Gedragswetenschappen 04 samenvatting 2018 PDF

Title Gedragswetenschappen 04 samenvatting 2018
Course Gedragswetenschappem
Institution ASO
Pages 4
File Size 200.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 48
Total Views 141

Summary

Samenvatting van hoofdstuk 4, jaar 5...


Description

Gedragswetenschappen: 4) emoties Definitie van ‘emotie’ Basisemoties: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Woede Angst Verdriet Afkeer Blijdschap Verrassing

Robert Plutchik onderscheidde 8 basisemoties die in een roos kunnen weergegeven worden.

Componenten van emoties ‘emotie’= Latijn ‘movere’  ‘bewegen’   

Emotie: korte duur, intens. Duidelijke oorzaak/emotie op iemand gericht Stemming: langere duur, minder intens. Minder duidelijke oorzaak. ‘humeur’ Temperament: blijvende geneigdheid om vaak bepaalde emoties of stemmingen te ervaren.

Componenten van emoties  



Subjectieve component: gedachten en gevoelens Bv.: je ziet een blaffende hond  je vindt situatie gevaarlijk  onprettig gevoel Fysiologische component: het lichaam ; hartslag, ademhaling, bloeddruk, ‘krop in de keel’, ‘vlinders in de buik’ Oxytocine; hormoon aangemaakt bij aanraking ‘knuffelhormoon’ Gedragcomponent: de expressie reflexmatig: niet onder conrole, onbewust; blozen, huilen, beven aangeleerd: juichen van blijdschap, middelvinger opsteken

Functies van emoties Adaptieve functie Emoties als richtingwijzer 

Positieve gevoelens: je behoud je gedrag, past dat gedrag toe om de gevoelens te behouden/krijgen



Negatieve gevoelens: je vermijdt dit gedrag, stops met dit gedrag om negatieve emoties te vermijden, te stoppen

Angst: de amygdala en de vechtvluchtreactie: 1. Primitieve brein/reptielenbrein 2. Limbisch systeem: cruciale rol bij het ervaren van emoties. Amygdala is onderdeel van het limbisch systeem: cruciaal voor de verwerking van angst 3. Neocortex: bevat de prefontale cortex; rationeel denken

Tweeroutesmodel  Joseph LeDoux

1 Amygdala: snel, maar slordig

1 en 2 gebeuren op het zelfde 2 moment. Terwijl de vechtvluchtreactie wordt uitgevoerd door de amygdala, wordt de stimulus geanaliseerd in de neocortex, dit yduurt iets langer. Om te bepalen hoe te reageren (neocortex) gebruikt men de hippocampus (herrinneringen). Na de reacties wordt dan weer de hypothalamus geactiveerd om adrenaline in te zetten (indien nodig)  Sympathisch zenuwstelsel: lichaam in actie;  Grotere pupillen  beter zien  Spijsvertering en geslachtsdrift worden afgeremd  extra energie sparen  Hartslag, ademhaling stijgen  extra zuurstof  betere lichamelijke prestaties  Pijndrempel stijgt  je kan verder vechten/vluchten zonder pijn te merken  Parasympathisch zenuwstelsel

Sociale functie Sociale functie is dubbel: 1. Je emoties beïnvloeden anderen Bv.: als jij boos bent maak je de mensen in je omgeving ook boos 2. Emoties van anderen helpen je hen in te schatten en je gedrag aan te passen Bv.: je vraagt je ouders om iets als ze in een goede bui zijn

Onbewust emoties herkennen: emotionele besmetting Facialfeedbackhypothese: wanneer je een emotie uitdrukt ga je je ook meer voelen naar die uitdrukking. Bv.: wie een lachend gezicht trekt zal ook blijer worden

Spiegelneuronen: dezelfde hersencellen worden actief bij het bekijken van iemand die een actie doet dan als je diezelfde actie doet.

Bewust omgaan met emoties: emotionele intelligentie EQ: het vermogen om op een functionele manier om te gaan met je eigen emoties en met die van een ander.

Fobieën      

Claustrofobie: Angst voor kleine ruimtes, om opgesloten te worden Agorafobie: Pleinvrees, angst om vertrouwde omgeving te verlaten Xenofobie: Angst voor vreemden of voor vreemde dingen Aviofobie: Angst om te vliegen Hematofobie: Angst voor bloed Sociale fobie: Angst voor alledaagse interacties met mensen

Invloed van de groep Aangeboren of cultureel bepaald? Universele gelaatsuitdrukkingen EKMAN 1. 5 verschillende landen: liet foto’s van gezichten zien die een emotie uitdrukten en vroeg de testpersonen welke emotie er afgebeeld werd. Ze herkende de emoties  aangeboren  Kritiek: de onderzochte culturen werden te veel beïnvloed door het Westerse culturen 2. Geïsoleerde stam: las verhaaltjes over waarin emotionele situaties werden uitgebeeld. Stamleden herkende de emoties  aangeboren 3. Vroeg de stamleden de gezichten uit te drukken, liet die dan aan zijn studenten zien.  Emoties zijn EN aangeboren EN universeel Cultureel bepaalde verschillen Basisemoties = universeel gelijk, toch zijn er verschillen. In iedere cultuur bestaan er uitingsregels: sociale regels of normen, die voorschrijven hoe er binne de groep moet omgegaan worden met het uiten van verdriet, blijdschap, woede... Sociale verschillen Uiting van een emotie kunnen binnen een cultuur ook verschillen, afhankelijk van de sociale groep waartoe je behoort

Vakjargon o o o o

Amygdala: onderdeel van limbisch systeem, cruciaal voor de verwerking van emoties zoals angst of woede Autonoom zenuwstelsel: regelt o.a. de werking van het hart, de klieren, de organen... Empathie: inlevingsvermogen Fobie: overdreven grote angst voor bepaalde situaties, objecten, activiteiten of personen, die iemand in zijn doen of laten ernstig kan beperken

o

Hypothalamus: controleert o.a. het autonome zenuwstelsel en speelt belangrijke rol bij de organisatie van gedragingen die zorgen voor de overleving van het individu, zoals etn, vechten en vluchten...


Similar Free PDFs