Samenvatting verzekeringen en Risk Fundamentals PDF

Title Samenvatting verzekeringen en Risk Fundamentals
Author Zoë Devriendt
Course verzekering
Institution Hogeschool West-Vlaanderen
Pages 40
File Size 1.4 MB
File Type PDF
Total Downloads 90
Total Views 139

Summary

Samenvatting van deel 1 tot en met deel 4....


Description

Verzekeringen en Risk Fundamentals

Deel 1: Historische ontwikkeling en belang van verzekeringen 1. Historische ontwikkeling van verzekeringen      

 

Streven naar veiligheid o -> samenleven => solidariteit (=de basis van verzekeringen) Kruistochten => internationale handel Brand van Londen (1666) => 1ste brandverzekering 17e eeuw: basis levensverzekeringen o Pascal & De Wit / kansberekening / actuariële wetenschap 18e eeuw: Lloyd’s => 1ste LV onderneming 19e eeuw: industriële expansie => 1ste arbeidsongevallen en ziekteverzekering o 1ste Belgische verzekeringsondernemingen: De Verenigde Eigenaars en De Schelde o 1ste Belgische verzekeringswet (1874) 20ste eeuw: expansie (= groei en bloei) van verzekeringsondernemingen 21ste eeuw: open Europese markt o Fusies en acquisities (= overnames en samensmeltingen) o Digitalisering o InsurTech

Samenleven en solidariteit

1Ste Brandverzekering

17de eeuw

1666

Internationale handel

1ste Levensverzekeringsonderneming

18de eeuw

Basis verzekeringen

19de eeuw

Expansie van verzekeringsondernemingen

20ste eeuw

1ste arbeidsongevallen en ziekteverzekering

21ste eeuw

Open Europese markt

2. Belang van verzekeringen 1.1   

Drijfveren Bescherming van je vermogen tegen verlies Wettelijke verplichting Behoefte om een spaartegoed op te bouwen

Wettelijk verplicht - BA motorrijtuigen - Arbeidsongevallenverzekering - Huispersoneel - BA brand en ontploffing - Beroepsaansprakelijkheid - BA jacht

Niet wettelijk verplicht - Brandverzekering (contractueel kan dit wel verplicht worden) - Omnium - Schuldsaldoverzekering - Familiale verzekering

1.2

Verzekeren = indekken van risico’s

Verzekeren = Een overeenkomst afsluiten waardoor schade vergoed wordt. Verzekeringsnemer = Iemand die een verzekering heeft afgesloten bij een verzekeringsmaatschappij. Draagt zijn eigen risico’s over aan een verzekeraar. Verzekeraar = Bedrijf dat risico’s verzekert. Neemt het risico over van de verzekeringsnemer en in ruil betaalt de verzekeringsnemer een premie.

1.3

Riskmanagement = Risicobeheer

Riskmanagement = Het in kaart brengen van de risico’s en het beleid formuleren. Ook oplossingen zoeken om het risico te vermijden of in te perken.  

Onderzoek naar risico’s die mensen/ goederen/ activiteiten bedreigen EN de formulering en invoering van het BELEID waarmee deze risico’s aangepakt worden. Oplossingen zoeken om het risico te vermijden en in te perken (preventie!) o Bv. preventiecampagnes in het verkeer om de gordel te dragen, bordje verboden de werf te betreden,…

Preventie = maatregelen treffen om het risico te voorkomen of om de gevolgen van het risico te beperken. Personal risk management = risk management voor particulieren. Corporate risk management = risk management voor bedrijven.

1.4      

Doelstellingen van riskmanagement Financiële gevolgen in kaart brengen Veiligheid verhogen Risicokosten laag houden Duurzaamheid van de activiteit bevorderen Vertrouwen bevorderen De premies (van de risico’s die de onderneming wenst te verzekeren) beheersbaar houden

De premies beheersbaar houden: Door aan preventie te doen, wordt het risico uitgeschakeld of kleiner en blijft enkel een restrisico over. Om dit te verzekeren moet dan ook minder premie betaald worden.

1.5

Fasen van riskmanagement

1. Inventarisatie van de risico’s  Opmaak van een klanten/ businessprofiel: - (ondernemings) doelstellingen - (ondernemings) activiteiten - Financiële gegevens en (bedrijfs) middelen  Exacte omschrijving van de verzekerde activiteiten 

Oplijsten aanwezige risico’s bv. hand in machine op het werk

2. Evaluatie van de risico’s

3. Beheersen van de risico’s  Preventie  Bescherming 4. Financiering van de risico’s  Risico zelf dragen door voorzieningen aan te leggen of de eigen risico’s zelf te verzekeren  Overdragen aan een derde en laten financieren o Solidariteitsprincipe = de bijdrage van velen moeten zorgen voor de uitkering aan enkelingen die verliezen lijden

1.6 

1.7   

Begrip risico vanuit riskmanagement Meerdere betekenissen: o De mogelijkheid dat een ongewenste gebeurtenis optreedt die verlies of schade veroorzaakt o De persoon of de goederen o Een gevaar waarvoor men verzekerd is

Definitie volgens verzekeraars Risico = voorwerp dat aan gevaar kan blootgesteld worden o Bv. huis, vermogen, personen, auto,… Gevaar = gebeurtenissen die een bedreiging vormen voor het risico o Bv. brandgevaar, ziekte, overlijden, burgerlijke aansprakelijkheid,… Onzekere gebeurtenis o Opzet, speculatieve risico’s, grove schuld, zelfmoord binnen bepaalde termijnen is niet verzekerbaar

1.8 



Verzekerbare risico’s Risico’s die o Onzeker (gebeurtenis of tijdstip) zijn (bv. brand, het kan al dan niet gebeuren.) o Mogelijk zijn (bv. een huis kan niet 2x branden) o Een aleatoir/ toevallig karakter hebben = verzekerbaarheidsvoorwaarden Enkel zuivere risico’s kunnen verzekerd worden speculatieve risico’s

Als een zuiver risico zich voordoet, loopt het altijd slecht af (bv brand) Als een speculatief risico zich voordoet kan het goed of slecht aflopen (bv lanceren nieuw product, beurs)

Deel 2: De verzekeringsmarkt in België 1. Instellingen en verenigingen 1.1

FSMA en NBB

Twin Peaks-model (2008 financiële crisis): twee autonome controleautoriteiten  

Nationale Bank van België (NBB): prudentieel toezicht(voorzichtigheidsprincipe) - macro en micro economische stabiliteit van het financiële stelsel Financial Services and Markets Authority (FSMA): toezicht op de gedragsregels

FSMA:   

1.2   

Tot 2011: CBFA Voorzitter FSMA: Jean-Paul Servais Opdrachten: o Toezicht op de financiële producten  bv reclame, toezien op verkoop o Toezicht op de financiële markten en de informatie van vennootschappen  bv. correcte prijs, aandeel schorsen. o Toezicht op de gedragsregels  bv. vragenlijst die moet ingevuld worden o Toezicht op de financiële dienstverleners en tussenpersonen  bv. erkenning controleren o Actie tegen onregelmatige activiteiten  bv. handelen in bitcoin verbieden ze o Toezicht op de aanvullende pensioenen o Financiële educatie  bv. Wikifin

Ombudsman van de verzekeringen Beheer van klanten indien er een geschil is tussen een verzekeringsnemer en een verzekeraar/ tussenpersoon. Onafhankelijk en onpartijdig, advies is niet bindend. Kosteloos

Ombudsdienst is samengesteld uit:   

Vertegenwoordigers uit verzekeringssector Vertegenwoordigers van de overheid (FSMA en FOC economie) Consumenten

1.3

Beroepsverenigingen

Assuralia: Beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen 



Opdrachten o Belangenvertegenwoordiging en verdediging op nationaal niveau o Coördinatie tussen ondernemingen en toezicht op onderlinge overeenkomsten o Studie en overleg o Certificatie en preventie o Vorming van medewerkers in de sector Het verzekeringslandschap vertegenwoordigen

FVF – Feprabel: respectievelijk de Nederlandstalige en Franstalige federatie voor de verzekerings- en financiële tussenpersonen (makelaars enz. vertegenwoordigen) BVVM – Upca: beroepsvereniging van verzekeringsmakelaars die zich richten tot ondernemingen en openbare besturen Brocom: samenwerkingsverband van makelaars (BROkers) en verzekeringsondernemingen (COMpanies) die als doel hebben via de leden een kwaliteitsgarantie te bieden Bipar, the European Federation of Insurance Intermediaries: Europese Federatie van de verzekeringstussenpersonen WFII, the World Federation of Insurance Intermediaries: promoot de rol van de verzekeringstussenpersonen op internationaal niveau Insurance Europe, de verzekerings- en herverzekeringsfederatie die samengesteld is uit de nationale beroepsverenigingen

2. Verzekeringsmaatschappijen 2.1

Soorten

Verzekeringsmaatschappijen werken onder de vorm van:  

Een handelsvennootschap (bedoeling = winst maken) OF Een onderlinge vereniging van verzekeringen (geen aandeelhouders, winsten worden verdeeld onder de deelnemers bv. Ethias)

2.2

Spelers

Grote spelers:   

AG Insurance AXA KBC

Ongeveer 30 miljard euro aan premies Bijna 95% hiervan wordt gerealiseerd door 15 groepen Vaak geïntegreerde financiële groepen die aan cross-selling doen  Bancassurance: gaat uit van een bankinstelling, maar verkoopt ook verzekeringen o Bankverzekeraar (hoofdzaak: bank, bijzaak: verzekering)  Assurfinance: gaat uit van een verzekeraar, die ook banquaire producten verkoopt o Verzekeringsbankieren (hoofdzaak: verzekering, bijzaak: bank) Bancassurance (verzekeringsagent) KBC BNP Paribas Fortis (AG Insurance) Bpost Bank (AG Insurance) Argenta ING Bank

Assurfinance (verzekeringsmakelaar) Fintro (AG Insurance) AXA bank

Bijna 64% hiervan wordt verkregen in de takken Leven 36% hiervan komt uit de takken Niet-leven  = BOAR = Brand, Ongevallen, Allerlei Risico’s

Leven Levensverzekering Pensioen Ziekte Hospitalisatie Ongeval Gewaarborgd inkomen …

Niet- Leven Autoverzekering Brandverzekering Familiale Aansprakelijkheid …

Distributiepartners = kanalen voor verkoop. Verschil tussen verzekeringen leven en niet-leven? 



Verzekeringen niet-leven focussen op de bescherming van materiële en financiële zaken in het dagelijks leven, zoals de woning, voertuigen, andere eigendommen, financiële verliezen, enz. Ook de bescherming bij ziekte of ongeval komt hier in beeld. Een levensverzekering is de verzamelnaam voor alle verzekeringen die te maken hebben met het leven en de dood van een mens, of met de verzorging van de uitvaart. o Premie = jaarlijks/ tweejaarlijks o Koopsom = eenmalige premie

Verzekeraar is bedrijf zelf zoals AXA, KBC,… Als we contact opnemen is het verzekeringsagent of verzekeringsmakelaar

2.3

Financiële situatie

VA verdient geld op twee manieren:  

Uit de verzekeringsactiviteit zelf o Ontvangen premies kunnen een winst opleveren Uit het beleggen van de geïnde premies

VA moet commissielonen en kosten betalen

2.4

Financiële situatie: maatstaven

Twee parameters die belangrijk zijn: Rendabiliteit 

Wordt afgeleid uit de cijfers in de resultatenrekeningen (=overzicht van de kosten en opbrengsten) van de verzekeringsondernemingen = te bestemmen resultaat boekjaar/EV (Eigen Vermogen)

Solvabiliteit  

Belangrijk voor de weerstand die de verzekeraar heeft tegen faillissementen Om aan haar verplichtingen te voldoen, moet de verzekeraar EV aanwenden dat als waarborg kan dienen o SCR = solvabiliteitskapitaalvereiste o MCR = minimum kapitaalvereiste

Colvency richtlijnen hebben invloed op de verzekeraars. Basel richtlijnen hebben invloed op de bank.

2.5  

Voornaamste resultaten

Analyse BOAR Analyse Leven

    

Premieontvangsten Algemene kosten en uitbetaalde commissielonen Verhouding schadelast tegenover premie Combined ratio = schadelast + algemene kosten en commissielonen/ premie (S/P of Schade/premie) Technisch saldo (resultaat uit de verzekeringsactiviteit)

3. Verzekeringstussenpersonen 3.1

Tussenpersonen

Toegangs- en uitoefeningsvoorwaarden voor verzekeringstussenpersonen  

Wet betreffende de Verzekeringen van 4 april 2014 Wet Cauwenberghs van 25 maart 1995

Vereisten:      

18 jaar Erkend bij FSMA Geen strafblad Beroepsaansprakelijkheidsverzekering aanvragen Ondernemingsnummer Bijscholing volgen voor erkenningsnummer te behouden

Tussenpersonen    

Makelaar: Onafhankelijk, hangt niet vast aan 1 verzekeraar Agent: Werkt voor 1 maatschappij (KBC agent) Verbonden agent: Iemand die voor autoverzekeringen altijd met KBC werkt, iemand die voor brand altijd met AG werkt. Het gaat om totaal andere producten. Subagenten: Iemand die werkt onder agent of subagent.

Exclusieve categorieën van bemiddelaars (ingeschreven in registers FSMA):  



Verzekeringsmakelaars = zelfstandige tussenpersonen die geen band van afhankelijkheid hebben met een bepaalde verzekeringsmaatschappij. Verzekeringsagenten = zelfstandige tussenpersonen die in naam en voor rekening van één of meerdere verzekeringsmaatschappijen werken, al of niet als verbonden agent. o Verbonden agent = verzekeringsagent die slechts in naam en voor rekening van één enkele verzekeringsonderneming of verschillende verzekeringsondernemingen in zoverre de verzekeringsovereenkomsten van die ondernemingen geen onderlinge concurrerende verzekeringsovereenkomsten zijn, mag werken. Subagenten = tussenpersonen die handelen onder de verantwoordelijkheid van een makelaar of agent.

VVD: Verantwoordelijke voor de distributie 

Natuurlijke persoon, behorend tot de leiding of in dienst van een tussenpersoon, die de facto de verantwoordelijkheid heeft of het toezicht uitoefent op bemiddeling of distributie

PCP: Personen in contact met het publiek 

Iedere andere persoon die, onder toezicht van een VVD of tussenpersoon, zich rechtstreeks bezighoudt met verzekeringsbemiddeling en daarbij in contact staat met het publiek (zelfs indien niet meteen verkoop).

3.2 Distributiekanalen (langs waar we aan verzekeringen kunnen geraken)

    

Verzekeringsmakelaar Verzekeringsbankieren Verzekeringsagent Bankverzekeren Directe verzekeraar (werkt zonder tussenpersonen) (bv. online reisverzekering, coronadirect) OEFENING LEHO Verdiep je in de Assuralia-studie "Distributiekanalen van de verzekering - cijfers 2019" en beantwoord volgende vragen: 1. Welke distributiekanalen onderscheidt men in het onderzoek? Geef telkens een definitie in eigen woorden. a. Makelarij/ Niet-exclusieve verzekeringsnetwerken (ze hangen niet vast aan 1 verzekeraar) b. Exclusieve verzekeringsnetwerken zonder bankactiviteiten (verzekeringsagenten) c. Bankverzekering: exclusieve verzekeringsnetwerken met bankactiviteiten (bankverzekeraars) d. Direct (zonder tussen personen) 2. Welk kanaal is het belangrijkste distributiekanaal voor leven en niet-leven als je kijkt naar het premie-inkomen? a Bankverzekering: exclusieve verzekeringsnetwerken met

4. D 4 Geme    En wa

4

ll: ig eel 

 

kapitaaleisen voor het operationeel en beleggingsrisico Gedragstoezicht Marktdiscipline en eisen over de toelichting in de jaarrekening

4.3

IDD

Insurance Distribution Directive  

Regels aangaande distributie, transparantie en ontwikkeling van verzekeringen IPID (Insurance Product Information Document) o Standaarddocument voor schadeverzekeringen o Ter bescherming van de consument

4.4

PRIPPS

Packaged Retail and Insurance-based Investment Products

Minim ale

 

Verplichting om retailbeleggers te informeren over de essentiële kenmerken en risico’s van verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten KID/ EID (Key Information Document/ Essentiële Informatie Document) o Standaarddocument voor spaar- en beleggingsverzekeringen

4.5

MIFID

Markets in Financial Instruments Directive 

Regels voor financiële instellingen die beleggings- en/of nevendiensten verrichten o Men moet zich op een loyale, billijke en professionele wijze inzetten voor de belangen van de consument o Men moet de consument correcte, duidelijke en niet-misleidende informatie bezorgen o Men moet diensten bezorgen die specifiek afgestemd zijn op de situatie van de consument => beleggersprofiel

4.6

TWIN PEAKS ll

Sinds 30 april 2014 is MIFID ook van toepassing op de verzekeringssector AssurMIFID (assurance + MIFID) 

Toepassingsgebied o Alle verzekeringen m.u.v. reisbijstandsverzekeringen, verzekeringen aanvullend pensioen en groepsverzekeringen. 3. Beleggingsdoelstellingen en financiële situatie (advies) => geschiktheidstest 3 2

2. Kennis en ervaring (Spaar-en beleggingsverzekering) => passendheidstest

1

1. Verlangens en behoeften (alle verzekeringen)

Doelstellingen Twin Peaks ll 

  

Zorgplicht o Risico- en behoeftenanalyse o Geschiktheids- en passendheidstest voor spaar-en beleggingsverzekeringen Informatieplicht Uitsluiting van belangenconflicten (bv. samenzitten van verzekeraars) Vergoedingsbeleid en transparantie van kosten (Op website vermelden)

Deel 3: Verzekeringstechniek en- terminologie 1. Verzekeringswetgeving 1.1

Verzekeringswet van 4 april 2014

Groepering van alle wetgeving betreffende:     

Verzekeringsactiviteit Verzekeringsbemiddeling Controle De landverzekeringsovereenkomst Andere verzekeringscontracten dan de landverzekeringsovereenkomst

Voorafgaande wetgevingen:  

Wet op de landverzekeringen: 1992 Wet betreffende de bemiddeling en distributie: 27 maart 1995

Wetgeving betreffende contracten:     

Wet Arbeidsongevallen: 10 april 1971 KB Privé Leven: 12 januari 1984 KB Brand: 1 februari 1988 Wet BA Auto: 21 november 1989 KB Rechtsbijstand: 12 oktober 1990

1.2

Structuur landverzekeringsovereenkomst

1.3

Definities

Schadeverzekering:   

De verzekeringsprestatie hangt af van een onzeker voorval dat schade berokkent aan het patrimonium van een persoon Verzekerde = persoon verzekerd tegen het patrimoniale verlies (materieel belang) Vergoedend karakter

Persoonsverzekering: 

De verzekeringsprestatie hangt af van een onzeker voorval dat een impact heeft op het leven, de fysieke integriteit of de familiale situatie van een persoon

 

Verzekerde = persoon op wiens hoofd het risico rust (moreel belang) Vergoedend of forfaitair karakter

Zaakschadeverzekeringen: 

Patrimonium kunnen herstellen of vervangen o Bv. omnium, machinebreuk, brandverzekering,… Schadeverzekering

Aansprakelijkheidsverzekeringen:  

Schade veroorzaakt aan derde kunnen herstellen Basis: extracontractuele BA – art. 1382 tot 1386 bis van BW o Bv. BA auto, beroepsaansprakelijkheid, BA familiale,…

Rechtsbijstandverzekering:   

Eigen patrimonium of belang verdedigen ten gevolge schade veroorzaakt door een derde Verzekerde vertegenwoordigen bij juridische procedures of in der minne Principes: o vrije keuze van advocaat o objectiviteitsclausule (=op kosten van verzekeraar een andere advocaat aanspreken)

Levensverzekeringen: 

Leven of overlijden van de verzekerde dekken o Bv. pensioensparen, uitvaartverzekering,…

Andere dan leven:  

De medische Ziekte, ongevallen, medische kosten, invaliditeit, loonverlies van de verzekerde dekken

Vergoedende verzekering/ indemnitair:      

De VA verbindt er zich toe alles of deel van de schade geleden door de verzekerde of waarvoor hij aansprakelijk is, te vergoeden Vergoeding = verlies Onderverzekering kan gesanctioneerd worden Oververzekering is verboden Geen cumul mogelijk Subrogatie / indeplaatsstelling – verhaal tegen de verantwoordelijke derde o Voorbeelden: Brand, Auto, Individuele Ongevallen - medische kosten

...


Similar Free PDFs