SV BV - Samenvatting Bank en verzekeringen PDF

Title SV BV - Samenvatting Bank en verzekeringen
Course Bank en verzekeringen
Institution Arteveldehogeschool
Pages 101
File Size 2.5 MB
File Type PDF
Total Downloads 32
Total Views 138

Summary

bank beurs en verzekering 2016-2017...


Description

Bank Verzekeringen Beurs 2016-2017 semester 1

Hoofdstuk 1: financiewezen FINANCIËLE

Het

Belgisch

SECTOR IN BREDE ZIN

Kredietinstelling – soorten = Intermediërende inst. = fin. Sector sensu stricto Banken 

GEOGRAFISCH ACTIERADIUS o Grote banken (kbc) vs kleine banken (Delta Lloyd Bank) o Vs. Gespecialiseerde banken (Bank Delen)  DISTRIBUTIE o Traditionele banken (met eigen kantorennet) o vs direct banks (via internet)

Spaarbanken  

(kleinere) retailbanken (bankieren voor iedereen) wholesalebanking (ondern. & vermogende part.)

Effectenbanken (EKI)    

Focust op effectenverrichtingen & vermogensbeheer Geen kredietverlening Statuut tussen KI & beursvennootschap Depositorekeningen

Instellingen die risicokapitaal participatiemaatschappijen

verschaffen

/

Zakenbanken  



= ‘merchant banks’ of ‘coporate banking’ Begeleiding beursintroductie, advies m.b.t. fusies, overnames & minderheidsparticipaties o Private equity = Bestaande, niet beurs genoteerde ON o Venture capital -> nieuwe ON te financieren Investeringsfondsen werken met geld van externe financiers

Holdings Meerderheidsparticipaties (bezit van 50 procent of meer van de aandelen van een onderneming)  Inkomstenbronnen: meerwaarden bij verkoop bij participaties, ontvangsten dividenden

Beleggingsondernemingen Giga-wet van 1990 kan effectenmakelarij alleen nog door beursvennootschappen. Wet van 6 april 1995 = beleggingsondernemingen  effectenbank  Geen kredieten toestaan of gelddeposito’s ontvangen 2 categorieën:  Beursvennootschap (moeten worden geleid door effectenmakers)  Vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies

tussenkomst

van

een

Institutionele beleggers = ondernemingen die uit professionele beweegredenen beleggen Hoofdfunctie: de gelden die ze bij een groot aantal personen inzamelen, beleggen op de kapitaalmarkt.  Verzekeringsmaatschappij (levensverzekering)  Pensioenfondsen (IBPS’s) (samen met groepsverzekering deel uit van 2 de pijler) = 2de pensioenpijler ≠ pensioenspaarfondsen ( 3de pensioenpijler)  Instellingen voor collectieve beleggingen (ICB’S) / fondsen

Instellingen voor elektronisch geld    

Voornaamste activiteit = uitgeven van betalingsinstrumenten in de vorm van elektronisch geld Beperkte activiteiten Geen krediet Sodexo ( automatische maaltijdchequekaarten)

Betalingsinstellingen PSD = Payment Service Directive (betalingsdienstenrichtlijn)  Regelt het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot bedrijf van de betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen. SEPA = Single Euro Payment Area => eengemaakte betaalruimte  breidde aanbieders betalingsdiensten uit (aanleiding tot meer concurrentie)  !Geen gelddeposito’s of andere terug betaalbare gelden ontvangen of elektronisch geld uitgeven

MONETAIRE

OVERHEID

Overheid = ontlener, belastingontvanger & controleur

FOD financiën 



Beheert de financiën van de overheidshuishouding  Bevoegd voor de financiële sector in het algemeen en banksector specifiek  Tussenkomst bij voogdij -en controleorganen minister van Financiën = Johan van Overtveldt  kan richtlijnen uitvaardigen omdat hij de meest uitgebreide bevoegdheid heef

Europese Centrale Bank (ECB)  O.l.v. Mario Draghi  Centrale bank van de eurozone = ‘bank van alle banken’  ECB (kern van eurosysteem en ESCB) = Europees stelsel van centrale banken Hoofdoelstelling ESCB: prijsstabiliteit  Taak : bepalen en uitvoer leggen van het monetaire beleid van het eurogebied ECB kan beslissingen nemen betreffende het rentebeleid: o  rente  dalende prijs tot gevolg = monetair verstrakken o  rente  stijgende prijs = monetair versoepelen

Nationale Bank van België    

Centrale bank België sinds 1950 Onderdeel Europees stelsel van centrale bank (ESCB) en van het Eurosysteem Taken van algemeen Europees belang (nationaal als internationaal) Jan Smets (Gentenaar) is gouverneur

Taken: o Uitvoering Europees monetair beleid  Prijsstabiliteit vs economische groei  Monetaire verstrakken versoepelen (rente!)  Tussenpersoon bij openmarkttransacties  sinds 1999 ‘satelliet’ van de ECB (neem actief deel aan de bepaling en uitvoering van het monetair beleid) o Uitgifte Europese biljetten & munten o Goud- en deviezenreserves o Studie- en informatiecentrum o Financieel toezicht op financiewezen sinds 2011 o Internationale opdracht  ECB (Europese centrale bank)  IMF (internationaal monetair fonds)  BIB ( bank voor internationale betalingen)  OESO ( organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling o Diensten voor de staat  Functie als Rijkskassier : loket voor de Deposito –en consignatie kas (slapende rek) o Diensten voor financiële sector  Interbancair betalingssysteem

Hoge raad van financiën   



Opgericht in1936 Adviesorgaan van de federale en regionale overheid bestaat uit o vertegenwoordigers van de overheid o vertegenwoordigers van de financiële sector o Sociale gesprekpartners Belangrijk orgaan die evalueert het beheer van de overheidsfinanciën en adviezen geef over financieringsbehoefen en het budgettair beleid

CONTROLEORGANISMEN ECB NBB Sinds 1 april 2011 is de NBB verantwoordelijk voor het prudentiële toezicht op de financiële instellingen en dit zowel vanuit microprudentieel als macroprudentieel oogpunt. (hf 3)

FSMA (Financial Services and Markets Authority) Sinds 1 april 2011 verantwoordelijk voor toezicht op de financiële markten en de consumentensamenwerking.

Federale overheidsdienst (FOD) economie Algemene directie controle en bemiddeling (ADCB of economische inspectie)    

ADCB of Economische inspectie Controleert of iedereen de economische wetgeving respecteert Dat deze dienst de rechten van de consumenten, de ondernemingen en de handelaars beschermt Sanctionering mogelijk

Wet betreffende marktpraktijken & consumentenbescherming  Relatie consument – onderneming Doel: - Loyaliteit van de concurrentie - Bescherming van consument  Bv: toezicht koppelverkoop (verbod opgeheven! Behalve voor financiële producten!!!) (voorbeelden: pg 18)  Sancties mogelijk

Wet op het consumentenkrediet 

Kredietnemer te beschermen en een overmatige schuldenlast te voorkomen

Centrale voor kredieten aan ondernemingen (CKO) 

 

Bank in België zijn wettelijk verplicht info door te geven van: o Rechts –en natuurlijke personen o Kredieten ≥ € 25.000 bij dezelfde instelling in het kader van hun professionele activiteiten hebben lopen Doel gegevensuitwisseling : banken toe te laten hun kredietrisico’s te beoordelen en te beperken Nuttig voor NBB bij controle van de risico concentratie bij kredietinstellingen

Centrale voor kredieten aan particulieren      

Kredietverstrekkers moeten elk kredietovereenkomst en een krediet met drie maanden betalingsachterstand van min 25 EUR melden aan de centrale Verplichte raadpleging, kredietverstrekker moet zowel positieve al negatieve kredietinfo opvragen Positieve centrale  registratie alle kredieten Negatieve centrale alle wanbetalingen (achterstand > 3 m  ‘zwarte lijst’) KredietAANVRAAG  verplichte raadpleging KredietCONTRACT  verplichte melding

Cel voor financiële informatieverschaffing (CFI) Antiwitwaswetgeving 

  

Wet van 11 januari 1993 o Cliënten identificeren o Bewijsstukken verrichtingen aantal jaar bijhouden o Interne organisatie opsporen verdachte verrichtingen Verdachte transacties melden aan CFI KI verplicht om herkomst van ingezamelde gelden na te gaan 2004 uitgebreid o Criminele feiten o Vermoedelijke beroepsgroepen die witwassen uitgebreid o Ernstige straf voor ‘niet-melding’

Antiwitwascel o Gevolg antiwitwaswet  1993 oprichting CFI ( = antiwitwascel) Taak: het witwassen van geld op te sporen en te onderzoeken  Onder gezamenlijke voogdij van de ministers van Justitie en Financiën

Aanstellen van ‘Compliance Officer’   

Binnen de financiële sector moet nagaan of de integriteitsregels en de gedragsregels op gepaste wijze worden toegepast = financiële toezichthouders in de financiële instellingen Sv: hij moet ervoor zorgen dat alle medewerkers van de KI voldoen aan de bestaande en toekomstige wet – en regelgeving

Bankgeheim of discretieplicht (p24) 

België kent geen strafrechtelijk afgedwongen bankgeheim, maar wel een ‘discretieplicht van de bankiers’.

Privacycommissie  

Waakt erover dat de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens strikt wordt nageleefd ‘algemene (bank)voorwaarden’

Centraal aanspreekpunt CAP     

CAP operationeel vanaf 2014 die beheerd wordt door de NBB Hulpmiddel voor fiscus tegen fiscale fraude Databank bevat alle B rekeningnummers incl. namen van houders excl. bedragen en verrichtingen (ook buitenlandse rekeningen van Belgen) Sinds 2015 ook kredieten (dus alle contracten, bv: hypothecaire, leasing,…) Fiscus enkel toegang onder strikte voorwaarden (sterke vermoedens zijn van fraude)

BEROEPSVERENIGINGEN 



Belgische Federatie van het Financiewezen (Febelfin) opgericht in 2003 o Overkoepelende beroepsfederatie van de financiële sector ( bond van samenwerkende instituties die elk hun eigen zelfstandigheid houden) o Vertegenwoordigen via haar deelvereniging de financiële instellingen o De federatie treedt op als bruggenbouwer en woordvoerder voor de financiële sector De Gedragscode o Opgebouwd rond zeven pijlers  Voor goede bankrelatie  Marketing en reclame o Minimumstandaard die de banken moeten respecteren in de relatie met hun particuliere klanten o Bv: reclameverbod op minderjarigen, gedragscode kredietverlening, gedragscode deposito’s,…

OMBUDSDIENST

FINANCIËLE SECTOR (OMBUDSFIN)

 Sinds 1990 Taak: bemiddelen bij conflicten tussen klanten en banken (bv: klant onvoldoende ingelicht over risico’s beleggen)  Gratis  Fungeert als een soort beroepsinstantie o Behandelt alleen de klachten die niet door de klachtendienst van de financiële instellingen zelf opgelost kunnen worden  Aanmerking komen?  procedure o Ze moeten schrifelijk worden voorgelegd  Na enkele maanden brengt de ombudsman een niet-bindend advies uit  Aanwezigheid vertegenwoordiger consumentenorganisatie  Waar gaan de klachten over? o Betalingen en betaalrekeningen o Kredieten o Sparen o Beleggingen, pensioenfondsen, effecten o Andere

BESCHERMINGSFONDS

VAN DEPOSITO’S, FINANCIËLE INSTRUMENTEN EN LEVENSVERZEKERINGSOVEREENKOMSTEN

Ontstaan en evolutie 

          

15/09/08 Faillissement Lehman Brothers  Amerikaanse Bank  CDO’s = Colleteral Depth Obligations  Rommelkredieten 16/09 AIG: gedeeltelijk nationalisatie 26/09 Fortis: liquiditeitsproblemen 28/09 Nationalisatie (49%) Fortis 30/09 Redding Dexia 03/10 Overname Fortis Nederland + ABN Armo 04-05/10 Verkoop Fortis Bank aan BNP Parisbas Fortis 07/10 Luxemburgs Depositogarantieselsel 100.000 euro 09/10 Borgstelling voor Dexia-leningen 19/10 ING: kapitaalinjectie 20/10 Ethias: kapitaalinjectie 27/10 KBC: kapitaalinjectie

PIIGS landen = Portugal, Ierland, Italië, Griekenland & Spanje Speculatietaks = verkoop van aandelen binnen het halfjaar verkopen met winst (33%) (afgelast in’17)  staatswaarborg – Beschermingsfonds voor Deposito’s en Financiële Instrumenten (BDFI) sinds 1999  2008: start Bijzonder beschermingsfonds voor Deposito’s en Levensverzekeringen (‘kleine broertje’) o Jaarlijkse bijdrage (KI + verzekeringsmaatschappijen) o Deposito’s (100.000 EUR sinds 2008) o Financiële instrumenten (20.000) o Tak 21- spaarrekening (100.000) o Per persoon, niet per rekening  Leden o Alle KI’s en beleggingsondernemingen naar Belgisch recht (verplicht) o Verzekeraars o Betalen jaarlijkse bijdrage

Beschermingsregeling: 1. Deposito’s  Zicht-, spaar- en termijnrekening, In munt EER (Europese Economische Ruimte = EU + IJsland & Noorwegen)  Kasbons, Obligaties en ander bancaire schuldvorderingen op effectenrekening  Gelddeposito’s  € 20.000 Tot € 100.000 per klant, per bank ongeacht munt waarin ze zijn uitgedrukt 2. Financiële instrumenten op effectenrekening  Aandelen, obligaties, beleggingsfondsen in bewaring bij KI  Tot € 20.000 per klant, per bank ongeacht de munt  Vergoeding op basis van marktwaarde dag faillissement 3. Tak21-levensverzekeringovereenkomsten  Tot € 100.000 per verzekeringsnemer, per verzekeringsonderneming

WIE IS ER BESCHERMD?  Particulieren  Kleine ondernemingen  Verenigingen en VZW’s  gemeenschappelijke rekening -> beiden gedekt

Oefeningen CASE 1  ZRN: € 5.000: ja  TRM: 25.000 dollar: neen  Spaarboekje: € 50.000: ja  Kasbon op rekening : 30.000: ja = € 85.000 gedekt = 25.000 dollar niet gedekt -> geen EER munt CASE 2  Meneer eigen rekening: € 15.000 -> ja  Meneer kasbon eigen naam: € 60.000 -> ja  Mevrouw eigen rekening: € 25.000 -> ja  Samen spaarrekening: € 100.000 Echtgenoot  15.000 + 60.000 + (50% * 100.000) = 125.000  dus 25.000 niet gedekt echtgenote  25.000 + 50.000 = 75.000 = volledig gedekt CASE 3  Jo bezit 30k obligaties uitgegeven door cc -> neen max 20.000  Er staat 70k op de spaarrekening -> volledig  25k obligaties van zijn eigen bank -> volledig (kasbon)  Tak 21-Levensverzekeringsovereenkomst van 40K -> volledig = 155.000 euro

BELGISCHE

FINANCIEWEZEN: ANDERE INDELING

INTERNATIONALE INSTELLINGEN      

ECB Baselcomité: int. Regels voor banken (“Basel-III”) Bank voor internationale betalingen (BIB off BIS) = “bank van de centrale banken” Europese investeringsbank of EIB: ondersteunt bedrijfsinvesteringen in heel Europa Wereldbank: opgericht na WOII > steunt investeringen/ heropbouw na gewapende conflicten Voorzitter wereld bank = ying yong kim

DE LEVENSVERZEKERING

In een notendop   



Dekt “risico op leven” Spaarformule op lange termijn Verschillende soorten o Tak 21: gewaarborgd minimum rendement o Tak 23: rendement gekoppeld aan opbrengsten uit fondsen 3 partijen o Verzekeringsnemer -> eigenaar contract o Verzekerde -> risico op bevestigd o Begunstigde -> krijgt het kapitaal

Betrokken partijen 



Verzekeringsnemer o Behoudt beschikkingsrecht o Kan elk moment afkopen, voorschot nemen, begunstigde wijzigen Klassieke levensverzekering o VZnemer = verzekerde = begunstigde

Premies   

Periodiek betaalbaar Discriminatie verboden o Va. December 2012 -> ‘unisektarieven’ voor alle nieuwe contracten Segmentering o Premie = basispremie + bijpremies o Bijpremies afgeleid via (medische) vragenlijst o Wettelijk gereglementeerd

Opmerkingen 



Levensverzekering is geen overlijdensverzekering o Laatste dekt risico op overlijden voor bep. Datum  Echte verzekering o Eerste risico op leven na bep. Datum  Vorm van sparen ‘Liquidering’ o Via afkoop o Via voorschot

Hoofdstuk 3 Kredietinstellingen en intermediatie (PPT hf 2)

INLEIDING Kredietinstelling:  Belgische of buitenlandse onderneming die … o Gelddeposito’s of andere terugbetaalbare gelden ontvangt o Kredieten verleent o Of betaalinstrumenten uitgeef in de vorm van elektronisch geld  Verlenen van garanties, vermogensbeheer, emissies (= producten die uitgegeven worden, nieuw product op de markt, maandelijks => belegging), advies, leasing, …  Functies: o Intermediatiefunctie -> optreden als tussenpersoon o Beheer betalingssystemen o Aanbieden financiële diensten

INKOMSTENBRONNEN Voornamelijk  Rente-inkomsten uit financiële intermediatie (min. 0,11%)  Commissies op dienstverlening (belegging, verzekering, …)

KREDIETINSTELLINGEN

MET VERGUNNING IN

BELGIË

= enge zin of sensu stricto = kredietinstellingen Actief op Belgisch grondgebied?  ingeschreven zijn op de lijst van kredietinstellingen met vergunning in België bijgehouden door de NBB

KREDIETINSTELLINGEN

NAAR

BELGISCH

RECHT

Onderscheid tussen banken, spaarbanken of spaarkassen en effectenbanken (EKI)

banken = depositobanken zijn de grootste groep op de lijst van de ki  Zeer grote diversiteit van verrichtingen  Heterogene groep Verdere indeling: o Geografische actieradius  Grote banken  Regionale/ gespecialiseerde banken  Kleine banken o Distributie  Traditionele banken  Direct banks , internetbanken

spaarbanken of spaarkassen    

6 spaarbanken in België Hoofdactiviteit: verstrekken van hypothecaire leningen Belangrijke plaats van de overheidsobligaties Verschil gewone banken o Meer cliëntendeposito’s o Geven meer krediet aan particuliere sector  segment retail (jan met de pet) = spaarbanken belangrijker dan banken

effectenbanken      

de wet van 20 maart 1996  statuut van effectenbank (EKI) alle bankactiviteiten uitvoeren en onder controlestelsel van de banken hoofdzakelijk toeleggen op effectenverrichtingen en vermogensbeheer = Belgische zakenbank Werd gecreëerd omdat beursvennootschappen gemakkelijk zouden kunnen overstappen naar het statuut KI Slechts 2 instellingen

BANKWET 25

APRIL

2014

FUNCTIES

Financiële intermediatie = hoofdactiviteit KI  KI slaagt erin het publiek te bewegen om tegen betaling van een rente haar het beschikbare geld voor kt of lt toe te vertrouwen  Ki = tussenpersonen die de aangetrokken middelen transformeren of omzetten qua looptijd, bedrag, risico en plaats  Debetrentes = ontvangt KI voor kredieten  Creditrentes = betaald KI op deposito’s

beheer betalingssysteem   

De spil van het betalingsverkeer Binnenlands betalingsverkeer loopt hoofdzakelijk via girale en elektronische kanalen Beheer van betalingssystemen is uitgegroeid tot een echte industrie

aanbieden van financiële diensten  

komen overeen met de buitenbalansrubrieken of o.a verrichtingen in afgeleide producten, verstrekken van bankwaarborgen, vermogensbeheer, fiscaal advies, beleggingsadvies, … actieve rol op de kapitaalmarkt o ontvangen deposito’s wordt belegd in gediversifieerde portefeuille van effecten en vreemde valuta

HOOFDACTIVITEIT: FINANCIËLE

INTERMEDIATIE

omschrijving Hoofdactiviteit van een KI is geld verhandelen: met deposito’s van de spaarders en met zelf-geleende gelden vertrekken ze enerzijds kredieten aan bedrijven, particulieren, overheid en beleggen ze anderzijds op de kapitaalmarkt  kenmerkend voor ‘intermediatie’ o deposito’s kortlopend zijn en omgezet worden in langlopende kredieten en beleggingen o  een bank maakt de economie liquide door zichzelf illiquide te maken  KI kan enkel winst maken als de ontvangen rente (debitrente) groter is dan de betaalde rente (creditrente) o Intermediatie is dus niet zonder risico’s! o  bij renterisico: bij bepaling van debitrente en bij vaststelling van de creditrente zal de KI risico’s incalculeren

schematische voorstelling

4 fasen:  spaarder geef zijn geld aan de bank in de vorm van deposito’s;  de bank gebruikt het geld om een krediet te verstrekken;  de kredietnemer betaalt de bank een debetrente;  de bank betaalt zelf ook een creditrente aan de depositohouders. Deposito’s: geld dat de bank moet bijhouden van de kredietgevers Kredieten: geld dat de bank leent aan de kredietnemers

toegevoegde waarde 



Financiële intermediatie heef aanzienlijk een toegevoegde waarde o Ze maken het mogelijk om de beleggingsbehoefen van de spaarders te verzoenen met de kredietbehoefen van de investeerders en v...


Similar Free PDFs