Derksen uitleg stoornissen PDF

Title Derksen uitleg stoornissen
Course Blok 3.3.K Stoornissen in persoonlijkheid
Institution Anton de Kom Universiteit van Suriname
Pages 18
File Size 158.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 33
Total Views 138

Summary

Derksen...


Description

Paranoïde persoonlijkheidsstoornis Belangrijkste kenmerk → de neiging andermans gedrag te interpreteren als opzettelijk vernederend of bedreigend. Ze verwachten steeds uitgebuit, benadeeld of aangevallen te worden. Voorbeeld: Wanneer een verkoper bij het afrekenen per ongeluk een fout maak, nemen ze aan dat deze hen met opzet probeerde te benadelen (Er is een wantrouwen tegenover anderen en hun motieven worden negatief beoordeeld.) Andere kenmerken: - Reageren door boos te worden of een tegenaanval in te zetten. - Achterdocht kan zich uiten in een koele, vijandige houding → sarcastische opmerkingen, openlijke confrontaties met anderen, of voortdurend klagen over het wangedrag en de kwade bedoelingen van anderen. - Zijn vaak rancuneus en niet bereid het 'onrecht' te vergeven dat hen is aangedaan → de vijandige gevoelens zijn zeer hardnekkig. - Zetten altijd vraagtekens bij de loyaliteit en betrouwbaarheid van vrienden en kennissen → zijn bang dat de persoonlijke informatie die ze verschaffen, tegen hen zal worden gebruikt. - In intieme relaties zijn ze achterdochtig en soms erg jaloers en gespitst op tekenen van ontrouw van hun partner. Voorbeeld: Steeds willen weten waar de partner naartoe gaat om te voorkomen dat ze "bedrogen' worden. De clinicus benaderen zij vaak uiterst kritisch (Wat gaat u doen met alles wat ik u vertel?, Waarom schrijft u dat op?). Comorbiditeit Een aantal kenmerken van deze persoonlijkheidsstoornis komt ook voor bij sommige vormen van schizofrenie en de waanstoornis. Bij iemand die alleen een paranoïde persoonlijkheid heeft, zonder een psychotische stoornis, ontbreken echter de waren en hallucinaties. Schizoïde persoonlijkheidsstoornis Kenmerken: - Beschrijving (Bleuler) → een naar binnen gerichte tendens, weg van de buitenwereld, en het ontbreken van emotionele uitingen. De psychische wereld van de schizoïde persoon maakt hierdoor een saaie, gevoelloze indruk.

-

-

Sommigen zeggen dat de uiterlijke ongevoeligheid en onverschilligheid van de schizoïde persoon een innerlijke gevoeligheid kunnen maskeren. Zijn onverschillig in sociale relaties en vertonen een beperkte variatie in emotionele ervaringen en uitdrukkingswijzen. Verlangen niet naar en genieten niet van intieme relaties → het zijn eenlingen Hebben een voorkeur voor activiteiten die ze alleen kunnen ondernemen. Weinig belangstelling voor seksuele contacten, beleven aan weinig activiteiten plezier en hebben geen hechte vriendschappen. Zijn afstandelijk en lijken zich weinig aan te trekken van wat anderen van hen vinden. Hebben vaak gebrekkige sociale vaardigheden, waardoor ze oppervlakkig of in zichzelf gekeerd overkomen. Ervaren zelden sterke emoties als woede of vreugde. Als ze deze emoties wel ervaren, hebben ze er moeite mee deze te uiten.

Comorbiditeit Is moeilijk af te bakenen van schizotypische en de vermijdende persoonlijkheid. De nadruk op de zgn 'negatieve symptomen': er ontbreekt van alles. Dergelijke negatieve symptomen kunnen ook bij schizofrenie voorkomen, maar daar worden zij afgewisseld door 'positieve' symptomen als wanen en hallucinaties. Of er in genetisch opzicht een samenhang bestaat tussen schizofrenie (de negatieve symptomen) en de schizoïde persoonlijkheidsstoornis, is vooralsnog niet aangetoond. Antisociale persoonlijkheidsstoornis Kenmerken: - Een patroon van onverantwoordelijk en antisociaal gedrag. - De diagnose wordt alleen gesteld bij mensen van ten minste 18 jaar bij wie er aanwijzingen zijn dat zij voor het 15e levensjaar gedragsstoornissen vertoonden, zoals agressief gedrag tegen mensen of dieren, oneerlijkheid, diefstal, vandalisme, spijbelen of weglopen. - Hebben doorgaans een geschiedenis van gedragsstoornissen die teruggaat op de kinderjaren of het begin van de adolescentie. - Hebben weinig of geen schuldgevoelens en zijn vooral gericht op het behalen van eigen voordeel.

-

-

Liegen, manipuleren anderen en ondernemen herhaaldelijk activiteiten die tot arrestatie zouden kunnen leiden. Sommigen reageren impulsief en zijn niet goed in staat toekomstplannen te maken. Verhuizen plotseling of verbreken abrupt een relatie of veranderen van baan, zonder vooraf de gevolgen voor zichzelf en voor anderen goed te overdenken. Prikkelbaarheid en agressiviteit, roekeloosheid, onverantwoordelijk gedrag (bijv. grote schulden maken, de kinderen verwaarlozen) en het ontbreken van spijtgevoelens.

Aggression model (Dodge) : agressief gedrag wordt geassocieerd met negatieve ervaring zoals lichamelijke mishandeling tijdens de jeugd Social information processing model : reactieve agressie wordt vergroot doordat men sneller een bedreiging waarneemt in het gedrag van anderen 4 fasen van agressie van kinderen 1. kinderen zijn selectief naar vijandelijke cues 2. kinderen laten een vijandige attributiebias zien 3. kinderen reageren vaak direct agressief en zijn niet in staat een andere reactie te geven 4. ze kunnen geen positieve evaluatie van een agressieve reactie geven Stimulation seeking theory (Quay) : omdat men geen opwinding voelt daardoor beginnen ze met antisociaal gedrag zodat ze tenminste wel wat voelen Ook de criteria voor de antisociale persoonlijkheidsstoornis vertonen een overlap met die voor andere persoonlijkheidsstoornissen. De impulsiviteit bijvoorbeeld komt ook voor bij de borderline-persoonlijkheidsstoornis. Borderline - persoonlijkheidsstoornis Kenmerken: - Een patroon van instabiliteit van het zelfbeeld, relaties met anderen en emotionele reacties. - Identiteitsstoornissen, sterk wisselende emoties (van gedeprimeerd tot prikkelbaar en angstig) en impulsiviteit ontbreken bijna nooit. - Zijn bang dat ze in de steek worden gelaten en doen allerlei pogingen om dat te voorkomen (bijv. door anderen te manipuleren).

-

-

-

-

-

-

Als ze het idee hebben dat iemand hen afwijst, in de steek laat of niet genoeg om hen geeft, kan dat tot hevige reacties leiden. Ze concluderen al snel dat zij zelf niet deugen en dat de ander hen daarom heeft laten vallen. Hun - vaak extreme - oordeel over mensen kan plotseling omslaan in het tegenoverge stelde. Op het ene moment idealiseren zij iemand en willen zij zoveel mogelijk bij deze persoon zijn, terwijl ze op het andere moment hun oordeel abrupt veranderen en menen met een waardeloos of door en door slecht mens te maken te hebben. Hebben ook instabiele en intense relaties. Hun zelfbeeld is instabiel. In samenhang daarmee kunnen hun opvattingen, toekomstplannen en de keuze voor bepaalde vrienden in korte tijd veranderen. Doorgaans hebben zij een negatief beeld van zichzelf. Vertonen vaak verschillende vormen van impulsief gedrag, zoals gokken, overmatig middelengebruik of eetbuien. Automutilatie (bijv. zichzelf met een mes krassen toebrengen), dreigen met suïcide en daadwerkelijke suïcidepogingen komen ook geregeld voor, 60 tot 75 procent van de patiënten zou ten minste één suïcidepoging doen . Zo'n 8 tot 10 procent zou door suïcide komen te overlijden . Het suïcidale gedrag is vaak de aanleiding voor het contact met de hulpverlening. Naar de borderline persoonlijkheid is van alle persoonlijkheidsstoornissen het meeste onderzoek verricht. Affectlabiliteit → sombere grondstemming van borderlinepatiënten wordt vaak afgewisseld met kortdurende perioden waarin zij erg prikkelbaar of angstig zijn of waarin de sombere gevoelens verergeren. Deze perioden duren meestal niet langer dan een paar uur en treden op na spanningen in het contact met anderen, waar de patiënt overdreven emotioneel op reageert. Sommige patiënten ervaren een chronisch gevoel van leegte en vervelen zich snel. Veel mensen met een borderline persoonlijkheid hebben woedeaanvallen of hebben er moeite mee hun kwaadheid te beheersen. Dit kan tot uiting komen in sarcastische opmerkingen, scheldpartijen of fysiek geweld. De woede is vaak gericht op een voor hen belangrijk persoon door wie ze zich op dat moment afgewezen of in de steek gelaten voelen. Achteraf schamen zij zich vaak voor dit gedrag. Het komt voor dat mensen met een borderline persoonlijkheid in stresssituaties tijdelijk

-

paranoïde ideeën hebben of dissociatieve symptomen (bijv. depersonalisatie) vertonen. Die verschijnselen duren meestal niet langer dan enkele minuten of uren. Zelfdestructief gedrag (automutilatie, suïcide pogingen), woedeuitbarstingen en een chronisch gevoel van leegte en eenzaamheid

Comorbiditeit: ● Borderline en de theatrale persoonlijkheid → sprake van een patroon van snel veranderende emoties en het manipuleren van anderen. ● Overeenkomst borderline en antisociale persoonlijkheid → anderen manipuleren. Verschil: Antisociale persoonlijkheid → manipuleren vooral om materieel voordeel of macht te verwerven. Borderlinepatiënten → manipuleren om de bezorgdheid en zorg van anderen op te wekken. ● Overeenkomst borderline persoonlijkheid en schizotypische persoonlijkheid → paranoïde gedachten. Verschil: Borderline persoonlijkheid → paranoïde gedachten zijn kort van duur en treden op als reactie op spanningsvolle (interpersoonlijke) gebeurtenissen. Schizotypische persoonlijkheid → langdurig aanwezig. Etiologie Het Diathesis-stress model → de theorie dat mentale en fysieke stoornissen ontstaan vanuit een genetische of biologische aanleg voor die ziekte (diathese) gecombineerd met stressvolle omstandigheden die een versnellende of faciliterende rol spelen. -

Veel mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis hebben in hun kindertijd ervaren: een geschiedenis van traumatische ervaringen kindermishandeling verwaarlozing

Niet een ieder die deze ervaringen heeft gehad in hun jeugd, ontwikkelt borderline persoonlijkheidsstoornis, met sommigen kwetsbaarder dan de ander. Het hangt dus af van de individuele verschillen en persoonsvariabelen. Er moet worden gekeken naar wat zowel stressoren als (temperamentvolle) kwetsbaarheden omvat, en vervolgens naar hun interactie. Drie modellen geven hiervoor een verklaring:

1. Linehan’s model Biosociale theorie stelt dat borderline persoonlijkheidsstoornis een transactionele stoornis van emotionele ontregeling is: een voortdurende 'slechte fit' tussen de temperamentvolle eigenschappen van het individu en hun sociaal-emotionele omgeving leidt tot ernstige onaangepastheid. Emotioneel kwetsbare individuen die opgroeien in een emotioneel 'invaliderende omgeving' lopen een bijzonder risico om borderline persoonlijkheidsstoornis te ontwikkelen. ● emotioneel invaliderende omgeving → waarin het gedrag van de patiënt of de verslagen van hun gedachten of gevoelens vaak wordt beantwoord met reacties dat ze ongeldig, foutief of ongepast zijn, of waarin het gemak van problemen te vereenvoudigd is. ● emotionele kwetsbaarheid → een persoonsfactor, die individuele verschillen in emotionele gevoeligheid weerspiegelt. Individuen met een hoge emotionele kwetsbaarheid hebben: lage drempels voor hun emotionele reacties de neiging intense emotionele reacties te ervaren moeite om hun emotionele opwinding te verminderen 2. Zanarini & Frankenburgs’s model Vergelijkbaar met Linehan met toevoeging van een 3e factor: een uitlokkende gebeurtenis die de persoon aan eerdere tegenspoed of trauma herinnert en de volledig opgeblazen borderline-symptomatologie en de comorbide manifestaties ervan in gang zet. 3. Schema Theorie van Young Verschillende disfunctionele gezinskenmerken, zoals ontbering (deprivation), afwijzing (rejection) of onderwerping, leiden tot frustratie van specifieke emotionele kernbehoeften van het jonge kind. Deze frustraties leiden op hun beurt tot de vorming van onaangepaste schema's. De voorgestelde vijf emotionele kernbehoeften zijn: 1. Veilige gehechtheid aan anderen (inclusief veiligheid, stabiliteit, koestering en acceptatie) 2. Autonomie, competentie en identiteitsgevoel 3. Vrijheid om geldige behoeften en emoties te uiten 4. Spontaniteit en spel 5. Realistische grenzen en zelfbeheersing

De daaropvolgende informatieverwerking wordt sterk gestuurd door dergelijke schema's en ligt ten grondslag aan de pathologie (oorzaak en effect) van de borderline persoonlijkheidsstoornis. Emotioneel temperamentvolle kinderen zullen kwetsbaarder zijn voor de disfunctionele invloeden. Kernberg’s (1984) theory of borderline pathology Volgens zijn object-relatietheorie ontwikkelen mensen vanaf hun kindertijd 'interne representaties' van zichzelf en van andere mensen. “Splitsing” staat centraal. Borderline-patiënten hebben afzonderlijke, extreme, ‘all-good’ en ‘all-bad’ representaties van zichzelf en anderen. Splitsing komt door een soort trauma z.a seksueel misbruik of lichamelijke mishandeling. Bijvoorbeeld bij een kind die een abusieve vader haat maar die tegelijkertijd ook van de vader wilt houden. Splitsing beschermt het ego tegen ernstige vernietiging, angst door tegenstrijdige ervaringen van zichzelf en anderen te dissociëren of actief uit elkaar te houden. De dissociatie beschermt de liefde en goedheid van het goede tegen besmetting en vernietiging door haat en slechtheid te boven te komen Theatrale persoonlijkheidsstoornis Kenmerken: - Gedragen zich overdreven emotioneel en proberen voortdurend de aandacht van anderen op zich te vestigen. - Zoeken constant bevestiging, goedkeuring en complimenten van anderen en voelen zich ongemakkelijk in situaties waarin ze niet in het middelpunt van de belangstelling staan. - Gedragen zich seksueel verleidelijk en uitdagend, ook in situaties waar dat ongepast is (bijv. op hun werk) en wanneer ze niet uit zijn op seksueel contact. - Gebruiken hun uiterlijk om aandacht te trekken en besteden vaak veel tijd en geld aan hun uiterlijke verzorging. - Hun emotionele uitingen zijn oppervlakkig en wisselen elkaar snel af. - Het taalgebruik is erg impressionistisch: ze praten in algemene, vage termen, zonder hun opvattingen met argumenten te onderbouwen en zonder nuanceringen. Ze beweren bijvoorbeeld dat iemand 'geniaal' of "geweldig' is of vinden een voorwerp prachtig' of 'schitterend' zonder dat ze kunnen uitleggen waarom ze dat vinden.

-

-

Opvallend zijn ook de theatrale uitingen van emoties in het gezelschap van anderen. Zo kunnen ze vage kennissen overdreven hartelijk begroeten of tonen ze hevige woede na een klein voorval. Deze emotionele uitingen maken dikwijls een onechte indruk, ook omdat ze vaak kortstondig zijn. Zijn gemakkelijk te beïnvloeden door anderen of door de omstandigheden; ze zijn erg suggestibel. Zijn ook geneigd de relaties die ze met anderen hebben, als intiemer te beschouwen dan deze feitelijk zijn. De vage kennis wordt algauw een goede vriend genoemd.

Bijvoorbeeld van een snel wisselende oppervlakkig emotionele uiting: het ene moment kan de persoon van streek zijn en verdriet uiten. De andere moment uit de persoon bewondering voor iets moois. Verdere kenmerken: sterke hechtingen met iets/ iemand (nodig voor bewondering) Emmelkamp: komt vaker voor bij vrouwen Comorbiditeit: Het grootste probleem bij de diagnostiek van de theatrale persoonlijkheidsstoornis is de overlap met de andere persoonlijkheidsstoornissen uit cluster B, vooral met de borderline persoonlijkheidsstoornis, en in mindere mate ook met de antisociale en de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Wanneer men mensen met een theatrale persoonlijkheidsstoornis in de klinische praktijk aantref wordt er vaak ook een somatisatiestoornis gediagnosticeerd. Narcistische persoonlijkheidsstoornis Kenmerken: - Een patroon van grootheid gevoelens (zowel in fantasie als in gedrag), behoefte aan bewondering en een gebrek aan empathie. - Beleven zichzelf als erg belangrijk en bijzonder; soms wordt dit echter afgewisseld met minderwaardigheidsgevoelens. - Zijn vaak overgevoelig voor het oordeel van anderen, hoewel ze dat misschien niet zullen erkennen. - In relaties zijn zij gericht op het behalen van eigen voordeel en neigen zij tot het uitbuiten van de ander. - Overschatten vaak hun eigen capaciteiten en prestaties en zijn geneigd die van anderen te onderschatten.

-

-

-

-

Verwachten dat andere mensen ook zien hoe bijzonder zij zijn en reageren verontwaardigd of boos als hun niet de loftuitingen of privileges ten deel vallen die ze menen te verdienen. Ze fantaseren over hun eigen successen, macht en genialiteit en hebben het idee dat alleen mensen met vergelijkbare bijzondere eigenschappen hen kunnen begrijpen. Kunnen zich niet goed inleven in de gevoelens van anderen (of willen dat niet). Ze vertellen bijvoorbeeld uitgebreid over hun eigen bezigheden en zorgen, terwijl ze het verhaal van hun gesprekspartner ongeduldig en ongeïnteresseerd aanhoren. Zijn zelf snel gekwetst, maar lijken zich weinig aan te trekken van de mogelijkheid dat ze zelf ook anderen kunnen kwetsen. Zijn vaak jaloers op de successen of bezittingen van anderen, of ze denken dat anderen jaloers zijn op hen. Ze komen hooghartig, snobistisch of bevoogdend over en praten soms met minachting over mensen die naar hun mening minder succesvol zijn.

Voorbeeld van jaloezie: iemand die gewend is aan altijd het woord hebben, die kan van streek raken doordat iemand anders die rol overneemt . Een ernstige vorm van narcisme zal ervoor zorgen dat de persoon dan zal streven om die weer over te nemen. Een zachtere vorm van narcisme zal dan ervoor zorgen dat de persoon zich schaamt en het ontwijkt. De diagnose narcistische persoonlijkheidsstoornis is echter alleen van toepassing als die trekken inflexibel zijn en samengaan met onaangepast gedrag, aanzienlijke beperkingen in het functioneren of met subjectief lijden. Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis Kenmerken: - Een patroon van geremdheid in het contact met anderen, een gevoel tekort te schieten en een angst door anderen negatief te worden beoordeeld. - Zijn verlegen en gaan vaak alleen relaties aan als ze er zeker van zijn dat de ander hen mag. - Ze willen wel sociale contacten, maar vermijden deze vaak, omdat ze bang zijn te worden bekritiseerd of afgewezen. - Ze vinden het ook moeilijk om over zichzelf te praten. - Ze laten zich slechts met moeite tot groepsactiviteiten overhalen en gedragen zich dan onopvallend.

-

Ze veronderstellen dat andere mensen hen met een zeer kritisch oog bezien en zijn overgevoelig voor mogelijke aanwijzingen van kritiek op hun persoon. - Ze nemen aan dat ze voor anderen onaantrekkelijk zijn om mee om te gaan. Vooral in onbekende situaties voelen zij zich onzeker. - Zijn geneigd de mogelijke gevaren van alledaagse situaties te overschatten en kiezen voor veiligheid en zekerheid door onbekende activiteiten zoveel mogelijk te vermijden. - De belangrijkste problemen doen zich voor op het sociale en het beroepsmatige vlak. Zo hebben ze vaak een beperkt sociaal netwerk (en daardoor weinig sociale steun als er problemen zijn of als zij anderszins hulp kunnen gebruiken), en zijn zij geneigd in hun werk sociale situaties te mijden die voor hun beroepsmatig functioneren en hun loopbaan van belang kunnen zijn (zoals sollicitatiegesprekken). Voorbeeld: mensen kunnen tijdens een sollicitatiegesprek hun competenties schuilen omdat ze bang zijn niet aangenomen te worden. (komt door de negatieve zelfbeeld) De diagnostische criteria van de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis vertonen vooral een overlap met de criteria voor de sociale fobie en met die voor de schizoïde, de schizotypische en de afhankelijke persoonlijkheidsstoornis. Overeenkomst ontwijkende en afhankelijke persoonlijkheid → Het gevoel tekort te schieten, de overgevoeligheid voor het oordeel van anderen en de behoefte aan bevestiging. Een verschil is dat mensen met een ontwijkende persoonlijkheid vooral gericht zijn op het vermijden van afkeuring, terwijl bij mensen met een afhankelijke persoonlijkheid de behoefte aan zorg centraal staat. Beide persoonlijkheidsstoornissen komen echter vaak bij één persoon voor. Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis Kenmerken: - Hebben een overdreven behoefte aan verzorging, begeleiding, sturing, bevestiging, assistentie. - Gedragen zich onderdanig en klampen zich aan anderen vast. - Zijn niet in staat alledaagse beslissingen te nemen zonder veel advies en steun van anderen. Alleen voelen zij zich ongemakkelijk en hulpeloos. - Het initiatief e...


Similar Free PDFs