Korte sv religies PDF

Title Korte sv religies
Author Hans Castorp
Course Levensbeschouwing en Cultuur
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 12
File Size 272.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 74
Total Views 122

Summary

Samenvatting religies...


Description

1. WESTERSE TRADITIES 3 monotheïstische godsdiensten: stamvader is Abraham (Ibrahim), heilige schrift belangrijk, oorsprong in Midden Oosten.

1.

JODENDOM

1.1

VERSPREIDING, OORSPRONG, STREKKINGEN

0,2% vd wereldbevolking. Nu vooral VS, EU, Israël (76%) Diaspora sinds 135 (Simon Bar Kochba dood) Stamvaders: Abraham en Isaak, 7e-8e E vC monotheïsme Tempel af 515 vC, kapot in 70 door Romeinen. 135 Simon Bar Kochba dood -> diaspora: Afkomst: Sefardisch, Jemenietisch, Asjkenazisch (80%), Oriëntaalse Inhoud: Chassidische (vroom, 18 e E, Antwerpen), Kabbala (mystiek, 3 e E v.C, door persoonlijke ervaring contact met God, alleen voor bevoorrechte personen)

1.3

GODSBEELD

e

1 monotheïstische religie. Invloed Zarathoustra (14 e E vC) God is transcendent, geen natuurgoden1 “JHWH”, onuitspreekbaar, niet afbeelden. Joden zijn uitverkoren om voorbeeld te geven -> geen missionair karakter Messiaanse verwachting (de Joden erkennen Jezus niet als Messias)

1.4

TEKSTEN

Tenach Joodse Bijbel (39 boeken)

- Thora: 5 boeken2 van Mozes (Pentateuch), de joodse wet 613 geboden - Nevi’im: profetische boeken - Ketuvim: 11 heilige schriften 5 rollen (megilot), joods feest

200: Misjna = de mondelinge traditie opgeschreven Geheel van levensvoorschriften: Halacha: levensvoorschriften, de wet Haggada: liturgie

1.5

RELIGIEUZE PRAKTIJK

Orthopraxie = juist naleven v levensvoorschriften, geen centraal leergezag/officiële leer Wel: kledingvoorschriften, kashrut (spijswetten), gebed ( Thora, Menorah), religieuze feesten (Pesach, Soekot, Poerim, Jom Kippoer, Chanoeka, Rosh Hashana, Sabbat (op zaterdag: rustdag v God), overgangsrituelen (Bar mitswa/Bat mitswa)

1.6

BELADEN VERLEDEN EN GECONTESTEERD HEDEN

Actief vervolgd. Twee redenen:  Theologische reden: Jezus vermoord.  Economische reden: vanaf 12e E intensere kerkelijke weerstand want succesvol. 1 Zoals de zon, maan, etc. 2 Genesis, Exodus (geven beide ontstaan van de wereld en mensheid enal), Leviticus, Numeri, Deuteronomium

1

(1179) 3e lateraans concilie: Christenen leningen meer met rente, joden wel nog. Maar afgunst + extra belast + van Aquino “joden = slaven zijn van christenen” 1147: brief Venerabilis: Joden moeten kruistochten mee financieren Ook door volksgeloof 4e lateraans concilie (1215) joden herkennen (en vermijden). Frankrijk: 1240: alle Talmoeds verbranden 1391: veel joden vervolgd en bekeren zich. Spaanse inquisitie: joden moeten zich bekeren/weg -> naar Polen (tolerant tot 1648: Kozakkenopstand) 1850s: tsarische pogroms en razzia’s tegen asjkenazische joden -> veel naar W-EU en VS Holocaust (Shoah) -> veel terug naar het Midden-Oosten -> Yishuv richt staat Israël op. PLO 3 wilt joodse staat ongedaan willen maken. 6daagse oorlog: Israël wint grondgebied. Egypte en Syrië willen het terug in 1973 (Jom Kippoer oorlog), lukt niet. 1990 zijn de Oslo-akkoorden: PLO braaf voor Israël.

2.

CHRISTENDOM

2.1

VERSPREIDING

Grootste en meest 32% van wereldbevolking  50% katholiek  37% protestants (lutheranen, calvinisten, Anglicaanse kerk) o streng gereformeerd = evangelicals. Liberale = remonstranten  12% Grieks/Russisch orthodox: patriarchaten  1% mormonen & Jehova’s getuigen o mormonen: 1830 Joseph Smith Jr visioen “alle kerken zijn vals, jij moet de goede starten”

Christenen 12

Protestants 1 50

37

Katholiek Grieks/Russisch orthodox Mormoon / Jehova's getuige

% in Westen gaat dalen, in ontwikkelingslanden stijgen -> % wereldbevolking zal constant blijven.

2.2

“JOODSE SEKTE”

Eerst christenen zien in Jezus de aangekondigde Messias + geloof in leven na de dood + “einde is nabij”. Jezus; joodse kerel met charisma, opgegroeid in farizeïsche kringen, daarna baptisme bij Johannes de Doper, prediken in Palestina, bekend met joodse teksten maar kritiek erop. Origineel: aandacht voor zwakkeren, “Abba” tegen God, kritiek op materialisme, belang geestelijke bekering voor Einde der Tijden, rond jaren 30 kruisdood gestorven. Mensen die in hem geloofden: “zijn dood kan niet het einde zijn, hij zal herrijzen om het laatste oordeel te geven” Oorsprong christendom: kritiek op rigorisme4. Christelijke Bijbel = Oud5 + Nieuw Testament. Nieuwe Testament bestaat uit: 27 boeken, 4 evangeliën (Marcus (70), Mattheus & Lucas (synoptische, op M gebaseerd + Bron Q), Johannes (Apocalyps, 90-110), Handelingen v Apostelen (Lucas)), 21 brieven

3 Palestine Liberation Organization 4 zotstrenge regels 5 Oude Testament = Tenach, maar dan in andere volgorde

2

Jezus was jood, maar verschillen met Jodendom: 1. Jezus is de Messias 2. hij is de incarnatie van God in de mens Jezus (+ familiale relatie, “Abba”). God neemt menselijke gedaante aan om zijn liefde voor mensen te tonen. Feestviering hiervan: Kerstmis. 3. Christelijke boodschap is universeel (missionering & bekering!) Joden zijn ‘uitverkoren’ 4. Manier van omgaan met de wettelijke voorschriften van Mozes. a. Christenen: alleen dubbele liefdesgebod (“Bemin God en je naasten als jezelf”) b. Joden: alle 613 geboden uit de Thora 5. Gericht op het Hiernamaals, geloof in verrijzenis en terugkomst van Jezus als Messias aan het einde der tijden (onderscheid tussen verdoemden naar de hel en wie naar de hemel. R-K geloof: optie om boetedoening te doen in vagevuur) 6. Verschillen op ritueel vlak

2.3

GELOOFSLEER

313, edict van Milaan: christendom officieel erkend  1 transcendente God



Joodse teksten + Nieuwe Testament. Kern van geloof: Apostolische geloofsbelijdenis -> concilie van Nicea (325): Jezus Christus als zoon van God, Homo-Ousios: Christus is één met de Vader, allebei dezelfde substantie. Drie-Eenheid (Vader-zoon-Heilige Geest) -> Jezus is voortgekomen uit God, niet door God geschapen o Concilie van Chalcedon (451) bevestigt homo-ousios: Jezus is 1 persoon met 2 naturen



Orthodoxie. Wie afwijkt vd leer: ketter. Concilie van Reims (1157): “onder dwang bekeren mag”

(goddelijk & menselijk)

11e-13e eeuw: 9 kruistochten tegen Jeruzalem (moslims daar) 16e-20e E: Romeinse inquisitie tegen invloed Protestantisme. Probleem vd ‘theodicee’: als zoveel slechte dingen gebeuren, is God dan wel goed? -> God sort-of voor het menselijke gerecht slepen om zich te verantwoorden voor het bestaan van kwaad

2.4

RELIGIEUZE PRAKTIJK

Orthodoxie (geen orthopraxie) + handelingscomponenten (er zijn dus wel regels én gebruiken). Protestantisme doet wel aan Bijbelstudie.

Belangrijke viering = eucharistieviering6 Sacramenten vervullen is belangrijk; priesters als bemiddelaars  Katholieken en orthodoxen (7): de eucharistie, de biecht, het doopsel, het vormsel, het huwelijk, de ziekenzalving en de priesterwijding  Protestanten (nog 2): eucharistie en doopsel Een aantal belangrijke feestdagen: belangrijkste is Pasen (cfr Pesach), +40 dagen: Hemelvaart, + 10 dagen: Pinksteren, 25/12: Kerstmis, 6/01: Driekoningen, 2/02 Maria Lichtmis + 2 los staan Jezus: Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart (15 augustus) + Allerheiligen (1 november) + Allerzielen (2 november)

2.5

1E GROTE SPLITSING: KATHOLIEKE VERSUS ORTHODOXE KERK IN 1054

6 Op het laatste avondmaal brak Jezus het brood en gaf het aan zijn leerlingen met de boodschap “Neemt en eet hiervan, dit is mijn lichaam”, nam de beker met wijn en zei “Neemt en drinkt hiervan, dit is mijn bloed dat voor jullie vergoten wordt” -> de leerlingen zijn het blijven herhalen + is deel van elke mis in de kerk. Door dit te vieren wordt de Christene een met God; het is een bewijs van het verband met Jezus.

3

filioque-kwestie7  R-K kerk: geloofsbelijdenis van Nicea (Heilige Geest zowel uit Vader als de Zoon). Pausen als opvolgers van Petrus  Oosters-Orthodoxe kerk: "de Heilige Geest komt alleen uit de Vader” -> erkennen Filioque niet. -> 1054: schisma (splitsing) Rooms-katholieke kerk (Westen) & orthodoxe kerken in het (Oosten) De Oosters-Orthodoxe kerk:  is minder centralistisch. Apostelen evenveel macht als Petrus -> geen hiërarchisch verschil meer, Paulus is gewoon ‘de beste onder gelijken’. Wordt niet geleid door centrale paus maar door patriarchen.  Meer ‘conciliair’ (en dus democratisch) model: beslissingen samen met bisschoppen maken.  Sterk verweven met de staat (=caesaropapisme) -> de wereldlijke leider is ook de geestelijke leider en heeft zeggingskracht over geestelijke rechten.  Iconen hebben een belangrijke plaats -> verschil in religieuze praktijk dus: ze hebben een spirituele functie, niet pedagogisch (cfr afbeeldingen van Jezus en Maria bij de R-K kerk). Orthodox is niet van toepassing op alle oosterse kerken -> er zijn verschillen qua dogmatiek. Rooms-Katholiek Orthodox Dogma van onbevlekte ontvangenis en onfeilbaarheid Dogma’s van de R-Ke kerk die na de splitsing ingevoerd zijn, zijn zever (onbevlekte ontvangenis & van de Paus kloppen keihard onfeilbaarheid vd Paus)

Afbeeldingen zijn een spirituele ervaring op zichzelf (iconen zijn dus belangrijk) Scheiden mag tot 2x Geen hiërarchie (wel een 1e onder gelijken), Apostelen evenveel macht. Geen centrale paus maar patriarchen. Beslissingen samen met bisschoppen Caesaropapisme (verweven met staat)

Afbeeldingen zijn pedagogisch bedoeld

Hiërarchisch (Paus als opvolger van Petrus)

2.6

TWEEDE GROTE SCHISMA: DE REFORMATIE EN DE CHURCH OF ENGLAND

2.6.1 L UTHER EN C ALVIJN 1483-1546 Luther

1509-1564 Calvijn

31 oktober 1517: Luther hangt 95 stellingen op kapel in Wittenberg, reactie op aflatenhandel van Tetzel. Veroordeeld in 1519 -> Rijksdag van Worms (1521) moet hij zich verantwoorden voor Keizer Karel V en rijksvorsten neemt zijn woorden niet terug -> rijksban. Keizer Karel V “Protestantisme niet verspreiden”, maar een jaar later (Rijksdag in Spiers): bezwaarschrift van 5 vorsten en 14 steden: Protestation (verzet tegen religieuze beperkingen). 1531: Sckmalkaldisch verbond (vereniging protestantse vorsten & rijkssteden die Lutheranisme willen laten erkennen) -> oorlog met Keizer Karel (1546), 10 jaar later gedaan (Vrede van Ausburg).

Luther:  gevaarlijk voor katholieken: beeldenstorm tegen al die bemiddelaars 8, “de gelovige is zelf zijn priester , er is rechtstreekse relatie met God door gebed”  2 sacramenten: doopsel + laatste avondmaal (eucharistie)  5 bemiddelaars tussen mensen en God -> de 5 sola’s: o Sola scriptura: de heilige Bijbelschriften o Sola Fide: alleen door het geloof kan je rechtvaardiging afdwingen o Sola Gratia: Bevrijding alleen mogelijk door genade rechtstreeks van God 7 Filioque = “en uit de Zoon” 8 De symbolen: hosti’s, schilderijen, kerken, priesters, …

4

o o

Solus Christus: alleen Christus bemiddelt tussen God en mens Soli Deo Gloria: alle eer alleen aan God (niet Maria en de pausen)

Calvijn:  Aanvaardt 5 sola’s + meer kritiek op transubstantiatieleer (de gedachte dat het eucharistische brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus veranderen) + voegt predestinatieleer toe (alleen God kan de mens rechtvaardigen, dat kunnen we niet beïnvloeden en hij kiest al op voorhand wie gered wordt en wie niet)

Max Weber: “wortels van het kapitalisme liggen in de calvinistische ethiek” -> welvaart = je bent uitverkoren Luther is gesteund door vorsten, afhankelijk van de staat

Calvijn heeft een autonome kerk

Engeland en Schotland: ‘presbyterianisme’ (leiding naar leken (ouderlingen van gemeenschap). Nu VS.

2.6.2 A NGLICAANSE K ERK EN METHODISME 16e E: Henry VIII richt de Anglicaanse Kerk op: niet protestants (zeker niet in haar ontstaan). Verzet tegen Luther: Henry VIII krijgt titel Fidei Defensor Gelijkenissen R-K & Anglicaanse kerk (liturgie, structuur en banden met monarchie), maar verschil: priesters mogen trouwen + vrouwen mogen priester worden Henry VIII met Aragon getrouwd, wilt met Anna Boleyn trouwen maar mag niet scheiden van de Paus, breekt met R-K kerk en richt eigen kerk op. 1534: Act of Supremacy -> officieel bekrachtigd als Church of England (tot vandaag de established church). Paus heeft geen macht; Henry aan het hoofd van zijn eigen kerk. Thomas More blijft bvb trouw aan de Paus -> wordt vermoord. 1555: Mary I (Bloody Mary) “CoE terug onder pauselijk gezag van Rome”, 1558 Elizabeth I: “nvm that”

18e eeuw: methodisme, geïnspireerd door Anglicaanse priester + inzet voor armen, iedereen verdient Gods genade (predestinatieleer). In VS “Black Churches”

2.6.3 PROTESTANTISME IN DE VS 50% Protestants, 50% Katholiek Protestantisme 3 tradities: 1. Mainline Protestant Churches (sociale hervormingen) 2. Evangelicals (missionair) 3. Historically Black Churches (getekend door slavernij) Hierbinnen verschillende families van denominaties (grootste groep: baptisten) & daarbinnen nog particuliere kerken & gemeenschappen -> veel verschillen!

3.

ISLAM

3.1

VERSPREIDING, OORSPRONG EN STREKKINGEN

25%. 1 na grootste religie in de wereld. Ontstaan: Mekka 610, Mohammed krijgt goddelijke openbaringen van Allah Missionair, snelst groeiende (demografie, veel jongeren moslim, hoger geboortecijfer, geen secularisatie) Personages: Mohammed: hoofdrol Zijn neef: Ali (+ getrouwd met Mohhamed zijn dochter Fatima) Schoonzoon: Uthman (die zijn neef: Mu’awiyah, stichter van Oemajjadendynastie) Kleinzoon: Hoessein (zoon van Ali) Schoonvader: Abu Bakr Schoonvader: Umar

5

656: Ali als opvolger van Mohammed. Mu’awiyah is boos, 661: Ali vermoord. Hoessein weigert soennitische kalief Yazid I te erkennen, vecht tegen de Oemajjaden (661-750 Oemajjadendynastie/ -kalifaat), 20 jaar later onthoofd. Oemajjadendynastie -> soennieten dominant. Tolerant voor Christenen en Joden: dhimmi-status maar extra belastingen (djizja) + vrijheidsbeperkende regels -> veel bekering. Vanaf 750 (na de Oemajjadendynastie) is alliantie met de Sjiieten (en er zijn tegenkalifaten) en gloednieuwe hoofdstad: Bagdad. = “Klassieke Periode”, tot abrupt einde door de Mongolen. 1452: Ottomanen veroveren Constantinopel (leider: Mehmed II), dan schaduwkalifaat van de Mamelukken in Egypte(in 1517). 17e E: Blauwe Moskee gebouwd (opdracht van Ahmed I) 1924: Atatürk schaft kalifaat af, voert Latijn in, maakt van Aya Sophia een museum, etc. IS en al-Qaeda willen herinvoering van kalifaat, Moslimbroeders in 1928 opgericht om terug te krijgen.

3.2

LEER EN PRAKTIJK

3.2.1 D E K ORAN Enige juiste godsdienst, Ibrahim (Abraham): geen jood/ christene maar een moslim. Koopman Mohammed’s eerste visioen: 610 in de grot van Hira (bij Mekka), recitaties door medewerkers op schrift gezet = Koran (al Qur’an). 114 hoofdstukken (soera’s), 6263 verzen. Na 3 periodes reciteren gevlucht (622: begin islamitische jaarrekening) naar Medina -> latere recitaties. Koran niet chronologisch: langste soera’s vooraan. Abu Bakr: “verzamel zoveel mogelijk notitiefragmenten” (soera’s eerst vooral geheugensteuntjes voor mondelinge overdracht). 653: codificering vd Koran. De 4 belangrijke steden krijgen een uitgave (Uthman “alle andere versies moeten weg”). Vertaling is verboden (“Koran = overtaalbaar” want letterlijk woord v Allah) maar gebeurt toch. Koran + profetische traditie (Hadith / Soenna ) = belangrijke bron van Islam  Hadith: overleveringen van Mohammed, wat hij zei & deed. Eerst mondeling, dan schriftelijk  Koran + traditie = sharia (islamitisch recht)  Jurisprudentie bij sharia = fiqh

3.2.2 OPENBARINGSTHEOLOGIE Kernboodschap: 1. Gerechtigheid tonen als teken van goddelijke wilsbeschikking. Dag des oordeel: straf vh vuur / beloning vh paradijs 2. Strikt monotheïsme: geen andere god, ook geen wereldlijke (geld, zichzelf, macht, …). 3. Solidariteit en gerechtigheid voor medemens Jezus (= Isa) heeft belangrijke rol als profeet maar hij is niet Zoon van God is + niet aan het kruis gestorven (was vervanger), is wel in de hemel nu tot hij terug komt voor Einde der Tijden. -> “islam de voltooiing van de joodschristelijke openbaring is” Islam = godsdienst vd tekst -> God is in de tekst geopenbaard want dat zijn zijn letterlijke woorden die hij via Mohammed aan de mensen heeft laten horen. Mohammed ≠ zoon van God, maar een mens die Allah als middel heeft gebruikt .Het is de taal van Allah zelf, dus is onvertaalbaar.

3.2.3 ORTHOPRAXIE = leer en praktijk. De nadruk op stellen van de juiste handelingen De leer/geloofsbelijdenis (“er is geen andere god dan Allah en Mohammed is zijn profeet”) is belangrijk + rituele gebruiken en voorschriften -> islamitische gemeenschap ( oemma) = autonome groep Koran geeft letterlijk aan wat gewettigd is ( halal) en wat ongewettigd is (haraam) door gedragsregels: 1. Gedragsregels

6

De 5 pijlers van de islam; de 5 geloofsplichten 1. De geloofsbelijdenis (Sjahada) 1 God, Mohammed als boodschapper 2. Het rituele gebed (Salat) 5x per dag op gebedsmat naar Mekkah gericht (Imam geeft aan) 3. De solidariteitsbijdrage (Zakat) 4. De vasten (Sawm) tijdens ramadan maand 5. De bedevaart (Hadj) tijdens de Hadj-maand. Umra = kleine bedevaart 6. Soms jihad als 6e pijler. Kleine jihad: fysieke & gewapende strijd: islam beschermen en uitbreiden Grote jihad: innerlijke strijd, weerstaan van verleiding

Regels over voeding en intermenselijke relaties  eten moet halal zijn  besnijden  Geen kledingvoorschriften, wel booty verbergen  Homoseksualiteit verboden, polygamie mag, geen seks voor het huwelijk, moslimas moeten met moslim trouwen, mannen niet met moslima. Strafregels in de Koran en Hadith. Komen uit middeleeuwen, soms nog letterlijk toegepast (handen afhakken) Kunst niet echt verboden maar liever niet: God zijn unieke scheppende vermogen uitdagen. (Sjiieten wel afbeeldingen van Mohammed)

3.3

“DE ISLAM” BESTAAT NIET

3.3.1 D IVERSITEIT Geen opvolger bij dood van Mohammed (632) -> bron voor verdeling. De grootste tweespalt van verdeling = Sjiieten Soennieten Midden-Oosten (veel olie, dus invloedrijk) Overige moslimlanden 10% moslimpopulatie 90% benadeeld door Soennieten Hiërarchisch systeem met geestelijke leiders Imam = opvolger van Mohammed, moet voortkomen Imam = voorganger in het gebed uit de familie van profeet Mohammed -> Ali is de Opvolger van Mohammed = Kalief9 natuurlijke opvolger. 4 rechtgeleide kaliefen na Mohammed: 1. Abu Bakr (schoonvader) 2. Umar (schoonvader) 3. Uthman (schoonzoon) 4. Ali (neef) Verder onderverdeeld in: Twaalvers, druzen, Ook nog Wahhabisme en Salafisme (allebei alawieten, alevieten, zaidisme, Ismaïlieten conservatief) Soefisme Reactie op rijkdom vd Oemajjadendynastie (7 e-8e eeuw) -> mystieke stroming, accent op relativiteit van rijkdom & totale afhankelijkheid tot de almachtige God. Spirituele kennis, mystieke eenheid, goddelijke aanwezigheid, etc. Eigen rituelen (dhikr) (Saoedisch) Wahhabisme 18e E. Ze willen eenvoudige islam, uniforme gemeenschap. Begrenst invloed van Sjiieten. Zuiverheid van islam herstellen -> moslims moeten terug naar Allah en zich niet laten afleiden, strikte navolging van Koran, Hadith & Sharia (is ENIGE geldende wet), vernieuwing is verboden, wij-zij denken Salafisme

9 Kalief staat aan het hoofd van het kalifaat. Kalief verenigt wereldlijke en geestelijke macht in zichzelf. “Khalifa” = “hij die erna komt”

7

Eind 19e E. Willen ook terug naar een zuivere islam, conservatief, soennitisch, geïnspireerd door eerste generaties moslims (salaf = voorouders, eerste 3 eeuwen na Mohammet). Zetten zich af tegen westerse moderniteit + tegen verandering (“elke innovatie is een dwaling”), zot wij-zij denken (Sharia & islam is superieur aan westerse democratie), letterlijke lezing van de heilige teksten Koran en Hadith Ze zijn zowel gewelddadig als vredig. Hedendaags radicalisme door inte...


Similar Free PDFs