Samenvatting les 2 PDF

Title Samenvatting les 2
Course Neurologie en neurochirurgie
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 13
File Size 900.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 62
Total Views 141

Summary

samenvatting praktijk...


Description

LES 2: DE ROMP HERHALING VORIGE LES •

Lage transfer



Hoge, actieve transfer



Casuïstiek

Video Toledo: Actieve hoge transfer + passieve transfer Integreer FAME tijdens het inoefenen van praktijk elementen

CASUS Videofragment: hemiplegische patiënte tijdens het uitvoeren van een ZTS* •

Observeer deze patiënt terwijl ze een zit-naar-stand beweging tracht uit te voeren.



Benoem welke parameters er in deze beweging afwijkend zijn van de normale sequentie.

Waarom kan ze niet rechtstaan? Haar linkerknie naar endo = spastisch patroon. Ze brengt al veel gewicht op rechterkant om zich op te duwen. Dit doet ze door een te kort aan quadriceps, snelheid van heupflexoren te weinig. Ze zit te veel naar extensie dus via armen gaat ze zich proberen op te duwen. Ze blijft met zwaartepunt naar achter. Schouders moeten over knieën om onze handen niet te gebruiken. Haar voeten stonden ook te veel naar voor, zeker haar linkerkant, moet goed naar achter onder de knieën of zelf nog meer naar achter. Op haar linkerbeen draagt ze een AFO = ankel foot orthese = schelp onder haar voet die naar achter gaat , zodat haar voet niet gaat afzakken naar beneden , maar DF gefaciliteerd wordt. Ze heeft te weinig DF. Bodily state = actual and predicted bodily state = lichamelijke test van weten waar arm zich bevindt in ruimte tov benen, weten waar benen zich bevinden = dit is proprioceptie. Vaak gaan ze lichaam anders percipiëren dan dat het echt is. het Pusher syndroom? Pt met CVA zitten naar andere kant : bij ons is middellijn mooi in midden, bij hen is middellijn gebogen. Als je zegt dat ze recht moeten blijven ze zo zitten want ze zien dat als het recht. Via technieken moet je dit aanpassen : dit doe je via een spiegel: ‘ probeer u goed recht te zetten’ = visuele FB. Tactiele FB door als therapeut zelf de pt juist te plaatsen. Ook auditieve door iets te zeggen en aan te passen. KOR = knowledge of results = eindresultaat die is bekomen van een prestatie. Bv een penalty : hij weet op einde of de bal in het doel is of niet= externe FB: goed of niet goed KOP = knowledge of performance = pt kent het verloop van de handeling = interne FB: als ik mijn voet goed plaats tegen bal met binnenkant – je weet al of prestatie beter of slechter zal zijn. (langere tijd ertussen)

1

INHOUDSTAFEL LES 2 1. 2. 3. 4. 5.

Positionering in zit Zit tot stand : Normaal bewegen – voorbereiding – uitvoering De romp : Functie – onderzoek – behandeling Reiken in zit – seated reach : Functionele inzet romp Casuïstiek

1. POSITIONERING IN ZIT Algemene principes positionering : Cursustekst op Toledo: Positionering en transfers POSITION E RING: ZIT IN D E ROLSTOE L Zie cursustekst p 12 tot 13 Alignement ! Aandachtspunten :  Zitvlak dicht tegen rugleuning !  Geen exorotatie heupen → symmetrie  Hemi-arm gesteund → hand niet afhangend: Bewustwording Pt o o o o o o

Check of de remmen opstaan ( FAME) Vraag aan pt om rechter te komen zitten en naar voor te komen. We sturen lateraal bij : minder plaats: kussen/ handdoek ertussen  meer naar endo: ideale als patella en tenen naar voor komt. Hand moet altijd hoger dan elleboog: alles dat afhangt: vocht kan erin opstapelen dus nog hoger kussen Zo comfortabel mogelijk zitten. Probeer zo zacht mogelijk arm behandelen: met 2 handen verplaatsen, niet gewoon verschuiven anders last in schouder. Hemi zijde mag niet afhangen : op foto verkeerd  gesteunde arm

2.ZIT TOT STAND NORMAL E SEQU EN TIE

1) 0 positie, zo natuurlijk mogelijk : anatomische houding = alignement 2) houdingstonus normaliseren 3) Ruimte tussen pt en bed opvullen met kussens Belangrijk om romp goed naar voor te brengen, voeten stevig op grond, voeten naar achter ( nog makkelijker naar voor) , romp naar voor en dan heup extensie en knie extensie en PF dat je goed groot staat. 2

Trial … and error? Ga op deze manier zitten en probeer een STS uit te voeren.

VOOR BE RE ID IN G: Z ITHOU DING Houdingscorrecties : 

Geïsoleerde extensie Lx : lumbricaal greep



Rompoprichting: facilitatie sternum



Verminderde heupextensie

Hoe : observeer + geef feedback •

Verbale feedback



Tactiele feedback /p/ → /a/



Visuele feedback

Corrigeer naar elkaar toe  Lumbricale greep : kom maken met hand , duim wat naar voor brengen en een soort eendenbek maken naar elkaar toe. Vingers wijzen naar beneden. Pt met linker hemibeeld: sta aan hemibeeld voor veiligheid. Waar pt doorzaakt maak je een knijpbeweging zodat pt zich vanzelf opricht. ‘ maak uzelf goed groot’ fixeer ook thv borstkas om te voorkomen dat pt naar voor valt en helpen om zo groot mogelijk te maken. Blijf goed boven en houden houden, eerst passief dan actief geassisteerd en op einde doet pt zelf zo veel mogelijk/ ‘ maak uzelf goed groot’ en naar beneden en dan weer goed groot en naar beneden; Lumbaal hand sluiten : pt doet dan vanzelf anteflexie in bekken. Dit is een tactiele FB, Kan ook auditief of visueel.

ZIT- NAAR – STAN D

3

 Reiken in zit: Heupflexie met behoud van selectieve rompextensie Therapeut: staat aan de hemizijde voor de veiligheid en faciliteert de romp naar extensie Patiënt: in zit met gebedshouding en voorwaarts reiken van passief naar actief tafel (hoog)  krukje (laag) 

Link met functionele taken

Als pt goed zit dan voorbereiden naar zit tot stand. Vaak zijn pt zeer angstig om zich te buigen naar heupflexie : dus best iets voor pt zetten zodat die zich veilig voelt. Nu hemizijde rechts dus zet je rechts; handen weer gekruist  probeer uw handen op tafel te brengen. Wij begeleiden mee thv borst en lumbaal : bijsturen waar nodig. Heupflexie met rompextensie. Sommige bewegen de hele romp mee in flexie maar dit mag niet. Dus corrigeer dan met vorige techniek. Indien dit te moeilijk is : tafel hoger gaat voor nog meer veiligheid/ hoe hoger hoe makkelijker Indien te makkelijk: tafel lager of zelf tafel weg doen. En een krukje gebruiken want dit is nog veel lager. ‘ reik naar het krukje en terugkomen’. Dit is al een behandeling op zich om te oefenen op reiken naar voor. Als dit lukt dan meer functioneel bv reiken naar glas en terug. Je kan ook langdurig daar blijven oefenen en bv glas water vullen : 20 sec in moeilijke houding blijven. VOOR BE RE ID IN G: HEMI-BE E N •

Bij hypotonie : tonus opbouwen  Tapping:  /p/  /a/  Dorsiflexie : contact enkel-grond  Waar wordt tonus opgebouwd? 

knie extensoren



dorsiflexoren

Stel dat dit ook goed gaat maar been is hypotoon, hangt erbij en niet voldoende gesteund  hemibeeld voorbereiden. Schoenen uit. Niet genoeg spierkracht dus tonus gaan opbouwen. We gaan tapping gebruiken: opvoeren opbouwen van tonus bij pt met hypotonie. Je legt 1 hand op knie en 1 hand neemt voet. Je gaat de voet in DF gaan brengen. Je gaat dit faciliteren want kunnen dit niet. Eerst passief de tapping uitvoeren= opwaartse beweging waarbij je met de hiel opwaarts stappen / hakken. Eerst passief en dan vraag je aan pt om wat over te nemen. Zo bouw je de juiste tonus op

4

UITV OE RING Z IT N AAR STAND

Rompcontrole OK , goede stabiliteit Zet je aan L kant want linker hemizijde: gebedsgreep met L hemi naar boven. Plaats hand rond knie en omvat CL heup. Met schouder kom je automatisch tegen rug van pt : zo stuur je beweging naar voor = rechtstaan makkelijk naar voor. Blijf goed laag: squat  zodat ze niet door haar knie valt. Zet je recht en je mag zo goed mogelijk naar voor bewegen. Vanaf ze recht staat : duim achter haar knie zetten!!!! Van voor de knie komt onze duim naar achter en gaat daar controleren zodat de pt niet extra naar flexie zou zakken. En duim vanachter zodat hij niet te veel in extensie zou rollen. ( hyperextensie verhinderen). Zo volledige controle over knie. Zet je goed laag. Als ze recht staat dan gewicht op L been  hand stevig thv hemiknie en terug naar andere zijde. Paar keer zodat pt kan wennen aan steun nemen op hemizijde. Gaan zitten even belangrijk: dicht bij knie  heupflexie en traag begeleiden naar zit. Je duwt met schouder naar voor en traag gaan zitten en begeleidt meer tot je zelf ook zit; bij gaan zitten terug heup naar voor Makkelijker moeilijker maken

5

TIP S E N TRICKS ZTS

Makkelijker moeilijker maken Zetel moeilijker om recht te komen : veel zachter. Jade xx Makkelijker maken door hemibeeld naar achter zetten, als je linkerhemibeeld hebt.

3.DE ROMP FU NCTIE

6

Romp is sleutelpunt : contact met benen armen hoofd  slechte romp controle is slechte rompcontrole. Sommige makkelijker dan anderen : volgorde  vorige beweging nodig om volgende te doen :extensie in de romp : rugspieren. Voor flexie de buikspieren. Voor lateroflexie : buikspieren en rugspieren nodig dus daarom moeilijker. Buik en rug aan zelfde kant homolateraal. Rotatie nog moeilijker : buik en rugspieren aan beide kanten nodig. De tegenrotatie zie je in stappen : gekruiste coördinatie bij stappen: L been en R arm naar voor en zo draai je in de romp. Zo ga je altijd tegen roteren om dissociëren. ON DE RZ OE K

Onderscheid bovenste en onderste deel van de romp Onderscheid tussen actief en passief. Als pt het beter kan dan actief laten uitvoeren anders helpen en passief. Wat is de grootste beweging : passief of actief? Passief altijd groter dan actiever. Altijd onderscheid tussen bloeding CVA links en rechter hemibeeld. Bij romp heb je altijd bilaterale aantasting. CVA links : zowel romp L en R onderzoeken en behandelen! Reden 1 : aponeurose: tussen L en R buikspieren. Als L niet werkt beïnvloed je R. reden 2 ;zenuwbanen van hoofd naar lidmaat : sommige kruisen sommige niet . Dus bij bepaalde zenuwbanen die niet kruisen en wel kruisen dus beide kanten testen. ON DE RZ OE K  BE HAND EL IN G VAN D E ROMP WAT •

Initiatie beweging



GEEN zware inspanning of training

WAAR OM o Proximale stabiliteitsrol o Controle o Uithouding o Sleutelrol bij inzet van functionele taken o

 Faciliteer functionele activiteiten thv de extremiteiten

7

We doen gewoon initiatie van beweging niet zo hard of krachtig mogelijk, geen maximale lateroflexie met veel gewicht maar gewoon kleine beweging. ON DE RZ OE K  BE HAND EL IN G VAN D E ROMP AD HV CASU ÏSTIE K

Wat merk je op? Er volgen nu enkele basistechnieken en oefeningen om selectieve bewegingen in de romp te onderzoeken en te behandelen. Rug en buikspieren aan hemiplegische zijde zijn zwakker: gaat doorgangen : sterkte buik en rugspieren zijn verzwakt  dus lateroflexie lukt niet goed. Hij gaat altijd blijven doorgangen naar hemizijde, kan zich nooit helemaal oprichten. Hij gaat ook op bepaald moment: gewicht van arm gebruiken om zich op te duwen ook met hemizijde = compenseren naar middellijn. Controle in LF en oprichten heel moeilijk > compensatie Therapeut rond hem met kussen en box = voorkomen van vallen door beperkte rompcontrole. Door bal oefen je oprichting voor maximale rompcontrole.

Als hij kan zitten ook direct in zit en bewegingen in oefenen. Eerst heel selectief en dan doelgerichte oefeningen : beker water verzetten of glas uit kast. Vraag aan pt wat niet goed lukt en dan daar op oefenen. RU GL IG / ZIJL IG: VANU IT HET BOV EN STE DE EL VAN D E ROMP

8

Tafel genoeg hoog En aan hemi en aan niet-hemi zijde onderzoeken Bovenste kant is hemizijde dus dan achter pt gaan staan voor extensie rotatie : onderzoek en behandeling Zorg dat pt stabile ligt: enkels en heup en schouder op 1 lijn - > zo stabile mogelijk 1 hand van therpaeut onder oksel van Pt door en thv schouder neklijn vasthouden De andere arm thv margo medialis  van daaruit extensie en rotatie uitvoeren van schoudergordel. Zo kijk je hoe goed je kan bewegne: hyper of hypotonie. Wat is ROM ? = extensie + rotatie component. In flexie : buikspieren + rotatie. Voeten vlak op tafel, pt op rug. Hemikant over lichaam op schouder van therapeut. Onderzoeken van buikspieren door 1 hand thv scapula te plaatsen. Omvat scapula goed. Met andere hand doe je 3 dingen : manier1) hemihand fixeren op schouder. ‘ zet uw recht en beweeg in mijn richting = schuine buikspieren onderzoeken of optrainen. Houd haar hand echt goed vast zodat ze niet afrolt. Manier 2 : Als dit goed gaat en hoofd gaat niet goed mee. Dus niet ideale oprichting van hoofd: hand laat je los en met vrije hand omvat je hoofd en neem je hoofd mee in beweging. Zo breng je haar hoofd mee naar voor want kon dit niet zelf. Hand kon wel blijven liggen. Manier 3: hand blijft goed liggen en hoofd zelf goed mee : voelen met hand of er contractie is of niet.

ZIT VAN UIT HE T BOV E NSTE D EEL VAN DE R OMP 9

Handen op knieën goed recht en probeer met elleboog naar tafel te brengen Links en rechts vergelijken Actief : kijk goed dat aan jouw zijde de pt verkort, en niet verlengen en zo compenseren! Herevalueren of pt doet wat ik wil Passief: rechts concentrische fase lukt niet goed dan faciliteren – passief uitvoeren. T brengt 1 been achter pt : ondersteunen zodat die niet naar achter valt : veiligheid! Verkorten aan 1 zijde, 1 kant thv ribbenkast: omvatten en tegenduwen / andere hand thv schouder. Pt omvat weer hemizijde vast. Induwen en met bovenste arm naar benden duwen. Aan linkerzijde verkorting en aan andere zijde verlenging. Dit kan je doen bij hypotonie : tonus opbouwen. ZIT VAN UIT HE T ON DE RSTE DE E L VAN DE R OMP

Probeer met bekken te kantelen en verkorten. Pt doet zelf en L en R vergelijken. Stel ene kant lukt niet goed: dan weer faciliteren en passief uitvoeren. been achter pt zodat hij veilig zit. Nu aan de ene zijde verlenging en handen naar andere heup brengen. We trekken bekken naar ons toe. Zo verkort je aan CL zijde en verlengen aan HL zijde. Aan onze zijde verleng je. Nog beter insturen door jezelf op te richten en zo komt pt meer recht. ( goed naar ons toe en oprichten). Handen van therapeut gekruist op pt. Vanuit onze kant gaan verlengen. ZIT- VANU IT HE T BOV EN STE DE E LVAN D E ROMP

10

Passieve manier: Roatie insturen enkel vanuit schoudergordel, Onze voet langs tafel naast pt , Evenueel voor pt plaatsen Arm waar je been staat op je been leggen, linkerhand onder schouder, oksel door , de andere komt op schouder thv scapula. Door ons been naar voor en achter te brengen krijg je beweging. Doorflexie en extensie in been draait pt mee. Je moet zo geen enkel gewicht van pt zelf draaien. Rotatie mee insturen. Vgl linker met rechterkant ! Actieve manier Je mag eens naar achter kijken beide kanten. Zorg dat romp ook mee naar achter kijkt. Je mag eens met armen helemaal naar achter reiken en terug en wisselen van kant. romp goed mee bewegen.

11

4. REIKEN IN ZIT – SEATED REACH : FUNCTIONELE INZET ROMP

Te kennen leerstof. Uitgeschreven Nederlandse tekst kennen!! Vraagjes invullen voor je video kan zien. Snel door vragen voor video

Meeste steun op rechterbeen als vw rechts staat. Naar waar je reikt – je reikt naar hemizijde om meer te gaan versterken. Meer gewicht op kant naar waar je reikt. Indien het heel dicht is: COM zit in uw romp, base of support is afhankelijk van voeten en zitvlak. Object aan andere kant van tafel: en dan reiken naar dat object want moeilijker: COM voorbij knieën, BOS moeten leggen. Voor pt is dit moeilijk. Ons object verplaatsen we aan hemizijde om meer te gaan steunen naar hemizijde. Spelen met afstand, L en R, meer steun op hemi of niet hemi kant. probeer veel variatie : zwaarder object.

12

COMP ON EN TE N •

Verplaatsen van CoM binnen  buiten BOS



Voorbereiding voor steunname:



o Actieve zithouding o Symmetrie? o Pre-activatie & belasten van het hemi-been? Maak gebruik van de omgeving: o Muur o Extra steun (gebruik materiaal) o Aanbieden van targets

*CoM: center of mass / BoS: base of support Muur: als pt weggezakt zit = muur is visuele FB Altijd terug naar muur tikken en terug Ook naar voor gaan langs muur glijden Componenten seated reach: praktijk voorbeelden Gebruik makend van targets: •

Om naartoe te reiken



Om pre-activatie in het been uit te lokken

Th geeft sturing aan de taak: tactiele feedback

5. CASUÏSTIEK Groep 1: •

Functionele oefening i) met rotatiecomponent vanuit het bovenste deel van de romp, ii) met LF-component vanuit het bovenste deel van de romp



Reikoefening in zit bij een patient met een non-functionele rechter hemiplegische arm



Oefening zit-tot-stand bij valangst

Groep 2:

Groep 3:

!!! Volgende les => Creatieve oefening zoeken

13...


Similar Free PDFs