Roerende en onroerende goederen PDF

Title Roerende en onroerende goederen
Course Zakenrecht (met inbegrip van zakelijke zekerheden)
Institution Vrije Universiteit Brussel
Pages 2
File Size 76.2 KB
File Type PDF
Total Downloads 30
Total Views 126

Summary

schema onroerende en roerende goederen...


Description

onroerende goederen uit hun aard – art. 518 e.v. BW = goed dat niet/moeilijk verplaatsbaar is zonder aan te tasten De grond (1) en al wat met de grond verenigd (2) is. 1. Uiterste vlak aardkorst + daaronder liggende vaste lagen Bovengrond en ondergrond Incl. delfstoffen (hoewel bestemd voor ontginning) 2. Rechtstreeks of onrechtstreeks Op natuurlijke (voorwaarde volle grond) of kunstmatige wijze (bv. boom; huis, etc.) natuurlijk: ook vruchten voor oogst, uitzondering: vervroegde roerendmaking Bomen, planten, etc. in potten = ROEREND kunstmatig: ook “containerhuis”, geen def. ‘gebouw’ want evolueert i.f.v. bouwtechnieken onroerend door incorporatie: - Materialen met hechtingen aan grond/gebouw, niet te verwijderen zonder schade art. 525 BW Bv. sanitair - Materialen zonder hechtingen, maar duurzaam verbonden aan grond/gebouw en niet bestemd voor verplaatsing (ook al geen schade) Bv. stacaravan - Zaken die niet materieel aan het gebouw zijn gehecht, maar essentiële afwerkingselementen voor normaal gebruik art. 523 BW

onroerende goederen onroerende goederen door bestemming – art. 522 – 525 BW 1. Verfraaiingsbestemming/ornamentele bestemming Berust op wil eigenaar, nl. wil om een zaak ter verfraaiing van gebouw/goed een duurzame plaats daarin toe te kennen ! Hoort automatisch bij onroerend goed, dus ook bij verkoop, indien eigenaar verfraaiing niet wil verkopen, moet dit uitdrukkelijk in contract staan. Goed moet toebehoren aan eigenaar OG ( onroerend door incorporatie) Onderscheid OG door aard: - essentiële uitrusting - blijvend met grond verbonden - kan niet per se losgemaakt worden zonder schade - Onderscheid = niet altijd duidelijk 2. Economische bestemming = roerende zaken aangewend voor bedrijfsactiviteit op grond/in gebouw Ratio legis = zaken die voor exploitatie nuttig zijn Voorwaarden: (art. 524 BW) - Lichamelijk roerend (niet van toepassing op rechten) - Toebehoren aan eigenaar gebouw/grond waar bedrijfsactiviteit wordt uitgeoefend ( onroerend door incorporatie) - Geplaatst voor exploitatie/dienst Bv. vrachtwagen.. ..brengt materiaal naar werf (buiten domein)  ..transporteert materiaal binnen domein bedrijf  - Maar ook: uitbreiding niet-economische activiteiten, bv. altaar in kerk - Cass. 11/09/1980: grond/gebouw

onroerende goederen door voorwerp – art. 52BW Rechten: - Niet tastbaar, geen plaats in ruimte; soms toch onroerend Wanneer onroerend? 1. Zakelijke rechten a. Indien voorwerp waarop ze betrekking hebben onroerend is; bv. Recht van bewoning, erfdienstbaarheden, erfpacht, opstal  kunnen enkel gevestigd worden op OG, dus zelf ook OG b. Eigendomsrecht, vruchtgebruik, zakelijk recht van gebruik, …  enkel onroerend indien voorwerp waarop ze betrekking hebben OG is. 2. Zakelijke zekerheidsrechten Onroerend indien voorwerp waarop ze betrekking hebben onroerend is: onroerende voorrechten, hypotheek 3. Vorderingsrechten/obligatoire rechten (prestatie) a. Iets doen/niet doen = roerend, ook al houdt het verband met een OG! Bv. werken uitvoeren aan een OG b. Iets geven = onroerend indien het slaat op een OG Bv. onroerend eigendomsrecht overdragen

zichtbaar aan bedrijvigheid aangepast; zaak moet slechts nuttig zijn, niet per se noodzakelijk roerende zaken kunnen onroerend worden Gevolgen: door incorporatie - roerend voorrecht onbetaalde verkoper - Wanneer roerende zaak als bijzaak bij niet meer van toepassing door onroerende hoofdzaak wordt ‘onroerendmaking’. Uitzondering: art. toegevoegd 20, 5° Hypotheekwet: voor onroerend - Ongeacht of ze door derden werden gemaakte machines, toestellen, geleverd of aan derden toebehoren gereedschappen, uitrusting blijft voorrecht nog 5 jaar bestaan. - Hypotheek slaat ook op OG door bestemming - OG door bestemming moet niet mee onteigend worden roerende goederen – art. 527 BW Restcategorie – alles wat niet onroerend is, is roerend. Roerende goederen = roerende zaken + roerende rechten 2 soorten: Roerende goederen uit hun aard – art. 528 BW - Verplaatsbaar uit eigen kracht of door een vreemde kracht - Roerende zaken (lichamelijke roerende goederen) Bv. deur in scharnier

Roerende goederen door wetsbepaling/voorwerp – art. 529 BW - Rechten:  Zakelijke rechten m.b.t. een roerend goed → Eigendom roerend goed, vruchtgebruik roerend goed, recht van gebruik van een roerend goed.  Zakelijke zekerheden m.b.t. een roerend goed → Pand, roerend voorrecht.  Vorderingsrechten – zijn in beginsel roerend supra iets doen/niet doen = roerend, ook al houdt het verband met een onroerend goed; iets geven = roerend indien het slaat op een roerend goed → Uitzondering: verbintenis om iets onroerend te geven....


Similar Free PDFs