HOOFDSTUK 4: IT-infrastructuur en opkomende technologieën PDF

Title HOOFDSTUK 4: IT-infrastructuur en opkomende technologieën
Course Bedrijfsinformatiesystemen
Institution Universiteit Hasselt
Pages 5
File Size 146.2 KB
File Type PDF
Total Downloads 88
Total Views 143

Summary

Samenvatting cursus bedrijfsinformatiesystemen: HOOFDSTUK 4: IT-infrastructuur en opkomende technologieën...


Description

HOOFDSTUK 4: IT-infrastructuur en opkomende technologieën Geschiedenis van de computer 17de E eerste mechanische telmachine= Pascaline (Blaise Pascale) wieltjes om telramen te verplaatsen 18de E Joseph Jacquard-> mechanische weefgetouw-> papieren strook met ponsingen-> impulsen ->instructies 19de E Charles Babbage-> eerste analytische, programmeerbare rekenmachine George Boole-> booleaanse algebra in computerlogica (true, false, and, or, not) -> basis binair systeem input via ponskaarten, output via print op papierstroken Herman Hollerith-> data sorteren en tellen -> werd het latere IBM Harvard Mark 1: elektro-magnetische rekenmachine werken met vacuum buizen/ radiolampen -> iedere buis= 1 bit -> 2 mogelijke waarden ---- omvang, warmte, slechts 1 programma John von Neumann-> beschrijft onderdelen digitale computer =input-apparaat-> verwerkingseenheid (instructies en bewerkingen), geheugen (data en berekeningen), output-apparaat 50-60 2de generatie digitale computers-> UNIVAC-> radiolampen worden transistors (kleiner, goedkoper, minder warmte, sneller, 2 standen: aan/uit binaire machinetaal vervangen door assembler taal instructies in woorden 60-70 3de generatie digitale computers-> onderdelen kleiner, verwerking sneller dankzij integrated circuits= microchips opslagcapaciteit vergroot 70-nu 4de generatie digitale computers-> microprocessor -1975: Microsoft (Bill Gates, Paul Allen) -1976: Apple (Steve Jobs, Steve Wozniak) -1881: eerste pc IBM Toekomst AI volop in ontwikkeling (wel al stemherkenning) DOEL: apparatuur ontwikkelen die reageert op gesproken taal, leren, zichzelf ontwikkelen en organiseren 4.1 IT-infrastructuur 4.1.1 Definitie van IT-infrastructuur =fysieke apparaten en software waarmee de gehele onderneming werkt +IT-diensten (IT-personeel) Oa. Installaties, onderhoud, opleiding, training

Zie fig 4.2

4.1.2 Evolutie van IT-infrastructuur 5 stadia: Tijdperk van de mainframes en minicomputers (1959-heden) *mainframes  1959: IBM grote bewerkingstaken, universeel inzetbaar begin van commercieel gebruik computer gecentraliseerde computerverwerking bediend door speciaal daartoe opgeleide operators en programmeurs *minicomputers 1965: DEC (goedkoper)  decentralisatie en aanpassing aan individuele afdelingen Tijdperk van pc’s en pc-netwerken (1981-heden) *Personal computer 1981: IBM  DOS-besturingssysteem= op tekst gebaseerde opdrachttaal (later windows) sterke groei productiviteitsverhogende softwareprogramma’s -> tekstverwerkers, spreadsheet, presentaties, databeheer verkoop pc gedaald door laptops, tablets, smartphones *PC-netwerken  =PC’s in het netwerk kunnen de rol krijgen van printer-, data – en programmaservers voor de andere PC’s in het netwerk. Tijdperk van de Client/server-netwerken (1983-heden) = pc’s/laptops (=clients) opgenomen in netwerk van krachtige servers (pc’s) =input/output= clients, verwerking= servers client heeft via server toegang tot bv. Databanken, printers, internet Tijdperk van Enterprise internet ondernemingen zoeken naar standaarden voor datacommunicatie, en integratie van software voor bedrijfstoepassingen internet 1995: ‘betrouwbare’ communicatieomgeving ->netwerken verbonden om informatie uit te wisselen Cloud computing en mobiel werken =Een netwerk van computers die intensief samenwerken zodat het geheel overkomt als één supercomputer. Data permanent opslaan op externe servers in enorme datacentra. 4.1.3 Evolutie van IT-infrastructuur als gevolg van technologische ontwikkelingen De wet van Moore & kracht van de microprocessor #componenten op microprocessorchip verdubbelt elk jaar => later: om de twee jaar (interpretaties: rekenkracht, gegevensverwerking, prijs daalt) NADELEN:

-meer warmte moet worden afgevoerd -zoeken naar lager energieverbruik

Nieuwe technologieën nodig sneller werken, kleinere toestellen, minder energieverbruik

Bv. Nanotechnologie: nanobuisjes= buisjes 10 000 keer kleiner dan mensenhaar goede geleiders, afmeting microprocessor verkleinen

Bv. Grafeen= sterk, flinterdun materiaal van grafiet, supergeleidend, flexibel kan elektrische ladingen veel sneller vervoeren De wet van grootschalige opslag van digitale informatie 2013: wereldwijde opgeslagen date= 4 zettabyte --> 2020: vertienvoudigd Symbolen opslag 1 bit (binary digit)= kleinste eenheid, 2 waarden: 1/0, aan/uit Opslag digitale informatie: bytes (8 bits, 1 character)

magnetische tapes voor permanente opslag, later voor backups 1956: IBM eerste harde schijf, 50 gestapelde magnetische schijven (5MB) opslagcapaciteit groeide, omvang kleiner, prijs lager HDD= Hard Disk Drive ->platte magnetische schijven ->schijf draait rond, laser leest informatie +++ hoge opslagcapaciteit, lagere prijs --- groot, trilling, warmte, lawaai SDD= Solid State Drive -> zoals USB-stick, microchips op printplaatje, elektrische impulsen lezen data weg +++ kleiner, sneller, stiller, energie-zuiniger, schokbestendiger --- lagere opslagcapaciteit, hogere prijs datacenters= SSHD= combinatie Externe geheugendragers -> tapes en data cartridges ->floppy disks ->diskettes ->CD en DVD ->externe harde schijven ->USB-stick ->SD-kaart=geheugenkaart met flashgeheugen QR-code (quick response) RFID sensor netwerken =Radio Frequency Identification zenden en ontvangen van radiosignalen etikketering, identificatie en tracking van mobiele objecten

4.2 Componenten van een IT-infrastructuur 4.2.1 Hardwareplatforms 4.2.2 Besturingssystemen 4.2.3 Software voor ondernemingsbrede informatiesystemen of toepassingen 4.2.4 Beheer en opslag van gegevens 4.2.5 Platforms voor netwerken en telecommunicatie 4.2.6 Internetplatforms 4.2.7 Diensten voor consultancy en systeemintegratie

4.3 Trends in hardwareplatforms 4.3.1 Het opkomende mobiele digitale platform Laptop, notebook, netbook, tablet, smartphone, smartwatch 4.3.2 Consumentisering van IT en BYOD BYOD= bring your own device IT geïntroduceerd in consumentenmarkt en uitbreidt naar bedrijven en organisaties Bv. Eigen apparaten op werk gebruiken, gmail, dropbox, facebook, GPS,… 4.3.3 Kwantumcomputing enorme rekenkracht en nauwkeurigheid quantum bits die tegelijkertijd 0 als 1 kunnen zijn onderzoekscentra, laboratoria, ruimtevaart,… 4.3.4 Virtualisatie en grid computing DOEL: virtuele supercomputer creëren door rekenkracht van geografisch gescheiden computers te combineren grid: kunnen computers van verschillende architecturen en locaties samenwerken. +++ + de clientcomputers blijven hun oorspronkelijke taken uitvoeren terwijl de gridtoepassingen op de achtergrond draaien + optimaal gebruik resterende onbenutte processortijd 4.3.5 Cloud computing =computerdiensten aankopen bij externe aanbieders, betalen voor rekenkracht en dataopslag die ze gebruiken Zie fig. 4.10 toegankelijk altijd, overal en op elk apparaat geen investeringen in eigen HW en SW-> goedkoper ->on-demand computing/utility computing --- -afhankelijk van aanbieder -beveiligingsrisico’s 3 typen diensten: IaaS= Infrastructure as a Service ->capaciteit, ruimte, netwerk PaaS= Platform as a Service ->programmeertools SaaS= Software as a Service ->software

Total Cost of Ownership= TCO= 3 keer aanschafprijs hoewel kosten computergebruik dalen, stijgen infrastructuurkosten in totale bedrijfsbudget -toename communicatiebehoeften -duurdere toepassingen met meer mogelijkheden -opleiding, ondersteuning, onderhoud -hoger energieverbruik -meer aandacht voor beveiliging 4.3.6 Green computing 4.3.7 High-performance en energiezuinige processoren 4.4 Trends in besturingssystemen 4.4.1 Linux en opensourcesoftware 4.4.2 Software voor het web: Java, HTML en HTML5 4.4.3 Webservices en een servicegerichte architectuur 4.4.4 Uitbesteden van sofwareontwikkeling, -onderhoud en -exploitatie en cloud computing services 4.4.5 Cloudgebaseerde softwarediensten 4.4.6 Mashup en apps 4.5 Managementvragen 4.5.1 Omgaan met platform- en infrastructuurveranderingen 4.5.2 Verstandig investeren in de infrastructuur...


Similar Free PDFs