Samenvatting vak mediacultuur: lesnotities PDF

Title Samenvatting vak mediacultuur: lesnotities
Course Mediacultuur
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 59
File Size 1 MB
File Type PDF
Total Downloads 7
Total Views 150

Summary

Samenvatting van het vak mediacultuur aan de KU Leuven (tweede bachelor communicatiewetenschappen). Samenvatting gemaakt door de PowerPoint te integreren in de lesnotities....


Description

Mediacultuur Les 1 (24/09/2019)

Hoofdstuk 0: Introductie 1. Wat is cultuur? De brede sociologische betekenis  In tegenstelling tot andere dieren (instinct) is de Homo Sapiens een cultuur-scheppend wezen  Functie: orde scheppen, betekenis geven aan de chaotische/betekenisloze wereld  Cultuur = gedeeld stelsel van waarden, normen, symbolen, taal en producten  “Man is an animal suspended in webs of significance he himself has spun, I take culture to be those webs” – (Clifford Geertz)  Cultuur verschilt per tijd, plaats en varieert per groep  Cultuur = sociale constructie (wij maken het – het maakt ons! Het bevrijdt en beperkt)  Cultuur bindt niet alleen, maar is ook een bron van conflicten  Er is geen ‘waarheid’ buiten de culturele betekenissen van mensen: als je cultuur bestudeert, houd je je niet bezig met of het waar is of niet wat mensen zeggen. Het gaat er niet om wat waar is, maar het gaat erom wat mensen voor waar houden. Cultuur is wat mensen voor waar houden.  Cultuur is een bron van sociaal handelen, cultuur zet mensen ook aan tot actie/handelen  Cultuursociologie: bestudeert gedeelde culturele betekenissen en gevolgen voor handelen Hoogcultuur  Aristocratie, elite, kunst en geïnstitutionaliseerde smaak  Mensen met een opleiding en hoog kapitaal representeren de geïnstitutionaliseerde smaak Volkscultuur  Het ‘gewone’ volk, arbeiders, folklore en niet-geïnstitutionaliseerde smaak  De mensen met niet veel kapitaal De spanning tussen hoog/laagcultuur  Een beschavingsoffensief o De culturele elite vs. het volk o Norbert Elias: Europa in de 15e eeuw: opvoeding van het volk door de aristocratie o Elitaire waarden, normen en gebruiken o 19e eeuw: kunst o Pierre Bourdieu: cultureel kapitaal en smaak 2. Wat is mediacultuur? De spanning tussen hoog/laagcultuur  Een nieuw beschavingsoffensief? o Van volkscultuur naar ‘mediacultuur’ o 20ste eeuw: de opkomst en verspreiding van massa media: radio, film, tv, games… o 20ste eeuw: de opkomst en verspreiding van massa consumentisme: producent, reclame, merken… o Mediatisering van cultuur o Culturalisering van media Massa-mediacultuur  Sinds de opkomst van ‘mediacultuur’ (aangeduid als ‘massacultuur’) is er morele kritiek  Cultuurpessimisme: het einde van de hoogcultuur, authentieke kunst en beschaving o ‘Standaardisering’ (bv. Benjamin) o ‘Commodificatie’ (bv. Adorno) o ‘Infantilisering’ (bv. Postman) o ‘Vervreemding’ (Baudrillard)  Het moreel standpunt van de academici is verbonden met hun sociaal-culturele positie (elite), niet hun politieke positie o ‘Links-progressief’ o ‘Rechts-conservatief’ 1

3. Bestudering mediacultuur Uitgangspunt van dit OPO:  Voorbij de morele waardeoordelen, naar een onthechte empirische studie van de populaire cultuur  Vergelijking met Max Weber (1919): onderzoeker onderscheid ‘Sollen und Sein’, ‘is and ought’  Het is wel mogelijk om (botsende) morele waardeoordelen als studieobject te nemen  Cultuursociologie: methodisch agnosticisme (= men gelooft dat het onmogelijk is om te weten of God bestaat of niet) Effectstudies vs. cultuurstudies Intellectuele roots Ontologie Epistemologie Methode

Effectstudies Behaviorisme, sociale psychologie Objectivisme Beschrijven, verklaren Experiment, survey, etc.

Cultuurstudies Symbolisch interactionisme, cultuursociologie Constructivisme Interpreteren, ‘verstehen’ Etnografie, inhoudsanalyse, interview, focusgroep

4. Aspecten van mediacultuur Een analytisch onderscheid (zie programma)  Productie, ideologie en ongelijkheid  Tekst, genre en culturele betekenis  Consumptie, identiteit en gemeenschap  Ontwikkelingen Deel 1: productie, ideologie en ongelijkheid  Walt Disney, News Corporation, Time Warner, Sony, Facebook, etc.  Produceren van een cultuur  Kritisch perspectief: mainstream mediateksten  Reproduceren van bestaande ideologieën  Ongelijkheid Bv. genderverhoudingen Deel 2: tekst, genre en culturele betekenis  Roman weerspiegelt/beïnvloedt de weerstand tegen racisme o Beïnvloedt ‘Civil War’ (1861-1865) o Afschaffing slavernij in de VS… Deel 3: consumptie, identiteit en gemeenschap  Identiteit: van traditie naar een individueel project o De rol van mediacultuur o Met name de consumptie van muziek, mode, via televisie…. o Identificatie met ‘celebrities’ als significante ander 5. De relevantie van mediacultuur 

Populaire mediacultuur ‘triviaal’? ‘Irrelevant’? Kinderachtig?



Het wegvallen van traditionele culturele kaders: kerk, ideologie, staat, politie…



De rol van mediacultuur in:



o

De constructie van identiteit

o

Gemeenschap

o

Het institutionele en publieke domein

De maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie van mediacultuur

2

Les 2 (30/09/2019)

Hoofdstuk 1: Mediacultuur en morele paniek 1.1 Morele paniek over mediacultuur in de samenleving El Paso – Shootings  Donald Trump geeft zijn medeleven, maar geeft in zijn eerste speech een relatie weer met mediacultuur. “Dit geweld zou kunnen vermijden worden als er niet al dat geweld was in videogames.” Goethe (1774) - Die Leiden des Jungen Werthers  Goethe is nu een exponent van de hoogcultuur, maar dat is niet altijd zo geweest o

In zijn boek pleegt het hoofdpersonage Werther zelfmoord door liefdesverdriet

o

De media brengen echte zelfmoorden in verband met de roman van Goethe  Massahysterie over de ‘effecten’ van deze roman op zijn lezers

Terugkerende fenomeen: de opkomst van nieuwe mediavormen gaat steeds gepaard met morele paniek Frank Furedi (2016) – Angst voor het ‘media-effect’ op het publiek/jongeren  Elite in Engeland in de 18e eeuw 

Bibliophobia = angst voor het ‘copycat-effect’ o



Bang dat de lezer het onderscheid tussen realiteit en het verhaal niet meer zal kunnen maken

Strips in de jaren ‘50 o

Vooral misdaad en horrorverhalen worden ‘aangeklaagd’ in de media

o

De volwassenen eisen zelfs dat gewelddadige strips afgeschaft worden omdat ze bang zijn dat jongeren het gedrag uit de strips zullen imiteren  Generalisering vanuit een specifieke klacht naar een hele generatie

o







De argumenten die er zijn (bv. kinderen kunnen moeilijk het verschil tussen echt en nep onderscheiden), waarom het slecht is, zijn niet verouderd. We kunnen gemakkelijk strips vervangen door nieuwe media vormen. Elke keer als er een nieuwe media vorm is, is die anders dan de media vormen die we al kennen. Dan is de reactie juist hetzelfde als de reactie toen over de strips (filmpje).

Horrorfilms in de jaren ‘80 o

Aanleiding 1982: ‘The Driller Killer’ en ‘Cannibal Holocaust’

o

Aanjager Mary Whitehouse (‘Video Nasties’)

o

Director of Public Prosecutions (DPP)

o

Films in de cinema zijn controleerbaar. Als je thuis naar een film kijkt, dan is het niet controleerbaar.

Rap in de jaren ‘90 o

Angst voor een pornoficatie van de samenleving: geweld, geld, dominante vrouwen, onderdanige vrouwen…

o

Welke effecten heeft deze rap? Angst voor imitatiegedrag bij jongeren

Rockmuziek en games o

De ‘Columbine Shootings’: 2 jongeren schieten leerlingen en leraars dood op school

 Oorzaak bij games en muziek? Morele paniek over computer games:  Bv. Grand Theft Auto, Counterstrike, Manhunt, Call of Duty… 

Maatschappelijk debat: destructieve effect van games o



“We are training our kids to kill” (https://www.youtube.com/watch?v=-XtWV-tIeVg)

Wetenschappelijke basis? o

Causation vs. correlation: enkel sprake van correlatie en een veronderstelling van causaliteit (welke richting?) 3



De bezorgde burger zegt dat er sprake is van causation: a heeft effect op b



De hoogleraar zegt dat er correlation is: er bestaat een relatie tussen games en agressie

 Geen bewijs voor directe relatie tussen het spelen van videogames en geweld o

Hypodermic Needle Theory jaren ’50 = achterhaald model

o

Van een monocausale verklaring naar een complex samenspel van variabelen Niet enkel de game, maar ook opvoeding, zelfbeeld… spelen een rol in het gewelddadige gedrag

 o

Agressie-games wordt vaak onderzocht a.d.h.v. lab studies, maar agressie en geweld zijn niet hetzelfde! = problematische generalisering!

o

Morele paniek over mediacultuur: een terugkerend verschijnsel

o

Hoe te begrijpen vanuit een sociologisch perspectief.

1.2 Mediacultuur en morele paniek Hoe morele paniek begrijpen?  Stanley Cohen (1972): hoe ontwikkeld morele paniek zich? o

Onderzoek is gebaseerd op gevalstudies ‘mods’ en ‘rockers’ (jaren ’60) 

Cohen bestudeerde de concurrentie tussen beide groepen en kwam tot de conclusie dat er maar weinig conflicten plaatsvonden



Maar de media blaast dit op en dramatiseren kleine conflicten



Durkheimiaanse paradox: bevestiging van de eigen waarden en normen door zich te focussen op ‘deviante out-groups’. Als er een cultuur is waar we het eens zijn over de waarden en normen, dan is alles wat afwijkt problematisch

 Mensen hebben nood aan ‘folk devils’: een groep binnen de eigen dominante cultuur die afwijkt, ze worden afgebeeld in de media als outsiders Hoe werkt morele paniek? Stappenplan Cohen: 1. Concern over een incident, er is een aanleiding/incident 2. Hostility: generaliseren van één incident, het definiëren als een sociaal probleem en het linken aan een stereotype (wij vs. zij) 3. Consensus: moral entrepeneurs zoals ouders, politici, priesters… vormen een front en zijn het erover eens dat er een probleem is

 Verdedigen de moraal 4. Disproportionality: buitenproportionele opblazing van ‘het probleem’ door/in de media 5. Volatility: verwatering van de morele paniek na enige tijd. Nu zijn er nog altijd strips, het nieuwe probleem nu is Netflix Waarom is morele paniek een terugkerend fenomeen?  Breder cultuursociologisch perspectief 

Nieuwe mediavormen en inhouden bedreigen 3 aspecten van de moderne cultuur 1.

Dominante mediavormen: ze zijn nieuw, anders en passen niet in de dominante mediacultuur (bv. leescultuur) o

Media panic 

De dominante mediavormen liggen onder vuur



Het schrift: Socrates (500 v.Chr.) “Met de opkomst van het schrift gaat van alles verloren” (geheugen)?  Probleem: overgang naar schrijfcultuur



Social netwoks: face-to-face communicatie wordt vervangen door virtuele communicatie + men kan alles opzoeken, we hoeven niet meer alles te onthouden  Probleem: overgang naar beeldcultuur



Games: van leescultuur naar beeldcultuur?

4

 Het zit niet in de essentie van games dat mensen zich erover zorgen maken, het gaat niet over de games zelf. Het probleem is vooral dat we uit onze schrift- en leescultuur niet kunnen omgaan met de nieuwe beeldcultuur. Het is vooral de bedreiging van een bestaande cultuur  Video: Steve Johnson draait het om, wat als er eerst games waren en dan pas lezen en schrijven? 2. De moderne, westerse civilisatie: de beheersing van seks en geweld in de media valt weg o

o

Seks en geweld in strips, film en games bedreigen de ‘civilisatie’ die de moderniteit kenmerkt 

Ongesocialiseerde kinderen (zonder zelfdwang) zijn het meest kwetsbaar



Verklaart de paniekverhalen over (de)generatie

Psychische model van Freud (1856-1939): 

De mens bestaat uit 3 psychische instanties  Id: levensdrift, seksualiteit (eros) en doodsdrift (tanatos)  Superego: morele psychische instantie; socialisatie: we houden ons in, ‘wat goed is’  Ego: bemiddelende instantie, maakt overwegingen

o



Het model verklaart persoonlijkheidsstoornissen: we houden primaire driften in, we onderdrukken ze, maar eigenlijk willen we ze volgen



Sociologisch perspectief: ‘onbehagen in de cultuur’ (1933)



Moderne samenleving is veilig, want we onderdrukken onze driften, maar individueel leidt dat tot neuroses



Verklaart ook de paniek over seks/geweld in fictie



Omkering van het proces van civilisatie?

Norbert Elias (1897-1990): uitwerking van Freuds model 

Toenemende regulering van driften en emoties in de samenleving en de opkomst van schaamte (= sociale emotie)  Etiquette komt op

 o

Ontwikkeling richting civilisatie: eten, snuiten, omgang met dood, seks…

3 historisch-sociologische verklaringen: na de middeleeuwen 

Toenemende interdependentie tussen mensen o.w.v. bevolkingsgroei en organische solidariteit Bv. als je met iemand samenwerkt moet je de vrede bewaren, je moet overleggen en je emoties controleren



Staatsvorming en monopolisering van geweld Bv. als je iemand zou doden, dan zou je in de bak vliegen



Civilisatie als middel tot distinctie en status/respect Bv. als je je weet te gedragen dan heb je smaak, dan weet je je te onderscheiden van de rest

 Beloning voor het onder controle houden van driften 3. De elitecultuur: vooral de kusten (lezen, musea bezoeken…) o

Mediacultuur vs. hoogcultuur 

De aristocratie/culturele elite voelt zich bedreigd



20ste eeuw: van kunstwerk tot massaproductie 

Verdwijning van ‘echte’ cultuur Bv. minder museumbezoek

 Verwatering van ‘echte’ cultuur Bv. opkomst popart 

Verdwijning van professionele experts en autoriteiten 5



Andrew Keen (2007): internet ondergraaft de professionele journalistiek



Geen respect voor de oorspronkelijke auteurs/intellectueel eigendom

 Morele normloosheid en erosie van Cultuur 

“The cult of the amateur: how blogs, MySpace, Youtube and the rest of today’s usergenerated media are killing our culture.”

1.3 Conclusie en discussie 

Morele paniek over mediacultuur is een permanent modern verschijnsel



Morele paniek zegt niets over het probleem van de media



Bedreiging status quo: o

Dominante mediavorm

o

Moderne civilisatie/beheersing

o

Gevestigde culturele elite/kunst

Les 3 (01/10/2019)

Hoofdstuk 2: De cultuurindustrie 1 2.1 Morele kritiek op mediacultuur onder sociale wetenschappers Klassieke (kritische) theorie: de erosie van (hoog)cultuur, de macht, invloed en effecten van de hedendaagse cultuurindustrie 2.2 De massaproductie van mediacultuur 

Cultuur staat aan de andere kant van de industrie, het wordt gemaakt door een creatieve figuur. Cultuur kan geen massaproduct zijn, maar toch is het dat.



Muziek, kranten, tijdschriften, televisieprogramma’s, films en games



Commerciële productie/bedrijven



In theorie is er sprake van een vrije markt, maar in de praktijk ligt de productie van media in de handen van enkele multimedia bedrijven o



Oligarchie: 4 bedrijven beheersen meer dan 70% van de markt

David Hesmondhalgh (2013) – The Culture Industries o

The magnificent Seven = de 7 grootste bedrijven 

o

Vivendi, Walt Disney, Comcast, News Corporation, Time Warner, Sony en Bertelsmann (Bertelsmann: 248 bedrijven in 8 jaar)

Wat verklaart de grote machtspositie? 

Jaren ’90: de grote trend van mergen 6

 ‘Merger mania’: grote multinationals in de media- en telecomindustrie nemen de kleintjes over en vormen daarmee een conglomeraat. Bedrijven worden heel snel opgekocht door grote multinationals en liefst zo snel mogelijk, want dan kost het minder geld. Bv. Sony (CBS Records, Columbia Pictures), Google (Youtube, Double Click, Waze…), Facebook (Whatsapp, Oculus VR…)…

 Steeds minder spelers op de markt  Als klant ben je altijd afhankelijk van de grote bedrijven o

Concentratie en integratie 

Integratie = verschillende bedrijfsonderdelen op elkaar afstemmen om synergie (en winst) te optimaliseren  Verticale integratie = een mediabedrijf koopt alle segmenten binnen één mediavorm Bv. boeken: auteurs, literair agentschap, uitgevers, papierfabrieken, online verkoop… Bv. film: acteurs, talent agentschap, film studio’s, DvD productie, bioscopen Bv. Facebook: AI, VR, softwarebedrijven  Totale controle over het productieproces

 Horizontale integratie = mediabedrijf koopt bedrijven uit verschillende mediavormen, zodat het product dat je levert kan omgezet worden in verschillende mediavormen Bv. muziek labels, uitgeverijen van boeken en tijdschriften, film studio’s

 Trans-mediale reikwijdte: de ‘best seller’ wordt verfilmd, advertenties verschijnen in tijdschriften (en vice versa)  En cross-promotie  Walt Disney doet zowel aan horizontale als verticale integratie o

Op alle lagen van de productie invloed

o

Parken, films, speelgoed, televisieshows…

2.3 Kritische interpretatie van de cultuurindustrie: waarom zijn conglomeraten een bedreiging? Horkheimer & Adorno jaren ‘50: kritische theorie over de cultuurindustrie  ‘The culture industry: Enlightenment as mass deception’ 

Onze ervaringen worden voor een belangrijk deel geproduceerd door bedrijven met politiek, economische… belangen. Het zijn voor die bedrijven juist belangrijk dat je denk dat je vrij bent in wat je doet, zo laat je digitale sporen na en dat kunnen die bedrijven verkopen aan andere bedrijven.



Achtergrond o

WO2: propaganda en media; massamedia gebruikt door de Nazi’s. Media heeft een groot bereik, de boodschappen die je met media de wereld instuurt zijn in feite een vorm van propaganda. Media werd vooral gebruikt om mensen ideologisch te misleiden.

o

Halverwege de 20ste eeuw: opkomst van radio, film (Hollywood) en reclame. De films die in Hollywood werden gemaakt waren zich ervan bewust dat het geen totalitair regime was, maar dat het gewoon Amerikaans was.

o

De verlichting: wetenschap, technologie, media en democratie; bevrijding door rationaliteit

o

De verlichting wordt door Adorno en Horkheimer niet als bevrijdend, maar als vervreemdend gezien  Vervreemding van kunst en cultuur. Mensen gaan zich laten vermaken (televisie kijken) in plaats van diep na te denken over de kunst.

o

Van klasse revolutie tot ‘fighting for the right to party’? Mensen gaan geen revolutie starten, ze zitten maar gewoon stom te zitten in cinema’s.



Centraal idee: de massaproductie van media is vreselijk, we denken niet langer na, we leren niet…



Gebaseerd op het werk van Max Weber o

Rationalisering van de moderne instituties (bureaucratie, bedrijfsorganisatie, fabriek) 

Doelrationalisatie: effectiviteit 7

o

o

Scientific management – Taylor 

Lopende band methode: iedereen krijgt één taak en herhaalt die. In zo een systeem ben je geen mens meer, maar een radar. Je bent geen werknemer meer, maar je bent gereduceerd tot een radar in een systeem.



Hoewel het zeer efficiënt is, zorgt het voor vervreemding en dehuman...


Similar Free PDFs