Richtlijnen Portfolio voorbeeld met uitleg PDF

Preview

Summary

slb portfolio...

Description

Richtlijnen Portfolio

Portfolio Een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) is van wezenlijk belang voor het ontwikkelen van competenties. Dit veronderstelt dat je als student zelf verantwoordelijk bent voor je persoonlijke en professionele ontwikkeling. Bij een POP ga je uit van je eigen kwaliteiten en aspiraties in relatie tot de eisen en mogelijkheden van je toekomstig beroep. Op die manier krijg je zicht op de sterke en zwakke kanten van jezelf. Met een POP stuur je jouw eigen ontwikkeling. Die ontwikkeling houdt niet op bij het behalen van je diploma maar gaat in principe levenslang door. Door het gebruik van een POP ben je doelgericht bezig met je eigen ontwikkeling, niet alleen bij het leren op het PTC, maar ook op het werk en in je privéleven. Het POP heeft betrekking op een bepaalde periode, in dit geval je studieperiode. Op basis van de resultaten van deze periode kan je op eigen initiatief een nieuwe periode aansnijden. Je vorderingen houd je bij met behulp van een portfolio. Dit is een persoonlijke verzameling van documenten die dient om je ontwikkeling zichtbaar te maken en je competentieontwikkeling te verantwoorden. Je moet dus aan de hand van je portfolio over je eigen ontwikkeling kunnen communiceren met je OC, mentor- en begeleider. Je kunt van tijd tot tijd laten zien hoe het staat met je ontwikkeling, je keuzes verantwoorden en je plannen toelichten. Je portfolio dient per mail en in papiervorm overhandigd te worden aan de SLB docent. Je ontwikkelingen en plannen dien je op geregelde basis aan te passen in je portfolio en door te mailen naar de docent. Je portfolio bevat verschillende elementen:

Map 1: Persoonlijk dossier 

Curriculum Vitae (C.V.): Het gaat hier om het opsommen van personen, feiten, ervaringen en gebeurtenissen die bepalend zijn voor opvattingen, keuzes en perspectieven. (zie hiervoor bijlage 1)



EVC’s: Het is de bedoeling dat je Eerder Verworven Competenties beschrijft die je hebt ontwikkeld middels levens-, school- en werkervaringen én die relevant zijn voor de opleiding en beroep.



Beroepsbeeld: Door een beeld te schetsen van je toekomstige beroep, de kwaliteiten die je ervoor nodig hebt, creëer je voor jezelf een perspectief en ontwikkel je een motivatie voor opleiding en beroep. Door dit beeld regelmatig bij te stellen kun je je eigen beroepsontwikkeling inzichtelijk maken. (Je kan je hiervoor baseren op de lijst in bijlage 2)



Self-Assessment (via SWOT): Een logisch vervolg op de ontwikkeling van een beroepbeeld is de ontwikkeling van een zelfbeeld. Dit impliceert een inschatting van de eigen kwaliteit gerelateerd aan de eisen van het beroep. Het levert voor jezelf een sterktezwakte analyse (SWOT) op die de basis vormt voor een zelfgestuurd leerproces (zie bijlage 3).

Map 2: Persoonlijk ontwikkelingsplan 

POP: Conclusies uit het Self-Assessment (SWOT) vormen de basis voor de ontwikkeling van jouw persoonlijke leerdoelen voor de studieperiode. Deze doelen vormen niet alleen de motor voor te ondernemen acties, maar eveneens de criteria waarop je kunt beoordelen of je de voorgenomen resultaten ook bereikt hebt binnen de gestelde termijn.



Bewijzen van kunnen: Aangezien de bewijslast voor het bereiken van competenties bij de student ligt, is het van belang dit vermogen te illustreren (voorbeelden vind je in bijlage 5). Deze bewijzen van kunnen moeten opgenomen worden in het uiteindelijke verslag.

▪

Feedback: De tussentijdse feedback die je krijgt (en vraagt) van je docent of mentor dient niet alleen om je functioneren binnen het project/de organisatie te bevorderen, maar helpt jou ook om je leerdoelen bij te stellen.

▪

Evaluatieverslagen: het tussentijdse evaluatieformulier en het finale evaluatieverslag van de docent of mentor (bijlage 8 & 9) wordt hier na afloop toegevoegd.

Map 4: Reflectie 

Reflectie m.b.t. je studie



Zelfreflectie: Van wezenlijk belang in het proces van zelfsturing is niet alleen beoordelingen van anderen systematisch te verzamelen, maar ook zelf daarop te reflecteren. Zelfreflectie impliceert een terugkoppeling van het leerproces gerelateerd aan de doelen die je oorspronkelijk hebt gesteld. Eigen evaluatie is belangrijk bij het proces van sturing van het leren. Deze komen tot uitdrukking bij de volgende vragen: - Wat zijn de sterke en zwakke punten van het resultaat? - Wat heeft goed gewerkt? - Wat heeft niet goed gewerkt, is niet uit de verf gekomen? - Welke verklaringen geef je zelf voor dit resultaat? De conclusies uit de eigen evaluatie leiden tot acties die verdere competentieontwikkeling voor de toekomst bepalen.

2

Bijlage 1: Leidraad Curriculum Vitae Persoonsgegevens -

Titel, naam, voornamen en geslacht Je adres Telefoonnummer van thuis en mobiel Geboortedatum en -plaats Burgerlijke staat Nationaliteit

Opleidingsgegevens -

-

Middelbaar onderwijs, diploma, jaartal, vakkenpakket. Hoger beroepsonderwijs, diploma, jaartal, studierichting, stages, afstudeerproject. Universitair onderwijs, diploma, afstudeerdatum, studierichting, specialisatie, stages, stagebegeleiders met titel, afstudeerproject met begeleiders en titel, masterproef met begeleiders en titel, vakkenpakket, extra stages en vakken. Cursussen, diploma, jaartal.

Werkervaring -

Bedrijf, functie, jaartal, werkzaamheden.

Nevenactiviteiten -

Commissies, besturen, studentenverenigingen, politieke partij, sportvereniging, jaartal, functie, taken.

Hier komen je Elders Verworven Competenties duidelijk naar voren. Vaardigheden -

Talenkennis Computerervaring, programma's Rijbewijzen Sterke eigenschappen

Hobby's -

Speciale belangstelling voor bijvoorbeeld film, theater, sport, etc.

Bijzondere gegevens of referenties

-

Personen die een belangrijke rol hebben gespeeld in je professionele levensloop

-

Auteurs of theoretici die je beïnvloedt hebben

3

Bijlage 2: Competentieprofiel van de ICT- student

4

Bijlage 3: Persoonlijke SWOT De basis van de SWOT-techniek is gelegd in de jaren zestig om als strategisch instrument gehanteerd te worden door bedrijven. Elk plan kan falen (waarom gaan bedrijven failliet, ook al hadden ze een strategisch plan opgesteld?), ook een persoonlijk ontwikkelingsplan. Om een eventueel falen te beperken, kan de SWOT ingeschakeld worden. Het zet je aan tot fundamentele reflectie. De basisvragen zijn: Wat zijn mijn sterke en zwakke (te verbeteren) kanten? Welke kansen liggen er voor het grijpen? Voor welke bedreigingen moet ik me hoeden? Sterktes (S) en zwaktes (W) formuleer je op basis van een interne analyse. Het gaat om je persoon. Kansen (O)

Intern

en bedreigingen (T) behoren tot de externe analyse en zoek je buiten je zelf.

Positief

Negatief

Je sterktes

Je zwaktes

Extern



Waar ben je goed in?



Kansen voor je studie 

Waar ben je zwak in?

Bedreigingen voor je studie?

Welke trends/kansen/uitdagingen zie je in het



Welke bedreigingen ervaar je door je

Het doel van kansen is de sterke punten te versterken of te behouden en de zwakke punten zoveel als mogelijk te elimineren. Voor bedreigingen geldt dat ze sterke punten laten afnemen en zwakke punten creëren. Pas door combinaties te maken, kom je tot goede inzichten en kan je bvb. leerdoelen opstellen. Het zal je ongetwijfeld helpen bij de keuze van de meest geschikte stageplaats. Onderstaand schema dient als leidraad, maar gebruik in de eerste plaats je gezond verstand!

STERKTE

KANS

BEDREIGING

INVESTEER

VERDEDIG

Duidelijke overeenkomsten tussen sterktes en

Bedreigingen die overlappen met sterktes

5

ZWAKTE

BESLIS

SCHADEBEHEERSING

Kansen die overeenkomen met een zwakker punt

Bedreigingen die overlappen met zwaktes

vragen om een beslissing: investeer desinvesteer

vragen om schadebeheersing

Voorbeeld Stel dat je ‘onderhandelen’ als een zwakte ziet en een kans ziet in het feit dat de sector goede cultuurbeleidscoördinatoren ziet in de aanstormende agogen, zoek dan een stageplaats waarin je aan deze vaardigheden kan werken. Stel dat je minder sterk bent in managementvaardigheden, maar het loon in de sector ziet als een bedreiging voor je werktevredenheid, investeer dan in deze vaardigheden zodat je in de privé-sector aan de slag kan als agoog. Stel dat je sterk bent in ICT-vaardigheden en je ziet een kans in de mogelijkheden van e-cultuur voor de sector, investeer dan in deze vaardigheden. Stel dat je sterk bent in het werken met ouderen en je hebt in je opleiding niet veel gezien over de ouderen, investeer dan in je competenties i.v.m. het werken met ouderen.

6

Persoonlijk Ontwikkelings Plan 1. Doelen Geef hier aan wat je wilt bereiken, bijvoorbeeld: - Als student en in toekomstige functies - Groei in huidige functie - Behalen van je studie / vakken - ICT vaardigheden - Talenkennis - Presentatie vaardigheden - Klantvriendelijkheid - etc. 2. Competenties Wat zijn jouw sterke competenties en aan welke competenties moet je nog werken? Geef hier aan wat je al kan en wat je wilt verbeteren. Heb je nog niet genoeg zelfinzicht, doe dan eerst een van de gratis persoonlijkheidstesten op WerkPlanet na inlog. 3. Vereiste acties Wat moet je doen om jouw doelen te bereiken en om je competenties te verbeteren? - Bijscholing - Training - Bijles - Omscholing - Meelopen met een collega - etc. 4. Tijdsindeling Geef hier aan hoeveel tijd je waarschijnlijk kwijt bent aan de acties die je gaat ondernemen: Is iets een korte termijn plan of is het een proces waar je langere tijd mee

bezig

5. Benodigdheden Wat heb je nodig om je doelen te bereiken? Voorbeelden: - Zelfstudie pakket - Externe cursus/training - Overleg met een collega 7

bent?

- Supervisie van je leidinggevende - Nieuwe apparatuur of computer programma's - etc.

8

Voorbeeld Persoonlijk Ontwikkelplan van

naam Versie .1., datum

Studentgegevens Naam:

Datum:

Studienummer:

SLB Docent

Periode:

9

10

Inhoudsopgave:

Je portfolio dient per mail en in papiervorm overhandigd te worden aan de SLB docent. Je ontwikkelingen en plannen dien je op geregelde basis aan te passen in je portfolio en door te mailen naar de docent......................................................................................................................................1 Je portfolio bevat verschillende elementen:..........................................................................................1

J es t e r kt e s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 J ez wa kt e s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Ka ns e nv oo rj es t u di e . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Be d r e i gi n g e nv o o rj es t ud i e ? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Persoonlijk Ontwikkelings Plan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 I n ho ud s op g a v e : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Vo or woo r d / i n l e i di n g : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1 Ze l f p or t r e t : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Beroepsbeeld: (Geef hier een korte motivatie van je studiekeus, vooropleiding en het beroep dat je later wil uitoefenen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Studie: (vb. stimulerende en belemmerdende factoren, vrije tijd (hoe besteed je die), hoe studeer je. Ben je gemotiveerd?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 2 Persoonlijke kenmerken: (copententies komen hier ook aan de orde). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 CV: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 3 Co mp e t e nt i e se nl e e r do e l e n: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 4 I d e a l e ne na mbi t i e s : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Wa a r oma c htj e , j e z e l fg e s c hi kto mn a a rhe tt we e dej a a ro v e rt eg a a n: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 6 Wa tma a ktmi jdo ord eo g e nv a ne e na n de re e ng oe d eI CTe r : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 SWOT: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 BELBI NKe r nkwa dr a nt : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Ti mema na g e me nt : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

11

Voorwoord/inleiding: Dit is het Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) van …….student aan….

In dit document komt u de volgende dingen tegen:       

Zelfportret CV Competenties en leerdoelen Idealen en ambities Waarom acht ik mezelf geschikt Wat maakt mij een goede ICT-er SWOT analyse

.

12

Zelfportret: Beroepsbeeld: (Geef hier een korte motivatie van je studiekeus, vooropleiding en het beroep dat je later wil uitoefenen) Studie: (vb. stimulerende en belemmerdende factoren, vrije tijd (hoe besteed je die), hoe studeer je. Ben je gemotiveerd? Persoonlijke kenmerken: (copententies komen hier ook aan de orde)

13

CV:

14

Competenties en leerdoelen: Bijvoorbeeld……Deze competenties vind ikzelf vereist bij een HBO opleiding ICT

15

Idealen en ambities:

16

Waarom acht je, jezelf geschikt om naar het tweede jaar over te gaan:

17

Wat maakt mij door de ogen van een ander een goede ICT-er:

18

SWOT:

19

Persoonlijke eigenschappen.

20

BELBIN Kernkwadrant:

21

Time management:

22

Studieresultaten en studieplan

23

Competentiekaart

24...