipating more changes in the future.  Budget cuts  Backlash in response of changes favouring strong women  A relative lack of female coaches & administrators  A cultural emphasis on cosmetic fitness among women  The trivialization of women’s sports  Existence of homophobia Volledige gender gelijkheid is onmogelijk te bereiken zonder een kritische analyse van de gender ideologie binnen sport en de volledige samenleving. Veranderingen hangen onder andere af van bepaalde strategieën zoals:  Nieuwe manieren om over sport te spreken

 

Ontwikkelen van nieuwe spelregels (ter bevordering van veiligheid, letsels↓, geweld↓) Nieuwe rituelen ontwikkelen gebaseerd op plezier en deelname ipv kracht en presatie

Tenzij gender ideologie en sport veranderen, zal er nooit volledige en blijvende gender gelijkheid zijn. vb tijdens de les mannelijke vs vrouwelijke sportstudenten, throwing like a girl, britten die mount everest beklimmen, nature vs nurture… 2. Zijn sport en bewegingscultuur in het algemeen doorbrekers of bevestigers van genderongelijkheid? Argumenteer uw antwoord. Onderzoek in het kader van gender relaties en sport focussen in de meerderheid van de onderzoeken op twee onderwerpen, enerzijds ideologische & macht kwesties, anderzijds gerechtigheids- en eerlijkheidskwesties. Gender ideologie is in heel wat culturen gebaseerd op een simpel binair classificatie model. Volgens dit model worden alle mensen geclassificeerd in een van de twee geslachtscategorieën, namelijk man of vrouw. Deze categorieën zijn omschreven in biologische termen, en ze worden geconceptualiseerd om te wijzen op de verschillen, ze worden dan ook vaak omschreven als ‘tegengestelde geslachten’. Het is moeilijk om dit model te handhaven omdat het niet strookt met biologische evidence welke aantoont dat anatomische, hormonale, chromosomale en secundaire geslachtskenmerken niet in twee duidelijk van elkaar te onderscheiden categorieën kunnen ondergebracht worden. Veel beoefende sporten in de huidige samenleving zijn gebaseerd om dit binair model, wat leidt tot de conclusie dat vrouwen en meisjes per definitie de mindere zijn ten aanzien mannen en jongens. De gender ideologie gebaseerd op dit classificatiemodel, laat homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transseksuelen links liggen wanneer het aankomt op gender ideologie van sport en atleten. Het binair classificatiemodel is gebaseerd op de assumptie dat heterogeniteit de norm is, iedereen wie deze ideeën en verwachtingen niet kan inlossen ‘wijkt af’ wanneer het op gender aankomt. In deze context wordt de term homofobia geboren, een angst en/of intolerantie gevoel voor wie niet binnen een categorie van het binair classificatiemodel past. De ideeën en het gedachtegoed over gender liggen aan de basis van hoe sporten worden georganiseerd, gepromoot en gespeeld. Sports are sites for reaffirming beliefs about male-female difference and valorizing masculine characteristics. Tegelijkertijd worden typische vrouwensporten vaak gemarginaliseerd omdat ze niet worden beschouwd als een volwaardige sport in vergelijking met typische mannensporten, en worden vrouwelijke atleten als afwijkend beschouwd omdat ze niet conform zijn aan de huidige vrouwelijke normen. Sports are also sites for challenging and revising gender ideology. We kunnen dus concluderen dat Gender gerechtigheid in sport is integraal verbonden met ideologische & macht kwesties. Gender gerechtigheid zal nooit compleet of blijvend zijn zonder veranderingen in het denken van de mens over mannelijk- en vrouwelijkheid, en hoe sporten worden georganiseerd en gespeeld. versterker van stereotypen: – vrouwelijkh: schoonheidsideaal --> emotie, zacht, mooi om naar te kijken, sensueel, passief, vreemd,sexy, sierlijk, ... – mannelijkh: prestatie-ideaal --> zwoegen, zweten, doen, kracht, objectief, actief, herkenbaar, … – functie v kledij en media ! Cfr. tennis, turnen, … --> ondersteunen v verschillen

3. Wat leert een overzicht van de Olympische Spelen over gender en bewegingscultuur? Formuleer je antwoord aan de hand van feiten. Er werd vrouwen verteld dat indien ze inspannende sporten beoefenden ze hun uterus en borsten zouden beschadigen. Veel mensen geloofden deze mythes omdat deze pasten binnen de heersende gender ideologie en het idee dat vrouwen van nature zwak en kwetsbaar waren voor kwetsuren binnen sport. Hun sportdeelname was tot dan toe beperkt tot solo-sporten (turnen) of netsporten zodat het net als een soort bescherming kon dienen. Contactsporten waren niet vrouwelijk, het duurde dan ook tot 1964 voor er een team sport voor dames, volleybal, werd georganiseerd op de olympische spelen. Voor Netloze team sporten voor dames op de olympische spelen was het wachten tot 1976, wanneer basketbal werd toegelaten. Damesvoetbal werd pas in 1996 geïntroduceerd.

Momenteel worden er enkel nog nieuwe sporten aan de olympische spelen toegevoegd die mogen uitgeoefend worden door mannen én vrouwen. Op de olympische spelen van Londen in 2012 waren er dan ook geen gender exclusieve sporten meer. Het aantal vrouwelijk atleten stijgt relatief en absoluut door de jaren heen. Op de olympische spelen in Londen in 2012 waren er 45% vrouwen, in vergelijking met de olympische spelen in Tokio in 1964 waar er slechts 13% vrouwelijk atleten waren. De olympische spelen geven ons vaak een overzicht over het gender perspectief over heel de wereld. Momenteel heeft elk deelnemend land ook vrouwelijke atleten. Het duurde tot 1981 eer de IOC een vrouwelijk lid had. In 2009 waren er 17 vrouwelijke leden in vergelijking met 96 mannelijke. Er is dus nog steeds een sterke onder representatie van vrouwen op beslissende posities. We kunnen dus concluderen dat er een serieuze toename is in het aantal vrouwelijk atleten op de olympisch spelen, en de toegelaten sporten voor vrouwen. Toch is er nog een lange weg te gaan. Prof. R. De Cock, 18 februari 2016 1.

Volgens sommigen zal het genderevenwicht op nieuwsredacties in de toekomst automatisch plaatsvinden. Bespreek deze visie in het licht van geziene nationale en internationale onderzoeken en onderbouw je antwoord. In opleidingen waar journalisten gevormd worden zitten veel vrouwelijke studenten. We zouden dus kunnen veronderstellen dat indien we rustig afwachten er automatisch een genderevenwicht op de nieuwsredacties zal plaatsvinden. Toch zien we al jaren een stijgende populariteit in deze richtingen bij vrouwelijke studenten maar zijn er nog steeds niet meer vrouwelijke journalisten. We mogen namelijk niet te optimistisch zijn om tal van redenen. Het gaat in ons Belgenlandje immers heel wat trager dan andere westerse landen.  ten eerste is er nog zoiets als het glazen plafond, een fenomeen van discriminatie waarbij vrouwen minder mogelijkheden hebben tijdens hun carrière bij het doorgroeien naar hogere functies.  Ten tweede, is er nog steeds een loonkloof tussen mannen en vrouwen, al kan deze niet volledig verklaard worden door het deeltijds werk bij vrouwen. 

2.

Ten slotte zullen we nog tot 2063 op een genderevenwicht moeten wachten als de trend zich aan huidige snelheid (1998-2004) verderzet.

Het aanpassen van de ‘page 3 girl’ in de Britse tabloid The Sun heeft heel wat commotie veroorzaakt. Voorstanders vinden dat feministen andere vrouwen de les niet moeten spellen. Bespreek deze stelling op een kritische manier en ondersteun je argumenten met gezien cijfermateriaal over de representatie van vrouwen in nieuwsmedia. Page 3 Girls, zijn vrouwen die, vaak naakt of bijna naakt, worden afgebeeld op de derde bladzijde in de Britse tabloid The Sun. Op zich niet echt een probleem, moest dat niet een van de enige manieren zijn waarop vrouwen in de krant de bewonderen zijn. In het gewone nieuws, in de voorbeeldfuncties, zijn vrouwen ondervertegenwoordigd. Daar wringt ook het schoentje bij feministen. Niet de borsten zijn het probleem maar de manier waarop vrouwen in beeld worden gebracht, als een seksobject. De page 3 girls zijn dan ook geen weerspiegeling van de vrouwen uit de maatschappij. In deze context is de ‘no more page 3’ campagne ontstaan. Geen enkele andere feministische campagne heeft zoveel gedaan om een nieuwe generatie van jonge feministen te inspireren als ‘no more page 3’. De campagne benadrukt hoeveel vrouwen zich slecht voelen over het objectiveren van het vrouwelijk lichaam. Dit heeft geleid tot een nationaal debat over de aard van de boodschap die vrouwen uitsturen naar 51% van de bevolking over hun rol in onze samenleving. Heeft ‘No More Page 3’ nu echt iets veranderd aan het traject van The Sun? Alleen als het ging om de tepels. Nu zijn er in plaats van topless modellen enkel nog vrouwen in bikini of lingerie te vinden op de papieren versie van de krant. Topless foto’s zijn verbannen … naar de website van The Sun welliswaar. De omvang van het success van de feministische campagne toont wel aan dat vrouwen er niet ‘moeten mee leren leven’, maar dat de maatschappij ten aan zien van deze attitudes moet veranderen, en veranderen kan ze.

3. A) Welke genderverschillen kan je aantoonbaar vaststellen in de professionele journalistieke wereld (zenderzijde)? Er is een kwantitatieve ondervertegenwoordiging van vrouwen in de professionele journalistieke wereld. We zien ook een ongelijke man-vrouw representatie in het nieuws, namelijk traditioneel en stereotiep. De spreektijd van vrouwen is systematisch korter. Of ze een vrouw aan het woord laten in het nieuws hangt onder andere af van het onderwerp, het redactionele beleid ivm soft nieuws en het geslacht van de journalist die de reportage gemaakt heeft. Of een vrouw in beeld wordt gebracht als getuige, elitebron of vox pop speelt eveneens een rol.

Uit onderzoek is ook naar voor gekomen dat er een evolutie is van de manvrouwverdeling van nieuwsbronnen in de Vlaamse televisiejournaals in vergelijk met de Vlaamse kranten (dewelke dus meer vertekend zijn). De Swert & Hooghe induceren in hun onderzoek vijf hypothesen, factoren die een rol spelen of een vrouw al dan niet in het nieuws komt.  Hypothese 1: Vrouwen worden vooral getoond in items over vrouwelijke thema’s, minder vaak bij neutrale thema’s en bijna geen aandacht mannelijke thema’s o Voorbeelden van vrouwelijke thema’s: consumentenzaken, gezondheid, familie, onderwijs, cultuur, sociale zaken o Voorbeelden van mannelijke thema’s: defensie, internat relaties, econ, financieën mannelijke nieuwsonderwerpen: in 70% alleen mannelijke nieuwsbronnen vrouwelijke nieuwsonderwerpen: in 50% alleen mannelijke nieuwsbronnen 

Hypothese 2: Vrouwelijke journalisten zullen vaker vrouwelijke nieuwsbronnen gebruiken dan mannelijke journalisten o aantal vrouwelijke journalisten is gestegen o mogelijk invloed op onderwerpen en manier waarop ze worden gebracht o ander waardenpatroon door socialisatie o krijgen andere onderwerpen toegewezen  impact van v journalisten niet echt groot



Hypothese 3: Vrouwelijke nieuwsbronnen vooral in onderwerpen die minder belangrijk worden beschouwd. Komt tot uiting in volgorde van items binnen uitzending o eindredactie en institutionele druk o ingebed in specifieke redactie en organisatie: waarden vastgelegd daar, niet gelijk aan persoonlijke waarden  Gedeeltelijk bevestigd: vrouwen zijn minder vaak in belangrijkste eerste items van het nieuws, meer aanwezig in laatste ‘uitsmijters’.



Hypothese 4: % vrouwen in nieuws zou moeten ↑ in verhouding met ↑ aanwezigheid van vrouwen in hogere posities in de maatschappij. => moet toenemen doorheen de tijd o cfr charters en regels ivm vertegenwoordiging v in nieuws (VRT: actieplan 1996: “Zeg niet te gauw ik vind geen vrouw”) o diversiteitsmonitor Bevestigd: aanwezigheid vrouwen neemt toe doorheen de tijd: op drie jaar tijd: van 34 % naar 42 %. Spreektijd stijgt ook lichtjes

...


Similar Free PDFs