Kernbegrippen hfds 10 PDF

Title Kernbegrippen hfds 10
Author Sofie De Pril
Course Psychologie
Institution Universiteit Gent
Pages 12
File Size 384.2 KB
File Type PDF
Total Downloads 109
Total Views 134

Summary

GVO schakeljaar kernbegrippen hoofdstuk 10 psychologie...


Description

Kernbegrippen hoofdstuk 10: emotie en motivatie DEEL I: WAT IS EMOTIE ? Functies van emotie 1. Overleving: Emotie als tussenstap tussen stimulus en gedrag - Stimuli die positief gevoel geven!opzoeken, benaderen, ... ! - Stimuli die negatief gevoel geven ! vermijden, weglopen, ... " 2. Adequate communicatie in sociale context: Emoties tonen + herkennen 3. Cognitie ondersteunen: OPM: cognitie = vermogen tot informatieverwerving en verwerking - Verhoogde aandacht (zie les 5) ! - Betere herinneringen?

> daarom hebben mensen zonder gevoelens het moeilijker met beslissingen nemen Drie aspecten van emotie ! Definitie: Een emotie is een reactie op een stimulus die bestaat uit een fysiologische opwinding en gepaard gaat met een evaluatie van de stimulus, een gezichtsuitdrukking en een subjectieve ervaring ! 3 aspecten: ! 1. Evaluatie (beoordeling) van de stimulus of situatie: bv. valentie: ! *Positieve valentie —> benaderen ! Negatieve valentie —> vermijden ! —> alle levende wezens ! * Aangeboren of aangeleerd (zie Hst 6) Noot: beiden... ! 2. Lichamelijke respons: - - Fysiologische opwinding (arousal):" Sympatisch Zenuwstelsel: ‘nood aan energie’ -> adrenaline: glucose vrijgesteld, hartslag versneld, snellere ademhaling !bloed naar hersenen en spieren: voor ‘fight’ or ‘flight’ respons ! - Gezichtsuitdrukking 3. Bewuste, subjectieve ervaring: - Betekent iets voor ons - We kunnen de emotie benoemen = ‘gevoelens’ (mentale attitude) EVALUATIE (BEOORDELING) VAN DE STIMULUS OF SITUATIE

>> Wanneer gebeurt de (cognitieve) evaluatie? James-Lange theorie Hij was er van overtuigd dat emoties los stonden van het rationele denken. Stimuli uit de omgeving automatischer lichamelijke reactie uitlokken die naderhand door onze hersenen als een emotie wordt geïnterpreteerd. ! Stimuli lokken automatisch lichamelijke reactie uit!daarna: bewuste interpretatie Niet-cognitief: automatische reflex —> “Ik ben bang”/ probleem!! MAAR: ! 1. Veranderingen in Sympatisch Zenuwstelsel: traag ! (1-2 secn) ! 2. Adrenaline op zich lokt geen emotie uit enkel tintelingen, hartkloppingen Cannon-Bardtheorie Min of meer andere theorie op de theorie van James Lange !

1

Een emotieopwekkende situatie stimuleert gelijktijdig het sympathische zenuwstel, dat zorgt voor lichamelijke opwinding, en de hersenen, die zorgen voor de beoordeling van de stimulus en de emotionele beleving. Cognitieve beoordelingstheorie/appraisal theorie van Lazarus Andere stelden dat emoties niet tot stand konden komen zonder een cognitieve beoordeling van de stimulus. Hoe kan een stimulus immers een toenaderings- of vermijdingsreactie uitlokken, zonder eerst als positief of negatief gepercipieerd te worden? ! >> Eerst interpretatie en dan pas lichamelijke reactie !Welke theorie is juist ? Alle drie ? A. James-Lange: mensen lezen gedeeltelijk hun emoties af door te reageren op hun lichamelijke reacties B. Cannon-Bard: Twee routes: 1 meer bewust, 1 meer onbewust C. Lazarus: naast fysieke opwinding is cognitieve interpretatie nodig voor beoordelen stimulus en duiden van de emotie ! Onbewuste evaluatie? James-Lange, Cannon-Bard: automatische lichamelijke reactie vs. bewuste cognitieve interpretatie bv. Murphy & Zajonc, 1993 Beoordeel Chinese teken: ! Idee: S-R links (associaties) in ons geheugen:" Stimulus: lachend gezicht ! Respons: Symp ZS: goed gevoel ! Niet ‘cognitief’: niets met info gedaan. >> Meer voorkeur voor tekens voorafgegaan door lachend gezicht: als onbewust verwerkt was! Conclusie: Emoti begint niet bij cognitie !! Directe route voor evalueren van relevante stimuli:" stimulus ! link met ‘subcorticale’ hersenstructuur ‘amygdala’ (amygdala reageert hevig bij kwaad kijkende gezichten of kwaad klinkende stemmen) Enkel voor evolutionair belangrijke of geconditioneerde stimuli ! MAAR: Niet enkel evolutionair relevante stimuli activeren automatisch de amygdala, maar ook emotionele woorden ! ! onbewuste cognitieve verwerking alvorens activatie amygdala" Ja: Veel cognitieve processen gebeuren onbewust (zie vorige lessen!) OPM: cognitieve appraisal theorie: onbewuste appraisal mogelijk Beoordeling valentie stimulus kan onbewust" !2 routes voor (cog.) evaluatie?: bewust en traag vs. onbewust en snel: Evidentie: Prosopagnosie en Capgraswaan - Patiënten met prosopagnosie (kunnen geen gezichten herkennen) ! - Patiënten met Capgraswaan (wel herkenning, geen ‘vertrouwd gevoel’)

2

Bij capgraswaan: toegeschreven aan de realiteitsvervormende wanen en de hallucinaties die met zware mentale stoornissen gepaard gaan > echter heeft geen vertrouwd gevoel meer dus persoon was emotieloze dubbelganger ! DE LICHAMELIJKE COMPONENT VAN EMOTIES

Sympathisch zenuwstelsel Emotie gepaard met fysiologische opwinding (arousal): door activatie SZ ! !Verhoogde hartslag, bloeddruk, inhibitie speekselklieren, zweetsecretie! Dus: emotie kan gemeten via hartslag, bloeddruk, huidgeleiding te meten >> principe van een leugendetector. > niet bruikbaar voor praktische doeleinden Maar: ! - psychopaten geen fysiologische emotionele reactie! Mindful people? ! - sommige mensen vertonen sowieso fysiologische emotionele reactie Zijn fysiologische reacties emotie-specifiek? Is fysiologische opwinding emotiespecifiek ? !Verschillende soorten opwinding klopt wel Maar: niet specifiek genoeg om juiste emotie te kunnen afleiden uit patroon van lichamelijke veranderingen (er zit wel enige informatie in, maar niet genoeg om er altijd de juiste informatie uit af te leiden) Evolutionaire theorieën over emotie Darwin (1872): Gezichtsuitdrukkingen zijn universeel want ze zijn ontstaan door evolutieprincipes ! Bv. soortgenoten waarschuwen,..." Evidentie: 1. Overeenkomst emotionele uitdrukkingen mens – dier ! 2. Alle mensen gebruiken dezelfde emotionele uitdrukkingen ! ! kritiek:! - behavioristen: gedrag verworven op basis van leren! - antropologen: culturele relativiteit gezichtsuitdrukkingen ! !structureel onderzoekOD Universele primaire emoties (Ekman) - Ekman (1973):" 5 culturen: iedereen herkende zes primaire emoties! 6 primaire emoties: droefheid, woede, blijheid, angst, verassing en de combinatie walging/ minachting ! Maar: culturen stonden in nauw contact met Westerse wereld !nieuw onderzoek: stam in Nieuw- Guinea: Zelfde conclusie ! ! Meeste evidentie universele gezichtsuitdrukking: blijheid: glimlach ! Zelfs: blind geboren kinderen ! OPM: 2 soorten glimlach: ! - een authentieke glimlach die optreedt bij echte vreugde! - Een gespeelde glimlach die optreedt in een veelheid van andere situaties zoals mensen op hun gemak stellen, of wanneer je iemand herkent

Culturele verschillen in het uiten van emoties Culturele verschillen in uiten van emoties: Matsumoto & Juang (2004): Stresserende film alleen bekijken (T1) ! Stresserende film met proefleider bekijken (T2) Geen verschillen emotie vertoning Amerikanen/Japanners op T1, wel op T2: Japanners onderdrukten negatieve emoties >> Het gaat hier over culturele uitingsregels

3

Hypothese van gezichtsfeedback De gezichtsfeedback hypothese:" Gezichtsuitdrukking helpt ook persoon zelf om emotie te interpreteren: Emotionele ervaring beïnvloed door spieractiviteit in het gezicht (versterken / verzwakken) - Schnall & Laird (2003):" Doe 5 min alsof je droevig bent !schrijf autobiografische herinnering over boom ! Doe 5 min alsof je blij bent ! Alternatieve verklaring? ! De personen schreven een vreugdevolle herinnering als ze hadden gedaan alsof ze blij waren en vice versa! Strack et al. (1988): ! Lachspieren onderdrukt door stift met lippen vast te houden! Lachspieren actief door stift met tanden vast te houden !beoordeel cartoons ! De mensen die lachten met de lachspieren vonden de cartoons leuker dan de andere groep mensen! - Blijer na beoordelen foto’s van glimlachende personen dan na beoordelen foto’s droevige personen. ! Imitatie (spiegelneuronen)" - Minder sterke emoties bij personen met verlamming mondspieren en botox gebruiker (Culturele) verschillen in het herkennen van emoties Beter emotionele gezichtsuitdrukkingen herkennen bij personen uit dezelfde etnische groep doordat ze meer vertrouwd zijn met die gezichten. ! Er zijn significante culturele verschillen in de specifieke uitvoering.! >Japanners letten meer op stem dan op gezichtsuitdrukking. ! Ook personen met autisme, schizofrenie, depressie etc hebben hier moeilijkheden mee. ! Sociale klasse heeft hier ook mee te maken ! Twee-factoren theorie (Schachter en Singer) Hoe komen we tot bewuste ervaring (gevoelens)?" Emotioneel geladen stimuli lokken fysiologische reacties uit: " Deze worden geinterpreteerd obv ! (1) fysiologische respons ! (2) info uit omgeving ! Dit kan tot verwarring leiden omdat fysiologische respons niet specifiek genoeg: interpretatieverwarring Evidentie:" White & Knight (1984): video (om iedereen dezelfde stimuli te geven) 15 seconden lopen (lage arousal) —> knap meisje" 2 minuten lopen (hoge arousal) —> knap meisje —> aantrekkelijker ! Blijkt dat mensen de oorsprong van hun opwinding soms aan een verkeerde bron toeschrijven. Dit is meer in overeenstemming met de visie die stelt dat de fysiologische opwinding niet zeer emotiespecifiek is en door cognitie aangevuld moet worden om tot een bewuste ervaring te komen. !

4

DIMENSIES VAN EMOTIES

Twee-dimensionale emotie-theorie (valentie en arousal) Volgens de eerste visie is het belangrijkste verschil tussen emoties de vraag of ze een individu tot een stimulus aantrekken dan wel afstoten. ! Emoties kunnen worden geordend op valentie (een continuüm met twee polen (negatief en positief)) ! Een tweede dimensie is de mate van lichamelijke opwinding (arousal) die een stimulus uitlokt. ! Emoties als combinatie van primaire emoties Niet iedereen ziet valentie en arousal als basisdimensies van emotie. In het twee-dimensionale model wordt immers bijna geen onderscheid gemaakt tussen angst, woede en walging (lage valentie maar hoge arousal) ! > werken met 5 primaire emoties ! Voordeel: gedetailleerder beeld van het twee-dimensionale model op basis van valentie en arousal. ! Beperking: scores voor droefheid, woede en angst hoog positief met elkaar correleren. Daardoor is de extra info ten opzichte van valentie eerder gering. ! DEEL II: EMOTIE EN COGNITIE INVLOED VAN EMOTIE OP COGNITIE

Emotie en aandacht Ohman et al. (2001): Zoektaak: proefpersonen moeten tussen afleiders een doelstimulus zoeken!! Algemeen: ppn sneller in zoeken naar spin ! ! Zeker ppn met spinfobie ! Emotionele aandachtsbias !

Attentional blink: aandacht even weg na 1e gevonden woord. T2 opwindend (hoer) ! T2 neutraal (plant) ! Attentional blink effect kleiner als T2 emotioneel woord is ! !emotionele stimulus meer automatisch verwerkt ! > angstige personen reageerden sneller op de stip wanneer die op een plaats van het angstgeralateerde woord verscheen dan wanneer die op een plaats van het neutrale woord verscheen. Invloed van emotie op perceptie Phelps et al. (2006) 75 ms: Wijzen de lijnen naar links of naar rechts? !

5

Proefpersonen moesten aangeven of de lijnen in een zeer kort aangeboden figuur naar links of rechts georiënteerd waren. Sneller na (subliminaal aangeboden) angstig gezicht ! ! angst verbetert perceptie Niedenthal et al. (2000): perceptie vertekend (bias) blij / droevig ?" In blije stemming wordt uitdrukking sneller als blijheid gepercipieerd

!

Personen tonen de neiging om dubbelzinnige stimuli te interpreteren op een manier die in overeenstemming is met hun gevoelens.! Emotie en geheugen: coderen, consolidatie, geheugen spoor oproepen - Betere encodering of opslag van emotionele stimuli: Kuhbander en Pekrun (2013): boot - figuur - appel - computer - dood - kopje - auto - roos - koe ! 1. Isolatie effect gekleurd woord: woord in kleur werd vooral onthouden! 2. Isolatie effect emotioneel woord: emotionele woorden zowel positief als negatief werden beter onthouden !emotionaliteit fungeert als oproepaanwijzing 3. Interactie kleur en valentie: negatief woord beter onthouden als rood, positief woord beter onthouden als groen (denk aan rood-gevaar en groen-veiligheid) - Betere consolidatie emotionele stimuli: Phelps (2006):" Amygdala beïnvloedt functie hippocampus ! valentie + arousal mee" ! emotionele herinnering makkelijker op te halen! Maar: niet accurater! ! Gedetailleerdheid en accuraatheid geen doorslaggevende factoren: emotionele waarde is belangrijker! Gomes et al. (2013): negatieve stimuli met een hoge arousal werden vooral gereconstrueerd. ! Voor positieve stimuli was het patroon anders om: positieve woorden met een hoge arousal waren gedetailleerder in het geheugen opgeslagen dan positieve woorden met een lage arousal. - Betere oproeping geheugenspoor emotionele stimuli: zie Kuhbander en Penkrun (2013)" Ook bias: Buchanan (2007): ‘Mood dependent memory’ !rol in depressie ? Doordat men zich slecht voelt , komen negatieve herinneringen naar boven en dit bestendigt het negatieve gevoel.! In hun overeenstremming met hun gevoelens adv van priming INVLOED VAN COGNITIE OP EMOTIES

Controle over emoties Gross (2002):" 2 manieren: om emoties soms automatisch uitgelokt ! hoe emotie controleren ? - Onderdrukking:" Veranderen gedragsreacties op de emotionele stimulus - Herbeoordeling:" Veranderen betekenis van emotionele stimulus (reduceren emoties door betekenis te veranderen)! Speisman et al. (1964): bloederige filmfragmenten: bekijk alsof echt / gespeeld door acteurs ! Veel meer fysiologische opwinding in conditie 1 (rationalisatie kan de emotionele respons op een stimulus dus onderdrukken) "

6

!Emotie regulatie vragenlijst: (Emotion Regulation Questionaire) " * Veel onderdrukking: minder positieve gevoelens!" * Veel herbeoordeling: meer positieve gevoelens en minder negatieve! ! herbeoordeling is gezonder ! OPM: oudere mensen beter! + bijgevoegd: aandacht selectief richten op minder emotioneel geladen aspecten van de situatie ! 2. Secundaire emoties: - Komen alleen voor bij mensen ! Zijn cultureel bepaald ! (primaire emoties komen ook bij dieren voor) - Complexe cognitie nodig:" bv. schuld, spijt: acties voorstellen die niet plaatsvonden - Arbitrair onderscheid ? bv. trots (kan je aflezen van mensen bv op olympische spelen omdat trots pas mogelijk is na zelfevaluatie) ! - Continuüm: pijn, schrik,… (dichts bij primaire emoties) ! irritatie, ontgoocheling,... ! berouw, hoop,... (dichts bij secundaire emoties) ! - Veel onderzoek naar schuldgevoelens (sociaal fenomeen dat de cohesie van een groep bevordert > samenleving van mens die met elkaar begaan zijn) ! - Ook onderzoek naar spijt, opluchting en ontgoocheling (allemaal door gevolgen van de context) 3. Emoties voorspellen: - Emoties nuttig: leren welke stimuli vermijden die vroeger negatief waren !Mensen: ook nadenken over emoties in niet ervaren situaties ! - Simulaties in de hersenen (simulaties in de frontale cortex) : nieuwe situatie ‘voorvoelen’ - Gilbert & Wilson (2007): We overschatten onze emoties !" bv. focussen enkel op gebeurtenis zelf, vergeten aanpassing die optreedt ! - Herinneren vooral de meest extreme ervaringen ! - Geen focus op de contextfactoren ! - Te veel focus op essentiele deel van de gebeurtenis en niet op de details! - Denken alleen aan het moment vlak na de gebeurtenis en vergeten de aanpassing daarna! - raad vragen aan iemand die dezelfde situatie heeft meegemaakt

DEEL III: WAT IS MOTIVATIE? Definitie: De factoren die ertoe leiden dat een individu zich op een bepaald moment op een bepaalde manier gedraagt ! Beïnvloedt richting (doel), intensiteit (hoeveel inspanning), en volharding (hoe goed volhouden tot doel bereikt) van gedrag ! 2 manieren van beïnvloeding:! 1. Motivaties duwen gedrag in richting door interne behoeften 2. Motivaties trekken gedrag in richting door externe doelen MOTIVATIE EN BEHOEFTEN

1. Behoeften stuwen gedrag: Behoefte = innerlijk verlangen" Door streven naar homeostase (=lichamelijke evenwichtstoestand) ! % Drifttheorie (drive theory) van Hull: fysiologisch gebrek ! lichamelijke behoefte ! niet bevredigd: drift ! (drift = toestand die aanzet tot daden om drift te reduceren Reductie drift is aangenaam en bekrachtigend) Instincttheorie " instinct = onvrijwillig gedrag, uitgelokt door stimulus, met genetische basis ! ! vooral biologische motivaties verklaard ! ! - denk kinderen krijgen! - Schrik hebben van slangen, spinnen!

7

2. Lichamelijke opwinding stuwt gedrag: ! Opwindingstheorie van emotie - Arousal theory = streven naar optimaal opwindingsniveau! - Opwinding laagst in diepe slaap en hoogst in levensbedreigende situaties (tussen 2 uitersten een aangenaam niveau) ! - Door streven naar homeostase! exploratiegedrag (om nieuwe ervaringen te zoeken) ! - Individuele verschillen in sensatie opzoeken (thrillseekers en sensatiezoekers) ! Ook: introvert/ extravert ! Motivatiehiërarchie van Maslow 5 soorten behoeften: alleen gemotiveerd door behoefte als die op vorige niveau voldaan is ! Later: hiërarchie verwijderd" want: ! - belang behoefte neemt niet altijd af als eraan voldaan is (bv. eten) > soms zelfs tegenovergestelde (hoe groter de voldoening die een persoon vindt in de vervulling van een bepaalde behoefte, hoe belangrijker die behoefte wordt) - volgorde verschilt: soms veiligheid opgeven voor zelfrealisatie (eerder verschillende soorten)

MOTIVATIE EN DOELEN

Doelen 1. Problemen motivatietheorieën op basis van behoeften: - Negatieve visie: gedacht vanuit tekorten! Maar: we willen ook groeien als mens! " - Wat met zelfdestructief gedrag? bv. automutilatie of suïcide" - Focus op huidig gedrag! Motivatie afhankelijk van toekomstverwachting of sociale beïnvloeding? 2. Gedrag wordt bepaald door doelen die we ons stellen: Doel: cognitieve representatie van gewenste of ongewenste eindtoestand, die het gedrag stuurt !acties krijgen betekenis en zin door doelen die men nastreeft; de kwaliteit en de intensiteit van gedragingen veranderen wanneer de doelstellingen van een persoon veranderen. Motiverende kracht van doel afhankelijk van:" - Waarde van het doel: positiever, meer aangetrokken (denk waarde hoog studieresultaat) " - Verwachting: realistische doelen motiveren meer Intrinsieke en extrinsieke motivatie Intrinsiek: Doelen extern ! intern" = gericht op uitvoeren activiteit wegens plezier in doen + voltooien activiteit extrinsieke: activiteiten uitvoeren omdat leiden tot ander doel

8

Wat is best om meer arbeidsmotivatie verkrijgen? Geld/plezier geven? ! Belang toekomstperspectief: KT vs LT: individuele verschillen (studeren voor een examen/ werken) ! Belang sociale context: sociale goedkeuring of afkeuring die ze met zich meebrengen Goal-setting theorie Goal-setting theory van Locke: - Motivatie ontstaat doordat een doel aantrekkingskracht heeft (bv. beloning) - Hoe hoger het doel gesteld wordt, hoe beter de prestatie zal zijn (bv. boven huidig prestatieniveau) - De prestatie hangt ook af van het engagement om het doel te bereiken (bv. zelf mee doel bepaald) Huidige opvatting: - Behoeftegebaseerde en doelgebaseerde motivaties vullen elkaar aan! - Sommige motivaties meer op doelen gebaseerd bv. prestatiemotivatie en andere meer op behoeften bv. temperatuurregeling CONFLICTERENDE MOTIVATIES

Conflicterende motivaties 1. Verschillende doelen en behoeften kunnen elkaar tegenspreken: ! Hofmann et al. (2012): in voorgaande 30 min verlangen gehad? Via smartphone " 50 % van de keren: ja - in 50% van die gevallen: conflict ! ! - Tussen 2 evenwaardige alternatieven: Conflict tussen 2 aantrekkelijke opties: toenaderings-toenaderingsconflict (waardering hoger leggen) ! Conflict tussen 2 onaantrekkelijke opties: vermijdings-vermijdingsconflict (gemaakte keuze betreuren) - Tussen alternatieven die tegelijk aantrekken en afstoten: Vaak: KT-verlangen dat LT-doel tegenspreekt (de mate waarin men de kortetermijnverlangens kan controleren om langetermijndoelstellingen te realiseren) " Tussen alternatieven die tegelijk aantrekken en afstoten: zelfcontrole: bv. marshmellow test

! 1⁄4 van kinderen kon wachten " ! indiv. verschillen van belang: 15 jaar later: sociaal + academisch beter ! Beter verbaal uitdrukken, beter werkplannen en beter aandacht besteden aan anderen. Maar: Kidd et al. (2013):" Betere prestaties afhan...


Similar Free PDFs