Title | Oefeningen: Hoofdstuk 6 (van in de les)(moet gekend zijn voor examen!) |
---|---|
Course | Pathologie |
Institution | Universiteit Antwerpen |
Pages | 5 |
File Size | 61.8 KB |
File Type | |
Total Downloads | 89 |
Total Views | 124 |
Te kennen examenleerstof. Volledig en overzichtelijk geschreven. Gaat over het vak pathologie. Van het jaar 2020-2021 januari. Hier en daar niet 100% volledig....
hoofdstuk 6 1. Wat is ischemie. Teken schematisch welke vasculaire laesies leiden tot een ischemisch letsel.
Ischemie:
o
Gevolg van verstoorde doorbloeding
o
Getroffen weefsel heeft een tekort aan vitale nutriënten=> vooral O2
Schematische tekeningen dia 7 + 8
2. Wat is het verschil tussen een stolsel en een trombus
Stolsel:
o
Gevolg van stolling bloed zonder circulatie
o
Na dood/ buiten lichaam => bloed in buisje doen
Trombus:
o
Gevolg van stolsel bloed bij leven in circulatie
3. Hoe ontstaat een embolus na trombose van een arterie, geef 3 voorbeelden van de gevolgen.
Ontstaan embolus na trombose arterie: stukje dat los komt van trombus en wegschiet
o
Kan blijven steken in A pulmonales
o
Kan aanleiding geven tot zadelembolie
o
Kan BV afsluiten --> leidt tot snelle dood
4. Geef 5 soorten embolieën op.:
Longembolie
Paradoxale embolie
Systemische embolie
Delen v trombus
Stukjes atheroomplaques
Bloedplaatjes
Infectieuze embolen
Vet
Gas
Vruchtwater
Tumorweefsel
Vreemde partikels
5. Hoe ontstaat een diepe veneuze trombose in de kuit en hoe herken je die. Geef de risicofactoren hiervan op, wat zijn de mogelijke gevolgen.
Ontstaan diepe veneuze tromboze:
o
Ontstaat bij kleppen/ andere onregelmatigheden in wand
o
Bij verminderde bloedflow
o
Verminderde pompwerking spieren
Herkennen= symptomen:
o
Vrij plotse zwelling en pijn in kuiten
o
Soms kleurverandering
o
Pijn neemt toe bij strekken tenen
Risicofactoren:
o
Vertraging bloedstroom door:
Obesitas/ zwangerschap
Bedlegerigheid
Immobiliteit
Tumor
Varices
o
Verstoring bloedstolling:
Pilgebruik samen met roken
Maligniteit
Deficiënties bepaalde proteïnen
Mogelijke gevolgen:
o
Longembolie, paradoxale embolie
6.
Wanneer denk je aan een longembolie. (Vergeet de risicofactoren niet)
Plotse kortademigheid
Pijn in de borst, ademhalingsafhankelijk
Hoest
Trachycardie
Symptomen zijn niet zeer specifiek=> eraan denken bij risicofactoren
Aantasting vitale tekens
Kan lijden tot plotse acute dood => zadelembolie
Risicofactoren:
o
Zelfde als degene die hierboven vermeld staan
7. Een diepe veneuze trombose kan leiden tot een herseninfarct. Hoe leg je dit uit?
Trombose komt via foramen ovale toch in de algemene circulatie terecht en kan zorgen voor een herseninfarct.
(normaal gezien gesloten, opent soms toch bij zetten van druk)
8. Wanneer(bij welke symptomen of klinische tekens) moet je denken aan een klassiek hartinfarct?
Ernstige pijn op de borst, meestal plots, maar kan gradueel ontstaan
Vaak uitstralen naar linker arm, niet altijd
Duurt uren
Profuus zweten, nausea, braken
9. Wanneer (bij welke symptomen of klinische tekens) moet je denken aan een herseninfarct?
Plotse neurologische uitval:
o
Verlamming
o
Spraakstoornissen
o
Gevoelsuitval
o
Bewustzijnsverandering
o
Gedragsveranderingen
o
Soms voorbijgaand=> minder dan 24 u = TIA
Begint soms met epilepsieaanval
10. Bij een groot herseninfarct is de 2e tot 3e dag erg kritisch, soms overlijden mensen dan. Hoe leg je dat uit?
Er ontstaat hersenoedeem na het infarct:
o
Ontstaan herseninklemming/herniatie
o
Patiënt wordt slechter
o
Overlijdt alsnog
o
Infarct wordt goed afgrensbaar
11. Wat is torsio testis? Wanneer moet je eraan denken? Wat moet je als niet-arts doen en waarom?
Wat is het:
o
Overlangse draaiing testis
o
Venen worden afgeklemd
o
Arteriële flow in gedrang
Wanneer moet je eraan denken:
o
Plotse zwelling+ hevige pijn in scrotum
o
Meestal tieners/kinderen
o
Soms licht trauma vooraf
o
Aanvankelijk wat rood/blauw
o
Nadien blauwzwart=> gangreen
Dringen ingrijpen en naar de spoed brengen=> afsterven
12. Bij veralgemeende perfusiestoornissen van de hersenen kunnen letsels ontstaan in het geheugencentrum (ammonshoorn). Hoe leg je dit uit? In welke concrete situaties kan dit ontstaan?
Er ontstaat relatieve ischemie in dit gebied:
o
Daling cerebrale perfusie onder drempel voor autoregulatie=> globale ischemie in de hersenen
o
Daling hersenperfusie door slecht geoxygeneerd bloed
Concrete situaties=> na hartstilstand
13. Leg het verschil tussen een epidurale en een subdurale bloeding uit, en de consequenties ervan.
Epidurale bloeding:
o
Meestal na trauma
o
Tussen dura en schedel
o
Meestal fractuur zichtbaar
o
A. Meningea media of zelden scheur veneuze sinus
o
Intervallum lucidum: na trauma episode van goed bewustzijn , bewustzijn kan plots snel achteruit gaan => inklemming : dringend chirurgische hulp nodig
Subdurale bloeding:
o
Meestal veneus
o
Soms doorbraak van diepere bloeding: aneurysma, avmalformatie
o
Soms bij hematologische maligniteiten/ abnormale stolling
o
Acuut: meestal traumatisch
o
Chronisch: acute bloeding, gevolgd door cycli reorganisatie met rijk gevasculariseerd granulatieweefsel, herbloeding, dikwijls bij ouderen, of atrofische hersenen
o
Bij kinderen=> denken aan niet-accidentieel trauma
14. Waarom moet je een man of vrouw met tekens die wijzen op een cerebraal vasculair accident (beroerte) snel laten onderzoeken met een hersenscan?
Omdat de oorzaak gevonden moet worden van deze tekens:
o
Bloeding
o
Infarct
o
Onderliggend
Binnen 4,5 uur=> trombolyse= oplossen trombus in stroke unit
Binnen 6 uur => trombectomie/ vaatoperatie hals
Hoe sneller gehandeld wordt, hoe beter de outcome.
15. Wat is shock? Hoe ontstaat shock?
Veralgemeend circulatoir falen met hypoperfusie van vitale organen
Ontstaan:
o
Cardiogeen door myocardinfarct
o
Hypovolemisch door vermindering effectieve circulerend bloedvolume:
Bloeding
Verhoogde vasculaire permeabiliteit/ hypotensie...