Les 5 tem 14 - Powerpoint + lesnotities gecombineerd in samenvatting PDF

Title Les 5 tem 14 - Powerpoint + lesnotities gecombineerd in samenvatting
Author Daniëlle van Krieken
Course Media-economie en mediastructuren
Institution Universiteit Gent
Pages 27
File Size 1.2 MB
File Type PDF
Total Downloads 93
Total Views 161

Summary

Powerpoint + lesnotities gecombineerd in samenvatting...


Description

Media-economie en Mediastructuren 5) Belgische mediamarkten: print Even herhalen: BELGISCHE MEDIAMARKT BESTAAT NIET!  Bepalende rol van taal geldt niet enkel voor AV maar zeker ook voor print  Media zijn beleidsveld voor gemeenschappen: elke gemeenschap heeft eigen organen, eigen regelgeving, eigen controle organisators, eigen policy  Mediamarkten grotendeels actief in de eigen gemeenschap en in de aangrenzende culturele (buitenlandse) omgeving.  Regulering vooral in functie van concentratie/ marktverstoring. Regulering algemeen voor openbare omroep binnen de grenzen van de beheersovereenkomst  Nieuwsmedia ‘niet’ gereglementeerd, vooral zelfregulering: Raad voor de Journalistiek & Conseil de Déontologie Journalistique  Persvrijheid is ‘absoluut’ dus de overheid mag zich op geen manier bemoeien met de inhoud. Niet bij de gedrukte media maar ook niet bij de commerciële en bij de openbare omroep. Ontwikkeling dagbladpers  1831:onstaan België (journalisten spelen rol tijdens omwenteling) => revolutionaire Belgische grondwet met verregaande pers- en meningsvrijheid.  De drukpers is vrij, de censuur kan nooit worden ingesteld, geen borgstelling kan worden geëist (zorgt voor veel vrijheid)  Getrapte verantwoordelijkheid: elk pers druksel moet verantwoordelijk uitgever vermelden  Taal van uniek Franstalig naar langzame ontvoogding en haasje over op de krantenmarkt vanaf de jaren 60  Eindelijk lancering van Nederlandstalig initiatief Vlaemsch België in 1844 maar na 11 maanden ter ziele  1848: afschaffing dagbladzegel => halvering verkoopprijs en toename verkoop vooral gunstig voor franstalige kranten. In het Nederlandstalige segment zien we periodiciteitsverhoging Massakranten en golden years: 1880-1900 - Inlassing reclame en industrialisering op zoek naar afzetmarkten (uitgevers hebben dus naast inkomst lezers ook reclame inkomsten) - Mechanisatie productie, goedkopere productietechnieken en daling papierprijs - Verbeterde distributie - Ontwikkeling telecom - Uitbouw nieuwsagentschappen - Verstedelijking - Dalen analfabetisme (meer mensen kunnen lezen, dus ook krant kopen) - Meeste titels gaan lang terug

Internationaal: Europa (kaart: pwp) - Sterke traditie krant lezen: Scandinavië, Nederland => protestantisme zorgde voor minder analfabetisme - Een middelmatige traditie krant lezen: België, VK, Duitsland… - Geen leestraditie: landen in zuiden van Europa Politiek pluriforme dagbladpers - Duidelijk profiel of kleur, nauwe banden met achterband. Zeer gediversifieerd in aanvang en geleidelijk afnemend naar de grote politieke en ideologische families. Uitzondering: Le Soir - Soms ontstaan als electoraal element op de markt gebleven - Verzuiling en extern pluralisme: veel outlets maar met beperkte redactionele autonomie - Teloorgang van partijpers overal in Europa - Teloorgang partijpers zowel in Vlaanderen als Wallonië - Vandaag: enkel nog aan te tonen in relieken in Vlaanderen o Vooruit (BSP) => De Morgen (de Persgroep) o Het volk (ACW) => Het Nieuwsblad (Mediahuis) - 1970-80s: maatschappelijke tendens van ontzuiling o Commercialisering kranten: richting intern pluralisme Kranten met een profiel - Titels die behoren tot partijpers of pers van arbeidersbewegingen hadden duidelijk een ideologische identiteit - Soms ook in ondertitel of symboliek van frontpagina: AVV/VVK, een rode roos… - Soms op te merken in aandeelhoudersstructuur met plaatsjes in de RvB - Soms link met Stichting, Raad of een Foundation (vb HLN) - Neutrale titels TOEN KWAM ONTZUILING WAARBIJ DE LEZERSMARKT DE DANS ZOU BEPALEN Kwaliteitstitels? - Historische ontwikkeling van markt met kwaliteitsbrands vs brands die op grote publiek gericht zijn - Geen tabloidmarkt in België (HLN heeft bv ook politiek nieuws) => want wat is nu eigenlijk tabloid? - Wat zien we als een kwaliteitstitel? => hoogopgeleiden lezen bv ook HLN Uitdaging voor print brands: “ontlezing” - Ontlezing: elke generatie leest minder dan de vorige - => markt moet zich herdefiniëren: bv inzetten op aangepaste abonnementsformules, want losse verkoop is problematisch - In Wallonië veel sneller tempo dan Vlaanderen

Kranten: 5 uitgeversgroepen

Dalende oplagecijfers (voor cijfers enzo: pwp) - Oplage = het aantal dat wordt gemaakt - Betaalde verspreiding: aantal dat wordt verkocht - onverkochte = kostfactor en moeten worden teruggenomen zonder kosten  digitaal abonnement: kostenreductie want er zijn geen onverkochte, ook prijs papier valt weg terwijl technische kosten gereduceerd worden - Opletten voor verschillen: tss cultuurgemeenschappen, tss brands Nieuwe printinitiatieven onmogelijk - Geen nieuwe krantentitel sinds jaren ‘60 o Uitz: De Krant, 24 Uur, Espresso o Redenen: verzadigde markt, pro actieve houding concurrenten die kopiërend reageren op elk vernieuwend initiatief, kosten gelinkt aan opstarten enkel mogelijk voor established spelers, reclame inkomsten worden niet vanaf de eerste periode verwacht, …. - Online wel nieuwe initiatieven o Apache, De Wereld Morgen, dS Avond, Newsmonkey - Metro (relatief) succesvol => afwijkende inkomstenstructuur o Beperkte productiekosten: veel Belgaberichten, weinig journalisten, verdeelpunten op drukke plaatsen, geen losse verkoop o Gericht op moeilijk te bereiken groep, enkel reclame inkomsten CONCLUSIE KRANTENLANDSCHAP - Kleine markten, nog opgedeeld in noord en zuid leggen kaarten voor overleven uitdagend - Verschillende ontwikkeling in Vlaanderen en Wallonië o Verkoop stabiel in VLA, felle neergang in WAL o Sterke internationale veranderde spelers in VLA o Sterke diversificatie in VLA o Investeringen in nieuwe formats en nieuwe journalistieke opties sterker in VLA

6) Convergentie en multi-platform Afbakening convergentie

-

Convergentie = een cocktail: alle formaties komen samen en vormen iets nieuws (je kan de oude ‘ingrediënten’ bijna niet meer herkennen)

Convergentie: technologie - Digitalisering: alles 0 en 1 => info/content beschikbaar in digitaal format - Niet langer specifieke netwerkinfrastructuur o Vroeger: ‘medium = the content’ o Nu: alle content via zelfde distributienetwerk (internet) - Ook toestellen groeien naar elkaar toe (vb smartphone) o Geen blackbox: andere toestellen bestaan nog (bv rekenmachine, gps) Convergentie: content/format - Vorming hybride multimediadiensten o Combinatie van verschillende mediavormen o Oude en nieuwe media komen samen (mengvorm) - Crossmedia = verschillende mediakanalen inzetten om een zo groot mogelijk publiek te bereiken o Zelfde serie op tv, youtube en fb - Transmedia = verschillende mediakanalen inzetten met verschillende formats met de bedoeling verhaal te vertellen o Wtfock Convergentie: industrieel - Traditionele industrieschotten vallen weg o Iedereen betreedt elkaars domein (radio bv ook video’s aanbieden) o Allemaal multimediabedrijven - Specifiek: netwerk en inhoud onder 1 dak - => leidt tot nieuwe marktstructuur: 1 digitale markt? o Deels is dit zo: lokale spelers komen moeilijk op de markt, er zijn vooral internationale, grote spelers Convergentie: regelgeving - Technologie achterhaalt media-specifieke regelgeving o Toenadering tussen telecom en omroep o Geen gelijke benadering (level playing field) - => Naar een alomvattend kader voor industrieën die voorheen gescheiden werkten en gereguleerd werden (vb AVMS) - Overal ter wereld trend naar deregulering o Minder regels, minder overheidsbemoeienis Waardeketen: vertical supply chain - = manier om structuur industrie te ontleden/analyseren o Verschillende stappen in media-industrie o Upstream vs downstream activiteiten (rollen) o Stappen staan niet los van elkaar (zijn afhankelijk van elkaar en sommige bedrijven hebben meerdere stappen)

Stap 1: productie - media-inhoud gemaakt door professionals - internet/digitaal heeft intrededrempels verlaagd o meer alternatieve productievormen (amateur, DIY) o user-created content => ‘prosument’ = producent en consument - spectaculaire toename van aanbod (attention) - voorbeeld: pewdiepie, ryan kaji, Celine Dept Stap 2: aggregatie - media-inhoud wordt gebundeld (verpakt) en daarna aangeboden voor distributie (vb netflix, spotify, krant, tv-omroep) o selectie: beste content identificeren o curatie: structuur aanbrengen o contextualisatie: extra duiding toevoegen - traditionele aggregators komen onder druk (door de nieuwe) Stap 3: distributie - media-inhoud afleveren aan het publiek via (elektronische) communicatienetwerken - elk medium had eigen netwerkinfrastructuur o analoog => digitaal o internet = het digitale netwerk bij uitstek o digitale content verspreiden via internet Gatekeepers (bottlenecks) - intrededrempels verlaagd door technologie o schaarste => overvloed - controle over stappen in waardeketen (oud/nieuw) o beslissen over wie toegang krijgt tot publiek o aandachtspunt voor overheid (competitie) o (vooral aanwezig in distributie) Hourglass industriestructuur Openstelling kabel: operatoren met te sterke machtpositie in de kabel moesten hun netwerk openstellen voor alternatieven. => zo meer concurrentie krijgen Creatieve destructie - Blijven bedrijven altijd bestaan? En monopolies? - Continue proces van verandering en innovatie o Bestaande bedrijven: aanpassen of verdwijnen o Brengt economische groei en vooruitgang - Survival of the fittest = de best aangepasten overleven - Risico: destructive destruction

o

Verandering is niet slecht, maar is er iets ‘beters in plaats?

Verdwijnen monopolies vanzelf? Strategie 1: verticale integratie - Meer controle verwerven over industrie o Actief zijn in meerdere stappen - Upstream (achterwaarts) vs downstream (voorwaarts)

Strategie 2: multiplatform (bijvoorbeeld crossmedia en transmedia) - Aanbod via aantal platformen en formats (360° aanpak) o Proliferatie van platformen o Fragmentatie van publiek - Recycleren van content (windows) => economies of scope o Lagere marginale kosten - Maar ook nieuwe content en formats nodig - Laat toe data over publiek te verzamelen - Voorbeelden o Medialaan(DPG media): een serie die je enkel online kan kijken o Wtfock (transmedia): op Instagram andere verhalen dan is video’s, ook op tv uitgezonden o Instaverliefd: enkel op Instagram o Schoeters en bellen: enkel online, ook podcasts

7+8) Mediaconcentratie Media = producten en volgen economische logica

-

-

-

Media = cultuurgebonden goederen, maar winst maken is belangrijk. Enkel publiekrechterlijke media kunnen gedeeltelijk aan deze nood ontsnappen (al dienen ze wel hun relevantie te bewjizen) Reeds sinds WO2: economische logica leidt tot schaalvergroting van mediabedrijven. o Soms uitbouwen nieuwe brands, maar meestal door opslorpen van bestaande brands en bedrijven (al dan niet in moeilijkheden) Schaalvergroting wordt gedreven door: first copy costs, grote investeringsnoden in innovatie, drukkerij, redactionele kosten… Schaalvergroting ook gedreven door ideologische redenen: brands uit dezelfde brede ideologische familie onder dezelfde paraplu, soms ook brands uit verschillende families die samengaan

Moeilijke tijden voor media - Moordende concurrentie (off- en online) - Wereldwijde concentratiegolf in media/telecom o Specifiek: content + distributie o (bv persgroep, mediahuis) - Recessie voor traditionele media (print als broadcast) o Impact op publieksbereik en reclame o Toenemende reclamemoeheid o Lage betalingsbereidheid (free mentatilty) o Nieuwe spelers en disruptie verdienmodel o Vertrouwen en fake news - Nog steeds winstgevend, maar toekomst veiligstellen Concentratie is van alle tijden - Mediaeigendom in steeds minder handen o Belang schaal => aanzetten tot fusies en overnames - Digitalisering, convergentie en concurrentie o Digitale content via digitale infrastructuur o Sectorgrenzen vervagen, nieuwe spelers o Geografische grenzen weg => internet is globaal o Belang schaal (globalisering, internationalisering) en scope (recycleren content, windows, multi-platform) bij digitale strategie - Overnames/ fusies, samenwerking, strategische allianties o Met zelfde media, ook tussen media (cross-media ownership) Historisch: schaalgrootte nodig - Kranten die onvoldoende scoren op lezersmarkt => scoren minder op advertentiemarkt => komen in negatieve spiraal= nodige investeringen worden uitgesteld, redactionele insteek wordt mager, sterke concurrenten op markt pikken verder het aandeel in. => kranten komen in problemen en verdwijnen, of worden overgenomen (al dan niet als kopblad, al dan niet voor lange periode) - Internationaal, Belgie pas na W02: sterke consolidatiebeweging in ’50-‘70

-

‘80s: stilte voor storm: academici waarschuwen voor impact op diversiteit aangeboden content en voor negatieve gevolgen van economische logica van culturele producten

Concentratie versterkt in jaren ‘90 - De Morgen => de Persgroep - Het Volk => VUM/Corelio - De Vlijt (GvA) => Concentra - FET/De Tijd (en L’Echo) => Mediafin - Markt leek volledig geconsolideerd o De Persgroep (incl Mediafin), Corelio en Concentra in VLA o Rossel (incl Mediafin) en IMP in WAL Concentratiegolven en taalgrens - Concentratiegolf bepaalt door taalgrens - Pogingen om te doorbreken: Corelio (nu Mediahuis) neemt belangen en bouwt op in Vers l’Avenis en daarbij IPM raakt o Juridische zorgen, politieke onrust en bij creatie mediahuis teruggeschroefd - Zelfs als de kaarten logisch liggen voor uitbreiding, komt er toch teveel beroering waardoor de deal niet doorgaat o Bv toen FET een investering wilde doen in L’Echo - Later wel gerealiseerd: volgens principe van gelijk oversteken o Roularta en Rossel gaan vandaag samen de financiële titels in beheer hebben o Concentra en Rossel behartigen samen Metro tot eind 2020 - Soms zijn de hindernissen van politieke origine (media is meer dan economisch) Geconsolideerd? Franstalige media nog niet in rustig water - 2013: Corelio en Concentra fuseren tot mediahuis => Vlaamse markt wordt duopolie met Persgroep Publishing (nu DPG media) - 2017: DPG media hergroepeert belangen en laat belang in Mediafin aan Roularta terwijl ze zelf macht krijgen in Medialaan - Belang in Vers l’Avenir (in handen van Mediahuis) werd overgenomen door Tecteo/Publifin. Onfrisse zaken en hergroepering waarbij titel in handen van IPM kwam o => nu ook duopolie op Franstalige markt: kleinere schaalgrote Kranten: 5 uitgeversgroepen =>

Ook diversificatie stuurt concentratie - Gedrukte media: hoe gaan ze hun positie verder versterken o Magazinemarkt, radio, televisie, telecom o Extra mediale belangen

-

o Uitbreidingen naar internationale markt Evolutie naar Information Society

Types concentratie 1. Horizontale expansie - Bedrijven in zelfde stap van waardeketen o Uitbreiden marktaandeel o Vergroten schaal (marginale kosten) o Efficiëntie en kostenreductie o Ruimte voor investeringen - Creatie van multi-product organisaties o Scope ook belangrijk: hergebruiken content, delen journalisten - Bedrijven op zelfde plek in supply chain - Veel voorkomend - Uitbreiden marktaandeel door verwerven rechtstreekse concurrent o Verminderen concurrentie in markt = oligopolie - Ook betere kostenbeheersing + grotere kans op winst - Niet per def een hoera verhaal: identiteit van brands, verlies van diversiteit, eenheidsworst, commercialiseringstrend - Soms enige kans op overleving - Voorbeeld: ene productiehuis koopt andere op o Een ander een andere: VTM en Acht o Kranten: mediahuis- Corelio en Concentra - SWOT o Groter marktaandeel/betere kostenbeheersing/ first copy costs: economies of scale o Samenwerking vs editoriale onafhankelijkheid o Massamarkten vs niche markten o Kostenbheersing (kapitaal, drukkerij, IT expertise …) - Leidt vaak tot verlies van banen

2. Verticale expansie - Bedrijven in verschillende stappen van waardeketen o Controle over productie en distributie: “media content is no good without access to audiences en vice versa” (pg 48) o Mediabedrijven zijn altijd involved in productie en aggregatie (krant en drukkerij) o Controle herverpakking content o Verzekeren toegang tot content en publiek o Reductie transactiekosten (onderhandelingen) - Efficiëntie en kostenreductie

-

-

Kan leiden tot marktdominantie o Vermindert afhankelijkheid van andere spelers en vergroot macht tav leveranciers Interdepentie stappen in waardeketen (daarom nut om verschillende stappen te controleren o Content kan niet zonder distributie (en omgekeerd) o Distributeurs nu zelf betrokken in productie of aggregatie o Voorbeeld: Telenet en Vier

3. Diagonale expansie - Bedrijven actief in verschillende waardeketens - Diversifiëren in andere industrieën en sectoren o Complementair (cross-promomtie, scope) o Groeidomein (digitaal) o Niet gerelateerd (bv immobiliën - Leidt tot cross-media ownership: thematische clusters => 1 soort content, meerdere formats, sterke en herkenbare merken o Vorming mediaconglomeraten o Spreiden van risco’s (maar is niet zonder risico) - Niet alle combinaties van activiteiten leveren evenveel effiency winst op - Expansie leidt niet altijd tot synergie - Expansie leidt niet altijd tot beter presteren - Sommige ‘skills, techniques & equipment involved producing and distributing’ blijven zeer sector specifiek - Voorbeeld: Q-music en VTM (beide aggregatie) 4. Internationale expansie - Bedrijven actief in verschillende geografische markten o Lokale afdelingen (targets, richtlijnen) o Glocalisering, aandacht culturele identiteit - Globalisering en internationale competitie o Lagere handelsbarrières o Mobiliteit kapitaal (beurs) - Vervlechting nationaal en internationaal o Complex om te reguleren - Diversificatie: internationalisering o Blijft vaak binnen culturele taalgrenzen Noodzaak aan gediversifeerde mediagroepen - Van voldoende schaalgrootte - Nood om een gediversifieerd portfolio te hebben - Afwijkende curves van rentabiliteit maximaal benutten als veiligheid en risico reductie

-

Altijd begrensd door limieten van beleid en regelgeving, maar bij regulering ontsnappen vaak de cross mediale clusters en tijdschriften (geen regelgeving voor diagonaal en internationaal, enkel bij grote schaal)

Crossmediale concentratie in 2018 - VLA is sterker dan WAL Verschuivingen gaan door - IPM kocht titels Tecteo op - Metro enkel bij Rossel - Let op: internationalisering gaat verder - Audiopresse verdwijnt in nabije toekomst - Rebranding van av zenders is continue beweging - Telenet slokt De Vijver op Moguls - Sterke neiging tot blokkenvorming en marktconcentratie - Vorming tot (internationale) mediacongolomeraten o AT&T (telecom) – Timer Warner (content) o Comcast (telecom) – NBC-Universal (content) o Liberty Global (telecom en content) o Disney- 21st Century Fox (content) o Sony (content en tech) - Eerste krantenmoguls vandaag nog altijd met figuren als Murdoch en Berlusconi - Technologieconglomeraten o Google, Amazon, Facebook, Apple, Netflix Concentratie en politiek kijkt ernaar? - Media = economische producten die aan economische wetten beantwoorden, maar zijn meer dan dat => media = hermafrodiet - Media = culturele producten, nauw verbonden met maatschappij waarin ze actief zijn - Door journalistieke content de rol als brug tss civic society en politiek o Watchdog functie, media als vierde macht Gevolgen mediaconcentratie - Positief

Schaalvergroting (synergie), overlevingskans, meer mogelijkheden redactioneel en promotioneel, oplage-reclamespiraal, internationaal perspectief Negatief o Verschraling aanbod, pluralisme en diversiteit, grote mediabedrijven wegen op politieke besluitvorming, dominante positie, impact marketing, jobs en innovatie o

-

Aantal visies op media en overheid - Liberale visie – vrijemarktmodel o Waakhond, vierde macht, belang van vrije/onafhankelijke pers o Verschillende opinies, markt waarborgt pluralisme o Pers als spiegel maatschappij, klankbord - Kritisch-marxistische visie – publiekbeleidsmodel o Ongelijke toegang tot pers, controle politiek-economische elite o Commercialisering en vervlakking o Concentratie ↑ homogenisering ↑ kwaliteit ↓ diversiteit ↓ Elementen mediaregulering

Mediaconcentratie en beleid - Marktmodel: concurrentiekracht, marktverstoring o Mededingingsrecht: vrijware...


Similar Free PDFs