Samenvatting les 6 - ddddddddd PDF

Title Samenvatting les 6 - ddddddddd
Course Valid Amazon DBS-C01 Dumps
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 15
File Size 248.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 6
Total Views 134

Summary

ddddddddd...


Description

ABDOMEN EN BEKKEN 1. Opbouw, betrokken wandstructuren en functionele aspecten Opbouw en wandstructuren v/d buik- en bekkenholte (cavitas abdominalis en pelvis) Gescheiden door linea terminalis (functioneel 1 eenheid) Wanden: * Botten: wervelkolom, borstkas, bekken * Spieren: middenrif, buikspieren, bekkenbodemspieren Grenzen Naar craniaal

Diafragma met middenrifkoepels + centrum tendineum

Naar caudaal

Bekkenbotten Pariëtale spieren bekkenwand: mm. Iliacus, obturatorius internus, piriformis en coccygeus Bekkenbodemspieren: m. levator ani + diafragma pelvis

Naar dorsaal

Lendenwervelkolom Diepe buikwandspieren: mm. quadratus lumborum, psoas major Autochtone rugspieren

Naar ventraal en lateraal

Voorste en laterale buikwandspieren + hun aponeurosen: mm. rectus, transversus, obliquus internus en obliquus externus abdominis

Functionele aspecten v/d wandstructuren: buikpers (prelum abdominale) Buikpers = willekeurige samentrekking middenrif, buikspieren en bekkenbodemspieren ↪ verhoging druk in buik- en bekkenruimte Buikpers ondersteunt: - Bij legen endeldarm, blaas en maag - Bij samentrekken baarmoeder tijdens uitdrijvingsfase geboorte - De wervelkolom en rompwand (bv. bij tillen zware lasten + bij staan) Drukbelasting buikpers > stevigheid stelsel van spieren en fasciën Middenrif wordt ondersteunt dr sluiten stemspleet in strottenhoofd vasthouden in longen Zwakke plek: bekkenbodemspieren



herniatie

→ lucht

2. Indeling v/d buik- en bekkenholte (p. 206-207!) Topografische lichaamsholten Sereuze holten (peritoneale ruimten) Bindweefselruimten (extraperitoneale ruimten)

- Cavitas abdominalis - Cavitas pelvis - Cavitas peritonealis abdominis - Cavitas peritonealis pelvis - Spatium extraperitoneale - Spatium subperitoneale

1

3. Indeling v/d inwendige organen v/d buik- en bekkenholte Indeling van abdomen en bekken in lagen Ventrale laag: lever, colon transversum, jejunum, ileum, urineblaas Middelste laag: lever, duodenum, pancreas, milt, colon ascendens en descendens, uterus Dorsale laag: grote vaten, nieren, bijnieren Indeling v/d organen in de buik- en bekkenholte volgens niveaus Niveau

Organen die zich daar bevinden

Bovenbuik

Maag, duodenum, lever, galblaas en galwegen, milt, pancreas

Onderbuik

Jejunum, ileum, caecum en delen v/h colon

Klein bekken

Urineblaas, eindgedeelten ureters, rectum, mannelijke genitaliën: delen ductus deferens, prostaat en gll. vesiculosae vrouwelijke genitaliën: uterus, tubae, ovarium, vagina

Intra- en extraperitoneale ligging van organen in het abdomen en het bekken Cavitas peritonealis is bekleed met buikvlies (= peritoneum) → langs alle kanten ingesloten door cavitas extraperitonealis Intraperitoneale organen kunnen langs elkaar glijden door peritoneale bekleding v/d organen (peritoneum viscerale) en v/d wand (peritoneum parietale) Bovenste gedeelte urineblaas met peritoneum bedekt: peritoneum urogenitale Mesenterium (meso) = streng bindweefsel bedekt met peritoneum → bevat geleidingsbanen v/d intraperitoneale organen die eraan hangen → intraperitoneale organen beweeglijker dan extraperitoneale organen → gaat over in peritoneum viscerale/parietale bij organen/wand Intra- en extraperitoneale organen in het abdomen en bekken Ligging tov peritoneum Intraperitoneaal  Cavitas peritonealis abdominis



Cavitas peritonealis pelvis





Organen die zich daar bevinden

Extraperitoneaal Primair extraperitoneaal  Retroperitoneaal (achter cavitas  peritonealis abdominis/pelvis)  Infra-/subperitoneaal (onder  cavitas peritonealis pelvis) Secundair extraperitoneaal  Retroperitoneaal (achter cavitas  peritonealis abdominis/pelvis)

Maag, milt, lever en galblaas, dunne darm, dikke darm, caecum variabel Fundus en corpus uteri, ovarium, tuba uterina, evt. bovenste deel rectum

Nieren, bijnieren, ureters Urineblaas, prostaat, vesicula seminalis, cervix uteri, vagina, rectum (vanaf flexura sacralis) Dunne darm, pancreas, colon ascendens en descendens, rectum (tot flexura sacralis), variabel: delen caecum

2

4. Takken v/d aorta abdominalis: overzicht en paarsgewijze takken Overzicht v/d aorta abdominalis en de bekkenarteriën Komt voort uit aorta thoracica Loopt iets links v/d middellijn tot wervel L IV → splitst in aa. iliacae communes → splitsen elk in aa. iliacae internae en externae Projectie v/d aorta abdominalis en de belangrijkste takken op wervelkolom en bekken 1) 2) 3) 4) 5)

Truncus coeliacus (Th XII) A. mesenterica superior (Th XII/ L I) Aa. renales (L I/ L II) A. mesenterica inferior (L III) Bifurcatio aortae (L IV) → aa. iliacae communes sinistra/dextra

Hoofdtakken v/d aorta abdominalis

Paarsgewijze takken vr bloedvoorziening diafragma, nieren en bijnieren, dorsale abdominale wand, ruggenmerg en kiemklieren

Niet-paarsgewijze stam voor bloedvoorziening bovenbuik met maag en duodenum Niet-paarsgewijze stam voor bloedvoorziening onderbuik tot linker colonflexuur Niet-paarsgewijze stam voor bloedvoorziening onderbuik vanaf linker colonflexuur Indirecte paarsgewijze stam voor bloedvoorziening bekken

- A. phrenica inferior dextra/sinister → a. suprarenalis superior dextra/sinistra - A. suprarenalis media dextra/sinistra - A. renalis dextra/sinistra → a. suprarenalis inferior dextra/sinistra - A. testicularis/ovarica dextra/sinistra - Aa. lumbales dextra/sinistrae - A. sacralis mediana (niet-paarsgewijze tak) - Truncus coeliacus met  A. gastrica sinistra  A. splenica  A. hepatica communis - A. mesenterica superior

-

A. mesenterica inferior

-

A. iliaca interna (uit a. iliaca communis)

5. Takken v/d aorta abdominalis: niet-paarsgewijze en indirect paarsgewijze takken Systematiek v/d arteriën vr de bloedvoorziening v/h abdomen en het bekken (p. 212) Niet-paarsgewijze stam Truncus coeliacus A. mesenterica superior A. mesenterica inferior

Bloedvoorziening Bovenste delen darm, abdominale oesofagus tot pancreas en duodenum Middelste deel darm, van pancreas en duodenum tot linker colonflexuur Onderste deel darm, van linker colonflexuur tot rectum 3

4

6. Stelsel v/d onderste holle ader (v. cava inferior) Veneuze afvoer via de v. cava inferior dr de aderen v/d achterste buik- en bekkenwand v. lumbalis ascendens mondt uit in v. azygos/hemiazygos Directe veneuze afvoer vanuit: - Diafragma, buikwand, nieren en bijnieren, testis/ovarium en lever - Bekken (via v. iliaca communis): bekkenwand, bekkenbodem, uterus en tubae uterinae, urineblaas en ureters, accessoire geslachtsklieren, onderste deel rectum en onderste extremiteit Indirecte veneuze afvoer (veneuze bloed passeert eerst via v. portae hepatis het capillaire stromingsgebied v/d lever voor het in de v. cava inferior uitkomt) vanuit: - Milt - Spijsverteringsorganen: pancreas, duodenum, jejunum, ileum, caecum, colon en bovenste deel rectum Projectie v/d v. cava inferior op de wervelkolom Ligt rechts v/d aorta abdominalis Doorboort middenrif bij foramen venae cavae thv Th VIII Vereniging v/d vv. iliaca communes tot v. cava inferior thv L V Directe veneuze afvoer via de v. cava inferior

  

V. phrenica inferior dextra/sinistra Vv. hepaticae V. suprarenalis dextra V. renalis dextra/sinistra thv L I/ L II (met uitmonding v. testicularis/ovarica sinistra en v. suprarenalis sinistra in de v. renalis sinistra) Vv. lumbales V. testicularis/ovarica dextra Vv. iliacae communes (thv L V)



V. sacralis mediana (mondt vaak ook uit in v. iliaca communis sinistra)

   

7. Poortaderstelsel Poortaderstelsel in het abdomen Veneuze drainage v/d organen in abdomen/bekken vindt plaats via 2 ≠ aderstelsels: 1) Orgaanader → (vv. iliacae → ) stromingsgebied v. cava inferior → rechter hartkamer 2) Orgaanader → (vv. mesentericae of v. splenica → ) v. portae hepatis → lever → v. cava inferior → rechter hartkamer 1e weg: aderen urineorganen, bijnieren, geslachtsorganen, wanden abdomen/bekken 2e weg: aderen spijsverteringsorganen (maagdarmkanaal, pancreas, galblaas) en milt Aderen onderste deel rectum gaan via 1e weg Bloed langs lever → (milt)

voedingsstoffen uitfilteren + afgebroken erytrocyten recycleren

5

v. portae hepatis = vas publicum → stofwisseling in lever v. hepatica propria = vas privatum → bloedtoevoer (zuurstofvoorziening) lever

6

Projectie v/d v. portae hepatis en de 2 stamvaten op de wervelkolom v. mesenterica inferior mondt uit in v. splenica Vereniging v. mesenterica superior en v. splenica rechts v/d mediane lijn thv L I → v. portae hepatis Veneuze afvoer via de v. portae hepatis -

V. mesenterica superior V. mesenterica inferior V. splenica Directe veneuze afvoer

Gebied v/d veneuze afvoer via de v. portae hepatis Kort bloedvat, groot vaatlumen Splitst bij binnengaan lever in 2 grote takken → elk naar 1 v/d leverkwabben Gebied veneuze afvoer komt overeen met gebied arteriële bloedvoorziening dr truncus coeliacus + aa. mesentericae superior en inferior 8. Veneuze anastomosen in abdomen en bekken Cavocavale (intercavale) anastomosen (p. 218) = verbindingen tss v. cavae superior en inferior aan ventrale en dorsale lichaamswand 1) Anastomosen dorsale wand abdomen: verbinding tss v. lumbalis ascendens en v. azygos/hemiazygos → 2 mogelijkheden afvoer - Directe verbinding: v. cava inferior → (v. iliaca communis → ) v. lumbalis ascendens → v. azygos/hemiazygos → v. cava superior - Indirecte verbinding via horizontale lichaamswandvenen: v. cava inferior → (v. iliaca communis → ) v. lumbalis ascendens → vv. lumbales → plexus venosi vertebrales → cava superior

vv. intercostales posteriores → v. azygos/hemiazygos



v.

2) Anastomosen ventrale wand abdomen - Diep afvoerkanaal (achter m. rectus abdominis): v. cava inferior → v. iliaca communis → v. iliaca externa → v. epigastrica inferior → v. epigastrica superior → v. thoracica interna → v. subclavia → v. brachiocephalica → v. cava superior - Oppervlakkig afvoerkanaal (voor m. rectus abdominis): v. cava inferior → v. iliaca communis → v. iliaca externa → v. femoralis → v. epigastrica superficialis/ v. circumflexa ilium superficialis → v. thoracoepigastrica/ v. thoracica lateralis → v. axillaris → v. subclavia → v. brachiocephalica → v. cava superior Schema van onderlinge verbindingen in de veneuze bloedsomloop v/d v. portae hepatis (portocavale anastomosen) (p. 219) 1) Via venen maag en onderste uiteinde oesofagus: v. portae hepatis ← vv. gastricae ← vv. oesophageales azygos/hemiazygos → v. cava superior



v.

7

8

2) Via venen ventrale wand abdomen: v. portae hepatis ← v. umbilicalis (open gedeelte) ← vv. paraumbilicales → v. epigastrica superior → v. thoracica interna → v. subclavia → v. cava inferior OF v. portae hepatis ← v. umbilicalis (open gedeelte) → vv. paraumbilicales → v. epigastrica inferior → v. iliaca externa → v. cava inferior 3) Via venen dorsale wand abdomen: v. portae hepatis ← v. mesenterica superior en inferior ← vv. colicae → vv. lumbales ascendentes → v. azygos/hemiazygos → v. cava superior 4) Via adervlecht rectum: v. portae hepatis ← v. mesenterica inferior ← v. rectalis superior rectales media/inferior → v. iliaca interna → v. cava inferior



vv.

9. Vegetatieve ganglia en plexus Vegetatieve ganglia en plexus in het abdomen en het bekken, overzicht Vorming zenuwvlechten (plexus) en zenuwknopen (ganglia) om aorta abdominalis en in bekken → overschakeling preganglionaire 1e naar postganglionaire 2e neuron Complex vegetatieve zenuwvlechten voor en aan beide kanten v/d aorta abdominalis = plexus aorticus abdominalis Organisatie v/d vegetatieve ganglia en plexus in het abdomen en het bekken Ganglia en plexus genoemd nr arterie waar ze omheen liggen/evenwijdig mee lopen OS vezels: overschakeling 1e nr 2e neuron in ganglia die niet nabij het orgaan liggen PS vezels: overschakeling 1e nr 2e neuron in ganglia die wel nabij het orgaan liggen -

Plexus coeliacus Plexus mesentericus superior Plecus suprarenalis en renalis Plexus ovaricus/ testicularis Plexus mesentericus inferior Plexus hypogastricus superior

-

Plexus hypogastrici inferiores

10.Organisatie van sympathicus en parasympathicus (p. 226-227) Organisatie v/d sympathicus in abdomen en bekken Oorsprongen vezels vr innervatie organen v/h abdomen: T 5 – 12 → axonen 1e efferente neuron lopen zonder schakeling dr grensstrengketen → overschakeling nr 2e efferente neuron in ganglion coeliacum, mesentericum superius of aorticorenale Oorsprongen vezels vr innervatie organen v/h bekken: L 1 - 2 → overschakeling nr 2e efferente neuron in lumbale ganglia, ganglion mesentericum inferius of plexus hypogastricus inferior

9

Effect v/d sympathicus op organen in het abdomen en het bekken Orgaan/orgaansysteem Maagdarmkanaal - Longitudonale en circulaire musculatuur - Sfincterspieren - Klieren Miltkapsel Lever Pancreas - Endocriene pancreas - Exocriene pancreas Urineblaas - M. detrusor vesicae - Functionele blaassfincter Gl. vesiculosa Ductus deferens Uterus Arteriën

Effect OS Afname v/d motiliteit Contractie Verminderde secretie Contractie Glycogenolyse versterkt Verminderde insulinesecretie Verminderde secretie Verslappen Contractie Contractie (ejaculatie) Contractie (ejaculatie) Contractie of verslappen, afh. v. hormonale situatie Vasoconstrictie

Organisatie v/d parasympathicus in het abdomen en het bekken Craniaal gedeelte: oorsprong (1e efferente neuron) in hersenstam → axonen met n. vagus → overschakeling in 2e efferente neuron in ganglia nabij orgaan of intramurale ganglia → innervatie maag, lever, galblaas, pancreas, duodenum, nier en bijnierschors, dunne darm en colon ascendens tot aborale derde deel colon transversum Sacraal gedeelte: oorsprong in medullair S2-4 → exonen kort mee met spinale zenuwen → overschakeling in 2e efferente neuron in plexus hypogastricus inferior of orgaanwand → innervatie colon transversum aborale derde deel, colon descendens en colon sigmoideum, rectum, anus, urineblaas, urinebuis, geslachtsorganen Effect v/d parasympathicus in het abdomen en het bekken Orgaan/orgaansysteem Maagdarmkanaal - Longitudonale en circulaire musculatuur - Sfincterspieren - Klieren Miltkapsel Lever Pancreas - Endocriene pancreas - Exocriene pancreas Urineblaas - M. detrusor vesicae - Functionele blaassfincter Gl. vesiculosa Ductus deferens

Effect PS Toename v/d motiliteit Verslapping Stimulering secretie Stimulering secretie Contractie 10

Uterus Arteriën

Vasodilatie arteriën penis/clitoris (erectie)

11

LEVER, GAL, PANCREAS, MILT 1. Lever (hepar): ligging, relatie tot naburige organen Projectie v/d lever op de romp en naburige organen: palpatie v/d lever In rechter bovenbuik, steekt boven epigastrium uit tot in linker bovenbuik Voor de maag Rechter leverkwab: contact met rechter nier en rechter colonflexuur Cavitas pleuralis overlapt voor- en achterzijde lever Vergroeid met middenrif Palpeerbaar onder ribbenboog bij maximale uitademing Lever in situ: ligging v/d lever in de buikholte Linkeronderrand: maag Rechter onderrand: fundus v/d galblaas Lever in situ na opening v/h omentum minus Galblaas aan onderkant lever → fundus wijst richting buikwand + steekt eronder uit Rechter gedeelte omentum minus (lig. hepatoduodenale): - bloedvaten lever (a. hepatica propria en v. portae hepatis - galafvoergang (ductus choledochus) 2. Lever: peritoneale verhoudingen en vorm Peritoneale bekleding v/d lever Lever omgeven dr bindweefselkapsel (met bloedvaten en zenuwbanen) → uitlopers tot in lever Grootste deel lever: bindweefselkapsel + peritoneum viscerale → spiegelend Area nuda: bindweefselkapsel → ruw → hier verlaten vv. hepaticae (3) de lever Aanvoerende arterie en v. portae hepatis en ductus choledochus loopt via mesohepaticum (= lig hepatoduodenale) → afvoer niet! Lig. coronarium: steekt aan linker rand linker leverkwab uit als putje (appendix fibrosa hepatis) → overgang viscerale/pariëtale peritoneum met bindweefsellaag Area nuda en leverholte bij het middenrif Plaats waar oppervlak lever en onderkant middenrif vast met elkaar vergroeid zijn → lever niet beweeglijk (ligt wel intraperitoneaal) Lever: facies diaphragmatica 2 leverkwabben → grote lobus hepatis dexter en kleinere lobs hepatis sinister Mesohepaticum ventrale = lig. teres hepatis + lig. falciforme hepatis (tss lobben) Lever: facies visceralis Andere 2 leverkwabben: lobus caudatus en lobus quadratus hepatis Leverpoort (porta hepatis): in- en uitgang zenuwen en bloedvaten Mesohepaticum dorsale = lig. hepatogastricum + lig. hepatoduodenale 12

Galblaas: dicht tegen facies visceralis + hals naar leverpoort extrahepatische wegen

→ contact

13

3. Galblaas (vesica biliaris) Projectie v/d extrahepatische galwegen op het skelet Rechts, onderrand 9e rib Ductus choledochus (meestal samen met ductus pancreaticus uitmondend op papilla duodeni major) → thv L II Komt thv L I/II onder rechter ribbenboog Ligging v/d galwegen t.o.v. de naburige organen Ligt tegen facies visceralis lever in fossa vesicae biliaris Ductus choledochus loopt achter duodenum om richting caput pancreatis → na doorboren pancreas verenigt het vaak met ductus pancreaticus → beide afvoergangen monden gezamenlijk uit in pas descendens duodeni op papilla duodeni major 4. Extrahepatische galwegen en ductus pancreaticus Indeling v/d extrahepatische galwegen Hoofddeel galblaas: corpus vesicae biliaris → gaat via galblaastrechter (infundibulum vesicae biliaris) over in hals (collum vesicae biliaris) → hals mondt uit in galafvoergang (ductus cysticus) → mondt uit in ductus hepaticus communis (samenvloeiing ductus hepaticus sinister en dexter) → wordt ductus choledochus genoemd → getransporteerde verteringssappen naar duodenum via papilla duodeni major Functies en opbouw v/h sfinctersysteem Sfincters v/d ductus choledochus en ductus pancreaticus: beide afvoergangen hebben eigen sfinctersysteem (m. sphincter ductus choledochi en pancreatici) → bij gezamenlijke uitmonding + goede ontwikkeling ampulla: extra sfincter (m. sphincter ampullae hepatopancreaticae) 5. Alvleesklier (pancreas) Ligging v/d pancreas Langgerekt orgaan, dwars in bovenbuik Corpus pancreatis kruist L I/II, naar rechts wijzende caput pancreatis loopt tot L II/III Cauda pancreatis kan in linker bovenbuik tot dichtbij milt uitstrekken Pancreas in situ Caput pancreatis ligt in de naar links concave C-bocht v/h duodenum Over voorste vlak pancreas loopt aanhechting mesocolon transversum Ligging en verloop v/d pancreasafvoergang Ductus pancreaticus loopt over hele lengte pancreas en mondt uit (meestal samen met ductus choledochus) bij papilla duodeni major in pars descendens duodeni Ductus pancreaticus accessorius bevindt zich in caput pancreatis en mondt uit in duodenum bij papilla duodeni minor

14

6. Milt (splen, lien) Ligging v/d milt Ligt naast lever, onder diafragma (niet vergroeid) Intraperitoneaal gelegen Dmv peritoneumplooien verbonden met achterwand buik (lig. splenorenale) en met maag (lig. gastrosplenicum) Bursa omentalis loopt met nis (recessus splenicus) tot aan milt Milt (splen, lien) in situ: peritoneale verhoudingen Ligt dicht bij cauda pancreatis en flexura coli sinistra (wordt flexura splenica genoemd) Peritoneale overbrugging tss milt en colon transversum: lig. splenocolicum (deel omentum majus) → verbinding met dorsale mesenterium Milt (splen, lien): vorm en oppervlak Vorm varieert sterk Zacht orgaan, mr bekleed met bindweefselkapsel koffieboon Bij hilum renale gaan vaten binnen/buiten

→ vorm constant die v/e

→ meestal kronkelig verloop

15...


Similar Free PDFs