Samenvatting-media - Samenvatting Media 1 PDF

Title Samenvatting-media - Samenvatting Media 1
Author Louise Verlinde
Course Media 1
Institution Erasmushogeschool Brussel
Pages 28
File Size 582.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 80
Total Views 179

Summary

Download Samenvatting-media - Samenvatting Media 1 PDF


Description

Mediamarkt & mediabedrijf Hoofdstuk 1: Media basics Telenet vs. Proximus: je kan nu in heel Europa surfen. Brussel 5G: wordt door politiek tegengehouden door stralingsnormen. Telenet: - aandelen zakken op beurs, de koers daalt  Telenet deelt geen winst: ‘ze hebben het geld nodig om te investeren’  willen investeren in 5G. - heeft veel schulden, worden belast op winst  ze weten dat ze geld krijgen van de klanten, ze hebben geen bang. EXAMENVRAAG CIM = Centrum voor Informatie over de Media -

Media verzamelt cijfers (oplage, kijkcijfers, surfgedrag, luistercijfers (belangrijk voor adverteerders),… CIM-cijfers zijn bekend: ‘Reizen Waes’ op nummer 1: +1.5 miljoen kijkers 2e plaats: Thuis Ook in de lijst: lead to prime time programma’s: populaire programma’s voor en na het nieuws, ze moeten 1 miljoen kijkers van het nieuws hebben Voetbal: Rode Duivels op het WK Adverteerder vindt kijkcijfers heel belangrijk Grootste luisterzender: Radio 2! (30,5% marktaandeel) Opvallende achteruitgang MNM CIM-cijfers komen vaak voor in artikels, opletten hoe ze het schrijven Kylie Jenner baby aankondiging: meest gelikete foto op IG, sociale media heel belangrijk.

EXAMENVRAAG Hoe het publiek, de adverteerder en het mediabedrijf zich met elkaar verhouden?  Hoofdstuk 1  Open vraag

1. Het publiek vraagt content Driehoek: publiek, adverteerder mediabedrijf

1.1 Content als invulling van behoefte Content: wij hebben hier behoeften aan.  behoefte aan informatie (behoefte aan nieuws verandert niet, wel de mate waarin we deze behoefte ervaren, aantal methoden om aan nieuws te geraken, aantal mensen dat nieuws vraagt)  behoefte aan ontspanning, voor iedereen anders (slapen, sporten, lezen, …)  43% gebruikt media als ontspanning.  behoefte aan rituelen, routine. Wij hebben allemaal behoeften. (Maslov) Bepaalde behoeften bevredigen we a.d.h.v. media = content consumeren (3 – 5 uur/dag). De mediagebruiker is alles omvattend: én kijker, én surfer, dan weer luisteraar, etc… Als je naar de radio luistert terwijl je eet ben je zowel media aan het gebruiken als aan het eten. - behoefte: informatie, aspirationeel (wegdromen), …

1.2 Content is redactionele inhoud - idee wordt pas goed als je voldoende content hebt  uitgangspunt van redactionele inhoud - kan ook ontstaan vanuit een gebeurtenis (vb. iemand filmt vliegtuigje dat brandt terwijl het vliegt) - vroeger: iedereen houdt van een journalist. Nu: iedereen is journalist (smartphone) - kranten bestaan nog, ook al dachten ze van niet. ‘Het beste moet nog komen.’ Vb. Aanslag Nice: 14 juli - ARD.de journalist was daar (Gutjahr) : hij kan meteen beelden maken en online zetten of ze doorsturen naar de redactie - Hij stuurt de beelden door naar het nieuws, besluit om het niet meteen online te zetten. Je moet heel voorzichtig zijn met wat je toont! - Dit onderscheid een journalist. Je kiest wat je naar buiten brengt. (Vb. Brandend huis filmen binnen? Ook slachtoffers dat nog leven krijgen dit te zien.) - van idee naar Content is meer dan enkel een idee voor nodig. begint bij een goed idee waarvan we menen dat (een groep) mensen moet weten. Het moet ruim genoeg zijn. zelf bedacht, gebeurtenis (vliegtuig die neerstort), mening tijdens crisis, rampen, aanslag…. Kijken we meer redactionele inhoud. BRON  genoeg BODY JA  artikel, reportage, website, getuigenis = CONTENT - Vroeger Content = redactioneel: (professionele) redacteurs, journalisten, reporters of programmamakers. - Nu Publiek is niet langer louter afnemer van content, maar biedt ook zelf content aan. Dankzij onlinetechnologie is produceren van content niet langer voorbehouden aan de journalist, maar ook de burger-journalist heeft een eigen blog, plaatst een filmpje, tweet een rampfoto, … = user generated content / community created content - multimediaal verspreid = via sociale media,... - Het gezond ethisch verstand, is belangrijk om Journalist te worden vernoemd. - Content wordt multimediaal verspreid: audio, video, en tekst (en foto) –content. 1.2.1 Informatiecontent Informatie is een middel: je gebruikt smartphone om een bepaalde behoefte te voldoen. Als ze het nieuws niet vol krijgen wordt er soms nieuws gecreëerd.

De informatiefunctie wordt gerealiseerd door journalisten, zij maken het openbaar. Daardoor ontstaan discussie’s waarbij argumenten openbaar worden uitgewisseld en dat is een fundamenteel kenmerk van onze democratie. 1.2.1.1 Informatie bevat 3 lagen

Ex: verklaar informatie bestaat uit lage, illustreer met een voorbeeld Niet alle lagen komen in de berichtgeving altijd of in even sterke mate aan bod. De verschillende lagen worden soms ook in één bericht verweven.

1. Feiten

: het nieuwsbericht; het nieuws van de dag, het bericht zelf = gebeurtenis Wat is er gebeurd? Of een bericht.

2. Duiding

: - feiten kaderen in een groter geheel, - onderzoek doen, meer details - analyses maken - hoe is dit kunnen gebeuren? Hoe kwam het dat…?  dingen uitzoeken Vb. Vliegtuigcrash in Hasselt met sportvliegtuigje: hoe oud was de piloot? Kan het dat…? Heeft hij een vergunning? Hoe heeft hij er voor gezorgd dat hij niet in de woonwijk neerstortte?

3. Commentaar, opinie : van zichzelf en van medeburgers  uit de opinie van een journalist of het publiek zelf = publieke opinie, wat is er gebeurd, is het normaal? - expressie van de mening van de burger: burgers of experts, kan diametraal tegenover het standpunt staan Vb. vliegtuigcrash: hij is naast de woonwijk gevlogen, wat als hij op een school was gevlogen? Vinden we het maatschappelijk verantwoord dat sportvliegtuigjes over woonwijken vliegen? Ik vind van wel/niet omdat… Vb: het journaal = feiten Terzake = duiding  hoe is dit kunnen gebeuren? De Afspraak = commentaar  ze geven hun opinie strategischeVoorbeeld: Overlijden Whitney Houston F : Ze is overleden in deze omstandigheden (drugs, alcohol, ..). Haar omgeving reageerde X. Ze was laatst gezien in X en X. Ze had al langer X probleem. D : Hoe komt het dat idolen op vaker jong sterven, in aanraking komen met drugs, … Welke rol speelde haar omgeving (familie, liefde, ..)?

O : Hadden wij als maatschappij dit kunnen voorkomen? Was ze een hulpeloos slachtoffer? Ex : (mening van expert vb.) 1.2.1.2. Informatie is cruciaal in een democratie Scheiding der machten  Wetgevende macht  Uitvoerende macht (vb. politiekers)  Rechtsprekende macht (vb. advocaten)  “Vierde macht: vrije pers: de media” Vb. Sven Mary vraagt vrijspraak voor Abdeslam. Jan Jambon (uitvoerende macht): mensen vinden dat hij daar zijn opinie niet over mag geven omdat hij een uitvoerende macht heeft. Vrije democratie  vrije pers! - Scheiding der machten: Montesquieu  Media wordt vandaag de dag aangeduid als vierde macht. Scheiding der machten: rechterlijke, wetgevende, uitvoerende macht + media  Media treed als vierde macht, als waakhond van de democratie - 3 machten, 4e macht = media, vrije pers hoeksteen van de democratie - Trump: presidentiele beslissing onderzoeken of het gerechtelijk in orde is, Trump gaat in Beroep, De journalisten bepalen mee of het publiek wakker zal liggen van het nieuws. (invalshoek, wel of niet brengen, veel of weinig aandacht) = principe van woord en wederwoord Door de informatie/verschillende argumenten van de pers vormt de burger zijn individuele opinie. De gemiddelde individuele opinie is de publieke opinie. (!politici) Job van journalist = maatschappelijk relevant want hij ligt aan de oorsprong van het wel of niet impact hebben op de samenleving. 1.2.2 Entertainmentcontent Entertainment als spiegel van de maatschappij 1.2.2.1 Entertainment is het doel - content is veel meer dan ‘nieuws’. - content is vaak om te ontspannen, amuseren, vermaken,… - behoefte aan ontspanning bij publiek bevredigt  entertainment het doel - entertainmentcontent kan vrijblijvend zijn, maar hoeft niet. - content waarbij we moeten inspannen is ook entertainmentcontent. - Content is veel meer dan ‘nieuws’ en is vaak bedoeld om te ontspannen. In dit geval is entertainment het doel, het is niet iets dat naar iets hogers leidt, we willen ons gewoon ontspannen. - Maar: content waarbij we ons moeten inspannen (Sudoku) kan ook entertainmentcontent zijn. (75% van het aanbod op Vlaamse tv-zenders is sport, fictie, en ontspanning) - TV is zoals uit eten gaan, soms heb je zin in een sterrenrestaurant en soms in een hotdog. Het Journaal en Temptation Island. 1.2.2.2 Entertainment als spiegel van de maatschappij - waarden en normen - entertainmentcontent is een belangrijke sociaal-culturele lading

- ontwikkelingen in de maatschappij, ingrijpende gebeurtenissen, nieuwe ideeën,.. zie je even later in de media  media is een spiegel van wat er in een maatschappij leeft. Vb. Thuis/Familie: ze maken maatschappelijke problemen bespreekbaar. - creëren van herkenning Entertainmentcontent zal (impliciet) de waarden en normen van de plaatselijke maatschappij overbrengen. = sociaal-culturele lading VB: Thuis - stereotiepe personages, maar geen clichés - nieuwe personages geïntroduceerd op het moment dat ze in de echte maatschappij ook opduiken - een serie die dagelijks zoveel mensen bereikt is een goed forum om boodschappen over te brengen Als content erin slaagt voeling te krijgen met de maatschappij en wat er momenteel aan de hand is dan levert dat herkenning op. Het publiek is erg gecharmeerd door herkenbare content. Vooral lokale content: deze staat dichter bij de kijker. Buitenlandse content blijft een spiegel, maar eerder van een globaliserende wereld. Buitenlandse formats = programmaconcepten die zo worden gemaakt dat ze kunnen vertaald worden naar elk land en elke taal. VB: Supernanny, Huisje niet tevree Media werken aspirationeel: programma’s waar het publiek van kan dromen slaat aan. VB: Binnenkijken in het huis van Tom Boonen, The Sky is The Limit Hoe is het woord 'soap' ontstaan? - Soap is zeep, zeepfabrikanten willen adverteren/zeep verkopen, en willen dat mensen hun zeep kopen en niet die van hun concurrent. - Advertising: TV is een massamedium, waarbij je veel mensen bereikt (potentiele kopers). Zeepfabrikanten zijn naar tv-zenders gegaan: we willen adverteren op je zender, maar het ligt aan jou dat we aandacht hebben van je kijkers, we willen veel nieuwe klanten. Programma maken waarbij we veel mensen bereiken, ze moet iets zijn dat regelmatig terugkomt en niet te veel productiekosten en we willen groot bereik: veel mensen van alle sociale afkomsten want iedereen wast zich met zeep. Op dat moment ontstaat het format van de soap. Format is ontstaan op vraag van de adverteerder. Dit is niet raar, niet uniek.

1.2.3 Fusion in de mediakeuken - informatiecontent en entertainmentcontent zijn steeds minder alleen maar informatief of alleen maar ontspannend bedoeld. - er worden entertainmenttechnieken toegepast. - het evolueert voortdurend, het wordt een mengvorm: infotainment. Content is een mengvorm van entertainment en nieuws. Om het publiek voldoende nieuws te doen consumeren worden entertainmenttechnieken gebruikt.

1.3 Met geld en aandacht betalen voor content - publiek betaald met geld en aandacht voor content - productprijs: publiek betaald met geld - inspanning: aandacht die gebruiker moet leveren om het product te consumeren (lezen, luisteren, kijken). Inspanning vaak belangrijker dan geld.

- gevecht om aandacht van de mediagebruiker. - ook in andere sectoren is aandacht cruciaal (= aandachtseconomie) Productprijs: publiek betaalt met geld om content te consumeren (kranten, tv-kanalen, …) Aandacht: dat publiek nodig heeft om de media te consumeren: lezen, luisteren, kijken “Inspanning en aandacht > prijs”  aandacht is een schaars goed: wie eenmaal het publiek weet te verwerven, heeft de volgende keer een nog groter publiek. Aandachtseconomie: als het publiek iets niet bevalt, zal het zijn aandacht schenken aan alternatieven  minder kijkers/lezers/luisteraars = minder adverteerders = minder inkomsten.

2. De adverteerder vraagt toegang tot het publiek 2.1 Het publiek is tegelijkertijd consument - consumenten maken voortdurend keuzes - producenten helpen hen met de juiste keuze te maken  zo goed mogelijke producten  beantwoorden de behoeften  aantrekkelijke prijs - ze willen communiceren met de bedoeling dat het product/dienst wordt aangekocht door de consument. Doel: winst maken  commerciële communicatie of marketingcommunicatie. - marketingstrategie: producent legt doelgroep vast. - commercieel communiceren: sponsoring, brieven, e-mail, actie in winkelstraat, … - manier om 100.000+ mensen in één keer te bereiken: gebruik van media  adverteerder  mediagebruiker besteed aandacht aan mediacontent. - via media bereikt adverteerder (een deel) van zijn doelgroep  access to audience. => De kracht van massamedia als communicatie-instrument. Publiek = consument: heeft behoeften en moet de juiste keuze maken  hiervoor proberen producenten zo goed mogelijke producten te maken voor goede prijs De distributie wordt zo vlot mogelijk gemaakt. Ze communiceren met de bedoeling dat het product wordt aangekocht (en zij winst maken). = COMMERCIËLE / MARKETINGCOMMUNICATIE Producent zoekt (communicatie)doelgroep om voordelen product te tonen  adverteerders EXAMENVRAAG: Wat is rol van adverteerder in communicatieverhaal Via de media bereikt de adverteerder tevens ook een deel van zijn doelgroep = access to audience = de kracht van massamedia als communicatie-instrument

2.2 Op zoek naar de juiste consument - adverteerders bereiken met 1 advertentie vele consumenten tegelijk. - veel mensen bereiken  adverteerder is bereid om meer te betalen. - volgende stap: mediagebruikers zoeken die zo veel mogelijk overlappen met zijn communicatiedoelgroep. - profiel van de doelgroep moet zo goed mogelijk overeenkomen met het profiel van de lezer. Adverteerders bereiken met één spotje of één advertentie vele consumenten tegelijkertijd: hoe meer mensen bereikt worden = hoe meer de adverteerder wil betalen.

De adverteerder wil dat het profiel van zijn doelgroep zo goed mogelijk overeenkomt met het profiel van de lezers van die bepaalde krant. Mediabedrijf en mediagebruiker zijn met elkaar verweven. De gebruiker is vrager van content en die word gegeven door bedrijf aan gebruiker. Hoe word dit gefinancierd? Bv Telenet: wij geven geld aan mediabedrijf voor film te kijken (tv heek). Ik koop soep en ik geef daar dus geld voor. Adverteerder van soep geeft mij soep in ruil. Relatie mediabedrijf en adverteerder: aandacht van gebruiker. Adverteerder koopt letterlijk aandacht van gebruiker en betaalt hiervoor en mediabedrijf. 4 à 5 jaar geleden waren ze niet zo'n sterk merk als nu. Veel bedrijven willen adverteren rond matchen van rode duivels. 4 a 5 jaar geleden wou niemand vriendschappelijke matches uitzenden. Toen was rode duivels zo'n slecht merk dat geen enkele adverteerder geld wou betalen. Kost was groter dan mogelijke inkomsten door reclamespotjes. Rode duivels winnen meer = meer supporters = meer adverteerders.

3. Het mediabedrijf biedt content en toegang tot het publiek - publiek: vraagt content - adverteerders: vragen toegang tot publiek - mediabedrijven: aanbieders  dual product market - content wordt verkocht aan mediagebruikers  publieksmarkt, access to audience - publieksmarkt en reclamemarkt versterken elkaar - veel inkomsten voor mediabedrijven  nieuwe content  groter publiek bereiken Dual product market: er wordt tegelijkertijd content aan mediagebruikers verkocht op de publieksmarkt en access to audience aan adverteerders op de reclamemarkt. Publieksmarkt en reclamemarkt versterken elkaar: als er meer inkomsten zijn voor medabedrijven kunnen ze nieuwe content produceren die opnieuw een groot publiek kan bereiken.

3.1 Het mediabedrijf verkoopt content op de publieksmarkt - mediabedrijven/uitgevers/omroepen formuleren een aanbod waarvoor publiek betaald en/of aandacht aan besteed - grote concurrentiestrijd - belang van marketing van mediaproducten, mediamarketing, wint terrein in mediaorganisatie. -Mediabedrijven, uitgevers, omroepen formuleren een aanbod waarvoor het publiek wil betalen en/of bereid is aandacht te geven. -Wij betalen niet voor de radio: VRT krijgt geld van de overheid, maar commerciële zenders krijgen geld via adverteerder. VB: Metro: we krijgen content, we betalen geen geld, maar wel onze aandacht want die staat vol advertenties. 3.1.1 Content wordt verpakt in mediaproducten Push: - het mediabedrijf bepaalt wat nieuws is. - kranten hadden vroeger macht, want als het niet in de krant stond, was het geen nieuws. à - Het mediabedrijf pusht de content naar het publiek: publiek verwacht dat het mediabedrijf de gewenste content voorschotelt, zij bieden deze bepaalde types content (=mediaproduct) aan.

Pull: - mediahuis/wij verspreiden ook nieuws door vb. social media. - nieuwe technologie: mediagebruiker gaat zelf op zoek naar content.

Het publiek verwacht van het mediabedrijf dat het de gewenste content voorschotelt. 1. Zij bieden types content aan = push; bepaalde types content samengebracht onder één noemer mediaproduct en ze bundelen het op een bepaalde manier waarvan ze verwachten dat een homogene groep mensen zich door die selectie aangesproken voelt 2. Mediagebruikers kunnen zelf op zoek gaan naar content = pull 3. (Mediagebruikers produceren zelf content) Koepel medialaan: merken die gecreëerd worden om zoveel mogelijk verschillende profielen te bereiken die we aanbieden aan de adverteerder. Bv jongens van tien a twaalf jaar is marktaandeel, speelgoedfabrikant jongens adverteren op kadet. VTM is voor de wafelbakkende huisvrouw, veel reclame-inkomsten. - Positionering van mediabedrijven door het bundelen van content tot coherente mediaproducten is cruciaal om succesvol te zijn. - mediamerken: mediaproducten die er in slagen om in de hoofden van de mediagebruikers een duidelijk beeld op te roepen van wat de selectie content zal zijn. - ze willen meer doelgroepen aanspreken  adverteerders  stellen portfolio samen van mediaproducten. 3.1.2 Een mediaproduct is een economisch en cultureel product Economisch product: - mediabedrijven willen winst en continuïteit die de groei van de onderneming veilig willen stellen - economische doelstellingen Cultureel product: - Cultureel product: content informeert, draagt bij aan de instandhouding van de democratie, is een spiegel van een samenleving met zijn eigen identiteit. - inhoud heeft maatschappelijke lading - content informeert publiek - het is een spiegel van de samenleving met een eigen identiteit Mediabeleid van de overheid - neemt beslissingen over de bescherming van het pluralisme - stelt de toegang/kwaliteit van de informatie veilig - ziet erop toe dat alle democratische meningen aan bod kunnen komen - overheid voert een mediabeleid uit - culturele dimensie die mediaproducten in zich dragen, verklaart waarom redacties binnen mediabedrijven een apart statuut kunnen hebben ten opzichte van andere  redactiestatuut - redactiestatuut = regelt de verhouding tussen directie, hoofdredactie en redactie, bepaalt ieders voorrechten en bevoegdheden 3.1.3 Een mediaproduct is in economisch opzicht een bijzonder product - marginale kosten = het reproduceren of kopiëren van een eerste exemplaar en de distributie kosten relatief weinig. - content heeft geen intrinsieke waarde: waarde wordt door consument vastgesteld na de

consumptie. - content kan positieve/negatieve impact hebben op het gedrag van mensen.  positief: democratisch proces: mensen informeren zich over politiek nieuws.  negatief: programma’s met geweld -> gewelddadig gedrag Het moet geld opbrengen. Voorbeeld de krant: ik heb een idee om 1 krant te maken. Ik koop redactie, pers, ... Bij drukpers druk ik er maar 1 af. Zolang krant op mijn bureau blijft liggen brengt deze niets op. Intrinsieke waarde is stapel papier met inkt op. Het word pas interessant economisch product wanneer we grote oplage hebben én verspreiden naar de lezer. Alle investeringen zijn mega hoog als ik er maar 1 druk.  hoge first copy costs  hoe meer lezers, hoe meer vaste kosten gedeeld kunnen worden  content heeft géén intrinsieke waarde = waarde uit zichzelf, maar krijgt deze pas als hij wordt gebruikt {hoe goed een boek is, kan je pas weten als je het he...


Similar Free PDFs