Les 4 STTP&STTB - Samenvatting les 4 PDF

Title Les 4 STTP&STTB - Samenvatting les 4
Author Katlijn Martens
Course Taalontwikkelingsstoornissen
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 12
File Size 1009.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 6
Total Views 139

Summary

Samenvatting les 4...


Description

1) Schlichting test voor taalbegrip 2) Schlichting test voor taalproductie  om terugbetaling te kunnen krijgen moet men slechts één test in zijn geheel afnemen dus de STTB-II of de STTB-II MAAR best een zo volledig mogelijk beeld van zowel productie als begrip

Schlichting test voor taalbegrip      

publicatie 2010 normering: 2;0-7;0 jr 7 secties (A-G) 85 items in plaats van RTTB instap- en afbreekregels

breder bruikbaar dan RTOS (2;0 – 5;0jaar) oplopende moeilijkheidsgraad Reynell Test voor taalbegrip

Kind anders beoordelen indien meertalig of thuis geen Nederlands Chronologische leeftijd (30 dagen lenen voor een maand)

A: AANWIJZEN VOORWERPEN EN LICHAAMSDELEN Taalcomponent: R: lex, sem

 puur lexicon, passieve woordenschat (wel in een zin geformuleerd, dus ook een beetje semantiek)

B: EENVOUDIGE OPDRACHTEN Taalcomponent: R: lex, sem, synt

 kind moet meer begrijpen dan louter de woorden bloem en huis, semantiek en syntaxis spelen ook mee, zeker bij 3: leg de bloem op het huis ≠ leg het huis op de bloem!

C: TORENTJES BOUWEN

Taalcomponent: R: lex, sem, syn

Nederlands ≠ Vlaams woorden zoals steen voor damstuk en wit voor houtkleurig kunnen problemen opleveren

D: MEERKEUZEPLATEN Taalcomponent: R: sem, syn

RTOS: begripsschaal volledig met concrete materialen  STTB: vanaf sectie D met prentjes ITEM D2: De zon schijnt, maar het meisje zit binnen .

 gerelateerde alternatieven  R: lex, sem, (morfo)syn ITEM D49: Door de hoge bomen is het huis gedeeltelijk niet te zien.

 oplopende moeilijkheidsgraad  R: lex, sem, (morfo)syn

E: VORMENTEST I taalcomponent: R: (morfo)syn, sem  semantiek en syntaxis zijn vaak aan elkaar gekoppeld  lexicon speelt minder mee omdat je op voorhand nagaat of het kind de begrippen kent Pak de witte ster of de zwarte appel. Welke appels zijn niet zwart?

F: MEERKEUZEPLATEN II Taalcomponent: R: sem, syn, (lex) Het meisje doet eerste de deur en dan het raam dicht.

 volgorde respecteren!

VORMENTEST II Taalcomponent: R: sem, syn, (lex) + aud KTG (+ aandacht en concentratie)

 complexer: +eieren, + vissen, + bloemen  ≈ TokenTest (afasie) (ook bij CELF-4 en CELF-P kenmerken van TT)

Schlichting test voor taalproductie    

publicatie 2010 normering: 2;0 - 7;0 jr 5 subtests in plaats van STTP

genormeerd voor dezelfde leeftijdsgroepen

AG op lim. lijst (zie tabel)

WOORDONTWIKKELING Aanvankelijk met concreet materiaal, later met prentjes Taalcomponent: P: lex, (sem)

 taalcomponent: P: lexicon Opmerking: geen uitspraaktest: kind nooit afstraffen als het het woord niet correct kan uitspreken (bv kind zegt heel consequent toej tegen stoel); wel alert zijn: nog een articulatietest afnemen?

 taalcomponent: P: lexicon, (sem)

 taalcomponent: P: lexicon, (sem)

ZINSONTWIKKELING Taalcomponent: P: syntaxis Zinnen nazeggen (+ aud KTG):

Taalcomponent: syn, (lex) Zinnen aanvullen:

PSEUDOWOORDEN (nonsenswoorden)

Taalcomponent: fonol BW, AG (fon. BW, onderdeel van meta. BW) Opmerkingen: 1) productie of toch eerder begrip? (AG en fon BW deel van het receptieve luik) 2) fon. stoornis kan nazeggen beïnvloeden (spraakanalyse in andere situaties!) AUDITIEF GEHEUGEN

Taalcomponent: AG, (begrip)

 Begrip speelt ook mee; je stelt je de woorden visueel voor en zoekt linken om te kunnen onthouden (opm: meertalige kinderen en kinderen met zwakkere taal ook moeilijkheden)  Nog zuiverder AG testen mbv cijferreeksen (moeilijker een link vinden) VERHAALTEST Taalcomponent: P: lex, morf, synt, pragm, (begrip)

Stripverhaal ≈ Bus Story  punten als bepaalde woorden aan bod zijn gekomen

SSTP-II versus RTOS, TP-schaal 

Subtest ‘woordontwikkeling’ van STTP-II meet productieve WS uitgebreider dan de subtest ‘woordenschat’ uit de TP-schaal van de RTOS



Subtest woordenschat RTOS heeft onderdeel ‘omschrijving van woorden’, bv. ‘Wat is een appel? o productieve semantiek wel in RTOS, niet in STTP



Subtest ‘zinsontwikkeling’ STTP-II goed voor kinderen die weinig spontaan vertellen o STTP-II: zinnen nazeggen, zinnen aanvullen (vaak wel durven) o RTOS: alle uitingen van het kind noemen, tussendoor en verteld bij de prentjes



In RTOS-II (niet in RTOS): auditief geheugen, fonologisch BW



In RTOS: Taalinhoud  verhalend functie (pragmatiek) voor kinderen vanaf 2;00jaar, bij SSTP-II pas vanaf 3;09jaar...


Similar Free PDFs