Examenvragen en antwoorden Griekenland en Rome PDF

Title Examenvragen en antwoorden Griekenland en Rome
Course Geschiedenis van Griekenland en Rome
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 22
File Size 200.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 99
Total Views 127

Summary

Download Examenvragen en antwoorden Griekenland en Rome PDF


Description

Examenvragen Griekenland en Rome Griekenland Grote vragen:  Vergelijking Minoïsche en Myceense cultuur Zie extra bladzijden  Graven Vroegmyceense en Myceense periode  huis van Atreus? Mythe: zie extra blad. Er is waarschijnlijk een grond van waarheid verbonden aan de mythe: er waren waarschijnlijk 2 rivaliserende families in Mycene. In de beenderen gevonden in de graven van koningen en notabelen zijn DNA-sporen van 2 families te vinden.  Aanleiding en verloop van de Perzische oorlogen onder Darius/ veroveringstochten van Alexander de Grote 612: Val van de Assyriërs  de machtsverhoudingen in het ONO wijzigden grondig. (Lydiërs, Babyloniërs, Egyptenaren en Meden). 550: de Perz kg Cyrus verovert het Medenrijk en Lydië op kg Croesus. Later neemt hij ook Babylon in. 525: Zijn zoon Cambyses neemt Egypte in. 522: Onder DARIUS I wordt het rijk geconsolideerd. 499: IONISCHE OPSTAND (=mislukking): Dit is de initiële fase die voorgaat aan de Perzische oorlog. De onderliggende grond van de opstand zijn politieke en economische motieven. De persoonlijke actie van de tiran van Milete vormt de onmiddellijke aanleiding.  Graf Philippus II in Vergina en de rol daarvan in de Macedonische kwestie In Vergina, in de provincie Macedonia (Griekenland) liggen de koningsgraven van de familie van Alexander de Grote, ontdekt door Andronikos. Een van die graven zou toebehoren aan zijn vader, Philippus II. De bewijzen die hiervoor aangehaald w: hij was ook mank (! Verkeerde been) en had een litteken boven zijn oog. Ook de ivoren beeldjes die gevonden werden w aangehaald als bewijs, ze zouden Alexander enzo voorstellen. BELANG: Het zuiden van de voormalige Joegoslavische republiek wil de naam Macedonia aannemen en Griekenland is daar heel sterk tegen. Argumenten tegen: Het grootste deel van het vroegere Macedonië valt samen met de huidige provincie Macedonië in Griekenland. Macedonisch is afkomstig van een Grieks dialect. De graven van Alexander en diens familieleden liggen in Griekenland. Alexander werd verkozen als grootste Griek. Als het graf van Philippus II, niet Philippus II blijkt te zijn, maar Philippus III… dan zou dit een grote telleurstelling zijn voor de Grieken. (III is Alexanders impotente broer).  Hoe site van Troje ontdekt en welk Troje is dat van Priamus? HEINRICH SCHLIEMANN DIE DACHT DAT HIJ ARCHEOLOOG KON SPELEN EN INTUSSEN DE HELFT VERWOESTTE GODVERDOMME. Hij had een tip gekregen over de plaats Hissarlik en ging daar graven. (Verschillende lagen + uitleg: zie cursus).  Klassen Griekse stadstaten en de klassenstrijd: toepassen op Sparta en Athene Aristocratie: grond-en bloedadel (later ook geldadel, maar die kregen niet dezelfde politieke rechten als de rest van de aristocratie): kregen politieke rechten en gewoonterecht. De lagere klassen: geen gewoonterecht, er was geen codificatie van het recht, maar ze hadden wel bepaalde drukkingsmiddelen.

De geldadel en de lagere klassen gingen zich verenigen tegen de aristocratie. SPARTA: klassenstrijd in mineur; AANVULLEN ZIE HB  Draco en Solon en hun bijdrage tot de Atheense democratie Draco: stond bekend voor zijn draconische wetten. Na de mislukte staatsgreep van Cyclon: alcmeonidengruwel. De edelman Draco voerde wetten door die de bloedwraak moesten stoppen. Na Draco kwam Solon: de grondlegger van de Atheense democratie. Zijn bijdragen: iedereen kreeg nu en minimum aan politieke rechten, rechten en lasten waren nu op timocratische basis; 4 klassen. Oprichting Heliaea (volksrechtbank), Burgerrecht voor alle vrije mannen in Attica. Oprichting Boulè (eigenlijke beleid: nieuwe raad).  Basisprincipes Atheense democratie Directe democratie: iedereen, alle burgers uit de polis doen rechtstreeks mee aan de politiek. (!! Niet zo democratisch: ‘burgers’ = vrije mannen). Ekklesia : volksvergadering Boulè : nieuwe raad (eigenlijk beleid) Heliaea : volksrechtbank (Areopaag : rechtbank, uiteindelijk enkel nog moordzaken) Ostracisme om tirannen te vermijden  Lange muren van Athene Werden gebouwd onder Themistocles, in de jaren ’70 van de 5de eeuw voor christus, om de haven v Piraeus en de weg daarheen te bewaken. Op deze manier kon Athene nooit afgesneden w van haar toegang tot de zee. De muren zijn na de Peloponnesische oorlog gesloopt door de Spartanen, die niet wilden dat de Perzen, of een andere vijand, zich daarachter zouden kunnen verschansen. Pericles had de Atheners bevolen zich niet buiten de muren van de stad te begeven in 431, maar toen brak de pest uit in Athene.  Peloponnesische oorlog: tocht naar Sicilië en gevolgen We zitten nu in de tweede fase vd Pel. Oorlog (SCHIJNVREDE EN INDIRECTE OORLOG). Alcibiades wil een expeditie naar Sicilië om het imperium uit te breiden, hij krijgt dit ook geregeld dankzij zijn groot oratorisch en demagogisch talent. Nicias is gekant tegen de expeditie. Uiteindelijk w de tocht besloten onder leiding van Alcibiades, Nicias en Lamachus. Juist voor het vertrek w de heilige Hermeszuilen voor de huizen ’s nachts verminkt. Alcibiades w van de zaak beschuldigd en wil onmiddellijk gevonnist w, maar ze moeten vertrekken naar Sicilië. Daar w hij teruggeroepen naar Athene, maar hij vlucht naar Sparta. In 414: beleg van Syracuse. De Spartanen zeggen de vrede van Nicias op en voeren strijd tg Athene op 2 fronten tegelijk: Sicilië, om Syracuse te steunen olv Gylippus, en in Athene w Decelea bezet. Op Sicilië leiden de Ath een nederlaag, o a door de onbeslistheid van Nicias, die aanvankelijk gekant was tegen deze onderneming.  Perzische oorlog: Xerxes Bij Xerxes, zoon en opvolger van Darius I, begint een tweede episode binnen de Perzische Oorlogen. Na de dood van Darius I in 486BC neemt Xerxes de leiding over.

Slag bij de Thermopylen (de Perzen winnen). Zeeslag van Salamis (de Grieken winnen). Slag bij Plataea (de Grieken winnen).  Ontstaan Delisch-Attische Zeebond en diens evolutie Opgericht in 478BC als tegenwicht voor de Peloponnesische Bond van Sparta. De bondskas lag oorspronkelijk in Delus, waar ook de vergaderingen plaatsvonden. In 454BC werd de bondskas overgebracht naar het Parthenon in Athene en werden de vergaderingen stopgezet. In 428 bleek de Bond niet meer zo betrouwbaar, de stad Mytilene op Lesbos kwam in opstand. De bond werd heringericht in 377BC.  Waarom en hoe werkten poleis samen? Voor er officiële samenwerkingsverbanden waren, was je als vreemdeling in een andere polis afhankelijk van de xenia (gastvrijheid). Later kwam er een proxenie: de proxeen was een burger die de belangen van de burgers, uit andere poleis afkomstig, vertegenwoordigde. Deze functie werd later louter een erefunctie. Uiteindelijk gingen de poleis volledig samenwerken. Dit kon op 2 manieren: dmv een Bondstaat, dan werden verschillende stadstaten een echte nieuwe staat. Dit gebeurde uitzonderlijk. Bestuurd door een raad en ambtenaren, buitenlandse politiek en militaire aangelegenheden. Een meer voorkomende vorm is de Statenbond, een pact, vergelijkbaar met een verdrag vandaag de dag. Hierin zijn ook 2 mogelijkheden: amphictionie (religieus) of symmachie (militair).  Godsdienst in Griekenland Polytheïsme, per polis werd een bep god meer aanbeden (beschermgoden), orphisme (onsterfelijkheid van de ziel), ondogmatisch karakter (  Christendom), sociaal karakter (verbonden aan familie en stam).  Evolutie Sparta tot strak militaristische maatschappij -Geïsoleerde ligging: tss gebergten en ver van de zee af (geen zeevaart of handel). -Binnenlandse politiek: Doriërs  4 dorpen, Amyclae 5de dorp, gn stedelijke concentratie. -Buitenlandse politiek: Bevolkingsgroei  veroveringen, Hiloten-slaven: om zich te beschermen daartegen had de Spartaan altijd een speer bij. Ontstaan Peloponnesische Bond: Sparta is militair de sterkste polis van de Egeis.  Ondergang Minoïsche beschaving Vulkaanuitbarsting op Thera (Marinatos: archeoloog). + invallen van de Grieken van het Vasteland. MAAR kritiek op de Vulkaanuitbarsting: te vroeg (1620) en de bewoners werden gewaarschuwd door de aardbevingen en gasrijke fase die voorafgingen aan de uitbarsting.  Verschillende Trojes en heeft de legende echt plaatsgevonden? - 9 cultuurlagen: I: te bescheiden van omvang om aan Priamus’ Troje te beantwoorden. II: ‘schat van Priamus’, maar 1000 jaar te oud.

III, IV, V: van ondergeschikt belang VI: Volgens Dörpfeld wel: ca 1300 verwoest. Volgens Blegen en de huidige opgravingsploeg: verwoesting door een aardbeving, de bewoners konden ook op tijd vluchten. VII: Volgens Blegen en het huidige team wel: dat betekent dat de val van Troje dateert van kort voor de inval van de zeevolkeren in de Egeïs. Sommige wetenschappers achten het onwss dat de Myceense koningen de strijd met Troje zouden aangaan ondanks de dreiging van de Zeevolkeren. Ze wijten de verwoesting van dit Troje aan de inval van de Zeevolkeren en niet aan die van de Myceners. Nieuw volk: Grieken? VIII: Bevolkt door Grieken. De naam Illlius (later Illium). IX: Troje verloor zijn functie van woongebied; tempels en monumenten. Volgens de oude Grieken en hun tijdgenoten heeft de Trojaanse oorlog wel degelijk plaatsgehad. De Perzische kg Xerxes bracht eer aan Troje, Alexander liet wapens van de Trojaanse oorlog uit de Athena-tempel halen. De antieke bronnen dateren de Trojaanse Oorlog tussen ca 1334 en 1135 BC.  Klassen in Sparta en de positie van de vrouw -Homoioi: Gelijkberechtigden, Spartanen van eerste rang. Gesloten elitegroep. Soldaten, mochten niet doen aan landbouw, handel of nijverheid.  Voorwaarden waren familiaal, economisch en sociaal: Wettige zoon zijn van Spartaanse vader en moeder Een stuk grond of kleros bezitten De Spartaanse opvoeding genoten hebben Deelnemen aan de gemeenschappelijke sobere maaltijden  Er waren nooit veel homoioi: oorlogen, strenge voorwaarden en kindertekort. - Spartanen van tweede rang: als hopliet. Bijna-besten die 1 voorwaarde misten en Nieuwe Burgers: hiloten die vrij waren gelaten om te dienen als hopliet. -Perioiken of omwonenden, die aan de periferie woonden, onmondig op politiek vlak. Zij deden aan landbouw, handel en nijverheid. -De hiloten-slaven (staatsslaven); harde levensconditie. Verbonden aan een kleros, hadden geen rechten en waren overgeleverd aan de willekeur van de staat. In de oorlog dienden ze als lichtbewapenden, konden nieuwe burgers w en werden gevreesd door hun aantal. -Private slaven: hiervoor interesseerde de staat zich niet. VROUWEN: werden ook fysiek getraind, om gezonde zonen te kunnen voortbrengen. De wetten van Lycurgus verplichtten de meisjes hun lichaam te trainen en goed te eten. Ze traden op minder jeugdige leeftijd in het huwelijk, als maatregel om de kwaliteit van het nageslacht te verzekeren. De vrouw had meerdere mannen: polyandrie.  Genetische groeperingen en de Dark Ages Na de Dorische inval werd de evolutie weer sterk achteruitgezet; opnieuw organisatie in stammen en de maatschappelijke structuren hangen volledig samen met familiebanden. Binnen de stammen zijn verschillende niveaus:

-Oikos of huisgezin = kleinste organisme (niet het individu!). De vader was het hoofd van het gezin. -Genos of familie in brede zin = alle mensen die eenzelfde stamvader erkennen en aan één gemeenschappelijke eredienst deelnemen. Ook een economische gemeenschap: zelfvoorzienend. -fratrie of broederschap = oudste sociale groepering; aanvankelijk een aantal genè, later een aantal adellijke genè. In de oude tijden ook een militaire betekenis, later een cultusgemeenschap. -Fyle of stam = overkoepelde de familiaal-godsdienstige verenigingen. Bij de Doriërs: 3 fylen in een maatschappij.  Ontstaan en samenwerking poleis ONTSTAAN: -Genetische groeperingen: familiestructuren: oikos, genos, fratrie, fyle. -Genetisch-terrritoriale groepering: decentralisatie + uiteenvallen familiestructuren. Vreemdelingen + emigratie; nieuwe groep van ambachtslui. -Territoriale groepering: de polis (of ethnos, zonder centrum). SAMENWERKING: zie vraag over samenwerking van poleis.  Sociale toestanden in Sparta Verschillende klassen: zie vraag over de klassen in Sparta. De mannelijke bevolking: -Bij de geboorte gekeurd (indien mismaakt of overtollig: te vondeling gelegd). -7 jaar: weggehaald bij de moeder voor een staatsopvoeding. Getraind op uithoudingsvermogen en gehoorzaamheid. Aanleren van laconisme. -18 jaar: begin van de militaire dienst, tot 30 jaar. Ook nachtelijke jacht op hiloten. -30 jaar: verlieten ze de kazerne, moesten zichzelf lichamelijk fit houden, alert blijven en deelnemen aan de gemeenschappelijke maaltijden. -60 jaar: gedemobiliseerd. De vrouwen: Werden ook fysiek getraind, de wetten van Lycurgus verplichtten hen hun lichaam te trainen en goed te eten. Ze traden op minder jeugdige leeftijd in het huwelijk als maatregel om de kwaliteit van het nageslacht te verzekeren.  Wie was Pisistratus? Kwam na Solon, tirannie van de Pisistratiden = bloei. 6de eeuw: beheerst door de tirannie van de Pisitratiden. Er was sociale rust, economische, politieke en culturele expansie. Pisitratus was populair geworden als opperbevelhebber in het leger. Hij was tweemaal verbannen, maar kon tweemaal terugkeren. Enkel de Alcmeoniden bleven tegen hem gekant en werden verbannen. Zij zouden het huis van de Pisistratiden doen vallen. Hij laat de consitutie van Solon onveranderd, enkel de ambten w aan betrouwbaardere mannen gegeven. Hij neemt op sociaal, economisch en cultureel vlak veel goede maatregelen, vooral in voordeel van de verarmde bevolking.

 Peloponnesische Bond Ontstaan na 550BC, onder Chilon. Chilon gaf de raad om geen nieuw grondgebied meer te annexeren, want hierdoor zou het aantal hiloten enkel nog meer groeien. Nu werden de overwonnen steden tot een statenbond-symmachie met Sparta gedwongen en werden dus militaire bondgenoten. Uiteindelijk werden alle belangrijke steden van de Peloponnesus (behalve Argus en Achaea) bondgenoten van Sparta. Samen vormden ze de Peloponnesische bond.  Archidamische oolog en de vrede van Nicias = de eerste fase van de Peloponnesische oorlog, 431-421BC. Perikles voorzag een langdurige oorlog en liet de hele bevolking van Attica zich terugtrekken achter de Lange Muren. Koning Archidamus van Sparta kwam bijna elk jaar dorpen en de oogst platbranden terwijl de Atheense vloot strooptochten hield in vijandelijke gebieden. In Athene brak de pest uit; Athene wou vrede sluiten, maar Sparta weigerde. Na de dood van Perikles in 429 komt het leiderschap in Athene in verval, er vormen zich 2 richtingen. De conservatieven olv Nicias en de radicale democraten olv Cleon. De band met de bondgenoten van de DAZeebond bleek niet erg betrouwbaar (Mytilene op Lesbos), maar ook Sparta moest zich geen illusies maken over de Pbond. In 421BC werd de Vrede van Nicias afgesloten, voor een periode van 50 jaar. Hierbij gaven beide partijen krijgsgevangenen en de veroverde plaatsen terug. Die vrede werd niet erkend door meerdere bondgenoten van Sparta (waaronder Corinthe).  3 Myceense centra en de hiërarchische structuur -Pylus: een tholusgraf (zoon van Nestor). Hier zijn heel wat beschreven kleitabletten gevonden. -Sparta: een heuvel die bekend staat als Menelaion, een heroon voor Menelaus (echtgenoot van Helena). Op 12 km van Sparta is ook nog een Myceens paleis ontdekt, waar verschillende artefacten gevonden zijn, waaronder kleitabletten met Lineair B. -Thebe: het paleis van kg Cadmus; die van zijn vader de opdracht kreeg om zijn zus Europa op te sporen. Toen hij haar niet vond, stichtte hij de stad Thebe. Hiërarchische structuur: -Koning: wanax: grootgrondbezitter, militaire leider, rechter, controleur productie en handel. -Lijfwachten; volgelingen: Eqeta: hoge sociale status (grond en slaven). -Vicekoning, generaal: lawagetas -Gemeenschapsleiders: basileu: lokale leiders van de nederzettingen. Er was wss een grote kloof tussen de aristocratie + koning en de rest van de bevolking.  Griekenland: politieke of geestelijke eenheid? Voor Philippus II, is er nooit politieke eenheid geweest in Griekenland. De meeste Grieken hebben daar ook nooit naar gestreefd. Sinds de 6de eeuw zijn de Grieken zich wel bewust die hen tot één volk maken (niet één staat); er is een gevoel van nationale samenhorigheid. De Grieken zijn verbonden door hun taal, gd, orakels en panhelleense spelen.

 Functie en werking heiligdom van Delphi Het orakel in Delphi = verbonden met de cultus van Apollo. De priesteres = de Pythia. Orakels werden slechts op sommige dagen gegeven. De priesteres ging op een drievoet zitten bij een rotsspleet, waar gassen uitkwamen die haar in vervoering brachten. Het antwoord dat ze vervolgens gaf, was onbegrijpelijk voor anderen, de priester kon het wel verstaan en vertaalde dit in versvorm. Het antwoord werd gegeven aan de raadpleger, die dan vertrok.  Directe aanleiding Perzische oorlogen e 5 eeuw BC De onmiddellijke aanleiding: een persoonlijke actie van de tiran van Milete (Aristagoras). Hij vreest afgezet te worden omdat hij problemen heeft met Darius. Hij roept de Ionische steden op om in opstand te komen en zoekt steun in zijn moederland. Sparta weigert elke hulp. Er is beperkte bijstand van Athene en Eretria. De rebellen steken Sardes in brand, maar de Persen slaan hard terug: zeeslag bij Lade. Milete w verwoest en een deel van de bevolking w gedeporteerd naar het binnenland.  Opkomst Perzische Rijk Einde 7e BC: de machtsverhoudingen in het ONO zijn grondig gewijzigd. Na de val van de Assieriërs haden zich 4 rijken gevormd: De Lydiërs, Babyloniërs, Egyptenaren en Meden. Cyrus verovert het Medenrijk en anenxeert Lydië op kg Croesus. Hij neemt ook Babylon in. Zijn zoon Cambyses neemt Egypte in. Darius I consolideert het rijk; opstanden w onderdrukt en de rijksgrenzen w afgerond.  Griekse cultuur na het Hellenistische Tijdvak Griekenland w een Romeinse provincie. Kleine vragen:  Aristogiton en Harmodius Doodden Hipparchus en stonden hiervoor bekend als ‘de tirannendoders’, ze waren nationale helden en stonden symbool voor de democratie. Na hun aanslag werd Hippias daadwerkelijk ‘tiranniek’ en konden de Alcmeoniden samen met Sparta, hem verdrijven.  Falanx Een slagorde van dichte gelederen. De Griekse infanterie streed in deze slagorde. De soldaten beschermden zichzelf en de soldaat links van hen met hun schild. In de rechterhand hielden ze hun speer. Wanneer een infanterist dood of gekwetst uitviel, werden de gelederen terug gesloten. Deze tactiek werd voor het eerst toegepast door de Spartanen en verspreidde zich over de stadstaten. Falangisme: moderne term, ‘dicht aaneengesloten schare van geloofsgenoten’: verwijst naar een fascistische, extreem-rechts politieke partij in Spanje en Libanon.  Thalassokratie Kreta had een thalassokratie gevestigd; dat betekent dat de verdediging van het eiland op zee gebeurde; ze hadden geen dikke verdedigingsmuren nodig of moesten de kusten niet beschermen.

 Labyrint De Minoïsche paleizen waren gebouwd volgens labyrint-plan. Het paleis van Cnonnus w vaak aangeduid als een labyrint. De term is wss afgeleid van ‘labrus’; de dubbele bijl die in dit paleis vereerd w. Aanvankelijk betekende labyrint ‘huis van de dubbele bijl’.  Zeevolkeren Eind 2e millennium BC; ingrijpende wijzigingen oostelijke MZ gebied. Oorzaken: grote volksverhuizingen. (We weten niet vanwaar ze kwamen of tot welk volk te behoorden). Egyptische bronnen spreken van Zeevolkeren. Ramses III wist ze te verslaan, maar kon de Poelasti niet verhinderen zich te vestigen in het huidige Palestina.  Triëre Triëre of trireem: een schip met driedubbele rijen roeibanken in plaats van 2 bij de eerdere biremis. Wellicht uitgevonden door de Corinthiërs. Er werd een buitenroei-inrichting toegevoegd, die zijwaarts uitstak. Dit type schip werd belangrijk voor de militaire bescherming van de buitenlandse handel. Het wapen was een ram.  Minos De koning bij de Minoïsche beschaving. Priester + rechter. Hier is de naam van Minoïsche beschaving van afgeleid.  Wie ontdekte Mycene en Troje? Heinrich Schliemann. Eigenlijk een zakenman, met grote passie voor de Griekse oudheid. Zijn moeder stierf na de geboorte van haar 9de kind en zijn vader nam zijn minnares in huis. Schliemann ging bij zijn oom wonen, waar hij zijn passie voor de Oudheid vergaarde. Zijn eerste echtgenote wou niet met hem meereizen, maar zijn tweede vrouw wel. Met haar kreeg hij een zoon, die hij Agamemnon noemde. Bij zijn opgravingen heeft hij heel veel vernield, om bij de diepste lagen te kunnen geraken. Frank Calvert h...


Similar Free PDFs