Laatste reflectieverslag, voor het examen. Ik was geslaagd PDF

Title Laatste reflectieverslag, voor het examen. Ik was geslaagd
Course Beroepsidentiteit
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 3
File Size 93.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 15
Total Views 138

Summary

Laatste reflectieverslag, voor het examen. Ik was geslaagd...


Description

Reflecteren volgens Korthagen: Examenreflectie: Attitudeopdracht 3 Naam: Marthe Orlent Leergroep: 1 OR C 18 Reflectie nummer: 5 Datum reflectie: 14/05/2016 Stap 1: Korte beschrijving van de situatie. Context Toen Linde, Daphne en ik onze derde attitudeopdracht uitvoerden kwam ik in een lastige situatie terecht. Onze doelgroep was kinderen in armoede, en we vroegen dus aan de klas om te proberen zich in die situatie in te leven. Na dat we hadden uitgelegd wat de bedoeling van onze activiteit was mochten onze klasgenoten wat materiaal nemen om te beginnen aan hun knutselwerk. Daphne, Linde en ik zouden hun begeleiden en hun vragen beantwoorden. De klas leefde zich goed in, beter dan ik had verwacht en hier schrok ik van. Tussen Charlotte en Rani ontstond een ‘ruzie’. In eerste instantie dacht ik dat ze gewoon plezier onder elkaar aan het maken waren, maar ze bleven goed in hun rol. Ik wist niet goed hoe ik hierop moest reageren en haalde ze uit elkaar. Doen, denken, voelen, willen Wat deed ik? De derde attitudeactiviteit begeleiden met mijn klasgenoten Daphne en Linde. Er ontstond een ruzie tussen Charlotte en Rani en ik ging naar ze toe. Ik sprak ze aan, vroeg wat het probleem was. Toen ik vroeg om elkaar gerust te laten en zich te concentreren op hun eigen knutselwerkje deden ze dit niet, waarop ik Charlotte meenam naar een andere tafel om de ruzie te bekoelen. Daarna ging ik nog terug vragen aan Charlotte of het nu beter ging. Wat dacht ik? Ik vroeg mij af of ze met elkaar, als vriendinnen, aan het lachen waren, of dat ze zich gewoon heel goed aan het inleven waren in hun rol als kind. Ik dacht ook dat ze de activiteit niet serieus namen, dat ze de opdracht met elkaar wat in het belachelijke aan het trekken waren. Ik dacht dat ze meer met elkaar en hun rol bezig waren, ik dacht dat ze de opdracht zelf niet serieus namen. Anderzijds dacht ik ook dat ze zich heel goed konden inleven. Ik dacht bij mezelf: “Hoe kan ik deze situatie aanpakken?” Wat voelde ik? Ik was in de war, ik voelde mij niet op mijn gemak en ik voelde dat ik mezelf niet meteen een houding wist te geven. Ik voelde niet goed aan wat Charlotte en Rani duidelijk wilden maken. Ik voelde me onzeker. Wat wilde ik? Ik wilde deze ‘ruzie’ zo snel mogelijk oplossen. Ik wilde dat de klasgenoten gewoon meededen met onze activiteit. Ik wilde niet dat dit een effect zou hebben op onze quotering. Ik hoopte dat als ik ze uit elkaar haalde, het conflict gedaan zou zijn. Stap 2: Afstand nemen en terugkijken op deze situatie. Waarom deed ik dat? Ik wist niet goed of ik deze situatie serieus moest nemen, ik wist niet of Rani en Charlotte met elkaar aan het spelen waren of zich gewoon goed inleefden in de activiteit. Ik deed wat ik zou doen met échte kinderen van die leeftijd, eerst vragen wat er scheelt. Zij gaven elkaar de schuld. Ik voelde aan dat het nutteloos zou zijn om hier verder op in te gaan, daarom haalde ik ze uit elkaar. Dit gedrag stelde ik vanuit mijn ervaring als speelpleinmonitor en babysitter. Als er dan ruzie is, worden de kinderen meestal uit elkaar gehaald. Na 10 minuten zijn ze meestal al vergeten dat er ooit een ruzie of discussie was. Ook omdat ik niet goed wist hoe ik op deze situatie moest reageren, koos ik ervoor de situatie af te breken en ze uit elkaar te halen. Op die manier moest ik er zelf niet meer mee omgaan, en was het conflict verdwenen. Dit conflictvermijdend gedrag komt vaker voor. Ruzies zijn niet voor mij weggelegd. Als ik zelf ruzie heb met iemand probeer ik dit altijd onmiddellijk uit te

praten. Praten lijkt mij ook voor anderen de beste oplossing om een ruzie op te lossen, maar omdat Charlotte en Rani de rol aannamen van kinderen die ongeveer 7 jaar oud zijn, leek mij dat hier geen juiste oplossing. Als zij in hun rol wilden blijven, zou ik dat ook doen. Waarom dacht ik dat? Eerst dacht ik dat ze aan het lachen waren met elkaar, omdat ik weet dat Charlotte en Rani goed overeen komen. Ik had de gedachte dat ze de opdracht niet serieus namen, omdat ik niet verwachtte dat ze zich zo goed zouden inleven. Het leek alsof ze meer bezig waren met het spelen van een kind dan met de eigenlijke opdracht. Ik vond het raar dat ze hier zo in op gingen, omdat ik dat zelf niet zou doen. Onze activiteit ging meer over het knutselen met kosteloos materiaal dan om zich echt in te leven in de doelgroep. Ik heb dit ook gemerkt bij de andere tafels, dat de ‘kinderen’ veel bezig waren over geld, rijkdom, grote huizen, … Langst de ene kant vond ik dit bewonderenswaardig, dat de klasgenoten zich zo inleefden in hun rol. Echter vond ik het ook lastig, omdat dit voor mijn gevoel de aandacht van het knutselen wegnam. Daphne, Linde en ik hadden van in het begin afgesproken dat we de nadruk niét wilden leggen op de armoede van de kinderen zelf, maar meer op de mogelijkheden die er zijn, ook met weinig budget. Doordat de rest van de klas het veel had over het hebben van geld of juist geen geld, werd de aandacht juist gevestigd op het woord ‘armoede’, en niet op het woorden ‘kinderen’. Dat vond ik jammer, omdat ik steeds probeer de aandacht te richten op de mogelijkheden van de ander. Ik vind het niet nuttig om mij te concentreren op wat iemand niet kan, of wat er ontbreekt bij iemand. Deze gedachtegang komt voort uit mijn eigen referentiekader. In mijn omgeving ben ik altijd gestimuleerd om mijn talenten te benutten. Waarom voelde ik dat? Ik was in de war omdat ik hun reactie niet zag aankomen, ook al heeft Hanne duidelijk gemaakt dat de klasgenoten zich zo goed mogelijk moesten proberen inleven in de doelgroep. Ik had ook op voorhand niet nagedacht over mogelijke complicaties tijdens de uitvoering van de activiteit. Linde, Daphne en ik hadden wel afgesproken om de aandacht te richten op het knutselen zelf, maar we hebben niet nagedacht over wat we zouden doen als dit voor de rest van de klas niet helemaal duidelijk was. Dit kan ik onthouden met het oog op de stage volgend jaar. Niet enkel denken aan de dingen die goed kunnen lopen, maar ook eens kijken naar wat er minder goed kan gaan. Enerzijds zou deze ‘voorbereiding’ mij wel rust in mijn hoofd kunnen geven, anderzijds zou het kunnen dat ik dan vooral ga focussen op de dingen die er mis kunnen lopen. Ik voelde dat ik mezelf geen houding wist te geven, dat ik onzeker werd. Ik weet niet zeker of dit kwam door deze specifieke situatie (omdat ik niet wist wat Charlotte en Rani duidelijk probeerden te maken) of door de stress die de attitudeactiviteit met zich meebracht. Van mezelf dacht ik dat ik best goed om kon gaan met stress op het gebied van presentaties geven, voor een klas staan, … Hier denk ik nu anders over, sinds Daphne mij een opmerking gaf bij de tweede attitudeactiviteit. Toen heb ik heel weinig naar de klas gekeken, door de stress. Dit had ik zelf niet door. Die opmerking samen met deze situatie heeft mij doen inzien dat ik misschien toch niet zo rustig blijf onder stress dan ik zelf dacht. Waarom wilde ik dat? Ik wilde deze ruzie oplossen, omdat het onze attitudeopdracht was, en de aandacht dus naar de opdracht moest gaan. Zelf heb ik ook goed meegedaan met de rest hun activiteiten, en ik verwachtte van hun dus dezelfde medewerking. Gelukkig heeft dit incident maar 5 minuten geduurd, en werd er de overige 25 minuten wel goed meegewerkt. Uiteindelijk heeft iedereen wel iets geknutseld, en hebben we ook complimenten gekregen over onze opdracht. Ik hoopte dat dit conflict geen invloed zou hebben op onze punten, maar ik besef ook wel dat het vooral gaat over hoe Daphne, Linde en ik het er vanaf brengen en niet om hoe de klas zich inleeft. Ik wilde dat het conflict niet zou escaleren, vandaar de keuze om hun uit elkaar te halen. Van mezelf vind ik dat ik hier de juiste keuze gemaakt heb. Stap 3: Bewustwording. Bewust worden van de kern: De essentie van de situatie beschrijven.

Ik vond het moeilijk dat de aandacht van de opdracht werd afgeleid door dit conflict tussen mijn twee klasgenoten. Ik weet niet zeker of dit de rest ook is opgevallen, of dat ik mij gewoon te hard focuste op deze gebeurtenis. Het is wel zo dat ik de slechte dingen beter onthoud dan de betere, toch bij mezelf. Bij anderen kijk ik juist vooral naar de goede dingen. Dat komt denk ik omdat ik onzeker ben over wat ik kan, en als je bij anderen focust op hetgeen dat ze wel kunnen, geef je hen net een boost i.p.v. hen onzeker te maken door je te concentreren op hun gebreken. Het was voor mij ook lastig dat de aandacht niet ging naar hetgeen waar Linde, Daphne en ik wilden op focussen. Dit gaf mij een beetje het gevoel dat ik/wij niet begrepen werden. Dat was vervelend omdat ik niet echt uit mijn rol durfde stappen om hen uit te leggen (van klasgenoot tot klasgenoot) wat wij eigenlijk bedoelden. Ik bleef ‘begeleidster’. Het is niet gemakkelijk als iemand mij niet begrijpt, daar kan ik mij echt in opwinden. Als ik een uitleg geef, die voor mij duidelijk is, vind ik het moeilijk om te snappen dat een ander het niet begrijpt. Het was vooral lastig dat ik dit pas tijdens de opdracht merkte, en niet net ervoor. In het vervolg kan ik even aftoetsen, vragen of iedereen doorheeft wat de essentie van onze opdracht is. Patroon? Link leggen met gelijkaardige situaties. Ik kom veel met kinderen in contact, zowel tijdens het babysitten als op de speelpleinwerking. Als er dan een ruzie is, is de gangbare oplossing steeds de kinderen uit elkaar halen. In deze situatie ging het echter niet om echte kinderen. Als twee mensen van mijn leeftijd ruzie hebben voel mij daar ook ongemakkelijk bij, waarschijnlijk omdat ik zelf helemaal geen ruziemaker ben. Als er dan raad wordt gevraagd aan mij, zal ik in de eerste plaats altijd aanraden om het gewoon uit te praten, onder 4 ogen. Ik probeer zo min mogelijk met een ander zijn ruzies in contact te komen. Als mijn puberende zus en mijn moeder een discussie hebben verlaat ik gewoon de ruimte. Als ik zelf ruzie met iemand heb, en probeer uit te leggen waarom ik boos ben, en ik dan niet wordt begrepen kan ik heel gefrustreerd raken. Dat uit onder andere zich in zuchten, met de ogen rollen, stem verheffen, … Gelukkig is het zo ver niet gekomen tijdens de uitvoering van deze attitudeactiviteit. Op het moment zelf kon ik dit vrij snel van mij afzetten. Ik denk dat dit komt doordat ik wist dat het een soort van rollenspel was. Een echte ruzie is moeilijker om van mij af te schuiven. Ik praat alles het liefst gewoon direct uit. Stap 4: Alternatieven Onderzoeken van alternatieven voor eigen handelen. Ik had uit mijn eigen rol als begeleidster kunnen stappen en hun gewoon als hun klasgenoot Marthe gevraagd hebben of ze dit deden als deel van de activiteit of niet. Ik koos ervoor dit niet te doen omdat ik onze activiteit voorop wou stellen. Als je echt met kinderen werkt komen deze situaties vaak genoeg voor, en dan moet je ook zo snel mogelijk het conflict kunnen afbreken. Als ik wel gewoon als Marthe had gereageerd, had dit misschien niet leuk geweest voor Daphne of Linde, omdat zij wel in hun rol bleven. Ik wou niet dat zij dachten dat ik de opdracht niet serieus nam. In tegendeel, ik nam de opdracht heel serieus! Zelf wou ik liever uit mijn rol stappen, om mij zelf minder ongemakkelijk te voelen. In het voordeel van attitudeactiviteit deed ik dit niet....


Similar Free PDFs