Labo ergonomie PDF

Title Labo ergonomie
Course Ergonomie en praktijkvoering
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 9
File Size 588.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 39
Total Views 141

Summary

Ergonomie aan de stoel...


Description

Materialen en producten Ergonomie Instrumentarium voor mondonderzoek

Mondspiegel, pocketsonde en de meerfunctiespuit Worden gebruikt bij de beoordeling van aanwezigheid van supragingivale plaque en tandsteen. En voor de evaluatie of deze voldoende zijn verwijderd. DPSI-sonde, pocketsonde en de furcatiesonde Bij de beoordeling van subgingivale gebitsreiniging en evaluatie daarvan.

Gebitsreining - Essentieel voor preventie en behandeling van parodontale aandoeningen - Basis voor iedre tandheelkundige behandeling Behandeling aan de stoel en in het bijzonder gebitsreiniging - Grote fysieke belasting voor het lichaam - Veel voorkomende fysieke klachten zijn o Nek o Rug o Schouders o Pol o Bekken - Belasting en belastbaarheid zijn niet in balans - Langdurig statisch werken - Intensief gebruik van instrumentarium met kracht - Pijnprikkels vaak niet geregistreerd tijdens het werk omwille van het grote concentratievermogen dat vereist is

Handinstrumentarium voor verwijdering van plaque, tandsteen en andere afzettingen op gebitselementen worden gebruik: Een instrument bestaat uit 1. Werkblad o Bestaat uit een binnen- en buitenvlak(ken) die elkaar snijden in 1 of meerdere snijranden de hoek waaronder deze vlakken elkaar snijden is scherp. Met deze snijranden wordt de gebitsreiniging uitgevoerd 2. Schacht o De schacht is de verbinding tussen het werkblad van het instrument en het handvat. De lengte van de schacht kan variëren. Een dikke schacht is het in algemeen steviger en minder flexibel dan een dunne schacht. Deze zijn vooral geschikt voor het verwijderen van hard/gebruneerd tandsteen. De hals kan in één of meer hoeken en contrahoeken gebogen zijn, afhankelijk van de plaats in de mond waar met het instrument gewerkt moet worden  Verbinding = werkblad + handvat  Dikke schacht = steviger en minder flexibel  Verwijderen van hard/gebruneerd tandsteen  Hals in 1 of meer hoeken contrahoeken gebogen zijn 3. Handvat o Het handvat is hol en wordt geleverd in zowel een ronde als hexagonale vorm. De dikte van het handvat kan variëren van dun tot meer dan 7,5 mm o Geribbelde of ingekerfde handvaten kunnen een stevige grip geven tijdens de instrumentatie

-

Sclaer Curette File Excavator

-

-

Scaler o Verwijderen van supra- en subgingivaal tandsteen o Subgingivale gebitsreining wordt slechts tot op beperkte diepte gebruikt (ongeveer 3 mm onder de gingiva) o Sikkel o Werkblad heeft meestal en trapeziumvormige of driehokeige dwarsdoorsnede o 2 snijdende raden van het werkblad word gevormd door de verbinding vna het binnenvlak Curette o Verwijderen van plaque, tandsteen een andere afzettingen op het tandoppervlak o Supra- en subgingivale gebied o Geschikt voor rootplanen bij patiënten met diepe pockets en furcatieaandoeningen o Een instrument met een lepelvormig werkzaam deel  Plat binnenvlak  Bol buitenvlak; door afgeronde tip is de kans op beschadiging van het weefsel en het worteloppervlak veel minder in vergelijking met andere instrumenten  Dwarsdoorsnede ziet het werkzame deel er uit als een halfcirkersegment  3 typen curettes  Universele  Gebied specifieke curettes  Furcatiecurettes

-

File Bestaat uit aantal scherpe kartels waardoor het vorm heeft van een soort rasp De opstaande valken ie de snijranden vormen kunnen een hoek van 90° of 105° vormen met de hals o Gebruikt voor het verwijderen van diep subgingivaal tandsteen en het bijwerken van overhangende restauraties o Het is een grof instrument en kan worden gebruikt bij smalle vestibulaire of linguale diepe pockets die moeilijk bereikbaar zijn met curettes. Excavator o Werkbald heeft de vorm van een bolsegment. o Binnezijde is vlak en buitenzijde is bol o Niet een specifiek gebitsreinigingsinstrument o Kan goed gebruikt worden als het erom gaat supragingivaal tandsteen te verwijderen van een concave vlakken die vooral worden aangetroffen linguaal van frontelementen en ter hoogte vna meer of minder toegankelijke furcaties. o Verwijderen van extrinsieke verkleuringen op glazuur (rookaanslag) kan ook van pas komen. o o

-

Ergonomie Ergonomie – vakgebied dat zich bezighoudt met de vraag hoe mensen hun werkzaamheden het best kunnen uitvoeren Rekening houdend met - Zo laag mogelijk lichamelijk en psychische belasting Veel voorkomende fysieke klachten zijn pijn aan de - Nek - Rug - Schouders - Pol - Bekken In de tandheelkunde is ergonomie van belang: - Houding en beweging (werkhouding van de operateur); - Werken met instrumenten en apparatuur; - Werkomgeving, organisatie, methode en ritme.

Statische belasting Door de zittende houding neemt de mobiliteit af. - Hierdoor zal een statische belasting van de spieren ontstaan. o Dit betekent dat spieren gedurende langere tijd continu worden aangespannen wat op den duur kan leiden tot weefselbeschadiging. Voorkomen van overbelasting van bepaalde spiergroepen Afwisseling tussen spanning en ontspanning en het wisselen van houding voorkomt dat bepaalde spiergroepen overbelast worden. Verantwoord zitten is regelmatig gaan verzitten en af en toe staan en lopen Uitgangspunten voor ene goede werkhouding - Benen o Hoek van 105° tot 110° tussen boven en – onderbenen o Benen licht gespreid (afhankelijk van de uurpositie) o Onderbenen loodrecht op de vloer o Beide voeten staan plat op de vloer  Fout! = knieën te veel gebogen - Bekken o Bekken in de middenstand zodat de wervelkolom goed gestrekt opgebouwd is o De lichte holle stand van de onderrug blijft bestaan precies zoals de rug is al men staat - Bovenlichaam o Zoveel mogelijk rechtop gehouden en slechts licht naar voren gebogen (max. . 10-20) o Sterkerebuiging naar voren veroorzaakt een te grote belasting voor rug  borstbeen voldoende naar voren en boven getrokken o Rugsteun van de kruk wordt tegen de bovenzijde van het bekken geplaatst.  Gemiddeld ligt de rugsteun 18-20 cm boven de zitting tegen de rug  Rugsteun dient ter ontlasting van de rug

-

-

o Schoudergordel wordt zo ontspannen en laag mogelijk gehouden o De afstand tussen het bovenlichaam en het werkveld bedraagt ong. 20 cm. Armen o Bovenarmen hangen losjes naast het bovenlichaam  Hoogstens 10 tot 20° naar voren gericht. o Onderarmen zijn niet meer dan 25° omhoog geheven boven een horizontaal vlak o De handen zijn in het polsgewricht licht gebogen o Vinger zijn ook licht gebogen  Opletten dat de vinger niet overstrekt worden. Hoofd o Het hoofd is slechts licht (niet meer dan 25°) naar voren gebogen. o De kin blijft iets bij het lichaam. o De afstand tussen de ogen en het werkveld bedraagt ongeveer 20 cm.

De uurpositie van de operateur bevindt zich - Rechtshandigen tussen 09.00 en 01.00 uur. - Linkshandigen tussen 15.00 en 11.00 uur Vanuit deze basisregels zijn variaties mogelijk. Extreme standen en belastingen moeten zoveel mogelijk beperkt worden en zo kort mogelijk duren.

-

Onderkaak: halfliggende positie o Bij geopende mond moet het occlusale vlak vna de onderkaak -/+ in horizontale positie staan o De patiënt moet de kin zoveel mogelijk naar de borst brengen o Het hoofd van de patiënt kan naar voren of naar achteren gebracht worden door de neksteun te verstellen of het hoofdkussentje inde nek van de patiënt te verplaatsen

-

Bovenkaak: liggende positie o Behandelstoel wordt iets omhoog gebracht o Afhankelijk van het gebied waar behandeld wordt, dient het hoofd van de patiënt gedraaid te worden  Zodat het zicht op de werkvlakken verbetert

Verlichting Goede zicht en goede verlichting van het werkterrein zorgen voor een ergonomische werkhouding. - Vereiste om nauwkeurig en zonder onnodige beschadigingen te kunnen werken. - Instelling van de stoelverlichting en de algehele verlichting in de behandelkamer bepalen voor het zich inde mond van de patiënt - Tijdens de behandeling zal de stoelverlichting parallel aan de blikrichting van de ogen van de behandelaar geplaatst moeten worden o Niet in de eigen schaduw werken - Goed zicht en licht zorgen voor o Minimale inspanning van de ogen

o

Minder vermoeidheid van de oogspieren, nek, schouderspieren en Ademhalingsspieren

Functie van de mondspiegel - Indirect zicht - Indirect licht - Het weghouden van wang, lippen of tong - Bescherming van wang, lippen of tong

Vasthouden en afsteunen van het instrument - Gemodificeerde pengreep – meest gebruikte greep bij spiegel, sonde als gebitsreinigings instrument o Is erg stabiel doordat het instrument 3 plaatsen wordt ondersteund o Waardoor het niet oncontroleerbaar kan wegdraaien wanneer er druk wordt uitgeoefend o Tactiele gevoeligheid  Doordat kleine onregelmatigheden op het tandoppervlak het duidelijkst te voelen zijn wanneer de middelvinger op de schacht van het instrument ligt en de vingers ontspannen zijn. - Wordt vastgehouden tussen duim en wijsvinger op de overgang van de schacht naar het handvat. - Ringvinger en pink liggen tegen elkaar - De duim het instrument tegen de middel- en wijsvinger kan laten rollen, kan net de juiste hoek verkregen worden die nodig is om het werkblad bij kleine veranderingen in de contour van het tand- of worteloppervlak de juiste positie te geven. - Opletten dat de duim en vingers niet overstrekt worden Een goede vingerafsteuning bij het scalen en rootplanen vermindert de kans op uitschieten met het instrument en het risico daarbij de harde en zachte weefsels te beschadigen. Fulcrum = het steun- of rustpunt van waaruit alle bewegingen met het instrument worden gemaakt De ringvinger wordt als steunpunt gebruikt (bij gemodificeerde pengreep). Dit steunpunt kan gezocht worden binnen mond (intra-oraal) of buiten de mond (extra-oraal). - Intra-oraal wordt meestal afgesteund op de nabijgelegen elementen

Met de top van de vinger wordt afgesteund op de incisale randen, occlusale vlakken of vestibulaire vlakken De plaats van het steunpunt is van belang om het instrument in de juiste werkpositie t.o.v. het element te plaatsen. De vingerafsteuning moet zodanig zijn dat deze kan functioneren als steunpunt wanneer kracht wordt gezet door de vingers, de pols en de onderarm tijdens het instrumenteren. o

Door de top van de ringvinger op een stabiel punt te laten rusten is het mogelijk de duim, wijs- en middelvinger vrij te bewegen en daarmee het instrument in elke gewenste richting te bewegen. Afhankelijk van de situatie in de mond, varieert de plaats van het zoeken van steunpunt. Bij sommige afsteunmethoden wordt de ringvinger op de vingers van de andere hand of extraooraal. Algemene richtlijnen - Steun bij voorkeur af op een nabijgelegen alement dan wel op een vinger van de andere hand - Steun zoveel mogelijk af op de kaak waar gewerkt wordt - Mobiele elementen moeten zoveel mogelijk vermeden worden als steunpunt - Bij partieel edentaten kan de ruimte opgevuld worden met een gaasje of wattenrol - Steun niet af op gingiva, lippen en wangen

Afsteunen in de onderkaak - Te grote druk op de onderkaak is vermoeiend voor de patiënt - Ondersteun indien mogelijk de OK tijdens de behandeling met de andere hand. - Bij langdurige behandeling kan bij te ver geopende mond pijn optreden (TMJ) door rek in het gewrichtskapsel of door spierpijn Afsteunen in de bovenkaak - Is stabieler dan OK  minder vermoeiend voor de patiënt - Sommige situaties kan extra-oraal wordt afgesteund o Wijsvinger van de niet-werkzame hand als steunpunt dient....


Similar Free PDFs