rassenleer t.e.m. konijn PDF

Title rassenleer t.e.m. konijn
Author Lennert Loones
Course Rassenleer
Institution Hogeschool Gent
Pages 53
File Size 4.7 MB
File Type PDF
Total Downloads 96
Total Views 135

Summary

Download rassenleer t.e.m. konijn PDF


Description

Groep 1: Herdershonden en Bouviers

Honden Bouviers (van Belgische origine) Vlaamse koehond Verscheidene uniforme kleuren (witte borstster toegestaan)

Bouvier des Ardennes Zeldzaam voorkomend

Herdershonden -

België

Groenendaal Glanzende lange dikke zwarte vacht

Tervueren langharige vaalgele, goudkleurige vacht, doorschoten met zwart, liefst met een zwart masker

Mechelaar Kleiner en lichter dan duitse herder, zeer kortharig

Lakense herder goudachtig wildkleurige vacht met lang ruw haar (6 cm) met een warrig uitzicht, ook op het aangezicht; baard en snor

Schipperke Opgekrulde staart, klein, hoofd is vosachtig

-

Duitsland

Duitse herder haarkleuren : zwart, ijzergrauw, askleur (hetzij eenkleurig, hetzij met regelmatige bruine, gele of grauwwitte aftekeningen, telkens al of niet met een mantel), wolfskleur. 3 beharingsvormen : stockharig (gewenst en veruit het meest voorkomend; hoofd en oren zijn kort behaard), langstockharig (ook hoofd en oren zijn langer behaard), langharig - Frankrijk Beauceron Kortharig, black and tan, lang hoofd, dubbele sint-hubertusklauwen aan de achterbenen

Briard Lang, droog haar dat niet glad is, baard op hoofd, snor en wenkbrauwen die ogen bedekken, dubbele sint-hubertusklauwen aan de achterbenen, alle eenvormige kleuren behalve wit

-

Nederland

Schapendoes Ziet er slordig uit, vele kleuren, vnl. grauw-grijs tot zwart, met dikwijls lichter gekleurde voeten

Saarloos wolfshond Stokharig, vooral wolfsgrauw en wildbruin

-

Groot-Brittannië

Bobtail ‘Ti geweune samson zeg’ Zeer korte staart, blauw, grauw of grijs, maar hoofd, nek, voorhand en onderbuik zijn wit

Collie ‘tis me lassie te doen’ Hoofd heeft een stompe langwerpige wigvorm langhaar en korthaar, kleur: sabel en wit, driekleur (zwart, geel, wit), blue merle

Bearded collie Langharig een wollige ondervacht, verschillende kleuren: grijs, bruin, zwart, goud met of zonder witte aftekeningen

Border collie meestal zwart-wit (wit mag niet overheersen), ook merle en zwart-wit-bruin

Shetland sheepdog Uiterlijk miniatuur collie, korte rug

Corgi Typische kleuren : rood, sable, black & tan, met of zonder wit en korte pootjes

-

Verenigde staten

Australische herder typische kleuren : leverkleur, blue merle, zwart, bruin, met of zonder wit

-

Hongarije

Puli ‘Een dweil’ wit, zwart of grijstinten dreadlocks (koordvacht)

Komondor ‘een zeer grote dweil’ Grote versie van de puli Steeds wit Dubbele vacht Dreadlocks (koordvormig) -

Zwitserland

Witte herdershond Kort, lange vacht Typische kleuren: wit

Groep 2: honden van het schnauzer en pinscher type, molossers en sennenhonden Schnauzers (van Duitse origine) Riesenschnauzer Vierkant van bouw Kleuren: zwart of peper-en-zout vorm

Standaard schnauzer Zelfde uitzicht en kleuren als riesenschnauzer maar kleiner

Dwergschnauzer Zelfde uitzicht en kleuren als riesenschnauzer en standaard schnauzer maar nog kleiner

Pinschers (van Duitse origine) Dobermann pinscher Zeer hoog aangezette schuin hangende oren Glad haar, kort, hard, dik en vlak aanliggend Kleur black and tan of chocolate (bruin-roest) and tan

Dwergpincher Tippende oren( attent staan ze recht) glad aanliggende bovenvacht Kleuren: glazend black and tan, geel; lichtbruin, reekleur, bruin, blauw

Molossers (doggen en dogachtigen) -

Groot-Brittannië

Engelse Bulldog Korte, lage hond Rozenoren Rug licht ingedeukt juist na de schoft Zeer breed Kleuren: uniform, bont of gestroomd roodachtig in verschillende tinten Mastiff Groot, massief en krachtig gebouwd Korte en vlak aanliggende bovenvacht Kleuren: abrikoos, bleek tot donker reekleurig; moeten steeds zwart zijn : snuit, oren, neus en de streek rond de oogkassen.

Bullmastiff Kruisingsproduct van Engelse bulldog en Mastiff

-

Frankrijk

Bordeauxdog Enorm hoofd met veel rimpels zwart of rood masker (samengaand met resp. een zwarte of een rode neustop); fijne, korte en zachte bovenvacht; meestal mahonierood of goudkleurig, eventueel gestroomd

Pyreneese berghond Hoofd is relatief klein en gelijkt op hoofd van een bruine beer, maar met hangende oren Zeer milde doggenmuil Zwarte oogomrandingen Oren zijn klein en driehoekig met afgeronde punt Tamelijk lange witte vacht (soms aftekeningen)

-

Canada

Newfoundlander Zwaar gebouwd Vierkante snuit is bedekt met kort haar Kleine oren Halflangharig, dicht, nogal grof en vettig (waterafstotend) Kleuren: uniform bruin of zwart

-

Duitsland

Duitse dog Hoofd is lang en smal met duidelijke stop Kruis is licht hellend Beharing is heel kort, dicht en glanzend Kleuren: geel, geel gestroomd, zwart, blauw, harlekijn Boxer skelet is zwaar en de spieren zijn goed ontwikkeld, droog en goed zichtbaar, mede wegens zijn gladharigheid zwarte snuit kleuren : tinten van geel tot mahonierood, al of niet gestroomd, al of niet bont

Rottweiler Brede schedel, duidelijke stop Hangende oren zijn driehoekig, staan ver uit elkaar, zijn hoog aangezet en worden naar voor gedragen Borst is diep en breed Kruis is breed Kleuren: altijd black and tan Leonberger Hoofd is matig gewelfd Langer rug Laag gedragen pluimstaart Kleuren: lichtgeel, goudgeel tot roodachtig bruin (eventueel met donkere haarpunten), liefst met een zwart masker

Landseer ECT (Europees continentaal type) Zwaar uitziend, breed en gespierd, massief hoofd met en goed ontwikkelde achterhoofdsknobbel Lange warrige staart, bovenvacht: lang en zacht, behalve op het hoofd Kleuren: wit met zwarte aftekeningen op romp en kruis en een zwart hoofd

Hovawart Zeer oud Duits gebruikshondenras 3 kleuren: zwartblond, zwart, blond

-

Zwitserland

Sint-Bernard Zeer krachtige, brede en overal sterke gespierde hond, massieve schedel, diepe stop Brede en zware staart, bovenvacht : middellangharig of kortharig; kleur : steeds gelig roodbont; eventueel met een zwart masker

-

Italië

Napolitaanse dog Korte, brede schedel, nogal korte snuit en rechte neusrug, duidelijke stop, veel hoofdrimpels Zeer overvloedige huid thv het hoofd en keel Beharing is overal kort, dicht en fijn Kleuren: gijstinten (eventueel gestroomd), zwart China

Shar Pei Veel huidrimpels over het gehele rimpels Geblokte hond met een massieve snuit met zware bovenlippen Zeer korte vacht is borstelig Kleuren: zwart, bruin, rood

-

Sennenhonden (van Zwitserse origine)

Sennenhund Kort en massief hoofd, onduidelijke stop en tamelijk lange snuit donzige, goed bevederde en niet gekrulde staart; bovenvacht : overvloedig, lang en glad; kleur : 3-kleurig, nl. bont black and tan (wit mag op borst, neusrug, voeten en staartpunt). Appenzeller sennenhund Niet massief, maar wel levendig en gespierd Breed en plat hoofd met onduidelijke stop Staart wordt gekruld gedragen over het kruis Kleur: zie berner

Grote Zwitserse sennenhund sterk gebouwd, grootte cfr Berner maar kortharig

Entlebucher sennenhund

Groep 3: terriers (aardhonden) Groot-Brittannië - hoogbenige terriërs Airedale terriër Relatief grote terriër, kleine v-vormige oren, naar voor vallend Hoog aangezette gedragen staart Beharing: draadharig, hard en dicht Kleuren: roestbruin met een zwart of donkergrijs zadel dat reeds in de hals begint (mantel)

Bedlington terriër Karperrug, hellend kruis, diepe borst en opgeschorte buik Ramshoofd zonder stop Kleuren: blauw (al of niet met roestbruin), zandof leverkleurig Blaft nagenoeg niet Fox terriër Vlak schedeldak, staart: hoog aangezet en rechtopstaand gedragen 2 vachtsoorten (strikt gezien 2 aparte rassen): gladharig en draadharig Kleur: wit (dat overheerst) met zwarte en/of geelbruine aftekeningen (bij draadhaar) Parson jack russell terriër werd afgeleid uit de Fox Terriër en heeft een vergelijkbare lichaamsbouw, maar de snuit is minder lang en de schedel is iets breder; komt voor in een gladharige en een ruwharige versie (bij deze laatste is er geen snor en baard en is de beenbeharing niet langer dan op het lichaam, dit in tegenstelling tot de draadharige Fox Terriër); kleur : wit of hoofdzakelijk wit met roodbruine, gele, zwarte of driekleurige aftekeningen, meestal beperkt tot het hoofd en de staartbasis. De laagbenige versie (sh 25-30 cm), eveneens glad- of ruwharig, wordt Jack Russel Terriër genoemd Border terriër Hoofd lijkt op otter v-vormige oren hangen voorwaarts dicht bij de wangen tamelijk lang lichaam korte dikke staart kleuren: rood, tarwekleurig, roestbruin peperen-zout, roestbruin met blauw. - Laagbenige terriërs

Sealyham terriër Matig ramshoofd met grote kaken en lange snorren en baard Kort behaarde middelgrote oren hangend Beharing: draadharig en vooral lang op de buik kleuren : meestal gans wit, zoniet wit met gele of bruinachtige aftekeningen op hoofd en oren Cairn terriër Klein maar breed hoofd Kleine puntachtige rechtopstaande oren Beharing: dubbele vacht, hard, halflang Kleuren: rood, zandkleur, grijs of bijna zwart Donkere oren en snuit zijn zeer typisch

West highland white terriër is eigenlijk de volledig witte variant van de Cairn Terriër

Schotse terriër Staande, dunne en scherpe oren Korte rug Kleur: zwart (meestal), blauw, tarwekleurig

Skye terriër Lange hond Sterke bevedering oren maar toch is oorvorm zichtbaar Beharing: bovenvacht met lang, recht en vlak haar Kleuren: elke kleur, dikwijls donker of licht blauwgrijs

Norfolk terriër Een van de kleinste terriërs Bovenvacht: hard, draadachtig, recht en dicht Kleuren: van tarwekleur tot roestbruin, soms zwart of grauw

Norwich terriër Helemaal zelfde als norfolk behalve heeft de norwich rechtopstaande oren (vossensnuit)

-

Terriërs van het bulldogtype

Bull terriër Sterk, breed en gespierd lichaam Lang hoofd en bij vooraanzicht eivormig Varkensogen kleuren : wit, bont (liefst meer kleur dan wit); sommige (niet alle) zijn nogal vechtlustig t.o.v. andere honden Staffordshire bull terriër Heeft eerder een doggenhoofd Half staande oren Zeer sterk, kort, breed, gespierd lichaam, voorbenen ver uit elkaar Ronde ogen Beharing: kort en glad Kleuren: zwart, rood, reekleur, blauw, wit, eventueel gestroomd en/of bont -

Terriërs van het dwerghondentype

Yorkshire terriër Stevige recht rugbelijning Vlak en nogal klein hoofd met lang haar Kleine v-vormige oren beharing : lang, fijn, zijdeachtig, glanzend en volkomen recht, gelijk verdeeld over beide lichaamshelften, met een scheiding lopend van de neus tot de staartpunt kleur : donker staalblauw in combinatie met roestbruin Ierland -

Hoogbenige terriërs

Ierse terriër het voorkomen is vergelijkbaar met dat van de Airedale, Welsh en Lakeland Terriërs, maar de kleur is effen geelrood tot tarwekleurig (dus geen zadel)

Kerry blue terriër Lang hoofd met een platte schedel en weinig stop beharing : overvloedig, zacht, zijdeachtig en golvend kleur : blauw (dat kan vergrijzen bij veroudering)

-

USA

American staffordshire terriër 8 cm groter dan bull terriër Andere verschillen zijn: meer rimpels op het voorhoofd, de ogen zijn spleetvormig en de slapen zijn eerder ingevallen Kleuren: rood en beige, al of niet gestroomd, al of niet bont.

Groep 4 teckels of dashhonden

Standaard teckel Borstomtrek > 35 cm

Dwergteckel Borstomtrek 30-35 cm

Kaninchen teckel Borstomtrek < 30 cm

Algemene kenmerken teckels: kortbenige dieren met een relatief zeer lang en gespierd lichaam; gestrekt hoofd met zo weinig mogelijk stop, droog en scherp omlijnd en versmallend naar de neus toe; zware, uitstekende wenkbrauwen en strak gespannen lippen; ovale, schuin geplaatste ogen; oren hoog aangezet, matig lang en afgerond; de staart, recht en naar beneden gedragen, zet de lijn van de ruggengraat verder; kleuren : vrij veel (effen, tweekleurig, merle), maar komen meest voor : rood en black and tan, behalve bij de ruwharige die dikwijls wildkleurig is. -

Groep 5: noordse rassen; honden van het spits en primitief type Poolhondenrassen en sledehonden (Alaska) : USA

Siberian husky Fijn besneden vosachtig hoofd Bruine of blauwe ogen Geen halskraag en staart niet opgekruld naar boven Kleuren: alle kleuren en aftekeningen (ook wit), maar meestal wolfsgrauw, zilvergrijs, roestbruin en zwart-wit Op het hoofd een kapachtig masker en een bilvormige aftekening rond de ogen

Alaskan malamute Stevig gebouwd Zwaarder dan de siberian husky, enigszins op zijn tenen staand Kleine oren in vergelijking met het hoofd Staart: wuivende pluimbeharing, krulstaart! Dikke halskraag Kleuren: meestal wolfsgrijs of zwart en wit Op het hoofd een kap en/of bril - Rusland Samojeed Nogal puntige snuit Zware vacht met een duidelijke halskraag Op het hoofd kort en glad haar Kleuren: wit, roomkleurig, wit met lichtbruin

Europese keeshonden - Duitsland Wolfspitz (wolfskeeshond) Korte, rechte rug, aflopend van schoft naar kruis Diepe borst Zware halskraag Dicht bij elkaar geplaatste puntoren Wigvormige neus en duidelijke stop Krulstaart vormt een grote harige bos Kleur: wolfsgrauw

Grosspitz (grote keeshond) Uitzicht zoals wolfspitz Kleuren: wit, zwart, bruin

Mittelspitz (middenslag keeshond) Uitzicht zoals wolfspitz en grosspitz Kleuren: wit, zwart, bruin, oranje, wolfsgrauw

Kleinspitz Uitzicht zoals wolfspitz, grosspitz en mittelspitz Kleuren zoals wolfspitz, grosspitz en mittelspitz

Dwergspitz Uitzicht zoals wolfspitz, grosspitz en mittelspitz Kleuren zoals wolfspitz, grosspitz en mittelspitz

Aziatische keeshonden - Japan Akita inu Goed opgetrokken buik Breed voorhoofd met een duidelijke middengroef Zware krulstaart Beharing: peper-en-zout, zwartgrijs, gestroomd, wit, wit met aftekeningen. Alle kleuren behalve wit: ‘urajiro patroon’

Shiba inu jachthond, levendig, ontrouwig naar vreemden, waaks, nieuwsgierig, vrolijk

-

China

Chow chow Leeuwachtige verschijning Blauwzwarte tong en mondslijmvliezen Kleuren: effen rood, zwart, blauw en roomskleur

Keeshonden van het oerhondtype -

Congo

Basenji Blaft niet maar jodelt Hoog aangezette staart die 1 of 2 ringen vormt en dicht tegen het kruis aangedrukt wordt Kleuren: meestal roodbont, daarnaast zwartbond en driekleur (bruin, zwart, wit) Voeten en staartpunt steeds wit, vooral de voorhand is wit Groep 6: lopende honden en zweethonden (drijvende honden) - Groot-Brittannië

Foxhound Uitzonderlijk uithoudingsvermogen Kaarsrechte voorbenen Lage sprongen Opgericht gedragen sikkelvormige staart Steeds 2 bonte kleuren: ofwel tweekleurig, nl. zwartbont of (bleek tot donker) bruin met wit, ofwel driekleurig , nl. bruin, wit en zwart

Beagle Laag aangezette oren, tegen de wangen aangliggend Beharing: meestal glad en niet te kort, soms ruwharig Kleuren: driekleurig (wit, zwart, rood), dikwijls met een zwarte mantel Bassethound Ontstond nar inkruising van bloedhond in franse basset artésien normand Kortbenig Hoofd is langer dan breed Duidelijke achterhoofdsknobbel Treurige ogen, zeer lange oren Dikwijls korte x-benen vooraan Beharing: hard, kort, glad en dicht Kleuren: roodbont of driekleurig (wit, rood, zwart) - België Sint-Hubertushond (bloedhond) Speurhond bij uitstek, kan sporen volgen die tot 100 uur oud zijn Zware, brede, massieve hond Groot hoofd is zeer kenmerkend Oren dun en zeer lang Veel keelhuid Kleuren: roestbruin (effen of met zwart zadel, zwarte flanken en zwarte halsaanzet) - Frankrijk

Basset Artésien Normand Relatief lange hond met korte ledematen Goed vooruitstekend borstbeen Tamelijk lange staart Kleur: tweekleurig wit-oranje of driekleurig witrood-zwart met veel rood aan het hoofd en een zwarte mantel Grand Bleu de Gascogne Hoofd is aristocratisch, gestrekt met een nogal losse hoofdhuid die 1-2 wangrimpels vormt, zwakke stop Duidelijke achterhoofdsknobbel Sprongen dicht bij de grond Uniek haarkleurpatroon: het ganse lichaam is donker leiblauw gespikkeld, met grote platen op rug en schouders, rond de ogen, op het voorhoofd en de oren, bleke roestbuine vlekken op de laagste delen van de benen, op de bovenlippen, de wangen en de wenkbrauwen - Zuid-Afrika Pronkrug (Rhodesian Ridgeback) Sterke gespierde hond met veel uithoudingsvermogen en snelheid Typische pronk op de rug: boven de ruggengraat, van juist achter de schouders tot aan de heupen, treft men een haarstrook aan waarvan de haren in de tegengestelde richting ingeplant staan als de omgevende haren; hierdoor lijkt deze strook donkerder gekleurd te zijn; bij het begin van de pronk, bevinden zich 2 haarwervels (haarkruinen); kleur : licht tot rood tarwekleurig -

Kroatië

Dalmatiër Kleur: zuiver witte grondkleur met diepzwarte of leverkleurige vlekken die rond en goed afgetekend moeten zij en niet in elkaar mogen overlopen (kleiner op de benen dan op het lichaam)

Groep 7: staande honden -

Frankrijk

Braque Sterk, krachtig, maar niet zwaar, edel, met stevige ledematen, groot, maar niet zwaar hoofd Beharing: altijd kort en glad Kleuren: nooit effenkleurig maar meestal gespikkeld en/of met kleine platen (licht of donker bruin, zwart, blauw) Epagneul Breton Lang hoofd met kort voorhoofd en een typische ingevallen (holle) stop Heupen lager dan de schoft Beharing: golvend en zacht Kleuren: witte grondkleur met oranje (soms kastanjebruine) vlekken op het lichaam en steeds om de ogen, samen met gekleurde oren Griffon Groot en lang hoofd Snorren, baard en wenkbrauwen zijn zeer zwaar Ogen niet verborgen onder de wenkbrauwen Bovenvacht is hard en ruig zoals bij een everzwijn Kleuren: bij voorkeur staalgrijs met kastanjebruine platen, of effen roodachtig bruin of bruinschimmel - Groot-Brittannië Pointer Slank, hoogbenig, lange hals diepe borst met goed gewelfde ribben, lange en zeer gespierde dijen, heeft een wipneus Kaarsrechte staart Kleuren: grote variatie, meestal bont tweekleurig met wit als grondkleur (geel-wit, oranje-wit, leverkleurig-wit, zwart-wit) en gekleurde grote platen en/of vlekjes; eventueel effen of driekleurig; bij bijna volledig witte dieren blijven de oren en de oogstreken gekleurd Engelse Setter Kleur: witte hoofdkleur, doorspekt met kleine vlekjes die zwart, leverkleurig of geel zijn, driekleurig wit, zwart en roodbruin

Gordon Setter Zwaarste en sterkste Setter, maar de minst snelle Beharing: liefst niet golvend of hullend Kleur: altijd black and tan

-

Ierland

Rode Ierse Setter Meest voorkomende Setter Staart=vlag Kleur: uniform roodbruin

Wit-rode Ierse Setter Zelfde als Rode Ierse Setter maar is overwegend wit met rode vlekken Komt weinig voor

-

Duitsland

Deutscher vorstehund heeft een edel, gespierd en harmonieus voorkomen; lange hals, diepe borst, goed gewelfde ribben, licht opgetrokken buik, korte rug, breed kruis; matig lange, hoog aangezette staart, versmallend naar achter toe; brede en platte schedel, matige achterhoofdsknobbel, brede, licht gewelfde neus, zwakke stop; oren hoog aangezet, matig lang en plat zonder plooien tegen de wangen gedragen; er zijn 4 beharingsvormen : kortharig, dik, grof en hard; draadharig : zeer hard en draadachtig, dik en nauw aansluitend, bovenvacht 2-4 cm lang, ondervacht lang en dik; goed uitkomende wenkbrauwen en grove snorren en baard; stekelharig : het ruw draadachtig haar (4 cm)

staat recht als stekels en de ondervacht is nauwelijks zichtbaar; dikke wenkbrauwen, matige baard en snor; - langharig (is aan het verdwij...


Similar Free PDFs